Home » Enzymen

Categorie: Enzymen

In je lichaam zorgen zo’n 75.000 enzymen ervoor dat alle honderdduizenden  functies kunnen worden uitgevoerd. Ze zorgen voor een specifieke chemische reactie in of buiten een cel zonder dat ze daarbij zelf te worden verbruikt of van samenstelling veranderen.

Heb je gezondheidsproblemen, dan kan dit aan de werking van de enzymen liggen en tegelijkertijd de enzymen aantasten. Enzymen zijn afhankelijk van voldoende voedingsstoffen.  Goede voeding is dus belangrijk.

Daarnaast heeft iedereen mutaties in het DNA,  die ervoor zorgen dat sommige enzymen sneller of langzamer werken.

image_pdfimage_print

Genetisch onderzoek

Een genetisch onderzoek kan een goed inzicht geven in de genetische oorzaken van je klachten.

De genen die in een DNA onderzoek worden onderzocht coderen enzymen. Je kunt hiermee zien of bepaalde enzymen normaal of abnormaal werken. Bij een SNP of een mutatie werken ze vaak langzamer, maar soms ook sneller. Dit heeft invloed op de processen in je lichaam. 

Een variant op een gen noemen we een SNP (spreek uit als snip). Is het een zeldzame afwijking, dan spreek je van een mutatie. In dit onderzoek worden SNP’s  besproken. Een gezond iemand hoeft niet perse last te hebben van deze SNP’s. De mogelijke tekorten worden dan op een andere manier opgevangen.

Raakt het lichaam uit balans, door psychisch of lichamelijk trauma, gifstoffen in voeding en leefomgeving, verkeerde onvolwaardige voeding en/of een ongezonde leefstijl, dan kun je doordat de enzymen te langzaam of te snel werken, gezondheidsklachten ontwikkelen.  Door de SNP’s in kaart te brengen kun je zien waar je extra aandacht aan moet besteden om problemen op te lossen. Dit wordt epigenetica genoemd, dit betekent dat je genen kunt beïnvloeden. De werking ligt niet helemaal vast. Genen kunnen door de omstandigheden ‘vervuild’ raken, waardoor je er meer last van hebt. Je kunt je genen ‘schoonmaken’, al zijn er ook genen die waarvan je de werking van bepaalde processen niet kunt veranderen. Zoals bijvoorbeeld de opname en verwerking van vitaminen. 

 

Wat wordt er in een Health DNA onderzoek van iGene onderzocht?

Ik werk met DNA onderzoek van het Nederlandse bedrijf iGene. Hier kun je een algemene gezondheids DNA analyse aanvragen, je krijgt dan meer duidelijkheid over:

(de dikgedrukte woorden zijn punten die ik interessant vind in verband met Mestcel Activatie Syndroom.)

Aandoeningen: Of je een hoger risico voor onder andere de ziekte van Alzheimer, beroerte, verschillende soorten kanker, botontkalking, diabetes, de ziekte van Parkinson en meer. 

Leefstijl adviezen: Je krijgt algemene leefstijladviezen gebaseerd op de bronnen van iGene. (Waar ik het op het gebied van voeding niet helemaal mee eens ben en een leefstijladvies voor  een ieder veel persoonlijker is dan in een algemeen advies kan worden gegeven).

Persoonlijke kenmerken: kaalheid, smaakperceptie, erfelijke fructose intolerantie, je gevoeligheden voor alcohol, pijn, stress en SARS (2003), glutenintolerantie, lactose intolerantie, ijzerstapeling, omzettingssnelheid caffeine, e.a.

Medicijngevoeligheid: Je krijgt een lijst met veelgebruikte medicatie (66 stuks) waarbij aangegeven wordt of je hoe gevoelig je hiervoor bent vanuit genetisch oogpunt. Normale, vertraagde of versnelde afbraak.

Farmaco-profiel: Een lijst met enzymen die je aan je huisarts of apotheker door kunt geven om de juiste dosering van medicatie te bepalen.

 

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

 

Aanvullend genetisch onderzoek

Behandelaars die aangesloten zijn bij iGene kunnen aanvullend onderzoek aanvragen. Bij het Mestcel Activatie Syndroom bied ik deze standaard aan omdat in dit pakket de onderliggende oorzaken van de verhoogde mestcelactivatie worden in beeld worden gebracht. In het aanvullende verslag wat geschreven wordt door Lisa Goudzwaard wordt de uitslag van het genetisch onderzoek uitgelegd aan de hand van het Mestcel Activatie Syndroom, histamine intolerantie en de daaronder liggende oorzaken.

Meest voorkomende onderliggende oorzaken bij het Mestcel Activatie Syndroom:

  • spijsverteringsproblemen
  • sterk verzwakte detoxificatie
  • hormonale onbalans (oestrogeendominantie)
  • verzwakte methylatie
  • verhoogd bloedglucose (insulineresistentie)
  • tekort aan neurotransmitters
  • oxidatieve stress (mede als gevolg van mestceldegranulatie)

Er zijn meer oorzaken, maar deze worden niet in dit verslag besproken. 

Folaat cyclus

MTHFR, MTR, MTHFD1, DHFR

De folaatcyclus is belangrijk voor de methylatie en de productie van BH4, dit is een cofactor voor de neurotransmitters. Één of meerdere mutaties in deze cyclus kan de methylatie verlagen en zorgen voor bloedarmoede als gevolg van een folaat tekort.

Methionine Cyclus

MTRR, BHMT, MAT1A, AHCY (SAHH), PEMT, GNMT

De methionine cyclus is belangrijk voor

  •  de aanmaak van energie (ATP). Hierbij heb je naast methionine ook adenosine nodig. 
  • een gezonde homocysteïnespiegel, een te hoog homocysteïnegehalte is, met name voor vrouwen, ongezond en kan tot hartkwalen zorgen. 

Van homocysteine wordt cysteine gemaakt, hierbij is voldoende vitamine B6 belangrijk. Dit gebeurt met behulp van het transulferatie pad. Zijn er mutaties in dit pad (zie volgend kopje) dan wordt de homocysteine weer terug in methionine omgezet.

Transsulferatie cyclus

Het transsulfuratie pad zorgt voor de omzetting van cysteïne en homocysteïne naar cystathionine. Vitamine B6 is een belangrijke vitamine in dit pad. De CBS en CTH enzymen zijn het belangrijkst. 

Het SUOX enzym zet sulfiet om in sulfaat. Dit vind plaats aan het eind van het transsulferatie pad.

Bestel het onderzoek

Detoxificatie

De ontgifting in de lever verloopt in 3 fasen. 

In het iGene rapport wordt voornamelijk gekeken naar welke mutaties zorgen voor een snellere of langzamere opname en verwerking van medicatie en afbraak van gif- en afvalstoffen.

In Fase 0 worden medicatie opgenomen met behulp van SLC transport eiwitten.

In Fase 1 worden stoffen voorbewerkt om ze makkelijker af te kunnen breken. In het onderzoek wordt er gekeken naar CYP450-enzymen en een aantal belangrijke aanvullende enzymen zoals DPD en PON1.

In Fase 2 wordt medicatie, gifstoffen, lichaamsafval verder afgebroken. Dit gebeurt met behulp van verschillende ontgiftingspaden, je kunt in deze paden zijn SNP varianten hebben. Het is mogelijk dat in alle paden SNP’s zijn, waardoor je moeilijker kan ontgiften. 

  • Glutathion conjugatie : Dit is waarschijnlijk de belangrijkste ontgiftingsroute in het lichaam en 60% van de gifstoffen die in de gal worden uitgescheiden, worden op deze manier uitgescheiden.
  • Glucuronide conjugatie (glucuronidatie):
  • Sulfatie: Als er SNP’s zijn in deze genen wordt oestrogeen minder goed afgebroken en ben je gevoeliger voor oestrogeendominantie.
  • Acetylatie: Bij de ontgiftingsprocessen ontstaan er afvalstoffen (metabolieten) die ook afgevoerd moeten worden. Dit gebeurt met behulp van de acetylatie. Zijn er SNP’s dan kunnen de afvalstoffen minder goed afgevoerd worden.
  • Methylatie: SNP’s in dit proces zorgen o.a. verhoogd histamine gehalte in de cellen (HNMT), voor hoger of lager dopamine gehalte in de hersenen (COMT), BHMT zorgt voor een backup van folaat en daarmee voor voldoende SAM, dit is belangrijk voor de methylatie en energieproductie.  PEMT zorgt voor voldoende choline. Als je een SNP in dit gen hebt heb je in de overgang minder choline. Hierdoor kan de werking van de lever, spieren, alvleesklier aangetast worden.

Is de werking van een enzym verhoogd dan is dit zowel goed als slecht. Door de verhoging werkt de stofwisseling van een gifstof sneller, maar ontstaan er ook meer vrije radicalen. Het kan de effectiviteit van medicijnen verlagen maar ook de sterkte van de werking van medicatie verhogen.  

In Fase 3 worden de afvalstoffen via de huid, gal, de ontlasting en urine uitgescheiden. De enzymen in deze fase zorgen er onder andere voor dat gifstoffen van geneesmiddelen niet gaan stapelen.

Oxidatieve stress

Oxidatieve stress houdt in dat er een onbalans is tussen oxidanten en antioxidanten. Teveel oxidatie kun je zien als roest. Te hoge oxidatie zorgt voor stress, afbraak en ziekte doordat er teveel vrije radicalen zijn. Deze vrij radicalen worden in het lichaam verlaagd door enzymen.

Oestrogeen

In dit onderzoek wordt er gekeken hoe goed oestrogeen kan worden geproduceerd en afgebroken. Als de productie verhoogd is en de afbraak verlaagd is de kans op oestrogeendominantie hoog. Oestrogeendominantie is een van de onderliggende oorzaken van MCAS.

Neurotransmitters/BH4 cyclus

Dit onderzoek is belangrijk om de afbraak van histamine in beeld te brengen.  DAO, MAO-A en MAO-B worden in beeld gebracht. (HNMT wordt bij de methylatie in beeld gebracht).

Daarnaast worden er genen in beeld gebracht voor de BH4 cyclus. Bij een tekort aan BH4 ontstaat er snel mestceldegranulatie, mede doordat histamine en serotonine niet met elkaar in evenwicht zijn en er mogelijk een tekort is aan glutathion en teveel zware metalen.

In de BH4 cyclus wordt ook ammonia geneutraliseerd en stikstofoxide geproduceerd. Dit is belangrijk voor de ureumcyclus en voorkomen van o.a.migraine. BH4 beschermt de zenuwcellen tegen zware metalen en een glutathiontekort.

Er worden genen in beeld gebracht die zorgen voor een  verhoogd of verlaagd aantal neurotransmitters: GABA, Glutamaat, Dopamine, Noradrenaline, Adrenaline, Serotonine, Histamine.

Bestel het onderzoek

Vitaminen

Vitamine A, B6, B11, B12, C, D, E, K

Er wordt gekeken of vitaminen goed kunnen worden verwerkt. Je kunt veel vitaminen via voeding binnenkrijgen maar als deze niet goed gebruikt kunnen worden, moet je hier extra aandacht aan besteden.

 

Informatie over prijzen en het onderzoek zelf vind je HIER.

Overige vragen over iGene op de website iGene.nl

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

Spijsverteringsproblemen oorzaak van histamine intolerantie

Een grote oorzaak van mestcelactivatie en verhoogd histamine is een verstoorde spijsvertering. Als je problemen met je spijsvertering hebt en je voelt je moe denk je niet meteen aan je alvleesklier. De alvleesklier is het meest bekend om zijn functie bij het stabiliseren van de bloedsuikerspiegel door insuline vrij te geven zodra er iets zoets gegeten wordt.

Maar de alvleesklier doet meer. Een gezonde alvleesklier geeft spijsverteringsenzymen af.  Het kan gebeuren dat dit niet gebeurt. Met allerlei klachten als gevolg, van een rommelende maag, tot chronische vermoeidheid en PDS achtige klachten.

De alvleesklier is een spijsverteringorgaan wat links onder de maag ligt. Het produceert spijsverteringsenzymen en hormonen. Dit artikel gaat over de spijsverteringsenzymen. De  alvleesklier is een uniek orgaan, het produceert enzymen die vetten, eiwitten en koolhydraten afbreken. Die enzymen worden gemaakt in ‘acini’ dit zijn kleine exocriene gedeelten die bedekt zijn met cellen die enzymen via kanaaltjes transporteren naar de dunne darm.

 

De spijsvertering voorafgaand aan de darmen

Je kauwt voedsel en slikt het door. Via de slokdarm komt het dan binnen een paar seconden in de maag. Hier worden de proteïnen afgebroken door maagzuur en door het enzym pepsine. De proteïnen worden afgebroken tot peptiden, dit zijn korte ketens van aminozuren. In de maag worden vetten en koolhydraten nog niet afgebroken. 

Na 4-5 uur verlaat de voeding de maag en komt het in het eerste gedeelte van de dunne darm, de twaalfvingerige darm. Hier speelt de alvleesklier een belangrijke rol. Het laat verschillende vloeistoffen in de twaalfvingerige darm vrij. Als eerste moet het maagzuur worden geneutraliseerd. Daar zorgt bicarbonaat voor wat ook door de alvleesklier wordt vrijgelaten, dit verlaagt heel snel het zuur. Het bicarbonaat en de verlaging van het zuur zorgen ervoor dat de enzymen uit de alvleesklier kunnen functioneren.

 

EPI

Als de alvleesklier niet voldoende enzymen produceert heet dit Exocriene Pancreas Insufficiëntie (EPI). 

De alvleesklier produceert veel enzymen.

Dit zijn trypsine, chymotrypsine en aminopeptidasen om proteïnen te verteren.
Amylase om koolhydraten te verteren.
Lipase voor de vetvertering.
Elastase om bindweefsel en pezen, het wat meer stevige materiaal in vlees, af te breken. 

De alvleesklier produceert de volgende enzymen:

  • Lipase
  • Amylase
  • Elastase
  • Trypsine en chymotrypsine
  • Aminopeptidasen 

De enzymen zijn actief in de 12-vingerige darm, samen het bicarbonaat wat ook door de alvleesklier wordt uitgescheiden. Het bicarbonaat zorgt ervoor dat het zure maagzuur geneutraliseerd wordt zodat de enzymen hun werk kunnen doen.

Als er een tekort is aan deze enzymen zul je moeite hebben om vetten, eiwitten en koolhydraten te verteren. 

Het gevolg van een gebrekkige eiwitvertering is dat er een tekort aan aminozuren kan ontstaan. Totaal zijn er 20 aminozuren nodig om je lichaam goed te laten functioneren. Hiervan zijn er 8 essentieel, dat betekent dat we zo nodig hebben maar ze niet zelf aan kunnen maken en we ze dus met onze voeding binnen moeten zien te krijgen. 

 

De 8 essentiële aminozuren:

  • Isoleucine
  • Leucine
  • Lysine
  • Methionine
  • Phenylalanine
  • Threonine
  • Tryptofaan
  • Valine

Het blijkt dat mensen die niet voldoende spijsverteringsenzymen aan kunnen maken een tekort hebben aan al deze 8 aminozuren. Dit is wat de homeopathische arts Dr.Hans Reijnders ontdekte bij het behandelen van mensen met EPI. Al deze cliënten bleken een tekort aan de 8 aminozuren te hebben.  

Als je niet genoeg spijsverteringsenzymen hebt, kunnen eiwitten niet goed worden afgebroken en in de acht essentiële aminozuren gesplitst worden. Deze acht aminozuren heb je nodig om zelf eiwitten te maken die je nodig hebt het produceren van hormonen, neurotransmitters en allerlei enzymsystemen.

 

Herkennen

Typische klachten van een tekort aan pancreasenzymen zijn:

  • Chronische diarree
  • Gewichtsverlies, moeite om aan te komen en om voedingsstoffen op te nemen, waardoor vetten niet opgenomen worden en deze te hoog zijn in de ontlasting. Je ziet dan drijvende ontlasting, dit noemt men steatorrhea.
  •  Als je al een paar minuten of tot een half uur na het eten een vol gevoel in de bovenbuik krijgt waarbij je soms echt pijn kan hebben in het gebied net boven je maag of net onder de linker ribbenboog. (dit kan ook wijzen op een tekort aan maagzuur)
  • Na het eten zijn de spijsverteringsenzymen meestal hoorbaar en voelbaar door overmatig borrelen en rommelen in de buik waarbij de buik vaak opgezet is.
  • Betreft de ontlasting, deze is vaak afwisselend dun en dan weer geobstipeerd en er kunnen onverteerde resten in zitten.
  • Vermoeidheid, soms zo erg dat je het Chronisch Vermoeidheid Syndroom lijkt te hebben.
  • Spierpijn die er op lijkt continue een grote inspanning te hebben geleverd, alsof je de marathon hebt gelopen, dit is vaak een tekort aan essentiële aminozuren.
  • Men verward EPI nog wel eens met PDS (IBS), het prikkelbare darm syndroom of een spastische darm. 

 

Een tekort aan spijsverteringsenzymen kun je meten met een ontlastingstest. Hierbij wordt Pancreas Elastase gemeten.  Dit enzym wordt in de alvleesklier geproduceerd en bereikt ongeschonden via de 12 vingerige darm, de dikke darm en de ontlasting. Het voordeel van het bepalen van dit enzym is dat je maar één ontlastingmonster nodig hebt. Er zijn ook onderzoeken waar de hoeveelheid chymotrypsine wordt bepaald, maar dit is omslachtiger dan Pancreas Elastase.

 

Gevolgen van EPI

Als de alvleesklier langere tijd geen enzymen kan afgeven lang, kan dit de zenuwen, huid, bloed, botten en hormonale problemen geven. Dit komt doordat als je vetten niet kan verteren en je een tekort aan de vetoplosbare vitaminen A,D,E,K krijgt. Dit zijn essentiële vetten, je kunt niet zonder. Zo wordt zink aan gebonden aan vetten in de voeding. Kun je vetten niet afbreken dan ontstaat er een zinktekort en zink heb je juist nodig voor de stofwisseling van  koolhydraten. Zo kun je geen energie halen uit koolhydraten door een tekort aan enzymen. 

Bij diabetici is dit erg belangrijk omdat zij vaker aan EPI lijden dan werd aangenomen. Daarom is het belangrijk om bij mensen met diabetes Pancreas Elastase te laten bepalen en vooral bij diabetici die niet goed ingesteld zijn, of waar de bloedsuikerwaarden plotseling slechter worden of bij gewichtsverlies.

 

Waardoor werkt de alvleesklier niet goed?

Er zijn verschillende oorzaken:

  1. Coeliakie (gluten allergie)
  2. Terugkerende ontstekingen in de alvleesklier, door bijvoorbeeld te veel en te lang alcoholgebruik
  3. Diabetes type 1 en 2
  4. korte darm syndroom
  5. Een tumor in de alvleesklier
  6. Als gevolg van de ziekte Cystic Fibrosis
  7. Een auto-immuunziekte 

In mijn praktijk komen voornamelijk mensen met voedselintoleranties en allergieën. Je ziet een verminderde maagzuurproductie, overgroei van bacteriën, bijnieruitputting, dichtgeslibde galkanalen. De hormonen oestrogeen, cortisol en/of testosteron die uit balans zijn, als deze factoren kunnen ook EPI veroorzaken. 

Steeds meer mensen krijgen één of meerdere voedselintoleranties of  allergieën als gevolg van stress, verkeerde voeding en milieuvervuiling. Je lichaam reageert heel gevoelig op binnengekomen voeding en produceert veel antistoffen. Het kan gebeuren dat je lichaam niet alleen het binnengekomen voedsel aanvalt, maar ook het lichaam zelf.  

In dit geval produceer je dan antistoffen tegen je alvleesklier waardoor de functies van de alvleesklier langzaam achteruit gaan.

Je ontwikkelt zo een auto-immuunziekte.

Bij een auto-immuunziekte blijkt dat bij 90% van patiënten een of meerdere allergieën heeft die zijn ontstaan door vaccinaties.  Je ziet dan dat patiënten bevattelijker zijn voor infectieziekten.

Het oer- of paleo- of koolhydraatarm dieet schrijf ik vaak voor om het lichaam te herstellen van de grote hoeveelheden suikers die het te verduren heeft gehad. De fout die vaak gemaakt wordt is dat men heel veel eiwitten en vet gaat eten en te weinig groenten. Als je heel weinig koolhydraten binnen krijgt, daalt je insulinegehalte, hierdoor val je af. Maar als je veel eiwitten en vet eet, moet de alvleesklier heel veel extra spijsverteringsenzymen aanmaken. 

Het is dus heel belangrijk om op je groenten inname te letten. Bij een koolhydraatarm dieet adviseer ik  om minimaal 500 gram groenten te eten en liefst meer, 800 gram is beter. 

B12 tekort: ⅔ van de mensen met EPI hebben een B12 tekort omdat proteïnen niet goed kunnen worden afgebroken.

 

Je kunt gelukkig de missende enzymen aanvullen met een supplement

 

Er zijn verschillende vorm van enzymen:

1) “Plantaardige” enzymen –  Deze komen niet van de planten zelf, maar van de schimmel Aspergillus. De enzymen zelf bevatten geen sporen van deze schimmel en zijn dus veilig voor mensen met schimmel, mycotoxinen of gist problemen. Ze functioneren in een heel wijde pH schaal van 2 tot 12 (van erg zuur tot erg basisch) Daarom kunnen ze al in de maag werken en zijn ze erg effectief voor mensen met te weinig maagzuur. Ze werken het beste als je ze voor de maaltijd neemt.

 

2) Dierlijke enzymen – Dit zijn enzymen uit de alvleesklier van een varken. Ze werken niet totdat de maag zich ledigt in de twaalfvingerige darm. Ze kunnen alleen functioneren bij een neutrale pH van 7. Ze worden meestal pancreatine of pancreaslipase genoemd Ze werken het beste als ze aan het eind van de maaltijd worden genomen.

 

3) Op recept uitgeschreven enzymen, via de huisarts – Dit zijn ook enzymen van varkens alvleesklier, maar ze zitten in een speciale capsule waardoor deze niet in de maag oplost. De enzymen kunnen dan in twaalfvingerige darm optimaal werken. Helaas bevat de coating van de capsule ftalaten en polyethyleen glycol, dit kan problemen opleveren. Andere coatings die worden gebruikt zijn talkpoeder, carnauba was, carrageen, methacrylzuur ethylacrylaat copolymeer of polyvinylpyrrolidone (een wateroplosbaar plastic)

 

4) Een vierde groep spijsverteringsenzymen zijn de zogenaamde “brush border” enzymen. Het zijn geen alvleesklier enzymen maar kunnen soms worden toegevoegd aan plantaardige enzymen om de effectiviteit te vergroten. Ze worden normaal gesproken door het lichaam geproduceerd  in het darmslijmvlies, door de cellen die op de topjes van de villi liggen, dit zijn hele kleine haartjes die de voedingsstoffen opnemen. Deze enzymen doen de laatste afbraak van koolhydraten nadat de alvleesklier enzymen hun werk hebben gedaan. Brush border enzymen zijn sucrase, maltase, lactase en glucoamylase. Als je een lekke darm hebt zijn de villi afgestompt en mis je deze enzymen. Dan kun je sucrose, maltose, lactose en zetmeel niet afbreken. Hierdoor ontstaat er gisting en winderigheid. Suikers gaan fermenteren en histamine verhoogt.

 

Welke enzymen moet je gebruiken?

 

Dat is lastig te zeggen.  Als je EPI hebt, probeer dan alles soorten enzymen uit en in verschillende doseringen totdat je dé juiste enzymen en de juiste dosering voor jou hebt gevonden. 

Je merkt dat doordat je diarree stopt, de ontlasting niet meer vet is en voedingsstoffen beter worden opgenomen. De darmwand kan dan herstellen en voedingsstoffen tekorten aangevuld. 

Geef niet op als het eerste enzym wat je hebt geprobeerd je niet heeft geholpen. Het is essentieel om verschillende soorten te proberen tot je de juiste hebt gevonden.

 

Ik gebruik graag:

  • DPPIV (Exendo) omdat DPPIV ook histamine afbreekt. Daarnaast bevat het de histamine verlagende probiotica L.Rhamnosus. Hier kun je meer lezen over DPPIV.
  • DPPIV (Genomicals) bevat een mix met kruiden en Bifidobacterium infantis.
  • Metadigest total (bevat wel sojalecithine)
  • Enzymedica Gold. Deze bevat naar mijn idee de beste mix en bovendien ook xylanase, dit enzym helpt salicylaten en glyfosaat af te breken. 
  • No–fenol (Houston enzymes) is een heel hoog gedoseerde xylanase en cerecalase.  Dit product helpt de polyfenolen in groenten en fruit te verteren en is heel goed bij salicylaatproblemen.  Salicylaat breekt dan het enzym af wat polyfenolen verwerkt. (*)

 

Aminozuren supplement:

Daarnaast is het belangrijk om de aminozuren aan te vullen met een aminozuursupplement zoals bijvoorbeeld Amino Acid- complex van Orthica.

 

 

Met alleen enzympreparaten herstel je niet de oorzaak

Om de alvleesklier goed te kunnen laten functioneren zodat het weer voldoende enzymen aanmaakt, dienen onderliggende verstoringen aangepakt te worden.

Voedselintoleranties moeten worden onderzocht, vooral gluten. De spijsvertering moet worden hersteld (maagzuur, darmflora, darmwand), de lever ondersteund. 

En natuurlijk moet er gekeken worden naar de oorzaken van deze problemen. Stress en trauma speelt hierin een belangrijke rol.

De homeopaat Dr. Hans Reijnders behandelt mensen met lanthaniden, dit zijn scheikundige elementen. Bij auto-immuunziekten worden hier goede resultaten mee behaald. Het is ook interessant om het vanuit deze hoek te bekijken.

Als laatste wil ik nog vermelden dat als je eiwitten niet goed kunt verteren en enzymen niet helpen, dit kan ontstaan door een vegetarisch of veganistisch dieet waardoor je te weinig taurine binnenkrijgt, hierdoor kun je koper niet ontgiften en kun je eiwitten maar moeilijk verteren.

Men noemt mensen die vegetarisch eten omdat ze een weerstand voelen om vlees te eten ook wel “verplichte vegetariers”. Hun lichaam kan de eiwitten niet goed afbreken. Het is dan zaak om taurine aan te vullen en koper te ontgiften.

Lees hier meer over in het e-book Koper ontgiften.

 

 

http://www.menssana.nu/pages/nl/publicaties/ziektebeelden/exocriene-pancreas-insufficientie-epi.php

.https://www.homeopathie-utrecht.nl/homeopathy/auto-immuunziekten-en-lanthaniden

https://thamarconsult.nl/test/orgaan/alvleesklier-functie/

https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33515954/

https://www.houston-enzymes.com/enzymes/no-fenol/#HN003-S90

https://hmmpdx.com/hive-mind-blog/exocrine-pancreatic-insufficiency-when-digestion-fails

 

HNMT verhogen

Bij histamine intolerantie en MCAS is er vaak een tekort aan het DAO enzym, dit is dan ook het meest bekende enzym en waar de meeste mensen naar kijken.  Maar een tekort aan DAO is maar een deel van het probleem.  Ik zie regelmatig clienten waarbij een supplement met DAO enzymen niet werkt. Dit komt doordat er meer enzymen betrokken zijn bij het afbreken van histamine. Als je naast darmklachten ook andere klachten hebt, kijk dan verder. Vooral als er ook psychische klachten zijn. 

HNMT (histamine-N-methyltransferase speelt een belangrijke rol in de cellen, ofwel het werkt intracellulair (DAO werkt buiten de cellen).  Het deactiveert histamine door een methylgroep van S-adenosyl-L-methione naar histamine (N-methylatie) over te brengen. Dit is de enige bekende route voor het beëindigen van neurotransmitter-acties van histamine in het zenuwstelsel van zoogdieren. HNMT wordt uitgescheiden in verschillende weefsels, je vind het meeste in de lever en de nieren, maar ook in de bronchiën en de slokdarm.

HNMT is het belangrijkste enzym wat histamine afbreekt wat vrijkomt uit de mestcellen.

Het meeste HNMT vind je in de lever. In de lever wordt de histamine die ontstaan is door mestceldegranulatie afgebroken.  Als de lever niet goed werkt, heb je dus ook een probleem met het afbreken van histamine. Niet alleen de darm is belangrijk om te behandelen.  In mijn behandelingen werk ik altijd eerst aan de darmgezondheid, en stel daarvoor een voedingsplan op waarbij niet alleen de darm, maar ook de lever wordt ondersteund.  Als de darmwand gezond is en de darm dysbiose, die bijna iedereen in mijn praktijk met histamine intolerantie heeft, gaan we intensiever werken aan de gezondheid van de lever zodat deze beter kan ontgiften en deze gifstoffen zonder problemen door de darmen en nieren afgevoerd kunnen worden.

De lever filtert het bloed om vetoplosbare gifstoffen af te voeren en breekt de gifstoffen af tot wateroplosbare gifstoffen zodat ze via de urine en ontlasting uitgescheiden kunnen worden. Er moet dus geen obstipatie zijn, maar ook geen lekke darm.

Daarnaast is HNMT het enzym wat histamine in het epitheel van de bronchiën verlaagt. Bronchoconstrictie en astma aanvallen kunnen getriggerd worden door het eten van voeding met veel histamine, of voeding wat mestcellen activeert waardoor er histamine wordt vrijgelaten.  Heb je ademhalingsproblemen, denk dan aan HNMT.

Je genen en HNMT

Een “single nucleotide polymorphism” (SNP) is een variatie in het DNA – een polymorfie – van één enkele nucleotide lang.  SNP’s (spreek uit ‘snip’) maken ieder mens uniek en zijn niet per se ziekmakende factoren.  Als er een SNP in het HNMT gen is, kan dit er wel voor zorgen dat het gen wat het HNMT enzym produceert, minder goed of helemaal niet werkt. Hierdoor wordt de extracellulaire histamine minder goed afgebroken en stapelt het zich op. Dit gen  bepaald de werking van het enzym wat histamine omzet in N-methylhistamine.

HNMT zet histamine dus om in N-methylhistamine. Maar dan zijn we er nog niet, daarna moet het nog verder afgebroken worden met het MAO (monoamine oxidase) enzym.   Een MAO tekort kan o.a. ontstaan door een tekort aan riboflavine (B2). Zorg dus voor voldoende vitamine B2, zeker in de overgang en bij oestrogeendominantie wanneer het MAO enzym verlaagd.

Het kan dus zijn dat je een genetische mutatie op het HNMT of DAO enzym hebt, maar het lijkt vaker een probleem te zijn wat ontstaat door onbalans in de hormonen en tekort aan voedingsstoffen.

Je kunt een hoog histamine gehalte in de hersenen herkennen aan de volgende kenmerken: migraine, ADHD/ADD, psychische klachten,  je  bent iemand die altijd maar door gaat, je hebt een hoge workdrive, je bent een sterke leidertype, je hebt een hoge seksdrive. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn.  Alleen als het lichaam uit balans raakt ontstaan er problemen. Deze  bovenstaande kenmerken zijn dus het gevolg van een SNP in het HNMT enzym.

Om te weten of jouw HNMT een SNP heeft kun je je genen laten onderzoeken bij 23andme.com of ancestry.com. De volgende genen geven de werking aan:

HNMT rs1050891:

  • ‘G’ = Histamine wordt normaal afgebroken.
  • ‘A’ = Histamine wordt verminderd afgebroken. Er is meer histamine in de hersenen, lever, nieren en luchtwegen.

HNMT rs11558538:

  • ‘C’ = Histamine wordt normaal afgebroken.
  • ‘T’ = Histamine wordt verminderd afgebroken. Er is meer histamine in de hersenen, lever, nieren, luchtwegen.
Als je een verhoogd histamine in de organen hebt, kun je door een tekort aan voedingsstoffen en leefstijlfactoren (vooral stress en hormonale problemen) MCAS ontwikkelen.

Lees HIER verder over de volgende aanvullende informatie:

Medicatie en HNMT

Voeding om HNMT te verhogen:

Voeding rijk aan methionine

Voeding rijk aan vitamine B12

Voeding rijk aan vitamine B2

Voeding rijk aan folaat

Voedselintolerantie en lage SIgA

Word je gevoelig voor een steeds groeiende lijst van voedingsmiddelen? Reageer je histamine, gluten, lactose, maar ook op voedingsmiddelen die niet bekend staan als trigger? 

Dan kan je immuunsysteem op hol geslagen zijn. Je kunt je immuunsysteem weer in balans brengen, er komen wel veel factoren bij kijken, in het menselijk lichaam (en trouwens in de natuur ook) is alles met elkaar verbonden. Wil je het immuunsysteem weer op de rails krijgen dan zul je ook de rest van je lichaamssystemen aandacht moeten geven

Hoe je dit doet, lees je in dit document. Lees het rustig door en gebruik het als handleiding voor herstel.

DOWNLOAD

Wat is het HNMT enzym

Het HNMT enzym

Er is gelukkig steeds meer aandacht voor de darmen als bron van ziekten, dit is belangrijk en zal zeker heel veel mensen helpen. Maar wat net zo belangrijk is, en wat hierdoor wel eens vergeten wordt, is de rol van de lever voor de gezondheid. En het helen van de darm is zeker een stap in de goede richting, maar echt, als de lever niet goed functioneert blijf je met je probleem zitten.

De lever is een belangrijk orgaan bij de afbraak van histamine. Als de lever niet goed werkt heeft kan er een grote hoeveelheid histamine in het lichaam ontstaan, een grote hoeveel histamine zorgt ook voor ontstekingen en ziekte. Door je lever extra aandacht te schenken zul je merken dat je lichaam ook minder ontstekingsgevoelig wordt en de histamine makkelijker afgebroken wordt. 

Ben je vaak moe, heb je pijn rechts onder je ribben, ben je vaak misselijk, verlies gewicht zonder reden, laat je lever dan nakijken. Mensen met leverziekten blijken  een verhoogd histamine gehalte te hebben. 

Histamine N-methyltransferase 

Naast de histamine afbraak door middel van het enzym DAO (diamine oxidase), breekt de lever ook histamine af met behulp van Histamine N-methyltransferase (HNMT of HMT). 

Histamine N-methyltransferase  is een enzym wat histamine deactiveert door een methylgroep van S-adenosyl-L-methionine (SAM-e) over te brengen op histamine (N-methylatie). 

In de lever en nieren zit het meeste HNMT, maar ook in de bronchiën en luchtpijp is dit enzym werkzaam. In de luchtpijp en bronchiën verlaagt HNMT de histamine die ontstaat als gevolg van de vrijlating door mestcellen. Is er te weinig HNMT in de epitheelcellen in de bronchiën dan kun je door het eten of drinken van voeding met veel histamine een astma aanval krijgen.

Genmutatie van HNMT

Een verstoring in het HNMT enzym kan ontstaan door tekort aan nutriënten, medicatie of door een genetische mutatie. Zo’n genetische mutatie heet een ‘single nucleotide polymorphism’ (SNP). Door de mutatie is het enzym niet of niet voldoende werkzaam. Je zult dan altijd rekening moeten houden met je voeding, levensstijl en medicatie.

Het betreffende gen codeert een enzym wat histamine in N-methylhistamine omzet. Als er een vermoeden is van Mastocytose, wordt er op deze stof getest in de urine omdat het de belangrijkste metaboliet is van histamine. 

Na deze omzetting breekt het monoamine oxidase (MAO) enzym het verder af. Om MAO goed te laten werken heb je voldoende riboflavine (vit B2) nodig.

Gebeurt de afbraak van histamine niet,  dan zal histamine zich opstapelen. Ook als je geen genmutatie hebt kun je een teveel aan histamine krijgen door een tekort aan MAO en/of vit.B2

Het kan zijn dat je medicatie gebruikt dit de voedingsstoffen stelen die je nodig hebt voor de werking van de enzymen. Dit wordt door sommige therapeuten: “Medicatie veroorzaakte SNP”

Een tekort aan HNMT kan dus genetisch zijn of zijn ontstaan. 

De volgende  oorzaken kunnen de HNMT functie aantasten:

  • tekort aan DAO 
  • bacteriën die uit balans zijn (omdat maar ongeveer 50% van de histamine door DAO in de darmen wordt afgebroken)
  • genetische mutatie van HNMT 
  • HNMT verlagende medicatie
  • Mestcel degranulatie door oestrogeen (naar progesteron) onbalans
  • Mestcel degranulatie door voeding 
  • Mestcel activatie ziekte (Mastocytose)

Net als andere genen, enzymen, eiwitten en andere belangrijke stoffen in ons lichaam heeft ook HNMT cofactoren die bijdragen aan een snellere en betere werking in het lichaam en er zijn factoren die de werking van HNMT blokkeren.

Welke medicatie blokkeert HNMT?

Testen

Je kunt een Genetisch Onderzoek aanvragen om te zien of je een mutatie hebt in het HNMT enzym.

Is HNMT de oorzaak is van jouw klachten?

Extracellulair

Het grote verschil tussen DAO en HNMT is dat het DAO enzym de extracellulaire histamine afbreekt (de vrije histamine).  Als er niet genoeg DAO is zal de histamine zich in het bloed opstapelen. 

Het meeste DAO bevindt zich in de darmen, daarnaast zit het in perifere weefsels, dit zijn de weefsels die het perifere zenuwstelsel met elkaar verbinden. (darmen, bindweefsel, placenta, nieren). DAO kan in het bloed vrijgelaten worden en kan zo histamine buiten de cellen verlagen.

Intracellulair

Het HNMT enzym breekt intracellulaire histamine af. Dit vindt voornamelijk plaats in de lever, nieren, bronchiale slijmvliezen en het centraal zenuwstelsel. 

Door deze verdeling kunnen er verschillende symptomen ontstaan als er een tekort is aan een of beide enzymen.

In het hele lichaam zijn histamine receptoren. Over het algemeen spreekt men van histamine intolerantie als er een tekort is aan DAO. 

Verschil klachten bij HNMT en DAO tekort

Heb je een HNMT tekort, dan krijg je direct na een maaltijd klachten. Het heeft een impact op de histamine die in het lichaam aanwezig is in de cellen. De vaak meer ernstige klachten worden door een HNMT genmutatie veroorzaakt.

Vooral de hersenen, bronchiën en slijmvliezen en de lever worden aangetast. Wordt je na een maaltijd wazig of duizelig in je hoofd, kun je niet concentreren, voel je je angstig, ben je onrustig? Of wordt je heel moe en krijg je hoofdpijn, heb je last van slapeloosheid, schokkende bewegingen of  krijg je prikkelende en geïrriteerde luchtwegen? Dan is waarschijnlijk HNMT de oorzaak. 

Als je een tekort aan DAO hebt dan heb je  (pseudo) allergische reacties met tussenpozen. Dit verklaart waarom, naast de symptomen als misselijkheid, hoofdpijn, opvliegers, kortademigheid er ook vaak diarree ontstaat. 

Verder kun je eczeem, rhinitis, urticaria aanvallen en hoge bloeddruk, colitis ulcerosa en astma krijgen. 

Je kunt dus last hebben van een tekort aan beide enzymen.

Een tekort aan HNMT kan ook ontstaan door een tekort aan DAO. 

Is het tekort aan beide enzymen allebei genetisch dan moet je je levenlang een histamine arm dieet volgen. 

http://www.imd-berlin.de/en/subject-information/diagnostics-information/differential-diagnostics-for-histamine-intolerance-hit.html

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12417108

http://www.ihop-net.org/UniPub/iHOP/bng/89085.html

functional image
functional image

Hoe herstel je de darmflora en het darmslijmvlies?


In je darmen wonen een enorm aantal micro-organismen, de darmflora genoemd, bij histamine intolerantie is er een tekort aan darmbacterien. Herstel je darmflora en verminder histamine klachten.

De darmflora helpt bij de afbraak van complexe koolhydraten, produceert vitaminen en is essentieel voor de opbouw van het darmslijmvlies.
In een gezonde darm is de darmwand bedekt met een dichte slijmlaag. De darmflora kan zich hierdoor niet naar de onderliggende weefsels kan verplaatsen. De wand is gemaakt van glycoproteïnen, dit zijn eiwitten die gekoppeld zijn aan één of meer suiker- eenheden(oligosacchariden) en glycanen.  Om de glycoproteïnen op te bouwen heb je een gezonde darmflora nodig.

Lekke darm

Als je een tekort aan darmbacteriën hebt, kun je geen goed darmslijmvlies opbouwen. Zo kan de darmwand poreus worden waardoor er ontstekingen en infecties kunnen ontstaan.  Ik onderzoek al mijn cliënten met histamine klachten op hun darmgezondheid. Het valt mij op dat heel vaak een groot tekort aan Lactobacillen, Bifidobacterien en Bacteroides bacteriën zie. Niet iedereen heeft een lekke darm, maar het komt wel veel voor. Om histamine goed af te kunnen breken, moet je dus zorgen dat de darmflora verbetert zodat het darmslijmvlies kan herstellen.
Bij de één is een probiotica en aangepaste voeding voldoende, bij de ander niet. De darmflora willen maar niet toenemen, waardoor het darmslijmvlies niet herstelt.

Enzymen en genen

Als dit het geval is, kan er sprake zijn van een genetisch probleem waarbij een enzym minder goed werkt, of zelfs niet werkt. Dit enzym heet 2FL produceert fucose, dit zijn suikereenheden die gekoppeld zijn aan glycanen. Glycanen  zijn een onderdeel van de glycoproteïnen. FUT 2 is het gen wat het enzym 2FL produceert.

Daarnaast is er het MUC2 gen, dit produceert gelvormende glycoproteine wat uit meer dan 5100 aminozuren en suikers (oligosacchariden) bestaat. De suikers zorgen voor de gelvorming.  

Goedwerkende Muc 2 en Fut 2 genen zijn belangrijk voor voldoende darmflora omdat zij zorgen voor een gezonde slijmlaag waarin de bacterien kunnen vermeerderen.

Wat doet het darmslijmvlies?

In de dunne darm ligt het slijmvlies als een laag over de darmvlokken heen. Het slijmnetwerk is hier losjes zodat voedingsstoffen makkelijk opgenomen kunnen worden. Om te voorkomen dat opportunistische bacteriën uit deze omgeving ontsnappen, wordt het slijm in de dunne darm geladen met afweer moleculen. Zie het als een elektrische afrastering. De immunoglobuline A(sIgA) en Alfa-defensine A zorgen er daarnaast nog voor dat de pathogene bacteriën de darmwand niet kunnen passeren. 

Bij een ontlastingsonderzoek voor de darmgezondheid wordt dan ook altijd de sIgA gemeten. Als deze te laag is is de weerstand in de darm te laag en is de darmwand niet goed beschermd tegen pathogene stoffen. Als de sIgA te hoog is, zijn er infecties of ontstekingen. Ik zie in de darmonderzoek vaak een tekort aan de Bacteroides soorten. Deze bacteriën kunnen mucine glycanen als energiebron binden  en ze metaboliseren. Als de glycanen afgebroken worden komen er afvalstoffen (metabolieten) vrij die de F.Prausnitzii bacteriën voeden.

Een mutatie in het FUT 2 gen wordt geassocieerd met de ziekte van Crohn. FUT 2 heeft alleen invloed op de slijmvlies bacteriën en niet op de bacteriën in de ontlasting. 

Om het Muc2 gen en de dus de productie van slijmvlies te stimuleren zijn de Lactobacillen en Bacteroides bacteriën belangrijk.

Suiker, koolhydraten en de darmflora

Het darmslijmvlies is opgebouwd is uit glycoproteïnen die voor het grootste deel uit suikers bestaan. Koolhydraten zijn de belangrijkste voedingsstoffen voor de darmflora.

Je zou dan denken dat voor een goed herstel de complexe koolhydraten gunstige voeding voor de darmflora zijn. 

Dat zijn ze ook, maar tegelijkertijd zijn er veel mensen die problemen hebben met het verteren van de deze complexe koolhydraten doordat ze al een tekort aan bacterien hebben. 

Het is ook mogelijk om de glycanen uit de gastheer zelf te halen, voeding alleen is niet de bron. Het verschilt per persoon of iemand kan overschakelen van glycanen uit voeding naar glycanen uit het lichaam zelf. 

Om voldoende Bacteroides en Lactobacillen op te bouwen kun je plantaardig eten. Dit kan alleen als je geen darmklachten en voedselintoleranties hebt. Histamine intolerantie, gaat vaak gepaard gaat met andere intoleranties. Het is het beter bij histamine klachten de complexe koolhydraten uit granen en peulvruchten te laten staan. Eet liever meer gekookte groenten met makkelijke afbreekbare vezels en dierlijke proteinen te eten. De Bacteroides soorten voeden zich met verschillende polysacchariden, ook uit vezelarme producten. 

Steeds meer mensen eten tegenwoordig plantaardig omdat dit beter zou zijn voor de darmen en de algehele gezondheid. Hieronder zie je een aantal van de stellingen die worden aangegeven om voor een plantaardig dieet te kiezen. Ik leg daarbij uit dat er nuances zijn en waarom dit niet persé het beste is.

Stelling 1: Plantaardig eten is beter voor de darm

De voorstanders van plantaardig eten zullen nu zeggen dat een plantaardig dieet zorgt voor een dikkere slijmlaag in de dunne darm. Dit klopt, de suikers in complexe koolhydraten zorgen voor een dikkere slijmlaag, dit is goed als je veel anti-nutrienten binnenkrijgt. Anti-nutrienten zoals fytinezuur en lectinen zitten alleen in plantaardige producten met complexe koolhydraten.  


Stelling 2: Als je meer vlees en gekookte groenten eet heb je een dunnere slijmlaag, dit zou je meer vatbaar maken voor pathogene bacterien

Dat klopt ook. We hebben het hier dan over Clostridium soorten die je vind in gedroogde en voorgekookte vlees en vissoorten en op rauw vlees en vis. Een Clostridium infectie kun je oplopen in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en andere plaatsen waar men catering verzorgt en eten is voorbereid. Het beste is natuurlijk om zelf te koken en zelf de controle over je voedsel te hebben. De kans op een Clostridium infectie is heel erg klein, zeker als je gezond en vers eet. De darmflora zal na herstel sterk genoeg zijn om Clostridium niet de overhand te geven.

Je wilt dus een gezond niet te dun slijmvlies. Als je geen complexe koolhydraten eet,  versterk het dan door voldoende Bifidobacterium longum en Lactobacillus bacterien in probioticavorm te nemen.

Ondersteun je darmflora en herstel

Want wat het slijmvlies het meest aantast is een doorsnee westers dieet. De combinatie van suikers (witte enkelvoudige koolkhydraten), verzadigd vet en weinig voedingsvezels (vooral die combinatie) zijn het meest ziekmakend. Je ziet dan een dunnere slijmvlieslaag en minder MUC2 activiteit. Dit activeert het RELMβ  gen waardoor het aantal lactobacillen verlaagt.

Door meer eiwitten te eten, je kunt zelfs een carnivoor dieet volgen, zullen de lactobacillen toenemen en bacteroides licht afnemen.  Vooral rundvlees zorgt voor een toename van lactobacillen. Ook sojabonen zijn een goede bron voor de lactobacillen, maar kunnen weer hormonale problemen veroorzaken.

Stelling 3: Bij veel vleesconsumptie nemen sommige goede bacterien af

Ja, maar dat is niet erg, want de bacteriën die afnemen zijn de bacteriën die je nodig hebt om koolhydraten te verteren. Als je deze niet eet, heb je de bacteriën ook niet nodig en dus verminderen ze in aantal. De bacteriën die verhogen, zijn de bacteriën die eiwitten afbreken. Dus logisch dat deze verhogen. Zou je weer terug gaan naar een plantaardig eetpatroon dan nemen de bacterien die koolhydraten verteren vanzelf weer toe. De darmflora is een levend orgaan dat zich aanpast aan je voeding. Herstel van de darmflora is niet persé het terug brengen van alle bekende bacterien.

De drie belangrijkste en grootste bacteriegroepen zijn Bacteroides, Lactobacillus en Bifidobacterium. Nu wordt gezegd dat bacteroides je meer vatbaar voor infecties en ontstekingen maakt en dat ze zelfs kanker veroorzaken. Dit moeten we even nuanceren.

Bacteroides, breken net als Lactobacillen en Bifidobacteriën pathogene microben af. (*) En zijn dus niet per definitie slecht. Het is de helft van je darmflora, dus erg belangrijk. Als je meer dierlijke producten eet, stijgen de  Bacteroides, maar ook de Lactobacillen, deze houden de Bacteroides in evenwicht. De Bacteroides zijn is grootste bacteriegroep in de darmen. 


Stelling 4: Zijn bacteroides ontstekingsbevorderend? 

Alleen de Bacteroides fragilis, en er zijn 10 soorten Bacteroides, waarvan alleen B.fragilis ontstekingen veroorzaakt. Deze bacterie woont in onze darmen, alleen als specifiek deze soort verhoogt, ontstaan er infecties en kan er darmkanker ontstaan. Een infectie met deze B.Fragilis kan ontstaan als de bacterie in de bloedbaan of omliggend weefsel komt door een operatie, ziekte of trauma zoals wonden. Van alle bacteroides is B.fragilis slechts 1% pathogeen.

Bacteroides voeden zich met gefermenteerde suikerderivaten uit planten, deze stoffen bevinden zich in de dikke darm en zijn potentieel giftig. 

De Bacteroides Thetaiotaomicron zet deze suikers om naar fermentatieproducten die dan juist weer goed zijn voor de mens. Bacteroides kunnen zijketens van galzuren verwijderen waardoor galzuren teruggaan in de lever circulatie. 

Stelling 5: Lactobacillen kun je het beste uit gefermenteerde groenten halen

Nee, niet persé, je kunt Lactobacillen ook laten toenemen zonder gefermenteerde groenten of yoghurt en zonder veel granen en peulvruchten. Ga meer bewegen; bijvoorbeeld wandelen en fietsen zorgt al voor een verhoging van lactobacillen. Maar wat vooral heel goed werkt is het consumeren van eiwitten. 

Om Lactobacillen te verhogen adviseert men ook vaak meer planten te eten en meer gefermenteerde producten die de L.Casei bevatten.

L.Casei is een melkzuurbacterie afkomstig van caseine, het eiwit in zuivel.  Je kunt het dus prima uit zuivel halen. Maar ook en dat is voor velen een verrassing, uit dierlijke eiwitbronnen. 

Voedingsbronnen voor herstel van de darmflora

In een onderzoek onder ratten zag men dat het aantal lactobacillen ook prima groeiden bij een dieet met veel vlees. (*) De ratten werden de ratten 14 dagen met eiwitten gevoed.

Het aantal Bacteroides en Fusobacterium en Prevotella namen af. Wat begrijpelijk is, omdat deze bacterien van plantaardige suikers leven. De ratten kregen twee weken vlees, vis, zuivel  en soja te eten. Rundvlees zorgde voor de grootste toename van lactobacillen, gevolgd door soja, varkensvlees, vis en als laagste caseine.

Het eten van rundvlees en andere eiwitten zorgen zo voor een hoger aantal lactobacillen.

De lactobacillen beschermen de darmwand tegen pathogenen en het verlaagt ontstekingen. Het hoge aantal lactobacillen in proteïnen in vlees kunnen de gastheer helpen. 

De ratten die hun eiwitten van rund, varkensvlees en vis kregen hadden meer Firmicutes bacterien. De ratten die gevoerd werden met caseïne (zuivel) en soja eiwitten hadden meer Bacteroidetes. De caseine en soja groep had ook meer spirocheten. (De Borreliabacterie/ziekte van Lyme is een spyrocheet) De dieren kregen maar 14 dagen aangepaste voeding. Het is dus hierbij niet duidelijk wat de darmflora op de lange termijn doet.

Vis zorgde voor de grootste bacteroides toename, gevolgd door soja, caseine, varkensvlees en als laagst rundvlees.


Stelling 6: Plantaardige voeding herstelt de darmflora doordat er meer gezonde korte keten vetzuren zijn

SCFA zijn korte keten vetzuren, deze zijn belangrijk voor de productie van butyraat (boterzuur) en acetaat (azijnzuur).  Er zijn minstens 81 verschillende glycoside hydrolase families in de darmbacteriën betrokken bij de zetmeel en sucrose metabolisme. Als je veel plantaardige voeding gebruikt, zul je dan ook voldoende butyraat en acetaat hebben. Butyraat is een van de belangrijkste energiebronnen voor de darmepitheelcellen. Als je een tekort aan butyraat hebt, kan de darmwand niet goed herstellen.

Door meer vlees te eten, daalt de SCFA doordat er minder vezels gefermenteerd worden. De Bacteroides bacterien kunnen wel een serie multi-enzymen systemen gebruiken; de Sus-achtige systemen, om SCFA’s te produceren. Van de verschillende proteine bronnen is soja wel het proteine wat het meeste SCFA produceert. (maar ja..de werking van soja…hormonen, schildklier, lectinen, fytine..)

De compositie van aminozuren in verschillende eiwitbronnen in een dieet zorgen voor andere SCFA producten:

De darmbacteriën kunnen acetaat, butyraat, propionaat, isobutyraat en isovalerisch zuur produceren, dit zijn allemaal korte keten vetzuren die belangrijk zijn voor de darmgezondheid.

De SCFA’s kunnen door darmbacterien  geproduceerd worden van aminozuren:

  • Acetaat geproduceerd van glycine, alanine, threonine, glutamaat, lysine en aspartaat
  • Butyraat geproduceerdvan glutamaat en  lysine
  • Propionaat geproduceerd van  alanine en threonine
  • Isobutyraat en isovalerischzuur geproduceerd van valine and leucine [*]

De reden dat soja een zorgt voor een hoge SCFA productie is dat het nog niet geheel verteerd is als het in de dikke darm komt, de soja fermenteert dan in de darm met behulp van bacterien en zo worden er meer SCFA’s geproduceerd. Als er meer SCFA’s zijn zie je ook een hoger aantal Bacteroides en Prevotella, zij zijn de voornaamste producenten van propionaat en SCFA’s.  (*)

Is een dieet met meer eiwitten dan het beste?

Op zich maakt het niet uit waar een mens zijn eiwitten vandaan haalt. Je kunt gezond leven van zowel plantaardige als dierlijke voeding.

Als je echter voedselintoleranties hebt, is je darmflora vaak uit balans is. Hierdoor is dan het darmslijmvlies niet meer in tact. Een lekke darm, darmdysbiose of SIBO komen heel vaak voor. Herstel de darmflora door alle granen en peulvruchten weg te laten. De vraag is daarnaast: welke groenten vormen dan nog een probleem? 

Vers vlees, kip, verse witvis en eidooiers geven zo goed als geen problemen omdat het lichaam zelf ook van vlees en eiwitten gemaakt is. Wij zijn geen groenten en het lichaam verteert dierlijke producten veel makkelijker dan plantaardige. Als je je ontlasting bekijkt en er zitten onverteerde resten in, dan zijn dit nooit onverteerde eiwitten, wel onverteerde groenten. Het zijn vooral de complexe koolhydraten en groenten met veel vezels, en vooral rauwe groenten die een probleem vormen. 

Koolhydraat arm dieet voor herstel darmflora

Wil je de darmflora herstellen dan is naar mijn idee een AIP, Paleo, Ketogeen of zelfs in sommige gevallen een Carnivoor dieet de beste oplossing voor herstel. Een ketogeen dieet wordt ook voorgeschreven bij kanker. Het Terry Walsh dieet voor multiple sclerose is een variant op Paleo, het KeerDiabetes2Om programma is gebaseerd op koolhydraatarm eten. 

In alle programma’s waar de gezondheid hersteld moet worden en werkt men met het sterk verlagen van de koolhydraten. 
Natuurlijk zijn er mensen die met een vegan of raw dieet opknappen. Toch zie je dan dat men na een aantal jaar weer dierlijke producten gaat eten omdat ze moe zijn en gezondheidsklachten krijgen. (Ja, zelfs de Dalai Lama eet vlees(*)) Je moet echt sterk in je schoenen staan om dit soort dieten uitgebalanceerd te kunnen volgen. Ik zag laatst Joe Cross, de man van de sappen, hij kreeg zijn gezondheid en gewicht terug met sapkuren. Nu is hij nog steeds actief, maar is weer in gewicht aangekomen. Hij ziet er niet zo gezond meer uit. (*).

Er zijn al vele veganistische rawfood gezondheidsgoeroe’s van hun geloof afgevallen en teruggegaan naar een dieet met ook dierlijke producten. Je lichaam houd van dierlijke eiwitten, ongeacht wat je hoofd ook zegt.

Ik adviseer in eerste instantie te luisteren naar wat je lichaam jou vertelt. Dit kan het tegenovergestelde zijn van wat de huidige norm is betreft gezonde voeding en een gezond milieu. Minder vlees eten is beter voor het milieu. Dat dit veel genuanceerder ligt dan men nu doet voorkomen, kun
je in dit artikel lezen.

Meer informatie over histamine intolerantie en MCAS vind je in de kennisbank, cursussen en het MCAS balans programma op mestcelactivatiesyndroom.nl

functional image

DPP4, een histamine afbrekend enzym

De kans is groot dat je op deze blog bent gekomen omdat je op google zocht naar meer informatie over DPP4 verlagende medicatie en Diabetes. Misschien heb je deze voorgeschreven gekregen van je arts en wil je weten hoe het werkt. Dan ga ik je verbazen en hopelijk verblijden met de volgende informatie die waarschijnlijk het tegenovergestelde is van wat je arts je vertelde: Je moet DPP4 verlagen. Ik ga je haarfijn uitleggen waarom je dit juist niet moet doen!

Daarnaast rijst je de vraag, wat heeft Diabetes type 2 met histamine intolerantie te maken? Het is gebleken dat heel veel mensen insuline resistent zijn. Uit onderzoek blijkt dat MCAS onder andere door insuline resistentie veroorzaakt kan worden. Insuline resistentie is een voorloper van Diabetes type 2. Als je resistent bent voor insuline kan het suiker niet goed uit je bloed gehaald worden en drogen de cellen uit. Op het moment dat cellen dreigen uit te drogen, wordt histamine geactiveerd om de cel van vocht te voorzien. Histamine helpt dus celdood te voorkomen. Hoera voor histamine! En een grote BOE! voor suiker.

DPP4 is een van de enzymen wat histamine uit voeding afbreekt. Diamine Oxidase breekt het meeste af,maar DPP4 mag je zeker niet vergeten.

Wat is DPP 4?

DPP4 is een enzym (eiwit) met meer dan 70 functies en helpt bij de afbraak van exorfinen uit gluten en caseïne. Het gaat hierbij om gliadin morfine 7 (GMP 7) en bèta casomorfine 7 (BCM7) voornamelijk uit koeienmelk type A1, ik schreef hier al eerder over het verschil tussen A1 en A2 melk.

Exorfinen zijn morfine-achtige stoffen. De exorfinen zorgen dat het immuunsysteem de wand van de dunne darm aanvalt waardoor je gevoelig wordt voor gluten. Je hebt dan geen Coeliakie, maar wel glutenintolerantie officieel noemt men dat Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS).
De darmwand wordt hierdoor aangetast en er kan zich hierdoor een lekke darm ontwikkelen waardoor er verschillende ziekten zich kunnen ontwikkelen, waaronder histamine intolerantie.

Als je gluten en/of caseïne eet krijg je een tevreden gevoel, je kunt hier aan verslaafd raken. Exorfinen zijn tenslotte morfinen. Dit gevoel ontstaat doordat de exorfinen zich in de hersenen aan endorfine binden. Als je veel gluten en caseïne eet, dus bijvoorbeeld veel brood, pasta, koekjes, kaas, melk krijg je veel exorfinen binnen en kunnen endorfinen uitgeput raken, de endorfine receptoren worden dan geblokkeerd en er wordt tegelijkertijd minder dopamine afgegeven. Endorfine is de stof die je zo’n prettig gevoel heeft.
Hierdoor kun je juist meer trek hebben in zoetigheid. Je wilt dat de dopamine omhoog gaat. Je kunt concentratieproblemen hebben, ADHD, autisme, schizofrenie, verslavingen, eetstoornissen en depressie doordat je teveel exorfinen hebt.

Diabetes type 2

Doordat er teveel exorfinen zijn en ga je meer eten en heb je kans op obesitas en diabetes type 2. Je verlangt vooral naar caseine, zuivel met veel vet en naar gluten, brood, koekjes, pasta en de combinatie van deze twee is funest voor je gezondheid. Doordat je veel koolhydraten en vetten binnenkrijgt kun je insuline resistent worden en kun je uiteindelijk diabetes type 2 krijgen. Zoals ik zei wordt bij een te hoog suikergehalte in het bloed histamine uit mestcellen vrijgelaten om celdood door uitdroging te voorkomen. MCAS kan zo ontstaan.

DPP 4 en de darm

Het is dus belangrijk dat er niet teveel exorfinen in je darmen en hersenen komen. In je een gezonde dunne darm bevindt zich het dipeptidylpeptidase (DPP4) enzym, dit enzym breekt eiwitten af en wordt onder andere door de epitheelcellen in de darm gemaakt. (Ook in de alvleesklier, luchtwegen en het oorkanaal). Er zijn meerdere enzymen die eiwitten af kunnen breken, maar DPP4 is het enige enzym wat de eiwitten van gluten en caseïne af kan breken en is dus erg belangrijk. Als hier een tekort aan is, kunnen de exorfinen dus niet door een ander enzym afgebroken worden.

Tekort aan DPP 4

Zoals gezegd zorgt een tekort aan DPP4 voor een gluten en caseïne overgevoeligheid en diezelfde gluten en caseïne veroorzaken ook een tekort aan DPP 4. Dus als je tarwe, rogge, kamut, spelt en zuivel van A1 koeien blijft gebruiken, zul je nooit uit de vicieuze cirkel komen.

Bij diabetes type 2 worden ook nog wel eens DPP 4 remmers als medicatie gegeven omdat het bloedglucosegehalte dan daalt. Door deze medicatie vererger je de situatie. Door een nog verdere daling van DPP4 worden de darmen nog verder aangetast. De bijwerkingen van deze medicatie zijn darmklachten, hoofdpijn en infecties van long en luchtwegen en griep en verkoudheidsverschijnselen. Het laatste wat je wil doen in dit geval is je DPP4 verlagen.

Zorg dus dat je de oorzaak aanpakt: Wat veroorzaakt een bloedsuikerverhoging: het eten van veel koolhydraten en suikers. Dus de trek in koolhydraten moet je verlagen. En dat doe je door de darmgezondheid te verbeteren zodat het endorfine systeem niet overbelast wordt.

Dus eet geen gluten en caseïne meer en let op de volgende factoren die tevens het DPP4 enzym verlagen

  • Dynorfinen zijn opioïde peptiden(eiwitten) Het endorfinesysteem heeft 3 soorten receptoren: KOR, DOR en MOR. Dynorfinen activeren KOR en deze receptoren remmen MOR en DOR. Exorfinen en andere opiaten activeren dynorfinen. Dynorfinen remmen dopamine, het DPP-IV enzym en BDNF. BDNF is een belangrijke stof voor het overleven van neuronen. Het beschermt de hersenen tegen neurodegeneratie, een problematiek die voorkomt bij geheugenproblemen, de ziekte van Alzheimer en Parkinson .
  • Histamine is een stof die vrijkomt bij allergische reacties en voedingsintoleranties. Histamine is een dynorfine activator.
  • TNF-alfa komt vrij bij een mestcel reactie bij allergie, histamine-intolerantie, voedselintolerantie, MCAS.
  • TGF-beta (transformerende groei factor)
  • Hyperinsulinemie (stofwisselingsziekte met verhoogd insuline)
  • Kwik (amalgaam vullingen, vis, vaccins), laat amalgaamvullingen verwijderen en ontgift van zware metalen met een speciaal programma.
  • Cadmium in sigaretten Ook meeroken kan voor een te hoog cadmiumgehalte zorgen. Ontgift van zware metalen met een speciaal programma. Ook als je vroeger gerookt hebt, kun je nog steeds cadmium in je diepere weefsels hebben.
  • Calcium suppletie Het nemen van DPP-IV producten mag liefst niet gecombineerd worden met de extra inname van calcium.
  • Insecticiden, herbiciden en pesticiden: eet biologisch
  • Cholecystokinine, een neurohormoon dat de galblaas stimuleert tot het afscheiden van gal. Cholecystokinine veroorzaakt een toename van dynorfine. Exorfinen veroorzaken een sterke toename van cholecystokinine wat op termijn kan leiden tot het ophopen van galstenen en galblaas infecties (helaas wordt er veel te snel overgegaan tot het operatief verwijderen van de galblaas). Gluten veroorzaakt een acht keer langzamere lediging van de galblaas door toename van cholecystokinine.
  • Gierst bevat een DPP 4 verlagende stof. Parelgierst wordt soms gebruikt bij het maken van bier.
  • Polyfenolen. Komen van nature voor in planten en groenten. In natuurlijke vorm zijn polyfenolen gezond. Geconcentreerde polyfenolen (extracten) gebruikt in voedingssupplementen zijn giftig omdat ze een sterke DPP-IV remmende werking hebben. Sommige van deze polyfenolen remmen het DPP-IV enzym sterker dan de DPP-IV remmende geneesmiddelen die aan diabetici worden voorgeschreven. De polyfenolen werden in dit onderzoek R ingedeeld in drie groepen: Groep 1 (sterkste remmers): resveratrol, luteoline, apigenine en flavonen. Groep 2 (matige remmers): naringenin, hesperetin, cyanidin-3-glucoside, kaempferol en malvidine. Groep 3 (zwakke remmers): cyanidine, quercetine en koffiezuur. Waarbij quercetine een zo sterke histamine verlagende werking heeft en slechts een kleine verzwakking van het DPPIV enzym dat het geen probleem is deze te gebruiken.
  • Druivenpitten (ook in olie en druivenpitten supplementen zoals proanthenol en resveratrol).
  • Naringin: een flavonoïde, zit in grapefruit en sinaasappelschillen (commercieel sinaasappelsap uit extracten bevat schil restanten). Naringin blokkeert niet alleen de P450-detox-enzymen (CYP3A4 en CYP1A2) maar ook het DPP-IV enzym.
  • Fosforzuur: (een smaakversterker in bijna alle frisdranken)
  • Chitosan is een natuurlijk voorkomende polysacharide met antibacteriële werking. Het wordt gebruikt in deodorants, waterverzachters, waterfilters en voor het klaren van wijn. Chitosan is een sterke DPP-IV remmer (80% verminderde activiteit van het DPP-IV gen) gebruik geen Chitosan supplement om je bindweefsel te versterken bij MCAS. Bovendien wordt het van schaaldieren gemaakt die histamine vrijmaken uit mestcellen. 
  • Fluor en fluoride (tandpasta)
  • Wei : bv. in proteïne shakes

Leefstijlfactoren

  • Uitgaan: Bijna alle drugs maar vooral dopamine stimulerende drugs als dextro-amfetamine en amfetamine/speed, Ritalin, roken, alcohol activeren dynorfinen waardoor DPP 4, dopamine en BDNF geremd wordt.
  • Chronische en belastende stress. Stress activeert het CRH-hormoon, dat op zijn beurt dynorfine activeert.

Medicatie en supplementen met DPP 4 verlagende werking

  • DPP-IV remmers: wordt voorgeschreven bij diabetes! DPP-IV remmers verhogen de kans op psychose en andere dopamine verstoringen bv. verslaving en gewelddadig gedrag
  • Dopamine stimulerende medicatie (bv. Ritalin®/Rilatine® R, dextro-amfetamine R, Levodopa® R), activeren dynorfine.
  • Glucocorticoïden corticosteroïden, worden voorgeschreven bij ontstekingen en allergieën, het onderdrukt het immuunsysteem. Wat toch al onderdrukt wordt door het teveel aan exorfinen.
  • Ezetimibe en statines (cholesterolverlagers)
  • Chlorambucil (chemotherapie)
  • Antipsychotica
  • EDTA  (een zware metalen chelator)
  • Adenosine
  • Forskolin (vetverbrander voor gewichtsverlies)
  • Antibiotica
  • Efedrine (hoestdranken, drugs)
  • Rauvolfia serpentina/slangenhout (een van de 50 meest gebruikte kruiden in de Chinese geneeskunde)
  • Berberine: een vaak toegepast voedingssupplement, komt ook voor in Relora® (productnaam van een voedingssupplement met extracten van Phellodendron amurense)
  • Epicatechine derivaten: antioxidanten concentraten uit groene thee, rode wijn en chocolade. Het nemen van teveel antioxidanten via supplementen is toxisch.
  • Teveel zink: (bv. door hoge doseringen in voedingssupplementen. Chlorella, tarwe en andere granen kunnen een zink-tekort veroorzaken. Magnesium versterkt de binding van de endorfine receptoren in de hersenen van ratten, terwijl zink deze magnesium interventie neutraliseert

DPP4 verhogen

  1. Stop met het gebruik van gluten en zuivel. Je kunt proberen A2 zuivel te gebruiken. In Nederland is A2 melk verkrijgbaar van Jersey koeien. Veel ambachtelijke kaas uit zuid-Europa wordt gemaakt van koeien die A2 melk geven. Lees hier meer over A2 melk. Het veiligst is om in de herstelfase helemaal geen zuivel te gebruiken.
  2. Eet koolhydraatarm: veel groenten, eiwitten en vetten. Zorg altijd dat groenten de basis vormen. Vetten lijken DPP4 in de darmen en nieren te verhogen. De huidige reguliere aanpak bij diabetes is om DPP4 te verlagen, door middel van medicatie en de vetinname te verlagen. Je blijft dan koolhydraten en caseine eten en er wordt niet gekeken naar de gluten en caseïne gevoeligheid door een tekort aan DPP 4. Als je dan ook nog DPP 4 verlagende medicatie gebruikt wordt de situatie van kwaad tot erger. Je diabetes zal dan niet overgaan.
    Misschien ken je het programma van Voeding Leeft: Keer Diabetes 2 om, in dit programma wordt er koolhydraatarm gegeten. Dit ondersteunt het principe wat ik hierboven uitgelegd heb. Je herstelt de oorzaak van je diabetes: exorfinen belasting en tekort aan DPP 4. De basis van je gezondheid zijn gezonde darmen.
  3. Betreft de lange lijst met DPP 4 verlagende stoffen, gluten en caseine zijn de veroorzakers van een te laag DPP 4, probeer rekening te houden met je voeding en supplementen. Eet vers en onbewerkt, geen frisdranken en chemicalien. Eet zoveel mogelijk biologisch.
  4. Heb je darmklachten, glutenintolerantie en misschien ook wel caseine allergie en heb je moeite om koolhydraten te laten staan waardoor je diabetes hebt ontwikkeld? Start dan zo snel mogelijk met een dieet zonder gluten en caseïne en begin met supplementeren van DPP4 enzymen. En stop met de DPP 4 remmers als je die nu gebruikt.

Overleg deze aanpak wel eerst met je huisarts. laat hem/haar dit artikel lezen.. Ik kan je begeleiden met het herstellen van je darmen waardoor je geen insuline of andere medicatie kunt verminderen of zelfs helemaal kunt stoppen.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Genen lezen

Had jij als kind symptomen die leken op histamine klachten, maar zijn deze pas verergerd op latere leeftijd? Bijvoorbeeld na een periode van stress en/of darmproblemen al dan niet door een of meerdere antibioticakuren? Waren de klachten vroeger mild en dacht je dat het normaal was en dat iedereen wel van die momenten van jeuk, loopneus, buikpijn of vermoeidheid had?

Pas na een crisis in het lichaam kom je tot de conclusie dit is niet normaal! Je vergeet dat je als kind al kleine dingetjes had, die, als je er nu op terug kijkt wel degelijk wijzen op een teveel aan histamine en moeilijkheden met afbreken histamine, hormonen en afvoeren van gif- en afvalstoffen.

Je hoopt natuurlijk dat jouw klachten geen genetische oorsprong hebben en dat je met een goed dieet en genoeg rust voldoende hersteld. Die mensen zijn er, echt waar, maar vaker blijken mensen één of meerdere genetische mutaties (ook wel polymorfisme/SNP genoemd) te hebben waardoor je lichamelijke klachten hebt. Het betekent dan niet dat je niets aan je klachten kunt doen. Jouw gezondheidsstaat kun je terug brengen naar hoe je was als kind, of zelfs beter. Als je weet welke genen bij jou niet of niet goed werken, kun je deze genen ondersteunen met voeding, mineralen en vitaminen. Je kunt je genen beinvloeden.

Het is niet zo dat als je een mutatie hebt, sommige processen minder goed verlopen, het betekent dat je vatbaar bent en dat je een verhoogd risico hebt op een bepaalde aandoening op het moment dat je lichaam uit balans of ziek is. Je kunt veel mutaties hebben en nergens last van hebben. Mijn ervaring is dat alle klachten die ik heb, terug te lezen zijn in de genetische mutaties, maar dat er ook een hoop mutaties zijn waar ik (gelukkig nog geen en hopelijk nooit) last van heb.  Ik weet bijvoorbeeld dat mijn lichaam moeite heeft om oestrogeen af te breken en dat ik daardoor gevoeliger ben voor borstkanker, wat betekent dat ik zelf er zoveel mogelijk aan moet doen om oestrogeen af te breken, want ik vertoon meerdere tekenen van oestrogeendominantie.

Enzymen

Het belangrijkst is dat je zorgt dat er voldoende enzymen zijn om histamine af te breken, daarnaast moet je zorgen dat bacterien en mestcellen minder histamine produceren.

DAO (diamine oxidase) wordt in darm uitgescheiden, verlaagt histamine buiten de cellen.

De genen AOC1/ABP1 kunnen bepalen hoeveel DAO er wordt geproduceerd. Er zijn meer genetisch mutaties die de DAO productie aantasten. Als je een polymorfisme hebt betekent dat niet direct je een SNP hebt en daardoor histamine intolerantie. Je bent er wel meer vatbaar voor, dat betekent dat als je een tekort hebt aan voedingsstoffen, je darmen en lever niet goed werken en je stress hebt, er histamine intolerantie kan ontstaan, je moet dus meer opletten dat je goed voor jezelf zorgt.

Genen en histamine intolerantie

Van het AOC1 gen heb je 5 mutaties/polymorfismen  die zorgen voor een verminderde DAO activiteit. Belangrijk om te onthouden dat er dus wel voldoende DAO aangemaakt wordt in de darmen maar dat het niet voldoende geactiveerd wordt. Als je deze genmutaties(s) hebt, dan is het belangrijk om de cofactoren, aan te vullen zodat de activatie plaats kan vinden.

Om DAO te activeren heb je voldoende vitamine C, B6, B12, ijzer en koper nodig. Heb je histamine intolerantie laat dan eerst je zink en koper meten.  Als het zinkgehalte hoog is, kan koper niet voldoende opgenomen worden.

Onderstaande SNP’s zijn de meest belangrijk:

C47T, C995T, C1933G/T  deze mutaties eindigen op een ‘T’  dat betekent dat er een verminderde verminderde DAO activiteit is waardoor er zich de volgende symptomen kunnen voordoen: histamine intolerantie, angst, problemen met regulatie lichaamstemperatuur, diarree, hoofdpijn, lage bloeddruk, rode huid samen met ontsteking en irritatie.

G1437A wordt geassocieerd met verminderde DAO activiteit en histamine intolerantie. Deze genmutatie zie je vooral bij Aziatische mensen. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)

A1975C, de C aan het eind van dit gen is ook een indicatie van verminderde DAO activiteit. Deze mutatie zie je vooral bij mensen van Afrikaanse afkomst. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)

Lees hier meer over FUT en MUC genmutaties.

Migraine

Mensen met de MTHFR SNP C667T ervaren vaker en meer ernstige migraine. 40.9 % van de mensen met migraine met aura heeft de T/T variatie van C667T. In een onderzoek onder migrainepatienten met het MTHFR variatie gaf men de patienten 6 maanden lang folaat, vitamine B6 en B12. De migraine klachten verminderden en dit ging gelijk op met de verlaging van homocysteine.

AOC1 en HNMT lijken ook een rol te spelen bij de vatbaarheid voor migraine doordat deze twee gen mutaties zorgen voor een verhoogd histamine gehalte.

Dit zijn niet lang niet alle genen die besproken worden als je je genen laat onderzoeken.

Wil je weten of je een gen mutatie hebt, bestel dan een speeksel DNA test van ancestry.com. Bestel niet de health versie, maar de goedkoopste ancestry. Als je de uitslag binnen hebt kun je deze naar mij sturen, dan laat ik het uitlezen en maak ik een verslag van de belangrijkste genen die een rol spelen bij histamine intolerantie en darm- en lever- en hormonale klachten/

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

1 december start de inschrijving voor het Histamine Darmherstel Plan.
Schrijf je in op de nieuwsbrief om een herinnering te krijgen voor inschrijving.

Bindweefsel en histamine

In ieder bindweefsel van ons lichaam bevinden zich mestcellen, deze beschermen ons tegen giftige stoffen en infecties. Bij het mestcelactivatie syndroom (MCAS) reageren deze mestcellen te snel en te veel. Er wordt dan door middel van mestceldegranulatie veel te veel histamine vrijgelaten. Je immuunsysteem valt dan je eigen lichaam aan, hierdoor ontstaan auto-inflammatoire processen en bepaalde auto-immuunziekten. 

 

Wat is mestcel degranulatie: in de mestcel zijn chemische stoffen als pakketjes opgeslagen dit noemt men granulen (korrels). Als deze granulen/pakketjes uit elkaar vallen heet dit degranulatie. Degranulatie gebeurt zodra de granulen door de celwand van de mestcel dringen. Dit gebeurt als reactie van de mestcellen zodra ze met een giftige stof of infectie in aanraking komen en is een normale reactie waardoor de ingepakte stoffen vrijkomen en hun werk kunnen doen. Eén van deze stoffen is histamine, andere stoffen die ook vrijkomen zijn de ontstekingsstoffen cytokinen en interleukines. De taak van  histamine is om lokaal andere cellen te versterken, de histamine vergroot de bloedvaten en maakt ze doorlaatbaar zodat de andere cellen makkelijker naar een lokale infectie kunnen om de infectie te bestrijden. Ook zorgt histamine voor ontsteking zodat op korte termijn een probleem op gelost kan worden. Als een ontsteking langer duurt kan je lichaam niet werken zoals het zou moeten werken. Langdurige ontstekingen kunnen onder andere ontstaan door een mestcel verstoring, zoals mcas en mastocytose.Ook bij histamine intolerantie is je lichaam in een hogere staat van ontsteking doordat er histamine uit mestcellen wordt vrijgelaten en niet goed kan worden afgebroken.

 

Een goed bindweefsel is stevig heeft normaal reagerende mestcellen, slecht bindweefsel is verslapt, zie het als een gelatinepudding met vruchtjes waar te weinig gelatine in zit. Als er te weinig gelatine in de pudding blijven de vruchtjes niet op hun plek zitten: er is beweging in de pudding.

De vruchtjes zijn de mestcellen, deze zullen door de beweging in het bindweefsel openspringen en histamine en ontstekingsstoffen vrijlaten..

 

Darmklachten door slap bindweefsel

Bij histamine intolerantie zijn vaak de darmen de oorzaak, dit is niet alleen doordat er te weinig voedingsstoffen zijn om het enzym DAO (diamine oxidase) te produceren én te activeren, maar ook door slap bindweefsel. Als het bindweefsel niet stevig is hebben de spieren moeite met samentrekken, zo kunnen je darmen moeite hebben met het voortstuwen van voeding en afval en kun je last krijgen van obstipatie, maar ook diarree kan ontstaan doordat rottende voedingsresten te lang in de darm blijven waardoor ongezonde bacteriën zich kunnen vermeerderen en darmklachten ontstaan als buikpijn en winderigheid.

 

Verzwakt bindweefsel kan ook een lekke darm veroorzaken, doordat de darmwand wordt aangetast.

 

De darmwand bestaat uit 3 lagen:

 

  • De binnenste laag, waar de voeding en het afval passeert is het slijmvlies, deze laag is sterk geplooid en bedekt met microvilli, dit zijn microscopisch kleine haartjes die voedingsstoffen opnemen. In deze laag liggen ook de kleine klieren die darmsappen produceren, waaronder DAO.
  • De middelste laag, de submucosa, is het bindweefsel, deze zorgt voor de stevigheid van de darmwand. Hier bevinden zich ook de mestcellen.
  • De buitenste laag is een dubbele spierlaag die ervoor zorgt dat de voedsel door de darm beweegt. De spieren trekken samen en ontspannen, hierdoor wordt de voedselbrij steeds een stukje vooruit geduwd.

Is het bindweefsel in je darm te slap, dan zorgen de mestcellen voor vrijlating van histamine en ontstekingsstoffen, hierdoor wordt het slijmvlies van de darmwand aangetast en verschrompelen de microvilli. De darmwand wordt vlakker en er ontstaan openingen waardoor afval en gifstof moleculen door het verslapte bindweefsel van darmwand kunnen dringen. Dit is een lekke darm.

Soepel maar stevig bindweefsel

Het bindweefsel is als het ware een sluis die voedings- en afval/gifstoffen doorlaat. Is het bindweefsel te slap dan kan het bindweefsel de afvalstoffen niet goed afvoeren, de cellen in het bindweefsel raken vol met afval en gif en er kunnen geen nieuwe voedingsstoffen opgenomen worden. Zo heb je niet alleen een lekke darm, maar ook een tekort aan voedingsstoffen.

Voor het afvoeren van de afval en gifstoffen en het doorvoeren van voedingsstoffen moet het bindweefsel soepel zijn. Bindweefsel bestaat grotendeels uit vocht en collageen. Collageen is soepel maar rekt niet, het zorgt voor stevigheid. Daarnaast bevat bindweefsel ook elastische vezels, deze zorgen voor de soepelheid. De soepelheid verschilt per locatie in je lichaam, het ene deel is vrij taai, het andere deel heel soepel.

Je wilt dus stevig maar soepel bindweefsel, niet alleen om mcas en histamine intolerantie te verminderen maar ook ontstekingsziekten en auto-immuunziekten. Het is geen toeval dat deze aandoeningen vaak samen voorkomen.

 

Hoe maak je stevig en soepel bindweefsel?

Beweeg

Beweging houd het bindweefsel soepel waardoor afval- en gifstoffen afgevoerd kunnen worden en voedingsstoffen opgenomen. Beweeg iedere dag minstens een half uur, al is het maar een blokje om wandelen, maar beweeg.

Massage

Je kunt een bindweefselmassage doen door je lichaam licht te masseren. Doe vooral geen diepe massage want als je bindweefsel verslapt is komen de mestcellen in beweging en zullen ze histamine vrijlaten.

 

Enzymen

Zorg voor voldoende enzymen, deze zorgen voor transport van de afval en gifstoffen en voor transport van de voedingsstoffen naar de lymfevaten, bloed en uiteindelijk naar de lever. Enzymen worden in je speeksel,  alvleesklier en lever geproduceerd. Voor je speeksel enzymen heb je een alkalische omgeving nodig, voor de alvleesklier en lever een zure omgeving (maagzuur). Heb je te weinig maagzuur dan produceren de alvleesklier en lever te weinig enzymen.  Je kunt ook enzymen via de voeding binnenkrijgen, de meeste enzymen zitten in rauwe voeding. Enzymen zijn aminozuren gekoppeld aan vitaminen of mineralen en dierlijke producten bevatten meer eiwitten dan plantaardige producten en bevatten dus ook meer enzymen. Als het je niet lukt om je lichaam van voldoende enzymen te voorzien, kun je een supplement nemen met enzymen, ik adviseer om een supplement te nemen waar ook DPP-IV enzymen in zitten.

 

Ontgiften

Het is verstandig om je lichaam te ontgiften zodat het bindweefsel opgeruimd wordt van afvalstoffen, de lever schoon wordt en het lymfevocht alle stoffen goed kan vervoeren. Doe dit onder begeleiding, want als je lichaam zwaar vervuild is kun je je lichaam te zwaar belasten met een strenge detox en kun je dus ook zware ontgiftingsverschijnselen krijgen.

 

Bouillon

Heb je alleen ontstekingen of een auto-immuunziekte dan kun je het beste een bouillon maken getrokken van botten, en dan het liefst visgraten omdat deze minder schadelijke stoffen bevatten. (antibiotica, groeihormoon, e.a.)

Heb je MCAS of histamine intolerantie, dan is de lang getrokken bottenbouillon een probleem, deze bouillon bevat veel histamine en veroorzaakt vaak een reactie. Wat je kunt proberen is eerst te beginnen met een bouillon van vlees getrokken en dan niet langer dan een uur trekken. Je drinkt dan veel van deze bouillon die gevuld is met groenten.

Als de darmwand herstelt is kun je overstappen op bottenbouillon. Het kan zijn dit hier enkele maanden overheen gaan.

 

Collageen

De reden dat bottenbouillon zo helend werkt is dat er veel collageen in zit. Collageen is de stof die zorgt voor elasticiteit en stevigheid. (Gelatine is collageen wat verhit is geweest.). Je bindweefsel bestaat grotendeels uit collageen. Als je geen bottenbouillon kunt of wilt gebruiken (bijvoorbeeld omdat je vegetarisch eet), kun je collageen in poedervorm nemen.

Great Lakes is een goed merk en is gemaakt van botten van grasgevoerde koeien.

Ergomax is ook een goed merk, deze poeder is gemaakt van kabeljauw graat.

De kabeljauw versie wordt het best opgenomen en zal je bindweefsel sneller herstellen, maar omdat deze dus van kabeljauw gemaakt is zijn er ook mensen die er op reageren ondanks dat het een hydrolysaat poeder is. Lees hieronder waarom de hydrolysaat vorm belangrijk is.

 

De minste kans op reactie is bij Great Lakes runderbotten poeder. Er zijn maar heel weinig mensen die slecht reageren op collageen poeder, dit komt omdat je mestcellen reageren op eiwitten in voeding, eiwitten bestaan uit aminozuren. Nu bestaat collageen ook uit aminozuren maar collageen poeder is gehydrolyseerd, dit betekent dat de aminozuren van elkaar los zijn gemaakt. De mestcellen zien de poeder niet als eiwit, maar als losse aminozuren, hierdoor zal het niet reageren.

 

Vegetarisch of Vegan Collageen

Eet je vegetarisch of veganistisch dan is het belangrijk om te weten dat collageen poeder gemaakt is van botten van grasgevoerde koeien. Er is geen plantaardige vorm van collageen die je lichaam op kan nemen. Het beste wat je kunt doen is te zorgen dat je lichaam voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt om sterk bindweefsel te kunnen maken. Dit is een langere weg dan direct collageen poeder in te nemen, maar het werkt wel.

 

Let op de volgende voedingsstoffen: Aminozuren: Proline ,lysine en arginine.Vitamine A, B2 en C. Mineralen koper, zink en mangaan,magnesium en  zwavel. En het flavonoïde Anthocyanine. Kijk voor een uitgebreide uitleg over vegetarisch/vegan eten op deze website.

 

Ondersteunende voedingsstoffen voor bindweefsel

Het vloeistof waarin het collageenvezels zich bevindt bevat belangrijke stoffen die zorgen voor het herstel van de collageen en het lichaamswater. Ze zorgen o.a.voor het vasthouden van water en opbouw van kraakbeen.

 

Glucosamine

Glucosamine Is de voorloperstof van hyaluronzuur, glycolipiden, glycosaminoglycanen, proteoglycanen en glycoproteïnen. Deze stoffen zijn essentieel voor een gezond bindweefsel, maar ook voor gezonde kraakbeen, pezen en ligamenten. Kies een glucosamine gemaakt van maïs, niet van schaaldieren, in verband met een eventuele allergische of histamine reactie. De vorm die uit schaaldieren wordt verkregen, N-Acetyl-D-Glucosamine, wordt wel beter opgenomen.

 

Chondroïtine

Chondroïtine (als chondroïtinesulfaat) is een bestanddeel van glycosaminoglycanen. Het werkt ontstekingsremmend en versterkt de werking van glucosamine. Als je de twee supplementen samen neemt zorg dan dat je twee keer zoveel glucosamine neemt als chondroitine. 2:1

 

Zwavel/ MSM

Zwavel is de belangrijkste stof voor de aanmaak van collageen, zonder zwavel: geen collageen. Als je ouder wordt daalt de hoeveelheid zwavel in je lichaam. Het is dan verstandig om dit te supplementeren als je mestcellen overactief zijn of als je lichaam ontstekingsgevoelig is door een hoog histamine gehalte. Zwavel werkt namelijk ontstekingsremmend en stimuleert de lever om gal af te scheiden, daarnaast verbetert het de cel doorlaatbaarheid waardoor glucosamine beter opgenomen kan worden.

In ons lichaam en in voeding vind je zwavel in de vorm van MethylSulfonylMethaan (MSM). Het is verstandig om veel voeding met MSM te eten, ik adviseer dan ook altijd veel kool en eidooiers te eten. Eidooier bevat cysteine wat een van de beste bronnen van MSM is. Prei, ui en knoflook bevatten ook zwavel en rundvlees. Daarnaast kun je eventueel een supplement met MSM nemen.

 

Vitamine C

Voor de aanmaak van collageen is vitamine C essentieel, het ondersteunt de enzymen die zorgen voor de stabiliteit van collageen.

 

Mangaan

Mangaan is nodig voor de synthese van proteoglycanen, het zorgt ook dat vitamine C goed werkt. Als je veel calcium, ijzer of zink inneemt, verlaagt dit de mangaan. Mangaan zelf verlaagt koper en koper verlaagt histamine. Let hier dus goed op de verhoudingen.

 

Silicium

Silicium is onderdeel van het bindweefsel en het helpt het enzym proli hydroxylase voor de collageensynthese

Gebruik organische silicium, dit wordt het best opgenomen.

 

 

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Ik besteed veel tijd aan het schrijven van blogartikelen, dit doe ik graag, ik wil dat je goed geinformeerd wordt, ik zou niets liever doen dan voor jou schrijven. Ik verdien hier niets aan, helaas moet ik dan ook steeds meer tijd besteden aan ander (betaald) werk en daardoor kan ik minder schrijven. Wil je mij ondersteunen? Dan kan dat al vanaf eenmalig €5,00 of meer. Gewoon als teken van waardering, of omdat je meer wilt lezen van mijn hand. Jouw donatie besteed ik uiteraard aan tijd om goeie artikelen te schrijven. Alvast, heel erg bedankt!

, Lisa

[doneren_met_mollie]

Waterkastanjemeel

waterkastanje (2)

Ik heb tegenwoordig altijd een zakje waterkastanjes in de vriezer liggen omdat ik ze zo lekker vind als crunch in roerbakgerechten.

De waterkastanje is een klein knolletje van een waterplant en groeit in blubber, het lijkt op kastanje , maar heeft er niets mee te maken.   De reden dat ik ze altijd in huis heb is dat ze goed helpen bij het activeren van het DAO enzym!

Naast waterkastanje in blik en in de vriezer (kies liefst diepvries als je de keuze hebt) heb je ook waterkastanje meel. Het is niet goedkoop maar je kunt het mengen het met andere ingredienten en werkt erg vullend waardoor je er niet zoveel van nodig hebt.

In Indiase gerechten vervangt dit meel om deze reden tijdens vastenperioden het kikkererwtenmeel.

Waar kun je het kopen?

Woon je in een grote stad dan kun je het meel in een Indiase toko of Chinese supermarkt kopen. Online kun je het in deze webwinkel kopen. Het is niet goedkoop, maar wel goed(zoals meestal met goede spullen). Overigens kun je in dezelfde webwinkel ook biologische kruiden en andere soorten glutenvrij meel kopen, voor deel ook biologisch.

Singoda Flour is de Indiase naam voor waterkastanjemeel wat wordt gemaakt van de zetmeelrijke waterkastanjes die eerst worden gekookt, geschild en gedroogd en dan tot meel worden gemalen. Het meel blijft een jaar goed.

Waterkastanjemeel is glutenvrij met een glycemische index van 60, dus vrij hoog, en niet aan te raden als je een koolhydraatarm dieet volgt. Zoals ik al zei helpt het bij het activeren en aanmaken van het DAO enzym. Dit komt doordat het zetmeel is rijk aan kalium, vezels, koper, vitamine B6, riboflavine en luteoline.

Wat maak je er mee?

Je kunt van dit meel platte broodjes maken, maar ook zoetigheden en pannenkoekjes. Je kunt het ook gebruiken als verdikkingsmiddel.

Gebruik je het in deeg meng het dan met zoete aardappels, dan bindt het beter. Ik denk dat pompoen ook wel kan. Al heb ik het nog niet geprobeerd. In India gebruiken ze ook wel aardappel of taro voor de binding.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op ‘s ochtends tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

functional image
functional image
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
Click outside to hide the comparison bar
Compare