Home » Archieven voor

Dag:

image_pdfimage_print

Netelroos

Netelroos, urticaria en angio-oedeem zijn verschillende benamingen voor eenzelfde aandoening. Galbulten en zwellingen die ontstaan door het consumeren van voeding met histamine.

Netelroos komt veel voor, soms heel tijdelijk, soms voor perioden langer dan 6 weken. De jeukende bultjes lijken op de bultjes die door de brandnetel (Urtica) worden veroorzaakt, vandaar de naam urticaria. De reden dat je van brandnetel bultjes krijgt is de histamine in de bladeren.

Bij netelroos heb je bleke vlekken of bulten met vaak een rode rand die flink kunnen jeuken. Deze ontstaan doordat de haarvaatjes in de huid plaatselijk open zijn gaan staan doordat mestcellen in de huid opengaan als op reactie op voeding. De mestcellen laten o.a. histamine vrij. De bulten verdwijnen meestal binnen enkele uren of 24 uur , tenzij je daarna histamine blijft consumeren, dan kan het meerdere dagen duren. Als de bulten zijn verdwenen komen ze soms op andere plaatsen weer op.

Acute of chronische urticaria

Is de netelroos minder dan 6 weken aanwezig of ontstaan er alleen af en toe vlekken of bulten met weken of maanden tussenruimte dan is er sprake van acute urticaria. Duurt het langer dan 6 weken dan spreekt men van chronische urticaria.

Bij urticaria reageert het lichaam op histamine in voeding, de oorzaak hiervan is een ontregeld lichaamssysteem vaak ontstaan door stress of psychische druk of trauma.

Scheidingsconflict

In de Germaanse Geneeskunde, ontwikkeld door Dr. Hamer, worden huidproblemen gezien als een periode van genezing na een trauma of innerlijke conflicten. De periode waarin de innerlijke conflicten plaatsen vonden werd alle pijn opgeslagen, op het moment dat het trauma of conflict opgelost wordt, komt de pijn via de huid naar buiten waar het verschillende huidklachten kan veroorzaken. Dit wordt genezing genoemd omdat de huid het innerlijke gif afvoert.

Bij huidproblemen is er vaak een probleem met scheidingsconflicten. Dit kan betekenen dat mensen of situaties te dicht bij komen (je wilt je afscheiden van de persoon), of je hebt afscheid van iemand of iets moeten nemen wat je erg dierbaar was. tijdens de periode waarin je de pijn van de scheiding heb je geen huidklachten, pas zodra je beseft wat het probleem is en deze een plek probeert te geven, kunnen huidklachten ontstaan. Hierdoor ben je je vaak niet bewust wat de netelroos heeft veroorzaakt. Zodra je herstelt van de pijn ontstaat de netelroos. Je huid beschermt je voor de buitenwereld. En zal opzwellen jeuken en rood worden. Dit is dus genezing van de innerlijke pijn. Als de genezing doorzet en goed ondersteunt wordt zal netelroos verdwijnen.

Mijn begeleiding voor netelroos is het ontgiften van de lever, een histamine arm dieet en het lichaam zo goed mogelijk ondersteunen bij de heling door middel van voeding. Een schoon lichaam voorzien van voldoende voedingsstoffen kan sneller helen.

 

.

Meer informatie over consulten

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

 

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

DPP4, een histamine afbrekend enzym

De kans is groot dat je op deze blog bent gekomen omdat je op google zocht naar meer informatie over DPP4 verlagende medicatie en Diabetes. Misschien heb je deze voorgeschreven gekregen van je arts en wil je weten hoe het werkt. Dan ga ik je verbazen en hopelijk verblijden met de volgende informatie die waarschijnlijk het tegenovergestelde is van wat je arts je vertelde: Je moet DPP4 verlagen. Ik ga je haarfijn uitleggen waarom je dit juist niet moet doen!

Daarnaast rijst je de vraag, wat heeft Diabetes type 2 met histamine intolerantie te maken? Het is gebleken dat heel veel mensen insuline resistent zijn. Uit onderzoek blijkt dat MCAS onder andere door insuline resistentie veroorzaakt kan worden. Insuline resistentie is een voorloper van Diabetes type 2. Als je resistent bent voor insuline kan het suiker niet goed uit je bloed gehaald worden en drogen de cellen uit. Op het moment dat cellen dreigen uit te drogen, wordt histamine geactiveerd om de cel van vocht te voorzien. Histamine helpt dus celdood te voorkomen. Hoera voor histamine! En een grote BOE! voor suiker.

DPP4 is een van de enzymen wat histamine uit voeding afbreekt. Diamine Oxidase breekt het meeste af,maar DPP4 mag je zeker niet vergeten.

Wat is DPP 4?

DPP4 is een enzym (eiwit) met meer dan 70 functies en helpt bij de afbraak van exorfinen uit gluten en caseïne. Het gaat hierbij om gliadin morfine 7 (GMP 7) en bèta casomorfine 7 (BCM7) voornamelijk uit koeienmelk type A1, ik schreef hier al eerder over het verschil tussen A1 en A2 melk.

Exorfinen zijn morfine-achtige stoffen. De exorfinen zorgen dat het immuunsysteem de wand van de dunne darm aanvalt waardoor je gevoelig wordt voor gluten. Je hebt dan geen Coeliakie, maar wel glutenintolerantie officieel noemt men dat Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS).
De darmwand wordt hierdoor aangetast en er kan zich hierdoor een lekke darm ontwikkelen waardoor er verschillende ziekten zich kunnen ontwikkelen, waaronder histamine intolerantie.

Als je gluten en/of caseïne eet krijg je een tevreden gevoel, je kunt hier aan verslaafd raken. Exorfinen zijn tenslotte morfinen. Dit gevoel ontstaat doordat de exorfinen zich in de hersenen aan endorfine binden. Als je veel gluten en caseïne eet, dus bijvoorbeeld veel brood, pasta, koekjes, kaas, melk krijg je veel exorfinen binnen en kunnen endorfinen uitgeput raken, de endorfine receptoren worden dan geblokkeerd en er wordt tegelijkertijd minder dopamine afgegeven. Endorfine is de stof die je zo’n prettig gevoel heeft.
Hierdoor kun je juist meer trek hebben in zoetigheid. Je wilt dat de dopamine omhoog gaat. Je kunt concentratieproblemen hebben, ADHD, autisme, schizofrenie, verslavingen, eetstoornissen en depressie doordat je teveel exorfinen hebt.

Diabetes type 2

Doordat er teveel exorfinen zijn en ga je meer eten en heb je kans op obesitas en diabetes type 2. Je verlangt vooral naar caseine, zuivel met veel vet en naar gluten, brood, koekjes, pasta en de combinatie van deze twee is funest voor je gezondheid. Doordat je veel koolhydraten en vetten binnenkrijgt kun je insuline resistent worden en kun je uiteindelijk diabetes type 2 krijgen. Zoals ik zei wordt bij een te hoog suikergehalte in het bloed histamine uit mestcellen vrijgelaten om celdood door uitdroging te voorkomen. MCAS kan zo ontstaan.

DPP 4 en de darm

Het is dus belangrijk dat er niet teveel exorfinen in je darmen en hersenen komen. In je een gezonde dunne darm bevindt zich het dipeptidylpeptidase (DPP4) enzym, dit enzym breekt eiwitten af en wordt onder andere door de epitheelcellen in de darm gemaakt. (Ook in de alvleesklier, luchtwegen en het oorkanaal). Er zijn meerdere enzymen die eiwitten af kunnen breken, maar DPP4 is het enige enzym wat de eiwitten van gluten en caseïne af kan breken en is dus erg belangrijk. Als hier een tekort aan is, kunnen de exorfinen dus niet door een ander enzym afgebroken worden.

Tekort aan DPP 4

Zoals gezegd zorgt een tekort aan DPP4 voor een gluten en caseïne overgevoeligheid en diezelfde gluten en caseïne veroorzaken ook een tekort aan DPP 4. Dus als je tarwe, rogge, kamut, spelt en zuivel van A1 koeien blijft gebruiken, zul je nooit uit de vicieuze cirkel komen.

Bij diabetes type 2 worden ook nog wel eens DPP 4 remmers als medicatie gegeven omdat het bloedglucosegehalte dan daalt. Door deze medicatie vererger je de situatie. Door een nog verdere daling van DPP4 worden de darmen nog verder aangetast. De bijwerkingen van deze medicatie zijn darmklachten, hoofdpijn en infecties van long en luchtwegen en griep en verkoudheidsverschijnselen. Het laatste wat je wil doen in dit geval is je DPP4 verlagen.

Zorg dus dat je de oorzaak aanpakt: Wat veroorzaakt een bloedsuikerverhoging: het eten van veel koolhydraten en suikers. Dus de trek in koolhydraten moet je verlagen. En dat doe je door de darmgezondheid te verbeteren zodat het endorfine systeem niet overbelast wordt.

Dus eet geen gluten en caseïne meer en let op de volgende factoren die tevens het DPP4 enzym verlagen

  • Dynorfinen zijn opioïde peptiden(eiwitten) Het endorfinesysteem heeft 3 soorten receptoren: KOR, DOR en MOR. Dynorfinen activeren KOR en deze receptoren remmen MOR en DOR. Exorfinen en andere opiaten activeren dynorfinen. Dynorfinen remmen dopamine, het DPP-IV enzym en BDNF. BDNF is een belangrijke stof voor het overleven van neuronen. Het beschermt de hersenen tegen neurodegeneratie, een problematiek die voorkomt bij geheugenproblemen, de ziekte van Alzheimer en Parkinson .
  • Histamine is een stof die vrijkomt bij allergische reacties en voedingsintoleranties. Histamine is een dynorfine activator.
  • TNF-alfa komt vrij bij een mestcel reactie bij allergie, histamine-intolerantie, voedselintolerantie, MCAS.
  • TGF-beta (transformerende groei factor)
  • Hyperinsulinemie (stofwisselingsziekte met verhoogd insuline)
  • Kwik (amalgaam vullingen, vis, vaccins), laat amalgaamvullingen verwijderen en ontgift van zware metalen met een speciaal programma.
  • Cadmium in sigaretten Ook meeroken kan voor een te hoog cadmiumgehalte zorgen. Ontgift van zware metalen met een speciaal programma. Ook als je vroeger gerookt hebt, kun je nog steeds cadmium in je diepere weefsels hebben.
  • Calcium suppletie Het nemen van DPP-IV producten mag liefst niet gecombineerd worden met de extra inname van calcium.
  • Insecticiden, herbiciden en pesticiden: eet biologisch
  • Cholecystokinine, een neurohormoon dat de galblaas stimuleert tot het afscheiden van gal. Cholecystokinine veroorzaakt een toename van dynorfine. Exorfinen veroorzaken een sterke toename van cholecystokinine wat op termijn kan leiden tot het ophopen van galstenen en galblaas infecties (helaas wordt er veel te snel overgegaan tot het operatief verwijderen van de galblaas). Gluten veroorzaakt een acht keer langzamere lediging van de galblaas door toename van cholecystokinine.
  • Gierst bevat een DPP 4 verlagende stof. Parelgierst wordt soms gebruikt bij het maken van bier.
  • Polyfenolen. Komen van nature voor in planten en groenten. In natuurlijke vorm zijn polyfenolen gezond. Geconcentreerde polyfenolen (extracten) gebruikt in voedingssupplementen zijn giftig omdat ze een sterke DPP-IV remmende werking hebben. Sommige van deze polyfenolen remmen het DPP-IV enzym sterker dan de DPP-IV remmende geneesmiddelen die aan diabetici worden voorgeschreven. De polyfenolen werden in dit onderzoek R ingedeeld in drie groepen: Groep 1 (sterkste remmers): resveratrol, luteoline, apigenine en flavonen. Groep 2 (matige remmers): naringenin, hesperetin, cyanidin-3-glucoside, kaempferol en malvidine. Groep 3 (zwakke remmers): cyanidine, quercetine en koffiezuur. Waarbij quercetine een zo sterke histamine verlagende werking heeft en slechts een kleine verzwakking van het DPPIV enzym dat het geen probleem is deze te gebruiken.
  • Druivenpitten (ook in olie en druivenpitten supplementen zoals proanthenol en resveratrol).
  • Naringin: een flavonoïde, zit in grapefruit en sinaasappelschillen (commercieel sinaasappelsap uit extracten bevat schil restanten). Naringin blokkeert niet alleen de P450-detox-enzymen (CYP3A4 en CYP1A2) maar ook het DPP-IV enzym.
  • Fosforzuur: (een smaakversterker in bijna alle frisdranken)
  • Chitosan is een natuurlijk voorkomende polysacharide met antibacteriële werking. Het wordt gebruikt in deodorants, waterverzachters, waterfilters en voor het klaren van wijn. Chitosan is een sterke DPP-IV remmer (80% verminderde activiteit van het DPP-IV gen) gebruik geen Chitosan supplement om je bindweefsel te versterken bij MCAS. Bovendien wordt het van schaaldieren gemaakt die histamine vrijmaken uit mestcellen. 
  • Fluor en fluoride (tandpasta)
  • Wei : bv. in proteïne shakes

Leefstijlfactoren

  • Uitgaan: Bijna alle drugs maar vooral dopamine stimulerende drugs als dextro-amfetamine en amfetamine/speed, Ritalin, roken, alcohol activeren dynorfinen waardoor DPP 4, dopamine en BDNF geremd wordt.
  • Chronische en belastende stress. Stress activeert het CRH-hormoon, dat op zijn beurt dynorfine activeert.

Medicatie en supplementen met DPP 4 verlagende werking

  • DPP-IV remmers: wordt voorgeschreven bij diabetes! DPP-IV remmers verhogen de kans op psychose en andere dopamine verstoringen bv. verslaving en gewelddadig gedrag
  • Dopamine stimulerende medicatie (bv. Ritalin®/Rilatine® R, dextro-amfetamine R, Levodopa® R), activeren dynorfine.
  • Glucocorticoïden corticosteroïden, worden voorgeschreven bij ontstekingen en allergieën, het onderdrukt het immuunsysteem. Wat toch al onderdrukt wordt door het teveel aan exorfinen.
  • Ezetimibe en statines (cholesterolverlagers)
  • Chlorambucil (chemotherapie)
  • Antipsychotica
  • EDTA  (een zware metalen chelator)
  • Adenosine
  • Forskolin (vetverbrander voor gewichtsverlies)
  • Antibiotica
  • Efedrine (hoestdranken, drugs)
  • Rauvolfia serpentina/slangenhout (een van de 50 meest gebruikte kruiden in de Chinese geneeskunde)
  • Berberine: een vaak toegepast voedingssupplement, komt ook voor in Relora® (productnaam van een voedingssupplement met extracten van Phellodendron amurense)
  • Epicatechine derivaten: antioxidanten concentraten uit groene thee, rode wijn en chocolade. Het nemen van teveel antioxidanten via supplementen is toxisch.
  • Teveel zink: (bv. door hoge doseringen in voedingssupplementen. Chlorella, tarwe en andere granen kunnen een zink-tekort veroorzaken. Magnesium versterkt de binding van de endorfine receptoren in de hersenen van ratten, terwijl zink deze magnesium interventie neutraliseert

DPP4 verhogen

  1. Stop met het gebruik van gluten en zuivel. Je kunt proberen A2 zuivel te gebruiken. In Nederland is A2 melk verkrijgbaar van Jersey koeien. Veel ambachtelijke kaas uit zuid-Europa wordt gemaakt van koeien die A2 melk geven. Lees hier meer over A2 melk. Het veiligst is om in de herstelfase helemaal geen zuivel te gebruiken.
  2. Eet koolhydraatarm: veel groenten, eiwitten en vetten. Zorg altijd dat groenten de basis vormen. Vetten lijken DPP4 in de darmen en nieren te verhogen. De huidige reguliere aanpak bij diabetes is om DPP4 te verlagen, door middel van medicatie en de vetinname te verlagen. Je blijft dan koolhydraten en caseine eten en er wordt niet gekeken naar de gluten en caseïne gevoeligheid door een tekort aan DPP 4. Als je dan ook nog DPP 4 verlagende medicatie gebruikt wordt de situatie van kwaad tot erger. Je diabetes zal dan niet overgaan.
    Misschien ken je het programma van Voeding Leeft: Keer Diabetes 2 om, in dit programma wordt er koolhydraatarm gegeten. Dit ondersteunt het principe wat ik hierboven uitgelegd heb. Je herstelt de oorzaak van je diabetes: exorfinen belasting en tekort aan DPP 4. De basis van je gezondheid zijn gezonde darmen.
  3. Betreft de lange lijst met DPP 4 verlagende stoffen, gluten en caseine zijn de veroorzakers van een te laag DPP 4, probeer rekening te houden met je voeding en supplementen. Eet vers en onbewerkt, geen frisdranken en chemicalien. Eet zoveel mogelijk biologisch.
  4. Heb je darmklachten, glutenintolerantie en misschien ook wel caseine allergie en heb je moeite om koolhydraten te laten staan waardoor je diabetes hebt ontwikkeld? Start dan zo snel mogelijk met een dieet zonder gluten en caseïne en begin met supplementeren van DPP4 enzymen. En stop met de DPP 4 remmers als je die nu gebruikt.

Overleg deze aanpak wel eerst met je huisarts. laat hem/haar dit artikel lezen.. Ik kan je begeleiden met het herstellen van je darmen waardoor je geen insuline of andere medicatie kunt verminderen of zelfs helemaal kunt stoppen.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Welke probiotica bij histamine intolerantie en MCAS

Histamine is een neurotransmitter die betrokken is bij je immuunsysteem en zenuwstelsel. Het is ook een onderdeel van je maagzuur en dus cruciaal voor een goede spijsvertering. De taak van histamine is om een directe ontstekingsreactie te geven. Het werkt als de rode vlag in je immuunsysteem en geeft je lichaam een seintje als er een potentiële aanval is.  Gevaar! Hup sluizen dicht!

De bloedvaten zwellen op of verwijden zodat de witte bloedcellen als een tierelier de aanvaller kunnen bereiken en ze vernietigen. Een infectie wordt op deze manier aangepakt. Heel fijn dus! Het is een natuurlijke reactie van je lichaam.

Maar wat gebeurt er als er teveel histamine is? Je krijgt dan ontstekingsreactie, hoofdpijn, je voelt je verhit, geïrriteerd, rusteloos en zit in de algehele malaise. Een teveel aan histamine ontstaat als histamine niet voldoende afgebroken kan worden. Je kunt dan een histamine intolerantie ontwikkelen, wat dus eigenlijk het resultaat is van een disbalans tussen het afbreken van histamine en de aanmaak.

Histamine intolerantie

Je lichaam maakt histamine aan, maar histamine zit ook in voeding en er is bovendien ook nog voeding die de aanmaak verminderd van het enzym wat histamine afbreekt.  Histamine wordt afgebroken door verschillende enzymen. In verschillende delen van het lichaam zijn ook verschillende enzymen werkzaam. Zo is er in de lever een ander enzym voor de afbraak van histamine dan in de darmen. Het belangrijkste enzym voor de afbraak van histamine is Diamine Oxidase (DAO). Deze breekt de histamine af die je binnenkrijgt door voeding. Als je een tekort hebt aan DAO ontwikkel je waarschijnlijk een histamine intolerantie.  Met andere woorden: Je kunt voeding waar (veel) histamine in zit niet verdragen.

Er zijn meerdere oorzaken voor histamine intolerantie, naast een tekort aan DAO kan een lekkende darm of SIBO (een bacteriële overgroei in de darmen) of Candida de oorzaak zijn. Er is dus een fundamenteel probleem in de darmflora balans die de histamine intolerantie veroorzaakt.

Probiotica en histamine intolerantie

Het is dus logisch dat je de darmflora gaat herstellen. En de eerste stap die je neemt is je voeding aanpassen en het nemen van probiotica. Dit kun je doen in de vorm van supplement of door het eten of drinken van gefermenteerde groenten/dranken.Maar gefermenteerde producten staan bovenaan de lijst van producten die je juist moet vermijden bij een histamine intolerantie. Als er ergens veel histamine in zit, is het wel in gefermenteerde producten. Zo zie je maar weer hoe belangrijk het is dat je moet weten wat je doet, er zijn honderden soorten bacteriën en ze hebben allemaal verschillende rollen. Sommige bacteriën werken positief bij histamine intolerantie en anderen negatief. De probiotica die een goed resultaat opleveren bij het reguleren van IgE en histamine receptoren en de ontstekingsremmende stoffen reguleren verminderen de doorlaatbaarheid van de darmwand en verminderen de ziekmakende bacteriën die de darmwand beschadigen.

Bacteriestammen die je moet vermijden:

Uit onderzoeken komt naar voren dat Lactobacillus Casei en Lactobacillus bulgaricus histamine produceren. Er zijn verschillende vormen van L.Casei en niet iedere vorm produceert histamine en niet iedere vorm is ook echt L.casei, het kan ook L.paracasei zijn.  Omdat op verpakking nooit vermeldt staat welke L.Casei er is gebruikt en fabrikanten dit ook niet willen of kunnen vertellen (omdat ze het simpelweg niet weten), is het meest veilige deze bacteriestammen te vermijden want ze maken de intolerantie alleen maar erger. Deze bacteriën zitten in yoghurt, gefermenteerde voeding en in de sommige probiotica supplementen.

Helende bacteriestammen:

De volgende bacteriestammen zouden volgens onderzoeken biogene amines (zoals histamine) verlagen: Lactobacillus rhamnosus, Bifidobacterium infantis, Bifidobacterium longum, Lactobacillus plantarum en waarschijnlijk Lactobacillus reuteri*

Het is ook belangrijk om te benadrukken dat iedereen anders en dat je daarom niet standaard een bacterie of een mix van bacteriën voor kan schrijven. Wat goed werkt voor de één werkt minder goed voor de ander. Het blijft een kwestie van uitproberen.

* Van Lactobacillus Reuteri werd gedacht dat deze vermeden moest worden bij mensen met histamine intolerantie omdat het de histamine aanmaak verhoogt. Maar recente onderzoeken tonen aan dat het een bepaald type histamine verhoog, een ontstekingsremmende, hierdoor zou het goed kunnen zijn voor mensen met histamine intoleranties.

De bifidobacterien en de L.Rhamnosus zijn het meest herstellend voor de darmflora bij histamine intolerantie.

Candida

Een lekkende darm kan het gevolg zijn van een overgroei van de candida bacterie. Deze bacterie kun je bestrijden met de Laterosporus bacterie. Dit vraagt om een speciale kuur waarbij de candidabacterien effectief bestreden kunnen worden.  

De Laterosporus eet ziekmakende bacterien, waaronder de candidabacterie op en vernietigd ze tegelijkertijd. Het is echt een killer, dus gebruik deze niet langer dan noodzakelijk. Deze bacteriestam werkt niet aan opbouw van nieuwe goede bacterien. Na een kuur met Laterosporus zou je dan de opbouwende helende bacterien moeten nemen om de darmen te voorzien van de goede bacterien. 

Wil je de candida blijvend uit je systeem, kijk dan ook naar je mineralen, als er te weinig koper beschikbaar is, kan de candida snel teruggroeien zodra je koolhydraten /suikers eet. 

  1. Laura Maintz and Natalija Novak (2007) Histamine and histamine intolerance. American Journal of Clinical Nutrition 85:5 (1185-1196)
  2. Deepika Priyadarshani, W. M. and Rakshit, S. K. (2011), Screening selected strains of probiotic lactic acid bacteria for their ability to produce biogenic amines (histamine and tyramine). International Journal of Food Science & Technology, 46: 2062–2069. doi: 10.1111/j.1365-2621.2011.02717.x
  3. Vittorio Capozzi, Pasquale Russo, et al. (2012) Biogenic Amines Degradation by Lactobacillus plantarum: Toward a Potential Application in Wine. Front Microbiol. 2012; 3: 122. Published online Apr 2, 2012. Prepublished online Mar 4, 2012.doi: 10.3389/fmicb.2012.00122
  4. SPILLER, R. (2008), Review article: probiotics and prebiotics in irritable bowel syndrome. Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 28: 385–396. doi: 10.1111/j.1365-2036.2008.03750.x
  5. Thomas CM, Hong T, van Pijkeren JP, Hemarajata P, Trinh DV, et al. (2012) Histamine Derived from Probiotic Lactobacillus reuteri Suppresses TNF via Modulation of PKA and ERK Signaling. PLoS ONE 7(2): e31951. doi:10.1371/journal.pone.0031951
  6. Dev, S., Mizuguchi, H., Das, A. K., Matsushita, C., Maeyama, K., Umehara, H., … & Fukui, H. (2008). Suppression of histamine signaling by probiotic Lac-B: a possible mechanism of its anti-allergic effect. Journal of pharmacological sciences, 107(2), 159-166

Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
Click outside to hide the comparison bar
Compare