Home » Hormonen

Categorie: Hormonen

image_pdfimage_print

Genetisch onderzoek

Een genetisch onderzoek kan een goed inzicht geven in de genetische oorzaken van je klachten.

De genen die in een DNA onderzoek worden onderzocht coderen enzymen. Je kunt hiermee zien of bepaalde enzymen normaal of abnormaal werken. Bij een SNP of een mutatie werken ze vaak langzamer, maar soms ook sneller. Dit heeft invloed op de processen in je lichaam. 

Een variant op een gen noemen we een SNP (spreek uit als snip). Is het een zeldzame afwijking, dan spreek je van een mutatie. In dit onderzoek worden SNP’s  besproken. Een gezond iemand hoeft niet perse last te hebben van deze SNP’s. De mogelijke tekorten worden dan op een andere manier opgevangen.

Raakt het lichaam uit balans, door psychisch of lichamelijk trauma, gifstoffen in voeding en leefomgeving, verkeerde onvolwaardige voeding en/of een ongezonde leefstijl, dan kun je doordat de enzymen te langzaam of te snel werken, gezondheidsklachten ontwikkelen.  Door de SNP’s in kaart te brengen kun je zien waar je extra aandacht aan moet besteden om problemen op te lossen. Dit wordt epigenetica genoemd, dit betekent dat je genen kunt beïnvloeden. De werking ligt niet helemaal vast. Genen kunnen door de omstandigheden ‘vervuild’ raken, waardoor je er meer last van hebt. Je kunt je genen ‘schoonmaken’, al zijn er ook genen die waarvan je de werking van bepaalde processen niet kunt veranderen. Zoals bijvoorbeeld de opname en verwerking van vitaminen. 

 

Wat wordt er in een Health DNA onderzoek van iGene onderzocht?

Ik werk met DNA onderzoek van het Nederlandse bedrijf iGene. Hier kun je een algemene gezondheids DNA analyse aanvragen, je krijgt dan meer duidelijkheid over:

(de dikgedrukte woorden zijn punten die ik interessant vind in verband met Mestcel Activatie Syndroom.)

Aandoeningen: Of je een hoger risico voor onder andere de ziekte van Alzheimer, beroerte, verschillende soorten kanker, botontkalking, diabetes, de ziekte van Parkinson en meer. 

Leefstijl adviezen: Je krijgt algemene leefstijladviezen gebaseerd op de bronnen van iGene. (Waar ik het op het gebied van voeding niet helemaal mee eens ben en een leefstijladvies voor  een ieder veel persoonlijker is dan in een algemeen advies kan worden gegeven).

Persoonlijke kenmerken: kaalheid, smaakperceptie, erfelijke fructose intolerantie, je gevoeligheden voor alcohol, pijn, stress en SARS (2003), glutenintolerantie, lactose intolerantie, ijzerstapeling, omzettingssnelheid caffeine, e.a.

Medicijngevoeligheid: Je krijgt een lijst met veelgebruikte medicatie (66 stuks) waarbij aangegeven wordt of je hoe gevoelig je hiervoor bent vanuit genetisch oogpunt. Normale, vertraagde of versnelde afbraak.

Farmaco-profiel: Een lijst met enzymen die je aan je huisarts of apotheker door kunt geven om de juiste dosering van medicatie te bepalen.

 

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

 

Aanvullend genetisch onderzoek

Behandelaars die aangesloten zijn bij iGene kunnen aanvullend onderzoek aanvragen. Bij het Mestcel Activatie Syndroom bied ik deze standaard aan omdat in dit pakket de onderliggende oorzaken van de verhoogde mestcelactivatie worden in beeld worden gebracht. In het aanvullende verslag wat geschreven wordt door Lisa Goudzwaard wordt de uitslag van het genetisch onderzoek uitgelegd aan de hand van het Mestcel Activatie Syndroom, histamine intolerantie en de daaronder liggende oorzaken.

Meest voorkomende onderliggende oorzaken bij het Mestcel Activatie Syndroom:

  • spijsverteringsproblemen
  • sterk verzwakte detoxificatie
  • hormonale onbalans (oestrogeendominantie)
  • verzwakte methylatie
  • verhoogd bloedglucose (insulineresistentie)
  • tekort aan neurotransmitters
  • oxidatieve stress (mede als gevolg van mestceldegranulatie)

Er zijn meer oorzaken, maar deze worden niet in dit verslag besproken. 

Folaat cyclus

MTHFR, MTR, MTHFD1, DHFR

De folaatcyclus is belangrijk voor de methylatie en de productie van BH4, dit is een cofactor voor de neurotransmitters. Één of meerdere mutaties in deze cyclus kan de methylatie verlagen en zorgen voor bloedarmoede als gevolg van een folaat tekort.

Methionine Cyclus

MTRR, BHMT, MAT1A, AHCY (SAHH), PEMT, GNMT

De methionine cyclus is belangrijk voor

  •  de aanmaak van energie (ATP). Hierbij heb je naast methionine ook adenosine nodig. 
  • een gezonde homocysteïnespiegel, een te hoog homocysteïnegehalte is, met name voor vrouwen, ongezond en kan tot hartkwalen zorgen. 

Van homocysteine wordt cysteine gemaakt, hierbij is voldoende vitamine B6 belangrijk. Dit gebeurt met behulp van het transulferatie pad. Zijn er mutaties in dit pad (zie volgend kopje) dan wordt de homocysteine weer terug in methionine omgezet.

Transsulferatie cyclus

Het transsulfuratie pad zorgt voor de omzetting van cysteïne en homocysteïne naar cystathionine. Vitamine B6 is een belangrijke vitamine in dit pad. De CBS en CTH enzymen zijn het belangrijkst. 

Het SUOX enzym zet sulfiet om in sulfaat. Dit vind plaats aan het eind van het transsulferatie pad.

Bestel het onderzoek

Detoxificatie

De ontgifting in de lever verloopt in 3 fasen. 

In het iGene rapport wordt voornamelijk gekeken naar welke mutaties zorgen voor een snellere of langzamere opname en verwerking van medicatie en afbraak van gif- en afvalstoffen.

In Fase 0 worden medicatie opgenomen met behulp van SLC transport eiwitten.

In Fase 1 worden stoffen voorbewerkt om ze makkelijker af te kunnen breken. In het onderzoek wordt er gekeken naar CYP450-enzymen en een aantal belangrijke aanvullende enzymen zoals DPD en PON1.

In Fase 2 wordt medicatie, gifstoffen, lichaamsafval verder afgebroken. Dit gebeurt met behulp van verschillende ontgiftingspaden, je kunt in deze paden zijn SNP varianten hebben. Het is mogelijk dat in alle paden SNP’s zijn, waardoor je moeilijker kan ontgiften. 

  • Glutathion conjugatie : Dit is waarschijnlijk de belangrijkste ontgiftingsroute in het lichaam en 60% van de gifstoffen die in de gal worden uitgescheiden, worden op deze manier uitgescheiden.
  • Glucuronide conjugatie (glucuronidatie):
  • Sulfatie: Als er SNP’s zijn in deze genen wordt oestrogeen minder goed afgebroken en ben je gevoeliger voor oestrogeendominantie.
  • Acetylatie: Bij de ontgiftingsprocessen ontstaan er afvalstoffen (metabolieten) die ook afgevoerd moeten worden. Dit gebeurt met behulp van de acetylatie. Zijn er SNP’s dan kunnen de afvalstoffen minder goed afgevoerd worden.
  • Methylatie: SNP’s in dit proces zorgen o.a. verhoogd histamine gehalte in de cellen (HNMT), voor hoger of lager dopamine gehalte in de hersenen (COMT), BHMT zorgt voor een backup van folaat en daarmee voor voldoende SAM, dit is belangrijk voor de methylatie en energieproductie.  PEMT zorgt voor voldoende choline. Als je een SNP in dit gen hebt heb je in de overgang minder choline. Hierdoor kan de werking van de lever, spieren, alvleesklier aangetast worden.

Is de werking van een enzym verhoogd dan is dit zowel goed als slecht. Door de verhoging werkt de stofwisseling van een gifstof sneller, maar ontstaan er ook meer vrije radicalen. Het kan de effectiviteit van medicijnen verlagen maar ook de sterkte van de werking van medicatie verhogen.  

In Fase 3 worden de afvalstoffen via de huid, gal, de ontlasting en urine uitgescheiden. De enzymen in deze fase zorgen er onder andere voor dat gifstoffen van geneesmiddelen niet gaan stapelen.

Oxidatieve stress

Oxidatieve stress houdt in dat er een onbalans is tussen oxidanten en antioxidanten. Teveel oxidatie kun je zien als roest. Te hoge oxidatie zorgt voor stress, afbraak en ziekte doordat er teveel vrije radicalen zijn. Deze vrij radicalen worden in het lichaam verlaagd door enzymen.

Oestrogeen

In dit onderzoek wordt er gekeken hoe goed oestrogeen kan worden geproduceerd en afgebroken. Als de productie verhoogd is en de afbraak verlaagd is de kans op oestrogeendominantie hoog. Oestrogeendominantie is een van de onderliggende oorzaken van MCAS.

Neurotransmitters/BH4 cyclus

Dit onderzoek is belangrijk om de afbraak van histamine in beeld te brengen.  DAO, MAO-A en MAO-B worden in beeld gebracht. (HNMT wordt bij de methylatie in beeld gebracht).

Daarnaast worden er genen in beeld gebracht voor de BH4 cyclus. Bij een tekort aan BH4 ontstaat er snel mestceldegranulatie, mede doordat histamine en serotonine niet met elkaar in evenwicht zijn en er mogelijk een tekort is aan glutathion en teveel zware metalen.

In de BH4 cyclus wordt ook ammonia geneutraliseerd en stikstofoxide geproduceerd. Dit is belangrijk voor de ureumcyclus en voorkomen van o.a.migraine. BH4 beschermt de zenuwcellen tegen zware metalen en een glutathiontekort.

Er worden genen in beeld gebracht die zorgen voor een  verhoogd of verlaagd aantal neurotransmitters: GABA, Glutamaat, Dopamine, Noradrenaline, Adrenaline, Serotonine, Histamine.

Bestel het onderzoek

Vitaminen

Vitamine A, B6, B11, B12, C, D, E, K

Er wordt gekeken of vitaminen goed kunnen worden verwerkt. Je kunt veel vitaminen via voeding binnenkrijgen maar als deze niet goed gebruikt kunnen worden, moet je hier extra aandacht aan besteden.

 

Informatie over prijzen en het onderzoek zelf vind je HIER.

Overige vragen over iGene op de website iGene.nl

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

Vitamine B6

Bij histamine intolerantie en darmklachten zie je vaak een tekort aan vitamine B6, deze vitamine is belangrijk voor veel processen en essentieel voor de productie en activatie van Diamine Oxidase(DAO), het enzym wat histamine afbreekt. Nu schijnt een tekort aan B6 haast niet te ontstaan door voeding, maar vooral door een tekort aan darmbacteriën. 

Histamine in de darmen wordt voornamelijk afgebroken met het enzym Diamine Oxidase (DAO) wat door vitamine B6 wordt geactiveerd. Als er een vitamine B6 tekort is, of vitamine B6 werkt niet doordat er een vitamine B1 (thiamine) tekort is, kan er niet voldoende histamine worden afgebroken.

B-vitamine komen via je voeding je lichaam binnen en worden in de dunne darm opgenomen.  Als er te weinig B-vitaminen via voeding binnen komen, probeert je lichaam dit tekort op te vangen door zelf B-vitaminen te produceren met behulp van de darmbacteriën. 

In principe kunnen alle acht de B-vitaminen in de darmen worden geproduceerd, maar niet allemaal even goed en evenveel. Zo kunnen in een gezonde darm vitaminen B1, B2, B6 en B11 voldoende worden geproduceerd, maar B5, B8 en B12 moet je echt via voeding binnenkrijgen. Zeker vitamine B12 want deze wordt het minst geproduceerd.

Meer B-vitaminen door probiotica

Aangezien de B-vitaminen door bacteriën worden geproduceerd, heb je een probleem als er hier te weinig van zijn. Vooral de Bacteroides spp, Bifidobacteriën en de Firmicutes zijn belangrijk en hier zie je bij darmklachten vaak een tekort aan. De lactobacillen L.Plantarum zijn vooral belangrijk voor de productie van vitamine B12 en ik zie bijna standaard een tekort aan lactobacillen in ontlastingsonderzoeken.

Het is dus belangrijk dat er voldoende darmbacteriën zijn. 

Histamine intolerantie, B6 tekort en de overgang

Dit is een belangrijke paragraaf voor alle vrouwen met histamine intolerantie vanaf 40 jaar.  
En dat zijn de meeste van mijn cliënten. 

Nachtzweten en opvliegers komen veel voor bij vrouwen in de overgang. Het zou het gevolg zijn van de dalende oestrogeenspiegel. Als het dat alleen was, dan zouden alle vrouwen in de overgang er last van hebben. Dat is niet zo. Naar mijn idee heeft een verhoogd histaminegehalte door een tekort aan vitamine B6 met deze overgangsklachten te maken. 

Als je last hebt van opvliegers en nachtzweten hebt wordt geadviseerd om niet te kruidig te eten en geen wijn te drinken. Dit zijn allebei bronnen van veel histamine.  Als je nog niet in de overgang bent en je oestrogeen nog op normaal, en vaak zelfs te hoog niveau is, beschermt oestrogeen je tegen ontstekingen. Daalt het oestrogeen gehalte, dan is lichaam gevoeliger voor ontstekingsbevorderende cytokinen die vrijkomen uit mestcellen en histamine uit voeding en mestcellen. 

Heel veel vrouwen met een verhoogd stressniveau hebben een tekort aan progesteron omdat het stressverlagende hormoon cortisol progesteron nodig heeft om stress te verlagen. Door het progesteron tekort is er verhoudingsgewijs een teveel aan oestrogeen.  Daarnaast kun je ook een verhoogd oestrogeen gehalte hebben als gevolg van een tekort aan vitamine B6. 

In de menstruatiecyclus wordt, nadat er bij de ovulatie een eitje in de eileider wordt vrijgelaten, het corpus luteum (ook wel het gele lichaam genoemd) gevormd. Het corpus luteum zorgt voor de productie van progesteron. 

Het corpus luteum kan alleen geproduceerd worden met behulp van vitamine B6 en dus is de productie van progesteron ook afhankelijk van deze vitamine.

Dezelfde vitamine B6 heeft de lever ook nodig om oestrogeen af te breken.  vitamine B6 helpt dus op twee manieren om de balans tussen oestrogeen en progesteron te herstellen.

Hierdoor ontstaat er een tekort aan B6, want het teveel aan oestrogeen vraagt om meer B6 en het tekort aan progesteron ook. Je hebt dus dubbel zoveel B6 nodig!

Ok, het progesteron tekort ontstaat dus door stress. Ben je niet in de overgang en heb je histamine intolerantie dan heb je waarschijnlijk een burnout gehad (dit kan ook twee of drie jaar terug zijn), of loop je er tegen aan. Je hebt in ieder geval meer stress dan je zou willen. Heb ik gelijk?  

Daarnaast is het een natuurlijk proces dat de progesteron in de overgang daalt, vanaf ongeveer 45 jarige leeftijd, maar dit kan ook vroeger beginnen. 

Als we ouder worden produceren we minder progesteron. Oestrogeen wordt dan het dominante hormoon, waardoor er klachten ontstaan zoals we die kennen van oestrogeen dominantie. Lees in dit artikel waarom oestrogeendominantie, wat ook in de menopauze nog steeds een probleem kan zijn, histamine intolerantie in de hand werkt.

Is er dan ook nog een tekort aan vitamine B6, dan kan het hormonale probleem niet opgelost worden maar belangrijker bij histamine intolerantie, de productie en activatie van DAO is dan sterk onvoldoende!

In een onderzoek, gepubliceerd in dec. 2019, naar overgangsklachten zoals nachtzweten en opvliegers werd de voeding van 262 vrouwen in de leeftijd van 40-65 jaar met deze klachten  onderzocht. Men zag dat er vooral een tekort aan vitamine B6 was . Nadat de vrouwen B6 toegediend kregen in de vorm van visolie namen de klachten duidelijk af.

Meer lezen over de overgang, oestrogeen dominantie en histamine intolerantie/MCAS?  In dit e-boek vind je alles wat je moet weten om zelf aan de slag te gaan.

Histamine, angst, depressie en vitamine B6

Vitamine B6 is ook belangrijk voor je stemming en het vermindert het aantoonbaar angst. Heb je histamine intolerantie en last van angst. Laat je B6 onderzoeken. In je bloed, maar ook via bioresonantie. Dan weet je of B6 ook op celniveau voldoende aanwezig is.
De reden dat vitamine B6 angst vermindert is doordat je lichaam vitamine B6 nodig heeft om serotonine en dopamine te maken. Twee neurotransmitters die angst en depressie verminderen.

Stress, alcohol, suiker en het gebruik van de anticonceptiepil zijn de belangrijkste redenen waarom vrouwen een tekort aan B6 hebben.

Wil je B6 aanvullen, doe dit dan niet met supplementen zonder eerst advies te vragen aan een therapeut of behandelaar.

Je kunt B6 op een natuurlijke manier aanvullen door vette vis te eten. Helaas is dit voor de meeste mensen met histamine intolerantie en MCAS een probleem. De hoogste concentratie krijg je door de olie van vis in blik te eten. Je eet niet de vis, maar gebruikt de olie waar de vis in ligt, dit giet je af. Dit kan nog steeds een probleem vormen. Natuurlijk kun je, als je de vis kunt verdragen, ook de vis eten. Maar die kans is klein. 

Daarnaast ben ik geen voorstander van tonijn consumeren in verband met overbevissing en zou ik liever ansjovis willen adviseren. De hoeveelheden zijn niet genoeg om de B6 tekorten aan te vullen. 

Goede histamine vriendelijke dierlijke bronnen van vitamine B6 zijn kip, kalkoen, wilde zalm (dus geen roze kweek!).  Dierlijke bronnen bevatten meer vitamine B6 dan plantaardige. 

Probeer ook veel plantaardige voedingsbronnen van B6 te eten.

 

De ADH voor vitamine B6 is 1,3 mg.

Producten per 100 gram:

Kip 0,6 mg (oxalaat 0 mg)
Linzen 0,2 mg (oxalaat 8 mg)
Tarwegras 0,2 mg (oxalaat 0 mg)
Banaan 0,4 mg (oxalaat 5,7 mg)

Oxalaat en vitamine B6

Ik heb er bij dit overzichtje ook oxalaat bij vermeld omdat dit een stof is wat bij veel mensen klachten veroorzaakt en je naast goede bronnen van vitaminen en mineralen, het ook verstandig is om niet teveel oxalaat binnen te krijgen. Probeer per dag niet meer dan 45 mg oxalaat te gebruiken.

Als je veel oxalaat binnenkrijgt, verlies je vitamine B6 

Dit onderzoek in 1999 heeft aangetoond, dat een hoge dosis vitamine B6 helpt oxalaat af te breken. De vrouwen, die geen last hadden van nierstenen of oxalaat, kregen 40 mg B6 per dag. Er stond niet over welke tijdspanne. Later in 2011 werd er nog een onderzoek gedaan, dit keer onder mensen met genetische mutatie waardoor er een te hoog oxalaat gehalte ontstond. Bij 30% van de deelnemers aan het onderzoek daalde de oxalaat klachten toen zij vitamine B6 suppletie gebruikten.  De dosis die gebruikt werd is 5mg per kilo lichaamsgewicht. Dus bij een gemiddeld gewicht van 60 kg gebruik je 300 mg vitamine B6. Dit is dus echt een heel hoge dosering. Er werd bij deze mensen met een genetische oorzaak, geen bijwerkingen van de hoge B6 suppletie waargenomen. 

Je zal vast denken: Dit is een gevaarlijke hoge dosis! Maar er zit een fysiologische wetenschap achter dit idee. Zoals je hebt gelezen is vitamine B6 essentieel voor de activering van het enzym DAO. En zo is het precies hetzelfde voor het leverenzym AGT. Zonder B6, tja, wat zal ik zeggen…oxalaatstapeling.

Want oxalaat krijg je niet alleen binnen via je voeding, het kan ook in de lever worden geproduceerd.

Zo werkt het: Het leverenzym AGT zet glyoxylaat om in glycine. Glyoxylaat  is de voorloper van oxalaat. Glycine is een heel belangrijk aminozuur. Hoe sneller het AGT enzym werkt, hoe sneller je lever glyoxylaat in glycine om kan zetten, zo voorkom je dat het in oxalaat wordt omgezet. Als je dan een therapeutische hoeveelheid vitamine B6 inzet, dus in hoge dosis, wordt er geen oxalaat geproduceerd. Dus als er door een genetisch, metabolisch of spijsverteringsprobleem teveel oxalaat in het lichaam is, denk dan aan vitamine B6. 

Hoe weet je of je een vitamine B6 tekort hebt?

Een vitamine B6 tekort kun je onderzoeken via bloedonderzoek.  Er wordt dan P5P (Pyrodoxal-5-Phosphate) onderzocht, de actieve vorm. 

Heb je een tekort vul dit dan met een supplement. 

Als je vitamine B6 als supplement neemt gebruik dan alleen de P-5-P vorm, B6 als pyridoxine kan gaan stapelen, dat is gevaarlijk. Het stapelen gebeurt sneller als je weinig eiwitten eet. Mensen die plantaardig eten lopen dus een groter risico op B6 stapeling. 

Hoe meer eiwitten je eet, hoe meer B6 je lichaam verwerkt en nodig heeft en minder risico op stapeling. 

Mensen met nierproblemen en medicijn gebruik hebben een groter risico. (Er stond in het onderzoek niet bij welke medicijnen).

Gebruik, als je niet bij mij onder behandeling bent, gebruik niet meer dan 20 mg per dag of zoals je eigen behandelaar voorschrijft. Hogere doseringen mogen alleen onder begeleiding van een therapeut of behandelaar plaatsvinden die verstand heeft van vitamine B6 doseringen.

Wil je meer weten over oxalaat? In dit boek staat alle informatie over de klachten en hoe je het oplost.

Koolhydraat arm/ ketogeen dieet

Een koolhydraat arm of een ketogeen dieet helpt om je bloedsuiker te balanceren en insuline resistentie om te draaien. Deze dieten werken goed bij mensen met migraine, insuline resistentie en Mestcel Activatie Syndroom (MCAS)

Het principe van deze dieten is het sterk beperken van koolhydraten varierend van 20-50 gram per dag. Het verschil tussen een koolhydraatarm dieet en ketogeen dieet is de hoeveelheid koolhydraten, bij een ketogeen dieet eet je maximaal 20-30 gram koolhydraten per dag, daarbij eet je ook veel vetten zodat je lichaam in ketose komt. Als je koolhydraten eet, gebruikt je lichaam glucose als brandstof, als je veel vetten eet en weinig koolhydraten zal je lichaam overschakelen naar vet als brandstof. Hierdoor verlaagd de insuline aanzienlijk. Zo kan je alvleesklier tot rust komen en je lichaam herstellen.

Door alle suikers en koolhydraten sterk te verlagen, zal de ontstekingsgevoeligheid ook sterk dalen. Zeker bij MCAS is dit belangrijk.

Migraine, insuline resistentie en koolhydraten

Een histaminearm dieet helpt bij migraine, maar wat is nou de onderliggende klacht waardoor je migraine krijgt? Veel mensen met migraine hebben ook darmklachten, Ehlers Danlos en insuline resistentie. Volgens Angela A. Stanton PhD, schrijfster van het boek “Fighting the Migraine Epidemic” hebben alle mensen met migraine insuline resistentie. Je hoeft hiervoor geen overgewicht te hebben. Een koolhydraatarm of ketogeen dieet helpt deze groep patienten omdat suiker/koolhydraten de cellen uitdroogt en hierdoor migraine ontstaat. Door koolhydraten sterk te verlagen, worden de cellen weer voorzien met de juiste hoeveelheid vocht. Wil je migraine aanpakken dan is hier een speciaal migraine protocol voor. Je mag alleen een ketogeen dieet volgen als je geen medicatie gebruikt. Migraine kun je dus zien als een metabole ziekte, een koolhydraat arm dieet helpt je stofwisseling te herstellen.

Voor meer informatie over het migraine protocol kun je contact met mij opnemen.

Melasma

Sinds mijn zwangerschappen, 20 en 18 jaar terug, is er hormonaal het een en ander bij mij veranderd en is mijn hormonale balans nooit meer geworden wat het vroeger was. Naast de overdreven huilerigheid, ook om alle mooie goede lieve dingen, kreeg ik tijdens mijn zwangerschap het ‘zwangerschapsmasker’. Dit is gedeeltelijk weggetrokken,maar is ook gedeeltelijk gebleven. De officiele term voor het zwangerschapsmasker is ‘coasma gravidarum’. Je tepels verkleuren tijdens de zwangerschap onder invloed van oestrogeen en progesteron van roze naar bruin en op dezelfde manier ontstaan er pigmentvlekken op je gezicht. De pigmentvlekken ontstaan als je huid in contact met zonlicht komen. Je huid produceert dan meer melamine-pigment doordat er meer MSH (melanocyt-stimulerend hormoon)  wordt aangemaakt tijdens de zwangerschap. MSH is een hormoon dat zorgt voor meer eetlust en seksuele opwinding. Ook is tijdens de zwangerschap de oestrogeen productie hoger.

Oestrogeen zorgt ervoor dat er histamine vrijgemaakt wordt en histamine zorgt er weer voor dat er meer oestrogeen aangemaakt wordt. 1  Een vicieuze cirkel dus!

Deze hyperpigmentatie op je voorhoofd, wangen, slapen, rond de ogen en bovenlip heet melasma. Dit is een gevolg van een hormonale afwijking.

Je kunt melasma bij een schoonheidsspecialiste met dermatologische kennis laten behandelen, maar dit kost een lieve duit en ik ben zelf van de puur natuur en het probleem bij de bron aanpakken.

Als je melasma krijgt tijdens je zwangerschap is de kans groot dat het weer verdwijnt als je hormonen weer de normale niveau’s van voor de zwangerschap hebben.

Niet zwanger en toch pigmentvlekken

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de vrijlating van histamine door mestcellen in de huid een trigger is voor pigmentvlekken. Als je oestrogeendominantie hebt, is er ook meer oestrogeen dan wat normaal zou zijn, hierdoor wordt er ook meer pigment aangemaakt. Heb je daarbij dan ook nog een overschot aan histamine in je lichaam dan is de kans groot dat je last hebt van melasma.

Wat je kunt doen is het oestrogeengehalte te verlagen.

De volgende symptomen kunnen duiden op teveel oestrogeen:

  • Stemmingswisselingen, PMS, depressie of prikkelbaar
  • Huilerig, vaak zonder aanleiding
  • Slapeloosheid
  • Grotere cupmaat of gevoelige borsten
  • Vleesbomen (myomen)
  • Endometriose of een pijnlijke menstruatie
  • Eetbuien
  • Wazig denken
  • Afwijkende uitstrijkjes
  • Vergrote kans op borstkanker en andere hormoongevoelige vormen van kanker (baarmoeder en eierstokken)
  • Zwelling, vocht vasthouden van water
  • Zware bloedingen
  • Vetopslag met name rond heupen en billen
  • Vetopslag op de benen

Wil je oestrogeendominantie aanpakken, dan dien je een aangepast dieet te volgen. Een belangrijk factor is je lever te ondersteunen, deze moet het teveel aan oestrogeen afbreken.

Mariadistel

Olie van Mariadistel wordt gebruikt om de leverwerking te ondersteunen. De silymarine in mariadistel schijnt de schade die zonlicht aan de huid brengt kan terugdraaien, dus niet alleen de melasma pigmentatie. Silymarine doet dit door gifstoffen te neutraliseren en het vergroot het regenererend vermogen van de lever.  

De schaduwzijde van silymarine is dat het ook histamine en tyramine bevat en het een contra-indicatie heeft met sommige medicijnen. Voordat je mariadistel zou willen gebruiken kun je het beste contact opnemen met je behandelaar.

Supplement: De dosering van het supplement ligt op 3 x per dag 200 mg. extract, wat ongeveer 75% Silymarine bevat.

Vitamine C

Vitamine Cis een antioxidant die de huid beschermt tegen zonlicht. Daarnaast is het essentieel voor de aanmaak van collageen en het helpt om melasma tegen te gaan. 2

Camu camu

Camu camu is een bes uit Peru die de meeste vitamine C bevat van alle vruchten. Het poeder gemaakt van de gedroogde besjes kun je in smoothies doen. Verse Camu camu bevat 2 gram vitamine C per 17 gram van de vrucht. Helaas is camu camu hier niet verkrijgbaar en moeten wij het met het poeder doen, waarvan ik niet weet hoeveel vitamine C hier in zit. Dat het veel is wel zeker.

Kwon, Soon-Hyo, Young-Ji Hwang, Soo-Keun Lee, and Kyoung-Chan Park. “Heterogeneous Pathology of Melasma and Its Clinical Implications.” International Journal of Molecular Sciences 17.6 (2016): 824. Web.

Hernández-Barrera, R., B. Torres-Alvarez, J. P. Castanedo-Cazares, C. Oros-Ovalle, and B. Moncada. “Solar elastosis and presence of mast cells as key features in the pathogenesis of melasma.” Clinical and Experimental Dermatology 33.3 (2008): 305-08. Web.

https://healinghistamine.com/how-histamine-affects-skin-pigmentation/#

http://www.optimalegezondheid.com/de-voor-en-nadelen-van-milk-thistle-mariadistel/

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan  tussen 10:00 en 12:00 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Insulineresistentie en histamine

Wist je dat histamine een rol speelt in het reguleren van de bloedsuikerspiegel bij diabetici?

Wist je dat histamine ook de werking en productie van insuline beinvloed? En dat mestcellen bijdragen aan de ontwikkeling van insulineresistentie en diabetes?  

Vaker dan je denkt speelt de regulatie van je bloedsuikerspiegel een rol bij histamine klachten en ontstekingen.

Bij onderzoek onder muizen zag men dat dikke muizen meer mestcellen hadden in het witte vetweefsel dan slanke muizen. Mestcellen dragen bij aan de ontwikkeling van obesitas en glucose intolerantie doordat zij ontstekingsstoffen produceren (*)(*).

Over actief immuunsysteem zorgt voor extra insuline afgifte

Als het immuunsysteem met gevaarlijke stoffen in aanraking komt zal het de insuline gevoeligheid van de skeletspieren verminderen om een verhoogde insuline vrijlating te veroorzaken hierdoor verbetert de  antivirale immuniteit.

Als er langere tijd extra insuline wordt vrijgegeven kan dit uiteindelijk leiden tot glucose-intolerantie en insuline resistentie.

Insuline resistentie is de voorloper van Diabetes type 2. Dit is vooral belangrijk bij mensen met overgewicht omdat deze meer vetweefsel hebben en dus ook meer mestcellen en ontstekingsstoffen. 

Ontstekingen en mestcelactivatie verminderen met medicatie?

Het is dus belangrijk om ontstekingen te verminderen en mestcelactivatie te voorkomen. In het onderzoek zag men dat als er Cromolyn (een mestcel stabilisator)  wordt gegeven, obesitas en diabetes verminderen. Zo kunnen metabolische verstoringen met medicatie worden behandeld. Het is natuurlijk beter om de onderliggende oorzaak te onderzoeken en deze te behandelen.

Wat gebeurt er bij insulineresistentie?

Als er eenmaal insulineresistentie is, zijn de glucose moleculen niet meer zo gevoelig voor de insuline en duurt het langer voordat het suiker uit het bloed wordt gehaald en naar de organen wordt gebracht waar het gebruikt kan worden. Bij diabetes is er zo weinig of geen insuline waardoor het suiker niet uit het bloed gehaald kan worden. 

Suiker droogt de cellen uit, histamine red de cellen

Bij een hoog glucose gehalte in het bloed, door insuline resistentie, drogen cellen uit. Om cellen van voldoende vocht te voorzien is er water en zout nodig, suiker in het bloed zorgt voor een verminderde vochtigheid in de cellen, hierdoor laten mestcellen histamine vrij, histamine zorgt voor verwijding van vaten zodat er meer vocht in en rond de cellen kan komen. Zo zorgt histamine ervoor dat cellen niet afsterven. 

Het is dus een vicieuze cirkel: mestcel activatie waarbij ontstekingsstoffen vrijkomen  >insulineresistentie> mestcelreactie om histamine vrij te maken.

Waarom onderzoekt je huisarts je niet op insuline resistentie?

Veel meer mensen dan nu bekend hebben insulineresistentie, je hoeft helemaal niet te merken dat je het hebt en je kunt er jarenlang mee rond lopen. Je hebt dan wel wat klachten, maar legt geen verband met insulineresistentie en diabetes.  Er zijn dan ook meer mensen dan we nu weten, die voordat de histamine klachten zich openbaren, al jaren insulineresistentie hebben. Ik ben er zelf één van.  Histamine intolerantie en MCAS is een van de gevolgen van insuline resistentie, maar men denkt nu dat veel meer chronische ziekten hier het gevolg van zijn.

De reden waarom men insuline resistentie niet zo snel diagnosticeert komt doordat je aan vijf criteria moet voldoen voordat een arts of dietiste een vermoeden van insuline resistentie krijgt en je zal onderzoeken. Ook de manier van onderzoeken kan verschillen.

De criteria zijn: 

  1. Verhoogde nuchtere bloedglucosewaarden (mannen en vrouwen ≥ 6,1 mmol/l, en/of medicatie)
  2. Verhoogde bloeddruk (mannen en vrouwen ≥ 130/85 mm Hg en/of medicatie)
  3. Laag HDL-cholesterolgehalte (mannen ≤ 1,04 mmmol/l; vrouwen ≤ 1,29 mmol/l)
  4. Verhoogde serumtriglyceriden (mannen en vrouwen ≥ 1,7 mmol/l)
  5. Verhoogde buikomvang (mannen > 102 cm; vrouwen > 88 cm). BMI ≥ 30 kg/m2 en een taille-heup ratio van > 0.90 bij mannen en > 0.85 bij vrouwen

Ook zonder alle criteria kun je insuline resistentie hebben

Maar het blijkt dat ook mensen met een lage bloeddruk insulineresistentie kunnen hebben, dit komt  vaker voor bij MCAS en histamine intolerantie (door het hoge histamine gehalte, wat de bloedvaten verwijdt en daardoor de bloeddruk verlaagt). 

De buikomvang zegt ook niet alles, ook slanke mensen kunnen insulineresistentie hebben. Toen ik startte met het aanpakken van de insuline resistentie was mijn BMI 24,8, wat prima is, geen overgewicht. De buikomvang is ook wat verwarrend, het is de maat van je taille, niet van je heupen. Mijn taille was 86, ook nog binnen de norm. 

De nuchtere bloedsuikerspiegel kan ook lager zijn.

Hierdoor worden mensen met een normaal tot slank figuur over het hoofd gezien en de lage bloeddruk geeft een arts niet het signaal dat er men tot handeling over moet gaan.

Onderzoek zelf je bloedsuiker

Het is dus belangrijk dat je zelf je bloedsuiker meet. De eerste keer dat je meet is om een diagnose vast te stellen. Je meet je bloed dan vijf uur lang ieder half uur volgens een vast protocol. Zie dit als een ziekenhuis onderzoek, maak hier tijd voor vrij, zeg je afspraken af, want je moet vijf uur lang stil zitten. Dit is anders dan een ziekenhuis onderzoek naar bloedsuiker. Je stuurt de gegevens naar mij op en ik maak een grafiek en kijk of er sprake is van insulineresistentie of andere bloedsuiker problemen zoals reactieve hypoglycemie.

Het meten doe je met een glucosemeter, deze kun je het makkelijkst online aanschaffen. Het handigst vind ik zelf een combinatie meter die ook ketonen meet omdat als je insuline resistentie hebt, je het beste een ketogeen dieet kunt volgen. 

Je prikt je vinger dan met een heel klein gesteriliseerd lancet en je doet een druppel bloed op de teststrip die je in de glucosemeter stopt, dit meet dan je bloedsuiker. 

Als je je bloedwaarden hebt opgestuurd kan ik zien hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten je in je dieet kunt gebruiken zodat je je bloedsuiker onder controle kunt krijgen en insuline resistentie kunt terugdraaien. Dit terugdraaien duurt bij de één een maand, bij een ander een half jaar of een jaar, afhankelijk van je overgewicht en de ernst van de resistentie.

Insuline resistentie is één van de oorzaken van de ontregeling van je lichaamssystemen waardoor ook het immuunsysteem ontregeld raakt. Het wil dus niet zeggen dat iedereen met MCAS/histamine intolerantie insuline resistentie heeft. 

Voor mijzelf merkte ik na drie maanden ketogeen eten dat ik me niet alleen fitter voelde en slanker werd, maar dat ik ook minder gevoelig werd voor histamine. Zo kon ik na drie maanden weer collageenpoeder en bottenbouillonpoeder gebruiken. Iets wat ik al jaren niet meer had gedaan omdat ik er klachten van kreeg. Tegenwoordig krijg ik er energie van en voel me vrolijker en meer ontspannen.

Wat ook weg is gegaan door het ketogeen dieet en de verminderde insuline resistentie (ik heb reactieve hypoglykemie) is dat ik helemaal ontspannen in de auto zit en ik helemaal geen probleem meer heb met file’s terwijl ik daar tot een jaar terug nog spontane darmkramp door een paniekaanval van kon krijgen.

Ik merk dat mijn lichaam echt tot rust is gekomen en ik beter herstel sinds ik mij onder andere  richt op herstel van de insuline resistentie. Een andere belangrijke remedie voor mij persoonlijk is het toevoegen van extra zout en water. Dit is vooral voor mensen met ook migraine erg belangrijk.

Herken je je dit verhaal? Dan kan je bloedsuikerspiegel een rol spelen bij jouw histamine intolerantie en kan ik je helpen om je bloedsuikerspiegel te stabiliseren met een persoonlijk dieet.

Bron:

https://alisonvickery.com.au/histamine-and-blood-sugar/

Oestrogeen dominantie omkeren

Oestrogeen dominantie komt heel veel voor en draagt bij aan de verhoging van histamine. Je kunt dit hier lezen. Je merkt dit vooral als je in de overgang komt en de hormonen gaan veranderen, zo’n 70% van mijn clienten zijn vrouwen van 40 jaar en ouder, waarbij de hormonen aan het veranderen zijn en een teveel aan oestrogeen is en een tekort aan progesteron.

Maar ook jonge vrouwen en zelfs mannen hebben er last van. Wil je je klachten verminderen dan zul je dus het oestrogeen gehalte moeten verlagen.

Dit is belangrijk om te onthouden: Progesteron verhogen met cremes is niet de oplossing, het probleem is een te hoog oestrogeengehalte, niet alleen het lage progesteron gehalte. Bovendien, als je progesteron gaat suppleren, zal je lichaam denken dat er voldoende progesteron is waardoor het zelf nog minder aanmaakt dan voorheen, je wordt nu afhankelijk van creme’s en pillen.

Om te begrijpen wat je moet doen om het oestrogeen gehalte te verlagen, moet je eerst weten wat oestrogeen precies en wat het doet.

Wat is oestrogeen?

Oestrogeen is je primaire vrouwelijke geslachtshormoon. Hieronder zie je een aantal van de belangrijke rollen die oestrogeen in je lichaam speelt.

  • Borstgroei (oestrogeen is een reden waarom je borsten opzwellen tijdens bepaalde delen van je cyclus)
  • Je menstruatiecyclus starten en reguleren
  • Evenwicht tussen cholesterolwaarden
  • Regulerende stemming en emotionele controle
  • Behoud van botsterkte

Oestrogeen werkt samen met progesteron, het andere belangrijkste vrouwelijke geslachtshormoon, om alle bovengenoemde processen in je lichaam te beheersen.

Oestrogeen en progesteron reguleren elkaar in een ingewikkeld systeem van controle en balans. Als ze allebei op het niveau zijn dat ze zouden moeten zijn, gaat het goed. Maar als een van beide domineert, raakt de andere uit balans.

Er zijn twee soorten oestrogeen dominantie:

  1. Je lichaam produceert te veel oestrogeen.
  2. Je progesteronspiegel is abnormaal laag, wat leidt tot een onbalans in de hoeveelheid oestrogeen die je hebt ten opzichte van progesteron.

Hoge oestrogeenspiegels kunnen verschillende bijwerkingen veroorzaken die variëren van mild tot ernstig.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

9 symptomen van oestrogeen dominantie

Zowel mannen als vrouwen kunnen oestrogeen dominantie ervaren, maar de gezondheidsproblemen die het veroorzaakt zien er een beetje anders uit tussen de geslachten.

Bij vrouwen kan een hoog oestrogeengehalte het volgende veroorzaken:

  1. Gewichtstoename (vooral in de heupen en taille)
  2. Menstruatieproblemen, zware menstruatie of onregelmatige menstruatie
  3. Fibrocystische mastopathie in de borsten (niet-kankerachtige knobbeltjes)
  4. Vleesbomen (niet-kwaadaardige tumoren in de baarmoeder)
  5. Premenstrueel syndroom en / of stemmingswisselingen
  6. Laag libido
  7. Vermoeidheid
  8. Depressie
  9. Angst

Bij mannen kan oestrogeen dominantie veroorzaken:

  1. Vergrote borsten
  2. Erectiestoornissen
  3. Onvruchtbaarheid

Als je een van deze symptomen ervaart, of als ze op regelmatige momenten tijdens je cyclus komen en gaan (als je een vrouw bent), kunt je oestrogeen dominantie hebben.

De beste manier om er zeker van te zijn, is om je huisarts om een ​​bloed- of urinetest te vragen om je oestrogeen- en progesteronspiegels te meten.

5 Oorzaken van oestrogeen dominantie

Hier zijn de meest voorkomende oorzaken van oestrogeen dominantie:

# 1: Suikerconsumptie

Same old story, suiker….op nummer 1! Je hormoonbalans is echt afhankelijk van je dieet. Vooral suiker en geraffineerde koolhydraten zijn verstorend voor je hormonen.

Suiker zorgt voor een stijging van insuline, hierdoor wordt een ander hormoon, geslachtshormoon-bindend globuline (SHBG), verlaagd . SHBG bindt zich aan oestrogeen in je bloed en houdt het in balans.

Wanneer SHBG laag is, is er niet genoeg om het oestrogeen in je bloed te binden en stijgen je oestrogeenspiegels meer dan zou moeten

Dit is een goed voorbeeld van hoe je hormonen met elkaar verbonden zijn. Suiker beïnvloedt insuline >>>die SHBG beïnvloedt>>> wat oestrogeen verhoogt >>>en dit kan na verloop van tijd bijdragen aan oestrogeen dominantie.

# 2: Chronische stress

Stress beïnvloedt elk systeem in je lichaam, maar het heeft het meest duidelijke effect op je hormonen.

Een van de meest eenvoudige manieren waarop stress kan leiden tot oestrogeen dominantie is via een proces genaamd de “pregnenolone stelen.”

Dit is hoe het werkt:

Pregnenolon is de voorloper van vele andere hormonen – inclusief je geslachtshormonen en stresshormonen.

Het probleem is dat er maar zoveel pregnenolon in de buurt is en als je er veel van gebruikt om cortisol te maken, heb je minder beschikbaar om geslachtshormonen zoals oestrogeen en progesteron te maken.

Als je onder stress staat, denkt je lichaam dat er een bedreiging is waarmee je moet omgaan. Het verplaatst pregnenolon naar het maken van veel cortisol , het belangrijkste stresshormoon van uw lichaam.

Als stress de productie van oestrogeen en progesteron vermindert, hoe veroorzaakt het dan oestrogeen dominantie?

Progesteron fungeert als een voorloper van cortisol. Dus wanneer stress hoog is, raakt progesteron op als een voorloper en kan het zijn normale geslachtshormoonactiviteit in je lichaam niet uitvoeren.

De bruikbare progesteron daalt hierdoor aanzienlijk, waardoor je een relatieve oestrogeen dominantie overhoudt.

# 3: Producten voor persoonlijke verzorging

Veel producten voor persoonlijke verzorging bevatten xenoestrogenen, chemicaliën die het gedrag van oestrogeen in uw lichaam nabootsen. Xenoestrogenen worden geclassificeerd als “hormoonontregelaars” vanwege hun vermogen om met je hormonale systeem te knoeien.

De meest voorkomende manier waarop xenoestrogenen hun effecten uitoefenen, is door oestrogeenreceptoren te binden en te activeren. Ze leggen je receptoren vast, net als oestrogeen, maar omdat ze niet chemisch identiek zijn aan oestrogeen, kunnen ze routes op een onvoorspelbare manier in- of uitschakelen.

Parabenen zijn mild oestrogeen en recent onderzoek suggereert dat je moeite hebt om ze te elimineren. In plaats daarvan accumuleren parabenen bioaccumulerend en beïnvloeden geleidelijk je oestrogeenspiegels naarmate je de producten langer gebruikt..

UV-filters zijn ook oestrogeen. Deze komen veel voor in zonnebrandcrèmes en UV-beschermende crèmes en hebben verschillende namen, waaronder octylmethoxycinnamaat , benzofenon , kamferderivaten en cinnamaatderivaten . UV-filters verstoren zowel oestrogeen als testosteron.

Als je wilt weten hoe veilig je producten voor persoonlijke verzorging zijn (en welke alternatieven je daarvoor kunt gebruiken), kijk dan op de website van de Environmental Working Group .

Het EWG beoordeelt cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging op basis van hun ingrediënten. Je kunt naar de producten die je gebruikt zoeken en zien hoe ze zich stapelen.

# 4 Plastic

Je hebt waarschijnlijk het groeiende aantal “BPA-vrije” labels op waterflessen, voedselopslagcontainers en andere plastic producten opgemerkt.

BPA staat voor bisfenol A. Het is een hormoonontregelaar en oestrogeen uit de omgeving. Langdurige blootstelling hangt samen met het risico op obesitas, diabetes type 2, onvruchtbaarheid en bepaalde soorten kanker. 

BPA wordt gebruikt om plastic producten zoals voedselcontainers te maken. Het wordt ook toegevoegd aan de voering van ingeblikte goederen. Je lichaam absorbeert BPA en kan het moeilijk afbreken. Dus, net als parabenen, wordt BPA geleidelijk in je lichaam opgestapeld.

Veel bedrijven zijn gestopt met het gebruik van BPA in hun plastic materialen. Het zien van de “BPA-vrije” sticker is echter mogelijk niet voldoende om jee veiligheid tegen xeno-oestrogenen te waarborgen.

Sommige BPA-vervangingen hebben ook xenoestrogen-activiteit in ouw lichaam. Eén studie toonde aan dat acryl-, polystyreen-, polyethersulfon- en Tritan ™ -harsen ook hormoonontregelende chemicaliën kunnen uitlogen

Je kunt het beste plastic vermijden zover je kunt.  Glazen en roestvrijstalen containers zijn beter voor zowel je gezondheid als voor het milieu.

# 5 Overtollig lichaamsvet

Overmatig lichaamsvet verhoogt ook de oestrogeenactiviteit. Zwaarlijvige vrouwen hebben aanzienlijk hogere niveaus van oestrogeen, wat overeenkomt met een verhoogd risico op borstkanker.

Het is vooral belangrijk om overtollig lichaamsvet kwijt te raken als je postmenopauzaal bent. Voordat je door de menopauze gaat, synthetiseert je lichaam voornamelijk oestrogeen in je eierstokken.

Na de menopauze, wanneer je eierstokken niet langer een actieve bron van oestrogeen zijn, neemt je vetweefsel (vetcellen) de plaats in van je eierstokken en beginnen ze meer oestrogeen te produceren.

Dat betekent dat hoe meer lichaamsvet je hebt, hoe meer oestrogeen je produceert.

Dit wordt een probleem bij zwaarlijvige vrouwen na de menopauze en kan leiden tot overmatige oestrogeenproductie.

Hoe oestrogeen dominantie om te keren

Hormonale onevenwichtigheden kunnen frustrerend zijn. Het goede nieuws is dat er verschillende dingen zijn die u kunt doen om ze te corrigeren.

De twee sleutels tot het voorkomen of omkeren van oestrogeen dominantie zijn om uw oestrogeenblootstelling te beperken en overtollig oestrogeen uit uw systeem te verwijderen. Hier zijn een paar manieren om het hormonale evenwicht te herstellen:

# 1: Vermijd suiker

Suiker is ronduit slecht voor je. Het is meer dan alleen oestrogeen , suiker draagt ​​bij aan hartziekten, diabetes, obesitas, ontsteking, leverschade en meer.

Welk dieet je ook volgt, probeer minder dan 20 gram suiker per dag te eten. Je zult er beter uitzien en je er beter door voelen, en het helpt om oestrogeen dominantie te voorkomen.

# 2: Ondersteun je lever

Je lever is het primaire orgaan dat oestrogeenuitscheiding reguleert. Het optimaliseren van uw leverfunctie helpt uw ​​lichaam te ontgiften door een teveel aan oestrogeen. Hier zijn een paar levervriendelijke tips:

  • Neem leverondersteunende supplementen zoals melkdistel, NAC (n-acetylcysteïne), calcium d-glucaraat en kliswortel.
  • Train regelmatig. Oefening verbetert uw leverfunctie.
  • Gebruik culinaire kruiden zoals peterselie, kurkuma, koriander en oregano – ze stimuleren allemaal je lever.

# 3 Wees een bewuste consument

Het is moeilijk om plastic helemaal te vermijden, dus zorg er bij het kopen van plastic voor dat ze “BPA-vrij” op de verpakking vermelden.

Bewaar uw voedsel indien mogelijk in glazen containers en gebruik een herbruikbare BPA-vrije waterfles in plaats van plastic te kopen.

Cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging bevatten te veel hormoonverstorende chemicaliën om hier te vermelden. Neem het giswerk weg en koop producten die zijn gerangschikt door bedrijven zoals EWG .

# 4 Beheer stress

Je stresshormonen en geslachtshormonen hebben een intieme en onafscheidelijke relatie. Door je stress te beheersen en je stresshormonen in balans te houden, heb je ook direct invloed op de balans van je geslachtshormonen. Enkele manieren om stress op afstand te houden zijn:

  • Meditatie
  • Beweging
  • Ademhaling, yoga prana
  • Een dagboek bijhouden

Hoe een Ketogeen dieet kan helpen

Het volgen van een ketogeen dieet kan je hormonen op verschillende manieren in evenwicht brengen.

Het meest eenvoudige effect van het keto-dieet op uw geslachtshormonen is een afname van insuline . Door koolhydraten te verwijderen, blijft je insuline stabiel en laag, wat je SHBG in evenwicht houdt en dit helpt je oestrogeenspiegels onder controle te houden [ * ].

Een andere manier waarop het ketogeen dieet je hormoongezondheid kan ondersteunen, is door ontstekingen te verminderen.

Hoge ontstekingsniveaus kunnen de activiteit van het oestrogeen-synthetiserend hormoon aromatase verhogen  . Dat betekent dat hoe meer ontstekingen je hebt, hoe meer oestrogeen je lichaam produceert. Hoge aromatase als gevolg van chronische ontsteking is zelfs gekoppeld aan een verhoogd risico op borstkanker als gevolg van overmatige oestrogeenproductie [ * ].

Wanneer je een ketogeen dieet volgt, creëert je lichaam een ​​overvloed aan keton beta-hydroxybutyraat (BHB). BHB remt ontstekingsroutes in je lichaam, die op hun beurt de overactivering van aromatase kunnen voorkomen [ * ].

Hoe oestrogeen dominantie aan te pakken

Samenvattend, hier zijn vier manieren om overtollig oestrogeen kwijt te raken:

  1. Vermijd suiker
  2. Beheer stress als een professional
  3. Vermijd hormoonverstorende producten voor persoonlijke verzorging
  4. Probeer een ketogeen dieet

Een ketogeen dieet heeft een breed scala aan voordelen buiten het balanceren van uw hormonen.

Het vermindert ontstekingen, versnelt uw metabolisme, maakt gewichtsverlies gemakkelijker en kan u de hele dag stabiele energie geven.

Wil je meer weten en zelf aan de slag? Lees dan het boek Oestrogeendominantie, met extra aandacht voor de overgang, MCAS en histamine intolerantie. Koop hem hier.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

Vitamine D voor je immuunsysteem

Bij histamine intolerantie en MCAS,  komt een vitamine D tekort vaak voor. Een tekort aan vitamine D gehalte kan zorgen voor immuunproblemen, je mestcellen maken deel uit van je immuunsysteem. Vooral bij urticaria(netelroos) en atopische dermatitis is vitamine D heel belangrijk. Voor een gezond immuunsysteem is het verstandig je vitamine D gehalte te laten controleren.  

Om te begrijpen wat vitamine D doet en waarom het zo belangrijk voor het immuunsysteem is, moet je eerst weten dat het geen vitamine is maar een hormoon. Hormonen zijn stoffen die signalen doorgeven. Het hormoon vitamine D zorgt bij histamine intolerantie en MCAS voor het stabiliseren van mestcellen, regulatie van het immuunsysteem en het is een ontstekingsremmer.

Als je dus snel overreageert op voeding en  externe factoren kan het zijn dat je vitamine D gehalte te laag is. Veel mensen met mestcel problemen hebben een tekort, zelfs bij het gebruik van een vitamine D supplement. Dit komt omdat niet alle vitamine D supplementen even goed zijn en niet allemaal geschikt zijn voor jouw lichaam.

Soms krijg ik van clienten te horen dat zij zich op een zonnige vakantie beter voelen en minder klachten hebben. De reden hiervoor is dat je dan vaak in de zon zit en je meer vitamine D aanmaakt waardoor je immuunsysteem kalmeert en je minder actieve mestcellen hebt. 

Vitamine D onderzoek

Dus de eerste stap is om je vitamine D gehalte te laten meten. Dit moet je echter wel op de juiste manier doen anders krijg je een uitslag waarop de resultaten normaal lijken, maar dit in feite niet zijn.

Een normale test van de huisarts meet vitamine D met een 1,25 (OH) ₂D of ook wel een vitamine D 1,25-dihydroxy (Calcitriol) bloedonderzoek genoemd. Deze test meet actieve vitamine D geproduceerd in de lever en nieren.De uitslagvan deze test kan normaal zijn, ook als het opslagniveau van de vitamine te laag is. Vitamine D wordt opgeslagen in vetweefsel en in de organen, zoals de lever. Opgeslagen vitamine D is dus niet de actieve vitamine D. Deze test is alleen nuttig bij ernstige nier- en bijschildklierproblemen. Het gaat dus niet alleen om de actieve vitamine D, maar ook om de opgeslagen vitamine D!

Als je dus bij de huisarts bent zeg dan dat je niet het vitamine D 1,25-dihydroxy (Calcitriol) onderzoek wilt. 

Welke onderzoek dan wel?

De goede test is de vitamine D 25 (OH). Dit is de beste manier om uw vitamine D-waarden te controleren. Deze test wordt ook D-25-hydroxy of soms calcidiol 25-hydroxycholecalcifoerol genoemd. Wil de huisarts dit niet doen dan kun je deze ook bij mij aanvragen. 

Welke referentiewaarden moet je aanhouden voor vitamine D?

Zodra je de uitslag van het vit.D 25(OH) onderzoek binnen hebt, zul je zien dat de referentiewaarden voor vitamine D normaal zijn tussen 20-100 mmol. Dus alles boven 20 mmol is voldoende.

Heb je echter immuunproblemen zoals bij histamine intolerantie en MCAS dan wil je minimaal 60 als onderwaarde. Het beste is om dat tussen 60-100mmol te hebben.

Heb je je DNA laten onderzoeken en heb je een VDR variant dan moet je zeker het vitamine D25(OH) gehalte in de gaten houden. Zelfs als je veel in de zon komt.

Je vitamine D is lager dan 60 mmol en je hebt histamine intolerantie of MCAS wat nu?

Verhoog je vitamine D door zoveel mogelijk, onbeschermd zonlicht op te nemen. Onbeschermd betekent: zonder zonnebrandmiddel. Je moet dan iedere dag minimaal 10 minuten in de zon zitten, dit is echter niet genoeg. 20-30 minuten op het heetste van de dag, tussen 10-14 uur zou het beste zijn, en als je een donkere huid hebt moet je langer in de zon. Wel moet je opletten dat je niet verbrand. Wist je dat je veel minder snel verbrand als je geen suiker gebruikt en veel vitamine C. Vitamine C is een natuurlijke bescherming tegen UV straling.

Aangezien we lang niet iedere dag in het zonnetje buiten kunnen zijn, kun je snel een tekort oplopen. Bovendien kun je als je MCAS hebt van 10 minuten in de zon al een mestcel uitbraak krijgen. In de zon zitten is dus wat dat betreft niet aan te raden.  Suppletie is dus de eerste keus bij een vitamine D tekort bij MCAS en histamine intolerantie.

Welke vitamine D voor je immuunsysteem?

Er zijn twee soorten vitamine D: D2 en D3. D2 is inactief en D3 actief. Neem altijd de actieve D3 vorm.De D2 moet namelijk eerst omgezet worden en dat gebeurt vaak niet goed bij deze vorm waardoor de D25 OH-waarde niet goed verhoogt.

Gebruik dus beter opneembare D3 en combineer dit met vitamine K2 en voeding. Vitamine D en K zijn vetoplosbare vitaminen en kun je het beste met je maaltijd innemen waar vet aan toegevoegd is. Meestal wordt het ‘s morgens ingenomen.

Let op: als je een stollings-of bloedingsstoornis hebt, overleg dan eerst met je huisarts of je K2 kunt gebruiken. Ook als je bij je menstruatie last hebt van bloedstolsels kun je beter in deze week geen vitamine K2 gebruiken.

Vitamine D3 dosering bij histamine intolerantie of MCAS 

De dosering van vitamine D3 is van volgende factoren afhankelijk:

  • de waarde van je D-25 (OH) niveau
  • hoe vaak je in de zon komt, als je dit kunt verhogen, heb je minder suppletie nodig
  • of je osteoporose of osteopenie hebt
  • of je mineralen in balans zijn

Overleg met je behandelaar wat voor jou een goede dosering is. De meeste mensen kunnen beginnen met 1.000 IE D3 per dag. Dit zal waarschijnlijk niet genoeg zijn, maar je kunt hiermee beginnen totdat je contact kunt opnemen met je arts. 

Welk vitamine D-supplement?

Het is belangrijk dat je een supplement van goede kwaliteit gebruikt zodat de kwaliteit en het vitamine D gehalte in het product gewaarborgd is. Bovendien is het gehalte in een supplement van de drogist veel lager dan in een dat van een goed supplementenmerk.

Omdat vitamine D een vet oplosbare vitamine is, kun je het beste een supplement op oliebasis gebruiken. Dit kunnen capsules zijn of druppels. Ik geef zelf de voorkeur aan druppels omdat je deze makkelijk inneemt en je zeker weet dat je geen reactie krijgt op de capsule. Sommige capsules zijn van gelatine, wat een mestcelreactie kan veroorzaken.

De combinatie van vitamine D met vitamine K2

Je kunt ervoor kiezen dat je een combinatie supplement neemt van vitamine D met vitamine K2. Als er K2 aan de vitamine D is toegevoegd zorgt dit ervoor dat de calcium die uit je voeding opgenomen wordt met behulp van vitamine D, ook op de juiste plek in je lichaam komt waar het gebruikt kan worden, zoals je botten en tanden en het niet in je aderen blijft hangen waardoor je kalkafzettingen in je aderen krijgt.

Vitamine K2 kun je binnenkrijgen door veel groene bladgroenten te eten, deze bevatten vitamine K1. Deze wordt deels omgezet naar vitamine K2. Beide vitamine K regelen het op opname van calcium in het botweefsel, alleen is vitamine K2 veel effectiever.

Wanneer moet je vitamine D opnieuw onderzoeken?

Gebruik de supplementen in ieder geval 3 maanden en laat dan opnieuw je bloed onderzoeken. Door het onderzoek weet je of je voldoende vitamine D suppleert en of je dit nog moet verhogen of je het kunt verlagen. Je wilt immers niet te weinig, maar ook niet teveel vitamine D.

Ook als je dagelijks meer dan 10.000IE kan het voorkomen dat je nog steeds een laag gehalte hebt. Als dit het geval is, dan heb je moeite met het opnemen van vitamine D. Je moet je dan richten op dit opnameprobleem.

De opname is afhankelijk van de gezondheid van je darmen, lever en nieren, maar ook je gewicht. Vetweefsel neemt vitamine D op en slaat het op in het vet, hierdoor is het niet biologisch beschikbaar en kan het lichaam het niet gebruiken. Je houdt dan een tekort. Het is dan verstandig eerst te werken aan herstel van de organen en het gewicht te verlagen.

Te hoog vitamine D gehalte

Als je over een langere periode een hoge vitamine D dosering gebruikt, kan dit prima werken. Een dosering van 5000IE per dag wordt als veilig gezien. Er zijn artsen die tot 60.000 IU voorschrijven en geen te hoog vitamine D gehalte bij hun patienten zien. Toch kan het voorkomen dat iemand bij deze dosering een te hoog vitamine D gehalte heeft.

Een te laag vitamine D gehalte geeft gezondheidsproblemen, maar een te hoog gehalte kan vitamine D vergiftigingsklachten geven. Het belangrijkste symptoom is een te hoog calcium gehalte in het bloed. Je voelt je hierdoor misselijk, gaat overgeven, je kunt diarree krijgen en hebt geen trek in eten. Niet iedereen met een te hoog vitamine D gehalte heeft deze klachten. 

Daarbij komt dat een te hoog vitamine D gehalte de opname van vitamine K2 blokkeert waardoor je botten te weinig calcium krijgen en het calcium in de bloedbaan blijft met alle gevolgen van dien.

Laat je dus altijd na drie maanden opnieuw onderzoeken. Een vitamine D onderzoek kost niet zo veel, dus ook als het niet via de huisarts kan: toch doen!

.Zit je eenmaal op je optimale hoeveelheid, laat dan eenmaal per jaar de vitamine D25(OH) controleren.

  1. Laat je vitamine D onderzoeken met de juiste test – D25 (OH)
  2. Controleer je resultaten met het juiste referentiebereik – je wilt tussen 60 en 100 zijn (tenzij je een lever- of nierziekte hebt)
  3. Werk samen met een orthomoleculaire arts of voedingsdeskundige om je optimale dosis te bepalen.
  4. Je kunt veilig beginnen bij 1000 IE, maar er is waarschijnlijk meer nodig.
  5. Gebruik alleen D3. In te nemen met voedsel in de ochtend. Neem met K2 als je kunt, voor een betere absorptie.
  6. Gebruik alleen farmaceutische merken omdat dit een hormoon is. 
  7. Test opnieuw om ervoor te zorgen dat je niveaus verbeteren en in het optimale bereik zijn.

Heb je een koperstapeling, candida of parasieten? Lees dan hier waarom je dan beter geen vitamine d suppletie kan gebruiken.

Bronnen:

Conti, P., & Kempuraj, D. (2016). Impact van vitamine D op mestcelactiviteit, immuniteit en ontsteking. Journal of Food and Nutrition Research , 33-39.

Liu, ZQ, et. al. (2017). Vitamine D draagt ​​bij aan de stabilisatie van mestcellen. 

Theoharides, T. (2017). Vitamine D en Atopie. Clinical Therapeutics , 880-881.

Tran, Nam K. Vitamine D-test: is het 25-OH of 1,25-Dihydroxy? Blog met praktische tips voor laboratoria. Bezocht 9/5/2019

Beth O’Hara Will vitamine D help or hurt you if you have mastcell activaton syndrome or histamine intolerance? 

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.