Home » insuline resistentie

Tag: insuline resistentie

image_pdfimage_print

Koolhydraat arm/ ketogeen dieet

Een koolhydraat arm of een ketogeen dieet helpt om je bloedsuiker te balanceren en insuline resistentie om te draaien. Deze dieten werken goed bij mensen met migraine, insuline resistentie en Mestcel Activatie Syndroom (MCAS)

Het principe van deze dieten is het sterk beperken van koolhydraten varierend van 20-50 gram per dag. Het verschil tussen een koolhydraatarm dieet en ketogeen dieet is de hoeveelheid koolhydraten, bij een ketogeen dieet eet je maximaal 20-30 gram koolhydraten per dag, daarbij eet je ook veel vetten zodat je lichaam in ketose komt. Als je koolhydraten eet, gebruikt je lichaam glucose als brandstof, als je veel vetten eet en weinig koolhydraten zal je lichaam overschakelen naar vet als brandstof. Hierdoor verlaagd de insuline aanzienlijk. Zo kan je alvleesklier tot rust komen en je lichaam herstellen.

Door alle suikers en koolhydraten sterk te verlagen, zal de ontstekingsgevoeligheid ook sterk dalen. Zeker bij MCAS is dit belangrijk.

Migraine, insuline resistentie en koolhydraten

Een histaminearm dieet helpt bij migraine, maar wat is nou de onderliggende klacht waardoor je migraine krijgt? Veel mensen met migraine hebben ook darmklachten, Ehlers Danlos en insuline resistentie. Volgens Angela A. Stanton PhD, schrijfster van het boek “Fighting the Migraine Epidemic” hebben alle mensen met migraine insuline resistentie. Je hoeft hiervoor geen overgewicht te hebben. Een koolhydraatarm of ketogeen dieet helpt deze groep patienten omdat suiker/koolhydraten de cellen uitdroogt en hierdoor migraine ontstaat. Door koolhydraten sterk te verlagen, worden de cellen weer voorzien met de juiste hoeveelheid vocht. Wil je migraine aanpakken dan is hier een speciaal migraine protocol voor. Je mag alleen een ketogeen dieet volgen als je geen medicatie gebruikt. Migraine kun je dus zien als een metabole ziekte, een koolhydraat arm dieet helpt je stofwisseling te herstellen.

Voor meer informatie over het migraine protocol kun je contact met mij opnemen.

Koolhydraten

Koolhydraten voorzien het lichaam van energie in de vorm van glucose. Er zijn twee soorten koolhydraten: enkelvoudige, de snelle koolhydraten en meervoudige, de langzame koolhydraten.

Snoep, koek, gebak, witbrood, frisdrank, witte rijst, cornflakes, witte pasta, etc. zijn allemaal enkelvoudige koolhydraten die het bloedsuiker snel doen stijgen. Ze leveren instant energie, alleen wel van korte duur. Wat er snel in gaat, gaat er ook snel weer uit. Hierdoor ontstaat er een schommelende bloedsuikerspiegel waardoor je erg trek krijgt in meer suiker. Als er teveel suiker in het bloed komt, wordt dit opgeslagen als vet. Daarnaast kan langdurig gebruik van snelle suikers insuline problemen opleveren zoals insuline resistentie of hypoglycemie. Bij langdurig veel gebruik en te weinig verbranding (door beweging) kan er uiteindelijk diabetes type 2 ontstaan.

Volkoren producten, hele granen zoals tarwe, gerst, rogge, quinoa, haver en zilvervliesrijst, zijn langzame koolhydraten. Zij worden langzamer opgenomen waardoor alle energie uit de producten benut kan worden zodat het bloedsuiker meer stabiel blijft en er geen suiker in de vorm van vet wordt opgeslagen.

Koolhydraten en histamine

Als je veel snelle koolhydraten eet, krijg je veel suiker in je bloed. Zoals gezegd, kunnen er hierdoor insuline problemen ontstaan als je daarbij ook te weinig beweegt. Je insuline kan ongevoeliger worden waardoor het minder suiker uit je bloed kan halen, het duurt dan langer voordat je bloedsuiker spiegel weer normaal is. Je hebt dan insuline resistentie, een voorloper van diabetes. Heel veel mensen hebben insuline resistentie zonder het zelf te weten, dit komt doordat dit ook voorkomt bij slanke mensen. Je ziet het dus niet. In het boek over MCAS ‘Never bet against the Occam’ van Dr. Afrin (1) vertelt hij dat hij vermoed dat heel veel mensen met mestcel problemen waarschijnlijk insuline resistentie hebben. Daarnaast heeft arts en onderzoekster Angela A. Stanton (2) een protocol opgesteld voor mensen met migraine. Zij gaat er vanuit dat iedereen met migraine insuline resistentie heeft.

Insuline resistentie en histamine

Als je insuline resistentie hebt, blijft het suiker dus te lang in het bloed. Hierdoor raken de lichaamscellen overvol met suiker (3). Voorheen was de theorie dat men dan juist te weinig suiker in de cellen had, maar nu blijkt dat er juist teveel suiker in de cellen komt. Hierdoor wordt het vocht en natrium gehalte te laag. Een cel kan niet leven zonder vocht en natrium. De cel dreigt nu uit te drogen.

Alarm!

Het lichaam activeert mestcellen, ze degranuleren, er komen allerlei mediatoren uit de mestcellen vrij, waaronder veel histamine. Histamine redt de cellen! Histamine trekt vocht aan, door dit extra vocht kan de cel in leven blijven. Hoera! Gevolg is wel dat histamine nog veel werkingen in het lichaam heeft en het, afhankelijk van welke lichaamssystemen uit balans zijn er allerlei klachten op kunnen treden.

De basis om dit te voorkomen is dus: Insuline resistentie omkeren. Geen snelle koolhydraten gebruiken, minder koolhydraten gebruiken, meer water drinken, voldoende zout innemen.

Koolhydraten, fermentatie en histamine

Bij histamine intolerantie hebben we het probleem dat alles wat gaat fermenteren, histamine verhogend werkt. Ook als je koolhydraten eet die in principe niet histamine verhogend werken, kunnen in de darmen fermenteren, hierdoor kunnen er histamine klachten ontstaan.  Om het fermenteren te verminderen kun je rekening houden met FODMAPs.

Iedere letter in het woord FODMAP staat voor een suikersoort wat problemen kan geven doordat deze snel fermenteert. Je hoeft dit FODMAP principe niet persé te volgen, maar mocht je last krijgen van bepaalde voedingsmiddelen terwijl ze niet op de histamine lijst staan, dan kan het zijn dat je gevoelig bent voor een van onderstaande suikers: 

FFermenteerbare
OOligosachariden (fructanen en galactanen)
DDisachariden (lactose), in melk producten
MMonosachariden (fructose) in fruit en groenten
AAnd
PPolyolen (suikeralcoholen) in zoetstoffen, fruit en groenten

Het gaat dus om 4 soorten suiker.

Snel fermenterende suikers zijn: 

  • Fructose: fruit, gedroogd fruit en honing.
  • Lactose (niet gefermenteerde melk, room en ijs)
  • Inuline (uien, knoflook en cichorei inuline)
  • Galacto-oligosacchariden (peulvruchten)
  • Polyolen (xylitol, maltitol, sorbitol en gedroogde pruimen)

Mocht je ervaren dat je sommige koolhydraat producten wel kan verdragen, dan kun je deze weer toevoegen. Zelf moet ik er bijvoorbeeld niet aan denken geen uien te mogen eten. Ik heb hier ook geen last van. Dus ik gebruik ze elke dag. Ook omdat ze quercetine bevatten en histamine verlagen. Je hoeft dus geen last te hebben van het fermenteren van alle FODMAP’s.

Belangrijk is dus ook hier weer: testen, testen, testen. Eet en kijk hoe je lichaam reageert. 

Op de website: http://www.fodmapdieet.nl kun je meer lezen over het FODMAP dieet en kun je lijsten vinden met voedingsmiddelen. Ook is er een handige FODMAP app voor je telefoon waar je heel snel kunt zien of een product FODMAPS bevat.

FODMAP fruit

Fruit bevat veel suikers, ik zie fruit alleen als een lekkernij. Eet het zoals je anders een koekje zou eten. Dus niet veel en zeker niet te zoet. Fructose, het suiker in fruit, gaat nog sneller je bloedbaan dan glucose. Heb je insuline resistentie dan is het belangrijk helemaal geen zoet fruit te gebruiken. Heb je diabetes, gebruik dan helemaal geen fruit.

Als je fruit eet,  doe dit dan op de lege maag. Meng het niet andere voedingsmiddelen. Je kunt het bij opstaan eten, maar mijn voorkeur is om 16:00 uur ‘s middags. Anders krijg je bij het opstaan al een bloedsuikerpiek waardoor je heel de dag trek houdt in zoetigheid zodra het bloedsuiker daalt. Wil je echt fruit in de ochtend eten, neem dan altijd eerst je probiotica in met een glas water en sole (dit is een keltisch zeezout-water oplossing).

Wacht een klein half uurtje.

Neem dan je fruit. De probiotica zal dan een deel van de suiker opeten.  Zuur fruit bevat het minste suiker van de fruitsoorten en geven de minste klachten. 

  • Groene Appel
  • Bramen
  • Blauwe bessen
  • Duindoorn 
  • Kersen
  • Kiwi*
  • Mangosteen
  • Noni sap
  • Granaatappel 
  • Cranberrysap (puur en ongezoet)
  • Rabarber

* Dit fruit bevat histamine, kijk hoe je er op reageert.

Rozijnen dadels en gedroogde pruimen zijn niet toegestaan omdat het suikergehalte te hoog is en gedroogde vruchten rijk aan benzoaat zijn waardoor er een histamine reactie kan ontstaan.

  1. Dr. Afrin en de onverklaarbare ziekte
  2. Dr. Jason Fong Wat is nu eigenlijk insulineresistentie
  3. Angela A. Stanton over insuline resistentie

Wat zijn mycotoxinen

Mycotoxines zijn giftige stoffen die van nature voorkomen in specifieke soorten schimmels.  Schimmels kunnen onder natte en warme omstandigheden bijna overal groeien. Dit betekent dat ze kunnen koloniseren op behang, plafondtegels, glasvezelisolatie en elders in huis. Mycotoxinen of schimmel metabolieten besmetten vaak gebouwen, voertuigen en sommige voedingsmiddelen.

Ze kunnen op voedingsmiddelen, zoals granen, brood, noten, gedroogd fruit en kruiden groeien. Schimmelgroei en myco-toxiciteit kunnen voorkomen in voedsel voor of na het oogsten of tijdens opslag. Als je bepaalde levensmiddelen op een warme, vochtige of vochtige plaats laat staan, kan dit het risico op schimmel vergroten.

Het is belangrijk om te weten dat mycotoxinen chemisch stabiel zijn en voedselverwerking kunnen overleven. Dit betekent dat je mogelijk niet beschermd bent tegen mycotoxinen bij het kopen of eten van bewerkte of verpakte voedingsmiddelen (1, 2) .

De  drie meest voorkomende soorten mycotoxinen zijn:

  • aflatoxine
  • ochratoxine
  • trichothecene

Schimmel groeit onder de volgende condities

Vocht
Schimmel heeft vocht nodig om te groeien. Een product moet voor langere tijd vochtig zijn om te kunnen groeien.

Schimmelsporen
Je kunt ze niet zien, maar ze zijn er wel. Schimmels maken sporen. Ze komen meestal van buiten naar binnenshuis.

Zuurstof
Ook schimmels hebben zuurstof nodig om te groeien en reproduceren

Weinig zonlicht
Schimmels houdt van gure donkere plekken, zo blijft het lekker vochtig.

Voedingsbronnen
Organische materialen in het huis vindt schimmel heerlijk!

Temperatuur
In onze huizen is het vaak 20 graden Celsius of warmer en laat dat nou precies de temperatuur zijn waar schimmels ook zo van houden.

Hoe Mycotoxinen ons immuunsysteem beïnvloeden

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie kunnen mycotoxinen acute symptomen van ernstige ziekte veroorzaken na consumptie van besmette voedingsmiddelen. Ze waarschuwen ook dat mycotoxinen, vooral in voedingsmiddelen, in verband zijn gebracht met ernstige gezondheidsproblemen op lange termijn, waaronder immuundeficiëntie en kanker 

Ochratoxine A wordt geproduceerd door Penicillium en Aspergillus. Het is een veel voorkomende mycotoxine die kan worden aangetroffen in besmet voedsel, inclusief droge wijnstokken, wijn, druivensap, koffie, granen, zoethout en kruiden. Het kan leiden tot negatieve effecten op uw immuunsysteem, nieren en foetale ontwikkeling.

Pautine is een ander mycotoxine dat wordt geproduceerd door Penicillium en Aspergillus en Byssochlamys. Het kan worden gevonden in granen, rottende appels en appel producten, beschimmeld fruit en andere voedingsmiddelen. Het kan toxische en schadelijke effecten hebben op uw immuunsysteem, lever, nieren en milt. Het kan leiden tot misselijkheid, braken en gastro-intestinale problemen 

Fusarium is een schimmel die wordt aangetroffen in de aarde, in groenten en in fruit en kan leiden tot de vorming van schimmeltoxines. Het kan leiden tot onderdrukking van het immuunsysteem, darmproblemen en slokdarmkanker.

Mycotoxinen zijn bijzonder gevaarlijk voor mensen met een verzwakt immuunsysteem door een ziekte of medicamenteuze behandeling. Omdat hun immuunsysteem al is aangetast, hebben ze meer kans om infecties en symptomen in hun huid , ogen, longen en andere organen te ontwikkelen.

Blootstelling aan schimmel kan leiden tot allergie voor mycotoxine, gevoeligheid of een verscheidenheid aan ongewenste symptomen. Mensen die gevoelig of allergisch zijn voor mycotoxinen kunnen allergische reacties ervaren bij het inademen van schimmels of schimmelsporen.

Symptomen van mycotoxine-allergie kunnen zijn:

  • loopneus
  • niezen
  • verstopte neus
  • waterige ogen
  • jeuk
  • huiduitslag

Mycotoxinen kunnen ook leiden tot astma-aanvallen en soortgelijke symptomen die leiden tot:

  • piepende ademhaling
  • beklemming op de borst
  • kortademigheid
  • sommige mensen kunnen na blootstelling aan schimmel ademhalingsinfecties of longontsteking ontwikkelen. Hoewel dit ongewoon is, is het belangrijk om in gedachten te houden.

Mycotoxinen kunnen ook leiden tot:

  • Vermoeidheid
  • Slapeloosheid
  • Droge huid
  • Haaruitval
  • Wazig zien
  • Lek darm syndroom
  • Chronische pijn
  • Onverklaarbare gewichtstoename of gewichtsverlies
  • Hormonale problemen
  • Doof gevoel
  • Insuline-resistentie
  • Darmproblemen, zoals misselijkheid, diarree en buikkrampen
  • Prikkelbare darm syndroom (IBS)
  • Chemische gevoeligheid
  • Wazig zien
  • fibromyalgie
  • Gedragsveranderingen
  • Emotionele veranderingen
  • mycotoxines, Mycotoxins: wat zijn ze, testen en hoe te ontgiften

Voedingsmiddelen met de meeste mycotoxinen

Een van de meest voorkomende, maar soms onverwachte manieren om mycotoxinen tegen te komen, is via voedsel. Hier is een lijst met voedingsmiddelen die de meeste mycotoxinen bevatten:

  • Alcoholische dranken
  • Tarwe
  • Gerst
  • Rogge
  • Suikerstok
  • Suikerbieten
  • Maïs
  • Sorghum
  • Pinda
  • Harde kazen
  • Sojaproducten

Testen op blootstelling aan mycotoxinen

Als je symptomen van blootstelling aan mycotoxinen opmerkt of je vermoedt dat je bent blootgesteld aan mycotoxinen, is het een goed idee om je te laten testen om de juiste behandeling te vinden en je symptomen voor eens en voor altijd op te lossen. Een goed onderzoek is de GPL-Mycotox test, deze wordt in de Verenigde staten uitgevoerd door Great Plains Laboratory, de prijs varieert van $330 -$399 en onderzoekt op 15 soorten schimmels.

Deze Mycotoxin-test kijkt naar alle GPL-Mycotox-markers, inclusief Aflatoxin M1 (AFM1), Ochratoxin A (OTA), Sterigmatocystin (STG), Roridin E, Verrucarin A, Enniatin B1, Zearalenone (ZEA). Het test ook op schimmels, zoals Aspergillus, Penicillium, Stachybotrys en Fusarium. Je kunt meer over deze markeringen leren in dit bericht .

De test is uiterst eenvoudig. Het enige dat je nodig hebt, is 10 ml ochtendurine vóór eten of drinken. Tenzij je deze test niet in combinatie met andere urinetests uitvoert, raad ik je aan om 12 uur te vasten voordat je gaat testen om de uitscheiding van mycotoxinen uit het vetweefsel te verhogen.

Een andere manier om te kijken of je uberhaupt last hebt van mycotoxinen of andere biotoxinen is deze lijst met symptomen, download hier de Biotoxine test van Dr. Shoemaker.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van maximaal 15 minuten: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Insulineresistentie en histamine

Wist je dat histamine een rol speelt in het reguleren van de bloedsuikerspiegel bij diabetici?

Wist je dat histamine ook de werking en productie van insuline beinvloed? En dat mestcellen bijdragen aan de ontwikkeling van insulineresistentie en diabetes?  

Vaker dan je denkt speelt de regulatie van je bloedsuikerspiegel een rol bij histamine klachten en ontstekingen.

Bij onderzoek onder muizen zag men dat dikke muizen meer mestcellen hadden in het witte vetweefsel dan slanke muizen. Mestcellen dragen bij aan de ontwikkeling van obesitas en glucose intolerantie doordat zij ontstekingsstoffen produceren (*)(*).

Over actief immuunsysteem zorgt voor extra insuline afgifte

Als het immuunsysteem met gevaarlijke stoffen in aanraking komt zal het de insuline gevoeligheid van de skeletspieren verminderen om een verhoogde insuline vrijlating te veroorzaken hierdoor verbetert de  antivirale immuniteit.

Als er langere tijd extra insuline wordt vrijgegeven kan dit uiteindelijk leiden tot glucose-intolerantie en insuline resistentie.

Insuline resistentie is de voorloper van Diabetes type 2. Dit is vooral belangrijk bij mensen met overgewicht omdat deze meer vetweefsel hebben en dus ook meer mestcellen en ontstekingsstoffen. 

Ontstekingen en mestcelactivatie verminderen met medicatie?

Het is dus belangrijk om ontstekingen te verminderen en mestcelactivatie te voorkomen. In het onderzoek zag men dat als er Cromolyn (een mestcel stabilisator)  wordt gegeven, obesitas en diabetes verminderen. Zo kunnen metabolische verstoringen met medicatie worden behandeld. Het is natuurlijk beter om de onderliggende oorzaak te onderzoeken en deze te behandelen.

Wat gebeurt er bij insulineresistentie?

Als er eenmaal insulineresistentie is, zijn de glucose moleculen niet meer zo gevoelig voor de insuline en duurt het langer voordat het suiker uit het bloed wordt gehaald en naar de organen wordt gebracht waar het gebruikt kan worden. Bij diabetes is er zo weinig of geen insuline waardoor het suiker niet uit het bloed gehaald kan worden. 

Suiker droogt de cellen uit, histamine red de cellen

Bij een hoog glucose gehalte in het bloed, door insuline resistentie, drogen cellen uit. Om cellen van voldoende vocht te voorzien is er water en zout nodig, suiker in het bloed zorgt voor een verminderde vochtigheid in de cellen, hierdoor laten mestcellen histamine vrij, histamine zorgt voor verwijding van vaten zodat er meer vocht in en rond de cellen kan komen. Zo zorgt histamine ervoor dat cellen niet afsterven. 

Het is dus een vicieuze cirkel: mestcel activatie waarbij ontstekingsstoffen vrijkomen  >insulineresistentie> mestcelreactie om histamine vrij te maken.

Waarom onderzoekt je huisarts je niet op insuline resistentie?

Veel meer mensen dan nu bekend hebben insulineresistentie, je hoeft helemaal niet te merken dat je het hebt en je kunt er jarenlang mee rond lopen. Je hebt dan wel wat klachten, maar legt geen verband met insulineresistentie en diabetes.  Er zijn dan ook meer mensen dan we nu weten, die voordat de histamine klachten zich openbaren, al jaren insulineresistentie hebben. Ik ben er zelf één van.  Histamine intolerantie en MCAS is een van de gevolgen van insuline resistentie, maar men denkt nu dat veel meer chronische ziekten hier het gevolg van zijn.

De reden waarom men insuline resistentie niet zo snel diagnosticeert komt doordat je aan vijf criteria moet voldoen voordat een arts of dietiste een vermoeden van insuline resistentie krijgt en je zal onderzoeken. Ook de manier van onderzoeken kan verschillen.

De criteria zijn: 

  1. Verhoogde nuchtere bloedglucosewaarden (mannen en vrouwen ≥ 6,1 mmol/l, en/of medicatie)
  2. Verhoogde bloeddruk (mannen en vrouwen ≥ 130/85 mm Hg en/of medicatie)
  3. Laag HDL-cholesterolgehalte (mannen ≤ 1,04 mmmol/l; vrouwen ≤ 1,29 mmol/l)
  4. Verhoogde serumtriglyceriden (mannen en vrouwen ≥ 1,7 mmol/l)
  5. Verhoogde buikomvang (mannen > 102 cm; vrouwen > 88 cm). BMI ≥ 30 kg/m2 en een taille-heup ratio van > 0.90 bij mannen en > 0.85 bij vrouwen

Ook zonder alle criteria kun je insuline resistentie hebben

Maar het blijkt dat ook mensen met een lage bloeddruk insulineresistentie kunnen hebben, dit komt  vaker voor bij MCAS en histamine intolerantie (door het hoge histamine gehalte, wat de bloedvaten verwijdt en daardoor de bloeddruk verlaagt). 

De buikomvang zegt ook niet alles, ook slanke mensen kunnen insulineresistentie hebben. Toen ik startte met het aanpakken van de insuline resistentie was mijn BMI 24,8, wat prima is, geen overgewicht. De buikomvang is ook wat verwarrend, het is de maat van je taille, niet van je heupen. Mijn taille was 86, ook nog binnen de norm. 

De nuchtere bloedsuikerspiegel kan ook lager zijn.

Hierdoor worden mensen met een normaal tot slank figuur over het hoofd gezien en de lage bloeddruk geeft een arts niet het signaal dat er men tot handeling over moet gaan.

Onderzoek zelf je bloedsuiker

Het is dus belangrijk dat je zelf je bloedsuiker meet. De eerste keer dat je meet is om een diagnose vast te stellen. Je meet je bloed dan vijf uur lang ieder half uur volgens een vast protocol. Zie dit als een ziekenhuis onderzoek, maak hier tijd voor vrij, zeg je afspraken af, want je moet vijf uur lang stil zitten. Dit is anders dan een ziekenhuis onderzoek naar bloedsuiker. Je stuurt de gegevens naar mij op en ik maak een grafiek en kijk of er sprake is van insulineresistentie of andere bloedsuiker problemen zoals reactieve hypoglycemie.

Het meten doe je met een glucosemeter, deze kun je het makkelijkst online aanschaffen. Het handigst vind ik zelf een combinatie meter die ook ketonen meet omdat als je insuline resistentie hebt, je het beste een ketogeen dieet kunt volgen. 

Je prikt je vinger dan met een heel klein gesteriliseerd lancet en je doet een druppel bloed op de teststrip die je in de glucosemeter stopt, dit meet dan je bloedsuiker. 

Als je je bloedwaarden hebt opgestuurd kan ik zien hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten je in je dieet kunt gebruiken zodat je je bloedsuiker onder controle kunt krijgen en insuline resistentie kunt terugdraaien. Dit terugdraaien duurt bij de één een maand, bij een ander een half jaar of een jaar, afhankelijk van je overgewicht en de ernst van de resistentie.

Insuline resistentie is één van de oorzaken van de ontregeling van je lichaamssystemen waardoor ook het immuunsysteem ontregeld raakt. Het wil dus niet zeggen dat iedereen met MCAS/histamine intolerantie insuline resistentie heeft. 

Voor mijzelf merkte ik na drie maanden ketogeen eten dat ik me niet alleen fitter voelde en slanker werd, maar dat ik ook minder gevoelig werd voor histamine. Zo kon ik na drie maanden weer collageenpoeder en bottenbouillonpoeder gebruiken. Iets wat ik al jaren niet meer had gedaan omdat ik er klachten van kreeg. Tegenwoordig krijg ik er energie van en voel me vrolijker en meer ontspannen.

Wat ook weg is gegaan door het ketogeen dieet en de verminderde insuline resistentie (ik heb reactieve hypoglykemie) is dat ik helemaal ontspannen in de auto zit en ik helemaal geen probleem meer heb met file’s terwijl ik daar tot een jaar terug nog spontane darmkramp door een paniekaanval van kon krijgen.

Ik merk dat mijn lichaam echt tot rust is gekomen en ik beter herstel sinds ik mij onder andere  richt op herstel van de insuline resistentie. Een andere belangrijke remedie voor mij persoonlijk is het toevoegen van extra zout en water. Dit is vooral voor mensen met ook migraine erg belangrijk.

Herken je je dit verhaal? Dan kan je bloedsuikerspiegel een rol spelen bij jouw histamine intolerantie en kan ik je helpen om je bloedsuikerspiegel te stabiliseren met een persoonlijk dieet.

Bron:

https://alisonvickery.com.au/histamine-and-blood-sugar/

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

DPP4, een histamine afbrekend enzym

De kans is groot dat je op deze blog bent gekomen omdat je op google zocht naar meer informatie over DPP4 verlagende medicatie en Diabetes. Misschien heb je deze voorgeschreven gekregen van je arts en wil je weten hoe het werkt. Dan ga ik je verbazen en hopelijk verblijden met de volgende informatie die waarschijnlijk het tegenovergestelde is van wat je arts je vertelde: Je moet DPP4 verlagen. Ik ga je haarfijn uitleggen waarom je dit juist niet moet doen!

Daarnaast rijst je de vraag, wat heeft Diabetes type 2 met histamine intolerantie te maken? Het is gebleken dat heel veel mensen insuline resistent zijn. Uit onderzoek blijkt dat MCAS onder andere door insuline resistentie veroorzaakt kan worden. Insuline resistentie is een voorloper van Diabetes type 2. Als je resistent bent voor insuline kan het suiker niet goed uit je bloed gehaald worden en drogen de cellen uit. Op het moment dat cellen dreigen uit te drogen, wordt histamine geactiveerd om de cel van vocht te voorzien. Histamine helpt dus celdood te voorkomen. Hoera voor histamine! En een grote BOE! voor suiker.

DPP4 is een van de enzymen wat histamine uit voeding afbreekt. Diamine Oxidase breekt het meeste af,maar DPP4 mag je zeker niet vergeten.

Wat is DPP 4?

DPP4 is een enzym (eiwit) met meer dan 70 functies en helpt bij de afbraak van exorfinen uit gluten en caseïne. Het gaat hierbij om gliadin morfine 7 (GMP 7) en bèta casomorfine 7 (BCM7) voornamelijk uit koeienmelk type A1, ik schreef hier al eerder over het verschil tussen A1 en A2 melk.

Exorfinen zijn morfine-achtige stoffen. De exorfinen zorgen dat het immuunsysteem de wand van de dunne darm aanvalt waardoor je gevoelig wordt voor gluten. Je hebt dan geen Coeliakie, maar wel glutenintolerantie officieel noemt men dat Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS).
De darmwand wordt hierdoor aangetast en er kan zich hierdoor een lekke darm ontwikkelen waardoor er verschillende ziekten zich kunnen ontwikkelen, waaronder histamine intolerantie.

Als je gluten en/of caseïne eet krijg je een tevreden gevoel, je kunt hier aan verslaafd raken. Exorfinen zijn tenslotte morfinen. Dit gevoel ontstaat doordat de exorfinen zich in de hersenen aan endorfine binden. Als je veel gluten en caseïne eet, dus bijvoorbeeld veel brood, pasta, koekjes, kaas, melk krijg je veel exorfinen binnen en kunnen endorfinen uitgeput raken, de endorfine receptoren worden dan geblokkeerd en er wordt tegelijkertijd minder dopamine afgegeven. Endorfine is de stof die je zo’n prettig gevoel heeft.
Hierdoor kun je juist meer trek hebben in zoetigheid. Je wilt dat de dopamine omhoog gaat. Je kunt concentratieproblemen hebben, ADHD, autisme, schizofrenie, verslavingen, eetstoornissen en depressie doordat je teveel exorfinen hebt.

Diabetes type 2

Doordat er teveel exorfinen zijn en ga je meer eten en heb je kans op obesitas en diabetes type 2. Je verlangt vooral naar caseine, zuivel met veel vet en naar gluten, brood, koekjes, pasta en de combinatie van deze twee is funest voor je gezondheid. Doordat je veel koolhydraten en vetten binnenkrijgt kun je insuline resistent worden en kun je uiteindelijk diabetes type 2 krijgen. Zoals ik zei wordt bij een te hoog suikergehalte in het bloed histamine uit mestcellen vrijgelaten om celdood door uitdroging te voorkomen. MCAS kan zo ontstaan.

DPP 4 en de darm

Het is dus belangrijk dat er niet teveel exorfinen in je darmen en hersenen komen. In je een gezonde dunne darm bevindt zich het dipeptidylpeptidase (DPP4) enzym, dit enzym breekt eiwitten af en wordt onder andere door de epitheelcellen in de darm gemaakt. (Ook in de alvleesklier, luchtwegen en het oorkanaal). Er zijn meerdere enzymen die eiwitten af kunnen breken, maar DPP4 is het enige enzym wat de eiwitten van gluten en caseïne af kan breken en is dus erg belangrijk. Als hier een tekort aan is, kunnen de exorfinen dus niet door een ander enzym afgebroken worden.

Tekort aan DPP 4

Zoals gezegd zorgt een tekort aan DPP4 voor een gluten en caseïne overgevoeligheid en diezelfde gluten en caseïne veroorzaken ook een tekort aan DPP 4. Dus als je tarwe, rogge, kamut, spelt en zuivel van A1 koeien blijft gebruiken, zul je nooit uit de vicieuze cirkel komen.

Bij diabetes type 2 worden ook nog wel eens DPP 4 remmers als medicatie gegeven omdat het bloedglucosegehalte dan daalt. Door deze medicatie vererger je de situatie. Door een nog verdere daling van DPP4 worden de darmen nog verder aangetast. De bijwerkingen van deze medicatie zijn darmklachten, hoofdpijn en infecties van long en luchtwegen en griep en verkoudheidsverschijnselen. Het laatste wat je wil doen in dit geval is je DPP4 verlagen.

Zorg dus dat je de oorzaak aanpakt: Wat veroorzaakt een bloedsuikerverhoging: het eten van veel koolhydraten en suikers. Dus de trek in koolhydraten moet je verlagen. En dat doe je door de darmgezondheid te verbeteren zodat het endorfine systeem niet overbelast wordt.

Dus eet geen gluten en caseïne meer en let op de volgende factoren die tevens het DPP4 enzym verlagen

  • Dynorfinen zijn opioïde peptiden(eiwitten) Het endorfinesysteem heeft 3 soorten receptoren: KOR, DOR en MOR. Dynorfinen activeren KOR en deze receptoren remmen MOR en DOR. Exorfinen en andere opiaten activeren dynorfinen. Dynorfinen remmen dopamine, het DPP-IV enzym en BDNF. BDNF is een belangrijke stof voor het overleven van neuronen. Het beschermt de hersenen tegen neurodegeneratie, een problematiek die voorkomt bij geheugenproblemen, de ziekte van Alzheimer en Parkinson .
  • Histamine is een stof die vrijkomt bij allergische reacties en voedingsintoleranties. Histamine is een dynorfine activator.
  • TNF-alfa komt vrij bij een mestcel reactie bij allergie, histamine-intolerantie, voedselintolerantie, MCAS.
  • TGF-beta (transformerende groei factor)
  • Hyperinsulinemie (stofwisselingsziekte met verhoogd insuline)
  • Kwik (amalgaam vullingen, vis, vaccins), laat amalgaamvullingen verwijderen en ontgift van zware metalen met een speciaal programma.
  • Cadmium in sigaretten Ook meeroken kan voor een te hoog cadmiumgehalte zorgen. Ontgift van zware metalen met een speciaal programma. Ook als je vroeger gerookt hebt, kun je nog steeds cadmium in je diepere weefsels hebben.
  • Calcium suppletie Het nemen van DPP-IV producten mag liefst niet gecombineerd worden met de extra inname van calcium.
  • Insecticiden, herbiciden en pesticiden: eet biologisch
  • Cholecystokinine, een neurohormoon dat de galblaas stimuleert tot het afscheiden van gal. Cholecystokinine veroorzaakt een toename van dynorfine. Exorfinen veroorzaken een sterke toename van cholecystokinine wat op termijn kan leiden tot het ophopen van galstenen en galblaas infecties (helaas wordt er veel te snel overgegaan tot het operatief verwijderen van de galblaas). Gluten veroorzaakt een acht keer langzamere lediging van de galblaas door toename van cholecystokinine.
  • Gierst bevat een DPP 4 verlagende stof. Parelgierst wordt soms gebruikt bij het maken van bier.
  • Polyfenolen. Komen van nature voor in planten en groenten. In natuurlijke vorm zijn polyfenolen gezond. Geconcentreerde polyfenolen (extracten) gebruikt in voedingssupplementen zijn giftig omdat ze een sterke DPP-IV remmende werking hebben. Sommige van deze polyfenolen remmen het DPP-IV enzym sterker dan de DPP-IV remmende geneesmiddelen die aan diabetici worden voorgeschreven. De polyfenolen werden in dit onderzoek R ingedeeld in drie groepen: Groep 1 (sterkste remmers): resveratrol, luteoline, apigenine en flavonen. Groep 2 (matige remmers): naringenin, hesperetin, cyanidin-3-glucoside, kaempferol en malvidine. Groep 3 (zwakke remmers): cyanidine, quercetine en koffiezuur. Waarbij quercetine een zo sterke histamine verlagende werking heeft en slechts een kleine verzwakking van het DPPIV enzym dat het geen probleem is deze te gebruiken.
  • Druivenpitten (ook in olie en druivenpitten supplementen zoals proanthenol en resveratrol).
  • Naringin: een flavonoïde, zit in grapefruit en sinaasappelschillen (commercieel sinaasappelsap uit extracten bevat schil restanten). Naringin blokkeert niet alleen de P450-detox-enzymen (CYP3A4 en CYP1A2) maar ook het DPP-IV enzym.
  • Fosforzuur: (een smaakversterker in bijna alle frisdranken)
  • Chitosan is een natuurlijk voorkomende polysacharide met antibacteriële werking. Het wordt gebruikt in deodorants, waterverzachters, waterfilters en voor het klaren van wijn. Chitosan is een sterke DPP-IV remmer (80% verminderde activiteit van het DPP-IV gen) gebruik geen Chitosan supplement om je bindweefsel te versterken bij MCAS. Bovendien wordt het van schaaldieren gemaakt die histamine vrijmaken uit mestcellen. 
  • Fluor en fluoride (tandpasta)
  • Wei : bv. in proteïne shakes

Leefstijlfactoren

  • Uitgaan: Bijna alle drugs maar vooral dopamine stimulerende drugs als dextro-amfetamine en amfetamine/speed, Ritalin, roken, alcohol activeren dynorfinen waardoor DPP 4, dopamine en BDNF geremd wordt.
  • Chronische en belastende stress. Stress activeert het CRH-hormoon, dat op zijn beurt dynorfine activeert.

Medicatie en supplementen met DPP 4 verlagende werking

  • DPP-IV remmers: wordt voorgeschreven bij diabetes! DPP-IV remmers verhogen de kans op psychose en andere dopamine verstoringen bv. verslaving en gewelddadig gedrag
  • Dopamine stimulerende medicatie (bv. Ritalin®/Rilatine® R, dextro-amfetamine R, Levodopa® R), activeren dynorfine.
  • Glucocorticoïden corticosteroïden, worden voorgeschreven bij ontstekingen en allergieën, het onderdrukt het immuunsysteem. Wat toch al onderdrukt wordt door het teveel aan exorfinen.
  • Ezetimibe en statines (cholesterolverlagers)
  • Chlorambucil (chemotherapie)
  • Antipsychotica
  • EDTA  (een zware metalen chelator)
  • Adenosine
  • Forskolin (vetverbrander voor gewichtsverlies)
  • Antibiotica
  • Efedrine (hoestdranken, drugs)
  • Rauvolfia serpentina/slangenhout (een van de 50 meest gebruikte kruiden in de Chinese geneeskunde)
  • Berberine: een vaak toegepast voedingssupplement, komt ook voor in Relora® (productnaam van een voedingssupplement met extracten van Phellodendron amurense)
  • Epicatechine derivaten: antioxidanten concentraten uit groene thee, rode wijn en chocolade. Het nemen van teveel antioxidanten via supplementen is toxisch.
  • Teveel zink: (bv. door hoge doseringen in voedingssupplementen. Chlorella, tarwe en andere granen kunnen een zink-tekort veroorzaken. Magnesium versterkt de binding van de endorfine receptoren in de hersenen van ratten, terwijl zink deze magnesium interventie neutraliseert

DPP4 verhogen

  1. Stop met het gebruik van gluten en zuivel. Je kunt proberen A2 zuivel te gebruiken. In Nederland is A2 melk verkrijgbaar van Jersey koeien. Veel ambachtelijke kaas uit zuid-Europa wordt gemaakt van koeien die A2 melk geven. Lees hier meer over A2 melk. Het veiligst is om in de herstelfase helemaal geen zuivel te gebruiken.
  2. Eet koolhydraatarm: veel groenten, eiwitten en vetten. Zorg altijd dat groenten de basis vormen. Vetten lijken DPP4 in de darmen en nieren te verhogen. De huidige reguliere aanpak bij diabetes is om DPP4 te verlagen, door middel van medicatie en de vetinname te verlagen. Je blijft dan koolhydraten en caseine eten en er wordt niet gekeken naar de gluten en caseïne gevoeligheid door een tekort aan DPP 4. Als je dan ook nog DPP 4 verlagende medicatie gebruikt wordt de situatie van kwaad tot erger. Je diabetes zal dan niet overgaan.
    Misschien ken je het programma van Voeding Leeft: Keer Diabetes 2 om, in dit programma wordt er koolhydraatarm gegeten. Dit ondersteunt het principe wat ik hierboven uitgelegd heb. Je herstelt de oorzaak van je diabetes: exorfinen belasting en tekort aan DPP 4. De basis van je gezondheid zijn gezonde darmen.
  3. Betreft de lange lijst met DPP 4 verlagende stoffen, gluten en caseine zijn de veroorzakers van een te laag DPP 4, probeer rekening te houden met je voeding en supplementen. Eet vers en onbewerkt, geen frisdranken en chemicalien. Eet zoveel mogelijk biologisch.
  4. Heb je darmklachten, glutenintolerantie en misschien ook wel caseine allergie en heb je moeite om koolhydraten te laten staan waardoor je diabetes hebt ontwikkeld? Start dan zo snel mogelijk met een dieet zonder gluten en caseïne en begin met supplementeren van DPP4 enzymen. En stop met de DPP 4 remmers als je die nu gebruikt.

Overleg deze aanpak wel eerst met je huisarts. laat hem/haar dit artikel lezen.. Ik kan je begeleiden met het herstellen van je darmen waardoor je geen insuline of andere medicatie kunt verminderen of zelfs helemaal kunt stoppen.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Suiker als oorzaak van mestcelactivatie en te hoog histamine

Suiker maakt ziek, dat is duidelijk. Bij de meeste gezondheidsaandoeningen is dan ook het advies suiker te laten staan en koolhydraten te beperken. Maar heb je er dan ook wel eens aan gedacht dat ook bij histamine intolerantie suiker het onderliggende probleem kan zijn?

Dat het de suikers zijn die zorgen voor je darmklachten en voor het uitputten van je bijnieren? Dat schommelingen in je bloedsuikerspiegel kunnen zorgen voor verhoging van histamine?

Wel, dat kan dus! Er is een direct verband tussen bloedsuiker en histamine! Dat betekent dat een schommelende bloedsuikerspiegel het histamine gehalte kan verhogen en dat hoge histamine gehalten kunnen zorgen voor de ontwikkeling van diabetes of insuline resistentie.

Ook als je denkt weinig suiker en koolhydraten te eten, dan kan dit nog steeds teveel zijn. De oorzaak zou genetisch kunnen zijn en ontstaat op het moment dat het lichaam uit balans is en de homeostase is verstoord.

Histamine en diabetes

Als je kijkt naar onderzoeken zie je dat mensen met diabetes een verhoogd histaminegehalte  hebben, bij onderzoeken op dieren met diabetes bleek dat deze dieren weinig DAO hebben.

De H3 receptoren (histamine 3 receptor) bevinden zich ook in de alvleesklier. De alvleesklier produceert insuline en enzymen. Als je medicatie gebruikt die deze receptoren blokkeert daalt ook het glucose gehalte. (onderzoek bij dieren).1

Bij diabetes is er een verhoogd glucosegehalte in het bloed. Dit ontstaat bij diabetes type 2 door insulineresistentie, insuline verlaagt normaal gesproken het bloedglucose. Bij diabetes type 1 ontstaat door vernietiging van de bètacellen in de alvleesklier, wat een auto-immuunreactie is.

Daarnaast zorgt histamine voor het verwijden van bloedvaten waardoor deze ook meer doorlaatbaar worden, hierdoor kan de ziekte zich verder ontwikkelen en klachten veroorzaken.

Glucose in bloed zorgt voor  mestcel activatie

Uit onderzoek blijkt dat hoge glucosespiegels in het bloed de AGE’s (Advanced Glycation Endproducts) overladen worden met glucose. Hierdoor worden er direct mestcellen geactiveerd en laten zij hun granulen vol met histamine en andere mediator stoffen los.

AGEs ontstaan in het lichaam en tijdens de bereiding van voeding. Doordat glucose wordt gekoppeld aan collageen, andere eiwitten of vetten. AGEs worden afgevoerd door de nieren, maar ze stapelen ook in de weefsels. Daar dragen ze bij aan ongeveer elke denkbare welvaarts- en verouderingsziekte van diabetes, Alzheimer en hart- en vaatziektes tot staar en stijve pezen.

Geef je iemand een mestcel stabilisator en anti-histamine dan zie je ook een verlaging van de diabetes klachten. Men ziet ook een verhoogd aantal mestcellen die histamine vrijlaten en ontstekingen van bloedvaten bij mensen met diabetes.

Insuline Resistentie

Histamine speelt dus bij het reguleren van bloedsuikerspiegel. De rol van histamine bij de insulineproductie en lage, hoge of niet stabiele bloedsuiker is nog steeds een hypothese en niet goed onderzocht. Maar het is geen toeval dat mensen met histamine en mestcel klachten soms al jarenlang bloedsuiker problemen hebben, je ziet ook veel Candida, een schimmel die leeft op suiker. Mensen met diabetes hebben een verhoogd risico op Candida doordat er een verhoogd suikergehalte in het bloed is. Als het bloedsuiker hoog is en de suiker niet in de cellen kan probeert het lichaam dit op een andere manier te verlagen, suiker wordt dan uitgescheiden slijm, zweet en urine. Het darmslijmvlies zal dan meer suiker bevatten en de Candida, maar ook parasieten leven hiervan.2

Er is ook meer glycogeen in de lever, dit is de opslag van suiker in de lever. Hierdoor kan er in de vagina ook een verhoogd glycogeen gehalte ontstaan waardoor het zuurgehalte te hoog wordt en vaginale candida kan ontwikkelen.

De inname van suikers en koolhydraten was al langer een probleem bij deze mensen. De klachten zijn er soms al jaren, zonder dat de klachten herkent worden als  insulineresistentie of in een later stadium diabetes.

De symptomen van insulineresistentie kun je snel over het hoofd zien als je daarnaast ook histamine intolerantie hebt met daarbij darmklachten. Je denkt dan al snel dat een darmdysbiose, schimmels en parasieten de oorzaak zijn van je klachten.

De symptomen van insulineresistentie zijn:

  • Futloosheid
  • Extra vetopslag in de buikstreek
  • Droge mond (veel dorst)
  • Duizeligheid of desoriëntatie
  • Veel trek in zoetigheid
  • Veel moeite met afvallen
  • Appelvormig figuur

Een schommelende bloedsuikerspiegel geeft je lichaam veel stress en histamine is een symptoom van stress in het lichaam!

Cortisol en bloedsuiker

Wat betreft hormonen kun je cortisol en insuline zien als de twee zijden van een munt. Cortisol verhoogt het bloedsuiker en insuline verlaagt. Als dit proces uit balans is door stress kunnen er ernstige gezondheidsproblemen ontstaan zoals diabetes en obesitas.

Stress moet je op grote schaal zien, het kan mentale, psychische stress of lichamelijke stress zijn. Stress kan ontstaan door verkeerde voeding, medicatie en alles wat de lichaamssystemen uit balans brengt. Voor je lichaam maakt de bron van de stress niet uit, stress is stress en op een moment van stress zal er cortisol worden vrijgelaten om de stress te verlagen.

Als je stress hebt, zal  je bloedsuiker omhoog gaan. Je hebt nu meer glucose in bloed zodat je de kracht hebt om terug te vechten of weg te rennen. Dit is een primaire oer reactie van je lichaam omdat echte nuttige stress voor het lichaam alleen stress is die je helpt te overleven en weg te rennen van het dier wat jou op wil eten of je doodt het dier. Het lichaam weet niet dat de stress die je ervaart, werkdruk, pijn of ontstekingen zijn. Meet eens je bloedsuiker, met een glucosemeter, op een moment dat je stress hebt. Het is dan veel hoger dan normaal.

Dit hoge suikergehalte in je bloed zorgt ervoor dat er teveel suiker is. Het suiker kan de cellen niet in omdat er te weinig insuline beschikbaar is voor deze actie. De insuline is namelijk iets heel anders aan het doen, het verlagen van cortisol. Hierdoor is er een suikeroverschot in je bloed. Dit  kun je dus verlagen door als een gek te gaan rennen, gebruik die energie, want er zit een tijger achter je aan! Ondertussen zit je op de bank of achter je bureau met al dat overtollige suiker, passief.

Je voelt je moe, want je cellen krijgen niet de energie uit suiker. De hersenen registreren dat geven de lever de opdracht suiker uit de lever vrij te maken: glycogeen, want denken de hersenen, het lichaam is moe, dus heeft meer energie nodig, meer glucose.  Maar is al meer dan genoeg suiker. Je voelt je dus nog vermoeider, want de suiker kan de cellen niet in zolang je in een stress situatie zit. Hoe langer de stress aanhoudt, (wat soms wel weken of maanden kan duren, chronische stress door ziekte zorgt voor veel ellende) hoe minder suiker in je cellen kan komen.  Dit is het moment dat je je echt ziek gaat voelen. Je kunt migraine, en algehele malaise en vermoeidheid, een voorbode van uitgeputte bijnieren. chronische vermoeidheid en histamine intolerantie.

Als je lichaam of geest stress ervaart, moet je je oerbrein voeden; dit betekent: rennen, sporten, bewegen, boxen, ren de trap op en neer! Sla de vijand neer, of ren weg zo ver je kunt! Dit is wat je lichaam wil dat je doet. Bewegen. Zo voorkom je een burnout of erger.

Een hoge bloedsuikerspiegel bestrijd je het beste met beweging en sport.

In dit artikel heb ik beschreven hoe histamine intolerantie kan ontstaan als gevolg van stress en insuline resistentie.

Insuline resistentie is een voorloper van diabetes type 2

Dit alles zorgt voor behoorlijk wat stress waardoor de bijnieren cortisol vrijlaten, om stress te verlagen. Maar tegelijkertijd zorgt cortisol een verhoging van het bloedsuikergehalte. Het maakt je klaar om te vechten of vluchten. Cortisol stimuleert de aanmaak van diamine oxidase (DAO), het enzym wat histamine afbreekt. Zolang er voldoende cortisol is, heb je geen probleem met histamine. De klachten ontstaan zodra er een tekort aan cortisol komt na een langdurige periode van stress en de bijnieren niet meer voldoende cortisol kunnen produceren door tekort aan voedingsstoffen.

Testen op insuline resistentie

Je kunt jezelf testen op insuline resistentie. Naast insuline resistentie zijn er ook andere metabool problemen die je met een bloedsuikertest kunt opsporen.  Afhankelijk van de curve van je metingen, stel ik een voedingsplan op met de juiste hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten.

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

Hoe kun je herstellen?

  • Vermijd stress, dit betekent:
    • werkdruk, sportdruk, sociale druk
    • verwerk trauma’s, ook oude trauma’s leveren nog dagelijks bij aan stress.
    • belastende voeding: voedselintoleranties, bewerkte voeding, kant- en klare voeding, voedingsadditieven, pesticiden: eet biologisch
    • onderzoek je klachten en ziekten, pak ze aan
    • stop tijdelijk met supplementen, deze kunnen bijdragen aan stress (lees dit artikel over supplementen)
    • check of je medicatie niet histamine verhogend werkt. Lees dit artikel.
  • Test op insuline resistentie. Dit vraagt om een speciaal protocol wat je bij mijn behandeling mee krijgt.
  • Ga bewegen, doe rustig aan als je geen goede conditie hebt,maar beweeg wel iedere dag een half uur. Beweeg vooral op momenten van stress. Vervelende vergadering gehad waar je je druk hebt gemaakt? Ga een blokje om, echt: het is belangrijk.
  • Eet koolhydraatarm, als je insulineresistentie hebt volg je een aangepast koolhydraat arm dieet om de insulineresistentie op te lossen.

De AccuCheck Performa Startersset is een compleet pakket om zelf je glucose te meten. Hier is een speciaal protocol voor, eenmalig prikken heeft geen zin. Doe dit in ieder geval 5 uur lang via het protocol wat bij mij  verkrijgbaar is.

1 .https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC151650/

  1. https://www.medicalnewstoday.com/articles/317824.php
functional image
functional image