Home » Archieven voor

Dag:

image_pdfimage_print

Zwavel intolerantie

Allereerst een uitleg over de term ‘zwavel intolerantie’. je hebt een intolerantie als je een voedingsstof niet goed kunt verdragen. Je kunt het ook een sensitiviteit noemen. De vraag is echter: Zijn de klachten die je krijgt door het ten van zwavelrijke producten een intolerantie of is het iets anders?

Eiwitten zijn een van de drie soorten macronutriënten (de andere twee zijn koolhydraten en vet) en bestaan uit 20 bouwstenen: de aminozuren. Twee van deze aminozuren bevatten een zwavelatoom: methionine en cysteine. Een thiol is een zwavelhoudende stof gebonden aan een waterstofatoom(in de biologische chemie een sulfhydryl genoemd). Van deze twee aminozuren bevat alleen cysteine een thiol groep.

Waarom heb je zwavel nodig?

Zwavel heb je nodig voor drie processen in de ontgifting van de Fase II in de lever: 

  1. de sulferatie
  2. de glucuronidatie
  3. de glutathion-S-transferase. 

Glutathion is de sterkste antioxidant in het lichaam en is samengesteld uit drie aminozuren: cysteïne(bevat zwavel), glutamine en glycine. Je hebt zwavel nodig en je kunt het niet helemaal uit je dieet weglaten.

Glutathion is belangrijk om te ontgiften, als je klachten krijgt van onderstaande producten, ontgift je lichaam gifstoffen, hierdoor voel je je ziek.

Geen histamine maar een zwavel en/of thiol intolerantie

Sommige mensen kunnen zwavel niet in grote hoeveelheden verdragen. Een zwavel intolerantie lijkt erg veel op een histamine reactie, inclusief netelroos, jeuk, astma, hoofdpijn, misselijkheid, rode huid en een mistig hoofd.

Voor mensen met zwavel intolerantie (of sulfiet, dit zijn zwavelatomen met drie zuurstofatomen), voeding en supplementen met veel zwavelhoudende aminozuren kan dit een probleem zijn.

Wat is thiol?

Thiol, vroeger ook wel mercaptaan genoemd, zijn een groep chemische stoffen, vergelijkbaar met alcoholen en fenolen. Thiolen bevatten een zwavelhoudende stof gebonden aan een waterstofatoom(in de biologische chemie een sulfhydryl genoemd) waarbij een koolstofatoom een zwavelatoom (in plaats van een zuurstofatoom) en een waterstofatoom aan zich gehecht heeft. Sommige zwavelrijke voedingsmiddelen bevatten thiolen maar niet allemaal.

Kijk hier voor meer informatie over thiol intolerantie.

Wat veroorzaakt Zwavel Intolerantie?

Dr. Lauren Deville deed onderzoek naar de oorzaak en kwam op twee dingen: 

  • een homozygote (twee slechte kopien) genetische mutatie van het CBS enzym (Cystathionine beta-synthase)
  • en zware metalen vergiftiging 

Het CBS enzym katalyseert(of drijft aan) de recycling van zwavelhoudende stoffen zodat ze gebruikt kunnen worden voor andere dingen, hierbij ontstaat ammoniak als bijproduct. 
Cysteïne kan dan weer opgenomen in glutathion. Een mutatie in het CBS gen is vaak een verhoogd regulerende werking (het gen werkt sneller dan normaal), hierdoor zijn er dan teveel zwavelhoudende stoffen en ook een teveel aan ammoniak. 
Klachten van teveel ammoniak zijn: verwarring, vermoeidheid, zwakte, slechte eetlust, misselijkheid, rug- of buikpijn). 
Deze mensen hebben al te veel zwavel in hun lichaam, als zij dan zwavelrijke voeding of een supplement met zwavel nemen worden de klachten alleen maar erger.

Mensen met zware metalen vergiftiging kun sterk reageren op zwavelrijke voeding omdat er een sterk verband is tussen zwavel en zware metalen: de zwavelhoudende stoffen mobiliseren zware metalen.  Iedereen die een zware metalen chelatie heeft gedaan middels IV(intraveneus/infuus) kan je vertellen dat het losmaken van metalen uit je weefsels, je heel beroerd maakt. Je hebt dan geen intolerantie op zwavel, maar de zwavel zorgt voor ontgifting, wat op zich goed is, maar op het moment dat de gifstoffen uit de lever en de nieren worden getrokken, komen ze in het bloed, hierdoor voel je je beroerd. Het is dan belangrijk om de zware metalen voorzichtig te verwijderen, soms met microdoses van supplementen of voedingsstoffen, omdat de belasting bij sommige mensen zo hoog is dat er zware angstaanvallen, despressie en paniek ontstaat als er teveel zware metalen vrij komen. Een goede begeleiding is dus belangrijk.

Testen op Zwavel Intolerantie

Omdat het moeilijk is om op symptomen af te gaan, de klachten van zwavel intolerantie, allergien of histamine intolerantie lijken veel op elkaar, kan de diagnose alleen gedaan worden door een OAT test (urine organische zuur test). Deze geeft de volgende stoffen aan: hoge sulfaat, ammoniak, orotaat, citraat, isocitraat, vitamine B6 (pyridoxine)

De meeste laboratoria testen ook op sulfaat in urine (als het gehalte hoger dan 800 is, kan dit een teken van te hoog zwavel zijn). Andere tekens zijn een verhoogd taurine gehalte (meestal moet je een volledig aminozuur test doen om dit resultaat te kunnen waarnemen) of een laag homocysteine gehalte (minder dan 6)

Een haarmineralentest geeft of er een zware metalen belasting is. Er is vaak sprake van teveel kwik en daarnaast zijn er veel andere zware metalen die via het milieu en voeding n ons lichaam opgeslagen worden, zoals lood, cadmium, aluminium e.a. 

Om een CBS mutatie te achterhalen kun je een genetische test doen, deze kun je online bestellen, bijvoorbeeld bij Ancestry.com of 23andme.com en dan kan ik de raw data verwerken en interpreteren.

Behandeling van zwavel intolerantie

Als je teveel zwavel of sulfiet hebt, moet je voeding met zwavel en thiol en ook supplementen een tijd vermijden. 

De laatste stap om zwavel te verwijderen wordt uitgevoerd door  het enzym sulfiet oxidase, dit enzym gebruikt molybdeen als cofactor.  Meer molybdeen uit je voeding kan dan helpen. Donkere bladgroenten als spinazie, boerenkool en snijbiet kan helpen het teveel aan ammoniak te neutraliseren. Je kunt ook suppleren met vloeibaar chlorophyl.

En de een zware metalen belasting moet je voorzichtig verwijderen om de klachten van een zwavel intolerantie te verbeteren.

Lactobacillus Rhamnosus

Lactobacillus rhamnosus ( L. rhamnosus ) is een van de probiotische bacterie soorten die een indrukwekkende aantal gezondheidsvoordelen heeft. Dit is een soort die zeker eeen aantal stam-specifieke voordelen heeft, dus als je er in geïnteresseerd bent kun je kijken of je deze specifieke stammen nodig hebt.

Wat is Lactobacillus rhamnosus?

L. rhamnosus is een grampositieve, niet-beweeglijke, niet-sporulerende staafvormige facultatieve anaërobe melkzuurbacterie en wordt vaak geïsoleerd uit het menselijke maagdarmslijmvlies, beginnend in de mond, van gezonde individuen. Het is ook aanwezig in de vrouwelijke vagina en urinewegen.

Lactobacillus rhamnosus (of kortweg L. rhamnosus) is een op zichzelf staande soort met zijn eigen verschillende kenmerken die verschillen per stam.

Bezorgdheid over Lactobacillus rhamnosus

L. rhamnosus bleek bij muizen van de darmen naar de lever en milt te transporteren en heeft een zeldzame maar ernstige infecties bij ernstig zieke mensen veroorzaakt.  Er bestaat dus een potentieel voor een infectie bij mensen met een aangetast immuunsysteem.

Een andere zorg is dat deze probiotische soort resistent is voor antibiotica tegen kanamycine, niet vanwege overdraagbare genen, maar vanwege de manier waarop de microbe wordt gemaakt. Het is gewoon van nature resistent.

Welke producten bevatten Lactobacillus rhamnosus?

Sommige stammen van deze soort worden verkocht als probiotica of in zuivelproducten als yoghurt, kaas en gefermenteerde melk gebruikt. Sommige stammen worden in gefermenteerde vleesproducten, gefermenteerde droge worsten en gefermenteerde sojakaas (vooral in Zuidoost-Azië) gebruikt. Deze soort wordt ook veel industrieel toegepast. Een van die toepassingen is om afval van bio-ethanol productie om te zetten in diervoeder.

Omdat L. rhamnosus- stammen van nature in voedingsmiddelen voorkomen, zou het je enig voordeel opleveren. Een onderzoek naar Parmigiano Reggiano-kaas toont bijvoorbeeld aan dat het tot 10 miljoen CFU aan levensvatbare melkzuurbacteriën per gram product kan zijn als je het eet. Wat een heerlijke manier om nuttige bacteriën te krijgen!

En hoewel de stammen van L. rhamnosus per kaasproducent kunnen variëren, dan nog is het feit dat sommige obscure, momenteel ongedocumenteerde stammen in laboratoriumonderzoeken een zuur-en-gal tolerantie hebben, en dat betekent dat deze obscure stammen op een dag geclassificeerd kunnen wonen als probiotica.

En je zou die obscure soorten vandaag kunnen verkrijgen door gewoon een stuk Parmigiano Reggiano-kaas te eten! Voor mensen met histamine intolerantie bevat een Parmazaanse kaas teveel tyramine en histamine. Natuurlijk kun je ook voedingsmiddelen vinden met L. rhamnosus- stammen en supplementen met L. rhamnosus erin.

Parmesan cheese can contain Lactobacillus rhamnosus

Veel stammen van Lactobacillus rhamnosus zijn onderzocht, en sommige zijn radicaal anders dan het soort stam. Dus, alle rhamnosus- stammen hebben veel dingen gemeen, sommige zijn anders in je lichaam. Als je een bepaald effect wenst, zorg er dan voor dat je de juiste soort krijgt . Enkele van de meest onderzochte soorten staan ​​hieronder:

  • L. rhamnosus GG, ook bekend als “LGG”, deze vind je in probiotica supplementen.
  • L. rhamnosus GR-1
  • L. rhamnosus HN001
  • L. rhamnosus DR20
  • HOWARU rhamnosus
  • L. rhamnosus ATCC 7469

Bron: powerofprobiotics.com

functional image
functional image

Koper, candida en parasieten

Koper is een essentieel mineraal dat een rol speelt bij de regulatie van het ijzermetabolisme, de activatie van DAO, de vorming van bindweefsel, de energieproductie op celniveau en de functie van het zenuwstelsel. Het wordt door de darmen opgenomen uit voedsel en vloeistoffen en vervolgens afgevoerd naar de lever, waar het wordt opgeslagen of wordt gebruikt om een verscheidenheid aan enzymen te produceren.

 

Je ziet vaak een kopertekort en candida of parasitiare infectie bij mensen met histamine intolerantie. Het kopertekort kan zorgen voor onvoldoende DAO activiteit waardoor histamine niet goed wordt afgebroken.

 

Bij een kopertekort hebben we het dan over koper in het bloed. Het koper is dan niet biologisch beschikbaar. Dit betekent dat je zelfs een overschot aan koper in je diepere weefsels kan hebben, maar een tekort aan bruikbaar koper. Het koper is dan opgeslagen in de hersenen, lever en de vrouwelijke organen.

De reden hiervoor is dat koper gebonden moet zijn aan ceruloplasmine of metallothionein. Dit zijn eiwitten die zich binnen aan koper en ze naar locaties in het lichaam brengen waar ze kunnen worden gebruikt. Als het koper niet biologisch beschikbaar is heb je in je bloed een koper tekort en op weefselniveau een toxische hoeveelheid.

Dit komt vaak voor en ontstaat vaak bij mensen met een langzame stofwisseling.

 

Symptomen van een biologisch tekort aan koper

  • Vermoeidheid en zwakte
  • Vaak en snel ziek worden
  • Chronische candida of parasieten 
  • Zwakke en brosse botten, osteoporosis 
  • Moeite met leren en geheugen
  • Moeite met lopen
  • Gevoelig voor kou
  • Witte huid
  • Prematuur grijs haar
  • en dan natuurlijk ook histamine intolerantie

Vooral een ijzertekort, bloedarmoede is een teken van een tekort aan biologisch beschikbaar koper.

 

Je ziet het meest bij jong volwassen vrouwen en soms bij kinderen. Vegetariers hebben vaak een teveel koper en te weinig biologisch beschikbaar koper. 

 

Je hebt koper nodig voor de stofwisseling van ijzer en  om ijzer in hemoglobine op te kunnen nemen. Er kan een tekort aan koper ontstaan als de bijnieren niet voldoende werken. Hierdoor wordt ijzer niet goed in de hemoglobine opgenomen waardoor je een milde anemie/bloedarmoede krijgt. 

 

Je krijgt dan waarschijnlijk ijzertabletten van de dokter, hierdoor worden de bijnieren geactiveerd en dit maakt koper wat meer beschikbaar waardoor de anemie verminderd. Maar het ijzer irriteert de darmen en je ziet vaak een ijzeroverschot. Wil je anemie goed behandelen dan moet je het kopermetabolisme verbeteren. Je kunt hiervoor een haarmineraal analyse laten maken en een voedingsprogramma volgen. Dan zal de anemie vanzelf weggaan.

 

Met een voedingsprogramma kun je het ceruloplasmine gehalte in je lichaam verbeteren en beter activeren. De lever bindt koper aan ceruloplasmine en geeft het vervolgens af in de bloedbaan. Ongeveer 95% van het koper in het bloed is gebonden aan ceruloplasmine. 

 

Candida, parasieten en koper

 

Koper is betrokken bij chronische candida overgroei in de darmen en elders in het lichaam. Dit komt omdat koper essentieel is voor de aerobische stofwisseling. Als er een kopertekort is, is er minder zuurstof en  kunnen schimmels flink groeien. Zij houden namelijk niet van zuurstof. Ze zijn anaerobisch. Ze hebben geen zuurstof nodig, ze leven van suikers die ze fermenteren en dit is hun bron van energie.

In de landbouw spuit men daarom kopersulfaat op groenten, dit doodt schimmels en gisten. In zwembaden wordt ook koper gebruikt om gist en schimmels te doden.

 

Dit is waarom mensen niet van hun chronische candida of parasieten infecties af kunnen komen. Voor een goede immuunrespons heb je zink en koper nodig. Als er teveel koper is of je hebt biologisch niet beschikbare koper, heb je vaak een laag zinkgehalte terwijl bloedonderzoek een normale hoeveelheid aangeeft.

 

Koper en parasieten

Parasieten worden gedeeltelijk belemmerd en misschien in het lichaam gedood,  door biologisch beschikbaar koper. In de veeteelt gebruikt men koper in medicatie om parasieten te doden. Als het koper uit balans is(te weinig bio-beschikbaar en te veel opgeslagen), komen parasieten vaker voor. Parasieten kunnen ook na behandeling weer snel terugkomen als de koperbalans niet wordt herstelt.

 

Om een disbalans in koper aan te tonen heb je dus echt een haarmineraalonderzoek nodig. 

 

 

 

Zo kun je de koper stofwisseling in je lichaam verbeteren en het koper meer biologisch beschikbaar maken:

Zorg dat je voldoende ceruloplasmine activiteit hebt!

 

NIET

  • Neem geen vitamine D supplement. Vitamine D vernietigd retinol (vit.A) wat je nodig hebt voor de productie van ceruloplasmine. Vitamine D heb je nodig voor je immuunsysteem, maar als je een kopertekort hebt, neem je geen vitamine D.
  • Neem geen calcium supplement. Dit blokkeert de opname van ijzer en magnesium.
  • Neem geen ijzer supplement. Ijzer stopt de koper stofwisseling.
  • Neem geen multivitamine supplement, ze bevatten bovenstaande vitaminen en mineralen.
  • Neem geen ascorbinezuur. Dit verstoort de binding van koper aan ceruloplasmine.
  • Volg geen vetarm dieet. Je hebt vet nodig om koper goed op te nemen.
  • Gebruik geen “gezonde” plantaardige bewerkte (geraffineerde) olien.
  • Gebruik geen producten met fluoride (tandpasta, fleswater)

 

WEL

  • Neem vitamine A, van dierlijke bron.
  • Neem magnesium om ACTH (adrenocorticotroop hormoon) en cortisol te verlagen (dosering: 5 mg per 500 gram lichaamsgewicht. 60 kg lichaamsgewicht = 120 x 5 mg= 600 mg.
  • Neem vitamine C uit voeding 500-800 mg per dag. Download de app Cronometer om je vitamine C inname te monitoren. Ook voor andere voedingsstoffen handig.
  • Neem Biotine: eieren (koken of bakken, geen rauw eiwit, lever, melk, noten en pinda’s.
  • Neem riboflavine, vit.B2 om in de lever koper en ijzer te reguleren.
  • Neem 1-3 mg Boron per dag, dit helpt de synthese van ceruloplasmine
  • Neem taurine om de koper stofwisseling in de lever te ondersteunen.
  • Volg een oer of ketogeen dieet: Veel vetten en eiwitten en weinig koolhydraten.
  • Eet je nu vegetarisch lees dan dit artikel en overtuig je zelf oer of ketogeen te gaan eten.
  • Neem jodium: het magnesium en selenium gehalte moet dan wel optimaal zijn, anders moet je dat eerst herstellen.

 

Hoge zinksuppletie blokkeert de opname van koper waardoor het in het bloed blijft en niet opgenomen wordt in het lichaam.

 

 

Meer weten over wat koper in je lichaam doet en hoe je een te hoog kopergehalte kunt verlagen? Lees dan onderstaand e-boek. 

Dit is een e-boek.

Vitamine D voor je immuunsysteem

Bij histamine intolerantie en MCAS,  komt een vitamine D tekort vaak voor. Een tekort aan vitamine D gehalte kan zorgen voor immuunproblemen, je mestcellen maken deel uit van je immuunsysteem. Vooral bij urticaria(netelroos) en atopische dermatitis is vitamine D heel belangrijk. Voor een gezond immuunsysteem is het verstandig je vitamine D gehalte te laten controleren.  

Om te begrijpen wat vitamine D doet en waarom het zo belangrijk voor het immuunsysteem is, moet je eerst weten dat het geen vitamine is maar een hormoon. Hormonen zijn stoffen die signalen doorgeven. Het hormoon vitamine D zorgt bij histamine intolerantie en MCAS voor het stabiliseren van mestcellen, regulatie van het immuunsysteem en het is een ontstekingsremmer.

Als je dus snel overreageert op voeding en  externe factoren kan het zijn dat je vitamine D gehalte te laag is. Veel mensen met mestcel problemen hebben een tekort, zelfs bij het gebruik van een vitamine D supplement. Dit komt omdat niet alle vitamine D supplementen even goed zijn en niet allemaal geschikt zijn voor jouw lichaam.

Soms krijg ik van clienten te horen dat zij zich op een zonnige vakantie beter voelen en minder klachten hebben. De reden hiervoor is dat je dan vaak in de zon zit en je meer vitamine D aanmaakt waardoor je immuunsysteem kalmeert en je minder actieve mestcellen hebt. 

Vitamine D onderzoek

Dus de eerste stap is om je vitamine D gehalte te laten meten. Dit moet je echter wel op de juiste manier doen anders krijg je een uitslag waarop de resultaten normaal lijken, maar dit in feite niet zijn.

Een normale test van de huisarts meet vitamine D met een 1,25 (OH) ₂D of ook wel een vitamine D 1,25-dihydroxy (Calcitriol) bloedonderzoek genoemd. Deze test meet actieve vitamine D geproduceerd in de lever en nieren.De uitslagvan deze test kan normaal zijn, ook als het opslagniveau van de vitamine te laag is. Vitamine D wordt opgeslagen in vetweefsel en in de organen, zoals de lever. Opgeslagen vitamine D is dus niet de actieve vitamine D. Deze test is alleen nuttig bij ernstige nier- en bijschildklierproblemen. Het gaat dus niet alleen om de actieve vitamine D, maar ook om de opgeslagen vitamine D!

Als je dus bij de huisarts bent zeg dan dat je niet het vitamine D 1,25-dihydroxy (Calcitriol) onderzoek wilt. 

Welke onderzoek dan wel?

De goede test is de vitamine D 25 (OH). Dit is de beste manier om uw vitamine D-waarden te controleren. Deze test wordt ook D-25-hydroxy of soms calcidiol 25-hydroxycholecalcifoerol genoemd. Wil de huisarts dit niet doen dan kun je deze ook bij mij aanvragen. 

Welke referentiewaarden moet je aanhouden voor vitamine D?

Zodra je de uitslag van het vit.D 25(OH) onderzoek binnen hebt, zul je zien dat de referentiewaarden voor vitamine D normaal zijn tussen 20-100 mmol. Dus alles boven 20 mmol is voldoende.

Heb je echter immuunproblemen zoals bij histamine intolerantie en MCAS dan wil je minimaal 60 als onderwaarde. Het beste is om dat tussen 60-100mmol te hebben.

Heb je je DNA laten onderzoeken en heb je een VDR variant dan moet je zeker het vitamine D25(OH) gehalte in de gaten houden. Zelfs als je veel in de zon komt.

Je vitamine D is lager dan 60 mmol en je hebt histamine intolerantie of MCAS wat nu?

Verhoog je vitamine D door zoveel mogelijk, onbeschermd zonlicht op te nemen. Onbeschermd betekent: zonder zonnebrandmiddel. Je moet dan iedere dag minimaal 10 minuten in de zon zitten, dit is echter niet genoeg. 20-30 minuten op het heetste van de dag, tussen 10-14 uur zou het beste zijn, en als je een donkere huid hebt moet je langer in de zon. Wel moet je opletten dat je niet verbrand. Wist je dat je veel minder snel verbrand als je geen suiker gebruikt en veel vitamine C. Vitamine C is een natuurlijke bescherming tegen UV straling.

Aangezien we lang niet iedere dag in het zonnetje buiten kunnen zijn, kun je snel een tekort oplopen. Bovendien kun je als je MCAS hebt van 10 minuten in de zon al een mestcel uitbraak krijgen. In de zon zitten is dus wat dat betreft niet aan te raden.  Suppletie is dus de eerste keus bij een vitamine D tekort bij MCAS en histamine intolerantie.

Welke vitamine D voor je immuunsysteem?

Er zijn twee soorten vitamine D: D2 en D3. D2 is inactief en D3 actief. Neem altijd de actieve D3 vorm.De D2 moet namelijk eerst omgezet worden en dat gebeurt vaak niet goed bij deze vorm waardoor de D25 OH-waarde niet goed verhoogt.

Gebruik dus beter opneembare D3 en combineer dit met vitamine K2 en voeding. Vitamine D en K zijn vetoplosbare vitaminen en kun je het beste met je maaltijd innemen waar vet aan toegevoegd is. Meestal wordt het ‘s morgens ingenomen.

Let op: als je een stollings-of bloedingsstoornis hebt, overleg dan eerst met je huisarts of je K2 kunt gebruiken. Ook als je bij je menstruatie last hebt van bloedstolsels kun je beter in deze week geen vitamine K2 gebruiken.

Vitamine D3 dosering bij histamine intolerantie of MCAS 

De dosering van vitamine D3 is van volgende factoren afhankelijk:

  • de waarde van je D-25 (OH) niveau
  • hoe vaak je in de zon komt, als je dit kunt verhogen, heb je minder suppletie nodig
  • of je osteoporose of osteopenie hebt
  • of je mineralen in balans zijn

Overleg met je behandelaar wat voor jou een goede dosering is. De meeste mensen kunnen beginnen met 1.000 IE D3 per dag. Dit zal waarschijnlijk niet genoeg zijn, maar je kunt hiermee beginnen totdat je contact kunt opnemen met je arts. 

Welk vitamine D-supplement?

Het is belangrijk dat je een supplement van goede kwaliteit gebruikt zodat de kwaliteit en het vitamine D gehalte in het product gewaarborgd is. Bovendien is het gehalte in een supplement van de drogist veel lager dan in een dat van een goed supplementenmerk.

Omdat vitamine D een vet oplosbare vitamine is, kun je het beste een supplement op oliebasis gebruiken. Dit kunnen capsules zijn of druppels. Ik geef zelf de voorkeur aan druppels omdat je deze makkelijk inneemt en je zeker weet dat je geen reactie krijgt op de capsule. Sommige capsules zijn van gelatine, wat een mestcelreactie kan veroorzaken.

De combinatie van vitamine D met vitamine K2

Je kunt ervoor kiezen dat je een combinatie supplement neemt van vitamine D met vitamine K2. Als er K2 aan de vitamine D is toegevoegd zorgt dit ervoor dat de calcium die uit je voeding opgenomen wordt met behulp van vitamine D, ook op de juiste plek in je lichaam komt waar het gebruikt kan worden, zoals je botten en tanden en het niet in je aderen blijft hangen waardoor je kalkafzettingen in je aderen krijgt.

Vitamine K2 kun je binnenkrijgen door veel groene bladgroenten te eten, deze bevatten vitamine K1. Deze wordt deels omgezet naar vitamine K2. Beide vitamine K regelen het op opname van calcium in het botweefsel, alleen is vitamine K2 veel effectiever.

Wanneer moet je vitamine D opnieuw onderzoeken?

Gebruik de supplementen in ieder geval 3 maanden en laat dan opnieuw je bloed onderzoeken. Door het onderzoek weet je of je voldoende vitamine D suppleert en of je dit nog moet verhogen of je het kunt verlagen. Je wilt immers niet te weinig, maar ook niet teveel vitamine D.

Ook als je dagelijks meer dan 10.000IE kan het voorkomen dat je nog steeds een laag gehalte hebt. Als dit het geval is, dan heb je moeite met het opnemen van vitamine D. Je moet je dan richten op dit opnameprobleem.

De opname is afhankelijk van de gezondheid van je darmen, lever en nieren, maar ook je gewicht. Vetweefsel neemt vitamine D op en slaat het op in het vet, hierdoor is het niet biologisch beschikbaar en kan het lichaam het niet gebruiken. Je houdt dan een tekort. Het is dan verstandig eerst te werken aan herstel van de organen en het gewicht te verlagen.

Te hoog vitamine D gehalte

Als je over een langere periode een hoge vitamine D dosering gebruikt, kan dit prima werken. Een dosering van 5000IE per dag wordt als veilig gezien. Er zijn artsen die tot 60.000 IU voorschrijven en geen te hoog vitamine D gehalte bij hun patienten zien. Toch kan het voorkomen dat iemand bij deze dosering een te hoog vitamine D gehalte heeft.

Een te laag vitamine D gehalte geeft gezondheidsproblemen, maar een te hoog gehalte kan vitamine D vergiftigingsklachten geven. Het belangrijkste symptoom is een te hoog calcium gehalte in het bloed. Je voelt je hierdoor misselijk, gaat overgeven, je kunt diarree krijgen en hebt geen trek in eten. Niet iedereen met een te hoog vitamine D gehalte heeft deze klachten. 

Daarbij komt dat een te hoog vitamine D gehalte de opname van vitamine K2 blokkeert waardoor je botten te weinig calcium krijgen en het calcium in de bloedbaan blijft met alle gevolgen van dien.

Laat je dus altijd na drie maanden opnieuw onderzoeken. Een vitamine D onderzoek kost niet zo veel, dus ook als het niet via de huisarts kan: toch doen!

.Zit je eenmaal op je optimale hoeveelheid, laat dan eenmaal per jaar de vitamine D25(OH) controleren.

  1. Laat je vitamine D onderzoeken met de juiste test – D25 (OH)
  2. Controleer je resultaten met het juiste referentiebereik – je wilt tussen 60 en 100 zijn (tenzij je een lever- of nierziekte hebt)
  3. Werk samen met een orthomoleculaire arts of voedingsdeskundige om je optimale dosis te bepalen.
  4. Je kunt veilig beginnen bij 1000 IE, maar er is waarschijnlijk meer nodig.
  5. Gebruik alleen D3. In te nemen met voedsel in de ochtend. Neem met K2 als je kunt, voor een betere absorptie.
  6. Gebruik alleen farmaceutische merken omdat dit een hormoon is. 
  7. Test opnieuw om ervoor te zorgen dat je niveaus verbeteren en in het optimale bereik zijn.

Heb je een koperstapeling, candida of parasieten? Lees dan hier waarom je dan beter geen vitamine d suppletie kan gebruiken.

Bronnen:

Conti, P., & Kempuraj, D. (2016). Impact van vitamine D op mestcelactiviteit, immuniteit en ontsteking. Journal of Food and Nutrition Research , 33-39.

Liu, ZQ, et. al. (2017). Vitamine D draagt ​​bij aan de stabilisatie van mestcellen. 

Theoharides, T. (2017). Vitamine D en Atopie. Clinical Therapeutics , 880-881.

Tran, Nam K. Vitamine D-test: is het 25-OH of 1,25-Dihydroxy? Blog met praktische tips voor laboratoria. Bezocht 9/5/2019

Beth O’Hara Will vitamine D help or hurt you if you have mastcell activaton syndrome or histamine intolerance?