Home » biologische voeding

Tag: biologische voeding

image_pdfimage_print

Glyfosaat

Glyfosaat tast de werking van de lever aan. Je immuunsysteem is overactief door een vervuild lichaam omdat de lever niet goed meer kan ontgiften.

We weten het wel, maar we vergeten en negeren het. Er is op dit moment geen echte aandacht voor het verbannen van glyfosaat, simpelweg omdat het is wat niet zichtbaar is en je het niet proeft. We eten groenten en fruit, maar ook brood en alle andere graanproducten (dus ook die handige vegaburgers en andere vleesvervangers)  van de gewone groenteboer en supermarkt en krijgen zo dagelijks ons portie glyfosaat binnen.

Glyfosaat tast de ontgifting van je lichaam aan, niet zo gek dat je immuunsysteem op hol slaat en je mestcellen op van alles en nog wat reageren. Heb je MCAS en histamine problemen, heb je één of meerdere auto-immuunziekten, lees dan hier wat glyfosaat met je doet. 

Ik moet eerlijk zijn, ik was er ook wat laks in. Biologische groenten zijn niet goedkoop en dus ging ik regelmatig naar de supermarkt of groenteboer in plaats van vier kilometer te fietsen naar de dichtstbijzijnde biologische groente afdeling in de natuurvoedingswinkel.

Ik waste de groenten altijd even snel. Ik heb een periode gehad dat ik wel keurig alle groenten (ik eet geen fruit) in een bad van azijn legde om de pesticiden er zoveel mogelijk uit te trekken, maar zoiets verwaterd dan toch weer met verloop van tijd. 

Maar nu ben ik weer met de neus op de feiten gedrukt. En wel door Stephanie Seneff, ze is  van huis uit een informaticus, maar is uitgebreid op onderzoek gegaan naar glyfosaat vanwege een zoon met autisme. 

Afgelopen zomer (2021) resulteerde dit in haar boek “Toxic Legacy”. Ik zag een interview van haar tijdens een Mycotoxine summit (zeg maar een online congres) waarin ze uit de doeken deed wat glyfosaat in je lichaam doet. Onderstaande tekst is een samenvatting van wat zij in haar boek uitlegt. Bereid je maar goed voor. Je zult versteld staan. Ik wist altijd wel dat glyfosaat slecht voor je was, maar hoe slecht en waarom precies, wist ik niet. Daarom wil ik de informatie graag met je delen en wil je meer weten: Koop vooral het boek! 

In het boek wordt ook een verminderde schildklierwerking besproken. Aangezien de werking van schildklierhormonen afhankelijk zijn van een goed functionerende lever en die lever vervuild kan worden door gifstoffen in het lichaam, ook uit de darmen kijken we in dit artikel wat er in de darmen en lever mis kan gaan. 

 

 

Mycotoxinen

We beginnen met mycotoxinen omdat 80% van de mensen met MCAS, HIT en of ernstige voedselintoleranties mycotoxinen in zich heeft waardoor het immuunsysteem volledig in de war is. Ik denk zelf dat niet alleen mensen met MCAS mycotoxinen in zich hebben, maar een groot deel van de mensheid. Zeker naarmate men steeds meer plantaardig gaat eten. 

 

Veel voedingsproducten bevatten sporen van mycotoxinen, dit zijn de gifstoffen die schimmels produceren. Alle producten die opgeslagen worden kunnen schimmels bevatten, zoals granen, peulvruchten, zaden, noten en vooral maïs.

Maïs is een bron van aspergillus schimmels. Deze schimmel kan het verdelgingsmiddel glyfosaat (Roundup) metaboliseren. Het ruimt het op door het op te eten. Dit is natuurlijk heel fijn. Maar de aspergillus schimmel zorgt op zijn beurt ook voor gezondheidsproblemen.

Je kunt deze schimmel opruimen met speciale kuren, maar dat lukt lang niet altijd als er nog steeds glyfosaat het lichaam binnenkomt. Eet je voeding waar bij de teelt glyfosaat is gebruikt (groenten, fruit, granen, peulvruchten) dan is het dweilen met de kraan open en houdt je de schimmel in stand. De bacteriën in de darmflora sterven af door glyfosaat, de schimmel groeit en produceert de gifstoffen.

 

Schimmels in planten komen steeds meer voor. Het is een groeiend probleem doordat glyfosaat de planten minder resistent voor schimmels maakt. Er zijn nu in veel planten met  veel schimmelziekten. Dus nu spuiten ze naast glyfosaat ook fungiciden op de planten, die ook weer giftig zijn. (In mijn boek Ontgiften van Oxalaat en Salicylaat kun je lezen over het bespuiten van fruit met salicylzuur, wat ook de lever belast).

 

 

Grote schoonmaak in de lever

De lever is het orgaan wat alle gifstoffen die we binnenkrijgen, maar ook die in ons lichaam zelf geproduceerd worden, afbreekt. Hier zetten vele soorten enzymen gifstoffen om tot organische stof die via de ontlasting of urine afgevoerd kan worden. Je hebt dus goed werkende enzymen nodig.

Glyfosaat verstoort de enzymen in de lever die o.a. glyfosaat opruimen. De belangrijkste stof in dit proces is glutathion, glutathion maakt mycotoxinen wateroplosbaar zodat ze via de urine afgevoerd kunnen worden. 

 

Oxidatie: Je hebt de Cyp450 enzymen, dit zijn de enzymen die in de eerste fase van de leverontgifting gifstoffen wateroplosbaar maken zodat ze afgevoerd kunnen worden. Als deze enzymen niet goed meer werken neemt een ander enzym het over, in dit geval epoxygenasen. Ze zetten de gifstoffen om in zelfs meer giftige metabolieten. Je zit dan in een neerwaartse spiraal. Ik zie bij alle cliënten die ik onderzoek op mineralen en zware metalen een zeer slechte ontgifting in de lever. Ik ben dus echt nog geen cliënten tegen gekomen waarbij de leverontgifting goed werkte.

De samenwerking van glyfosaat en de mycotoxinen veroorzaken een ernstig probleem.

Glyfosaat zorgt dus indirect voor veel giftige afvalstoffen (metabolieten) en maakt zo het immuunsysteem kapot.

 

 

Hoe de lever de schildklierwerking beïnvloed

Als de lever niet goed kan ontgiften heeft dit ook gevolgen voor de schildklier. Om dit te begrijpen moet je eerst weten hoe de schildklier werkt. 

Als eerst is er het TSH hormoon, dit wordt niet in de schildklier gemaakt maar in de hypothalamus. Dit hormoon vertelt de schildklier twee hormonen aan te maken: T4 en T3. 

 

90% van deze hormonen is de inactieve T4 en 10% is de actieve T3. 

 

Alleen het actieve T3 is bruikbaar voor je lichaam. Dit betekent dat die 90% T4 hormonen omgezet moeten worden in de actieve T3. Anders heeft je lichaam er niets aan.  

Om de T4 om te kunnen zetten zijn er twee enzymen nodig. Deiodinase 2 en deiodinase 3. Onthoud die twee. Die komen later in het verhaal weer terug.

 

Mensen met hypothyreoïdie (trage schildklier) hebben een tekort aan T4 en krijgen synthetisch T4 hormoon die door de enzymen in de lever in  voornamelijk T3 en een klein beetje RT3 omgezet wordt. 

Die RT3 wordt gebruikt om het overschot van T4 te verwijderen. 

 

Het is dus in eerste instantie belangrijk om voldoende TSH te hebben, al betekent het niet altijd dat  een normale TSH waarde garant staat voor voldoende T4 en T3. 

 

Euthyroid sick syndrome:

Dit is geen schildklierziekte maar een syndroom waarbij de enzymen Deiodinase 2 en deiodinase 3 niet goed werken. 

Bij dit syndroom zijn er normale TSH gehalten en de aandoening wordt daarom vaak over het hoofd gezien. Er wordt bij onderzoek geen abnormaal functioneren van de schildklier gevonden, ook de hypothalamus en hypofyse werken normaal. 

Toch is er abnormale functioneren van de schildklier.

 

Bij dit syndroom is het T4 gehalte ook normaal, maar het T3 te laag en RT3 verhoogd. 

Als deze mensen een synthetisch T4 hormoon toegediend krijgen, helpt dit dus niet, omdat de enzymen die het T4 naar T3 om moeten zetten niet werken. 

Glyfosaat zorgt voor verlaging van glutathion en zorgt voor geoxideerd glutathion

 

Glutathion is de belangrijkste ontgiftingsstof in de lever. Door voeding te consumeren met glyfosaat  is er vaak een tekort aan glutathion. Een andere essentiële stof is zwavel. Bij het behandelen van patiënten zet ik in op zoveel mogelijk zwavel omdat we hierdoor onze hedendaagse voeding een groot tekort aan hebben.

 

Om de lever en dus de schildklier te herstellen is het verhogen van glutathion essentieel en daarmee ook zwavel en zwavel bevatten aminozuren. Mensen moeten kijken naar hun dieet. Niet alleen biologisch eten, maar ook een dieet met veel zwavel en vooral dierlijke proteïnen omdat deze veel zwavel aminozuren bevatten.

 

Het interessante aan het hele T3-Reversed T3 activiteit in de lever is erg fascinerend omdat het teruggaat naar heparansulfaat, iets waar Stephanie Seneff al geïnteresseerd is sinds ze  bij mensen met autisme zag dat zij een tekort aan heparansulfaat in de hersenventrikels hebben. Heparansulfaat is in het hele lichaam belangrijk, maar vooral in de lever en in combinatie met T3.

 

En dan komt nu het enzymen deiodinases weer in beeld. Had je ze nog onthouden? 

We korten het af met Dio2 en Dio3. Ze zien eruit als ronde bolletjes.

(“He yo Dio 3, heb je vanmorgen nog wat heparansulfaat gekregen?”, zegt het brein. “Nee, shit joh”, zegt Dio3, “Ik was er klaar voor maar ik kon die cel niet in. Ik wachten, maar echt, dus ik heb me plat gemaakt en ben op die cel gaan zitten en heb ik maar al die T4 omgezet in RT3. 

“Haha, ja vet, zou ik ook doen! Moeten ze maar heparansulfaat leveren, hopelijk komt het snel binnen.” 

“Nou inderdaad, dit vertraagt de boel aanzienlijk! Haha, zitten ze met al die RT3, da’s echt niet goed.”

 

Als er niet genoeg heparansulfaat is kan het enzym Dio3 (deiodinase 3) de cel niet in, ze blijven op het oppervlak van de celmembraan. In plaats van ronde bolletjes worden ze nu plat en zitten ze op de verharde celmembraan. Hierdoor kunnen ze hun stoffen niet afleveren. Het membraan is stijf omdat er niet voldoende heparansulfaat is. 

De Dio3 blijft dus op de buitenkant van de cel zitten, hier pakt het alle T4 en zet het om in RT3. Zo kan T4 dus geen T3 worden. T4 moet de cel in kunnen om in T3 omgezet te kunnen worden. T3 werkt op T4 in de cel. Dio3 zet normaal gesproken in de cel T4 om in T3. 

 

 

Wat is heparansulfaat?

 

Heparine kennen veel mensen waarschijnlijk als bloedverdunner, het voorkomt dat bloed gaat stollen. Heparansulfaat is heparine gekoppeld aan sulfaat, dit is de vorm die mestcel granulen verpakt zit en wat vrijkomt bij een mestcel reactie. (*) Een logische conclusie is dus dat mensen die last hebben van trombose of andere bloedstolsel problemen (zoals na corona vaccinatie) een tekort hebben aan heparansulfaat. Dus zorg voor zwavel in je voeding!

 

Om heparansulfaat te kunnen gebruiken en dus goed te kunnen ontgiften moet het eerst geactiveerd worden. Daarvoor moet het gekoppeld worden. Dit koppelen gebeurt met behulp van ATP, ofwel energie, je hebt nu sulfaatdonor PAPS. PAPS zorgt dat het heparansulfaat actief wordt. Om 1 paps te maken heb je 2 ATP moleculen nodig. 

Je moet dus voldoende ATP hebben om PAPS te maken en hoe kom je daar aan? Je energiecentrales in je cellen, de mitochondriën maken deze. Dus als je mitochondriën niet goed werken, heb je niet voldoende ATP en uiteindelijke tekort aan PAPS en kun je niet goed ontgiften. 

 

Door het tekort aan actief heparansulfaat ontstaat er een probleem, je kunt dus niet goed ontgiften maar je kunt ook afvalstoffen die ontstaan in het lichaam zelf niet goed verwerken. 

Lysosomen zijn de afvalbergen van de cel. Ze bevatten allerlei stoffen waaronder enzymen die macromoleculen af kunnen breken. De lysosomen breken de stoffen af zodat ze door het lichaam afgevoerd kunnen worden. Voor de afbraak en de recycling van stoffen is een zure omgeving nodig. Zonder heparansulfaat is de omgeving niet zuur. Het afval wordt dan dus niet opgeruimd.

 

 

Help de mitochondriën!

 

Je hebt dus goed werkende mitochondriën nodig om dit hele proces goed te laten draaien. Hoe kom je daar aan? Of wat veroorzaakt niet goed werkende mitochondriën?

Het cirkeltje is weer rond: De T3 hormonen in de schildklier!

“I love it when things come together!”

 

De T3 hormonen zorgen ervoor dat de mitochondriën blijven leven en blijven vernieuwen. Je hebt dus de actieve schildklierhormonen nodig om de mitochondriën gezond te houden. Het versterkt en zorgt voor de productie van mitochondriën. T3 hormonen geven de cel veel energie.

 

Dan komen we nu terug bij het Euthyroid sick syndrome (ESS) waarbij er een teveel aan RT3 hormonen zijn die de T3 hormonen blokkeren. 

Er is een tekort aan T3 en daardoor een tekort aan mitochondriën en etc. etc.

 

Nu vraag je je wellicht af: Lisa raken we zo niet erg ver van het onderwerp glyfosaat af? Wat heeft een en ander nou nog met elkaar te maken? Maar let op: daar komt het:

 

Glyfosaat blokkeert de Dio3 en Dio2 enzymen. 

 

Dus dat hele verhaal wat ik net verteld heb, kan dus ontstaan door het gebruiken van voeding met glyfosaat!

 

Dio 3 en Dio2 zetten het inactieve T4 dus om in het actieve T3. Maar als die enzymen door glyfosaat geblokkeerd worden, moeten er andere oplossingen worden gezocht en dus ontstaat er veel RT3, die probeert er nog wat van te maken, maar dat kan het niet.

 

 

Cysteine en glutathion

 

Je kunt sulfaat uit voeding halen en je kunt zelf sulfaat maken. Dat doe je met behulp van cysteine een aminozuur wat voornamelijk in dierlijke voeding zit. Havermout, linzen en zonnebloempitten bevatten ook wel cysteine maar lang niet genoeg om voldoende zwavel te produceren. Zeker als je plantaardig eet, wat steeds meer mensen willen doen, is het heel belangrijk dat er voldoende glutathion is. Deze ontgiftingsstof wordt namelijk afgebroken tot cysteine. Helaas hebben veel mensen ook een glutathion tekort. Je hebt dan een groot probleem.

 

Als dus al deze mechanismen niet goed werken is er niet voldoende energie, en ben je dus moe en uitgeput. Je lichaam blokkeert de boel omdat er niet voldoende stoffen zijn om de processen te laten werken. 

 

De sleutel tot dit alles glutathion, als er voldoende glutathion is, is er voldoende cysteine en dus sulfaat.  Je hebt voldoende glutathion als je voldoende vitamine C in je lichaam hebt en daarnaast drie belangrijke aminozuren: glutamaat, cysteine en glycine. Zorg dat je voeding eet met veel van deze aminozuren. Glycine vind je in vlees (rood vlees 1,5 tot 2 mg per 100 gram) en bonen(0,5 mg per 100 g.) granen en zaden. Glutamaat moet je echt alleen in de natuurlijk vorm eten, en nooit toegevoegd in de vorm van MSG. Je vindt glutamaat vooral in dierlijke producten, zaden en noten bevatten ook redelijk wat.

 

De sleutel is dus voldoende glutathion. Je kunt dit ook als supplement nemen. Kies dan voor liposomale glutathion of voor s-acetyl glutathion. 

Er is ook acetyl cysteine (NAC), maar dit kan een probleem opleveren, deze moet namelijk eerst omgezet worden naar glutathion. En als daar een blokkade in zit, bijvoorbeeld door glyfosaat, werkt het niet. 

 

 

Glyfosaat – een glycine analoog

Glycine wordt door glyfosaat uit de aminoketenzuur gehaald. Je moet dus glycine aanvullen. Collageen gevat heel veel glycine. Ik adviseer mijn cliënten allemaal gehydrolyseerd collageen poeder te gebruiken. Mestcelactivatie ontstaat mede door slap bindweefsel en een tekort aan collageen. Je mestcellen zitten dan in een slappe pudding en kunnen door trilling degranuleren. Is je bindweefsel sterker dan zitten de mestcellen fijn verpakt. 

 

Door glyfosaat heb je een tekort aan glycine en dus aan collageen. Zo ontstaan er problemen in gewrichten en botten. Er is veel pijn in botten en gewrichten. Botten breken makkelijker. De botten schuiven over elkaar omdat het collageen er niet op wil hechten, de pezen zijn niet flexibel. Rugpijn, nieuwe heupen, schouderproblemen. 

 

Het collageen is vervuild door de glyfosaat. 

 

Je hebt dus glycine nodig om glutathion te produceren. Door glyfosaat ontstaat er een tekort aan glycine. Daarnaast zorgt glyfosaat ook nog eens voor een hogere productie van het GGT enzym(gamma-glutamyl transpeptidase), dit enzym breekt glutathion af in losse aminozuren waardoor het niet werkzaam is.

 

 

Het verband tussen sulfiet sensitiviteit en glyfosaat

Soms zijn mensen erg gevoelig sulfiet. Dit komt door glyfosaat. Het overstappen naar een volledig glyfosaat vrij voedingspatroon kan dan helpen.

 

Sulfiet is echt giftig. Het is reactief en veroorzaakt veel schade. Het moet in je lichaam omgezet worden naar het onschadelijke sulfaat (zwavel). 

De bacteriën in je darmen hebben veel enzymen die helpen sulfaat te produceren of die het sulfiet afbreken en omzetten in organische aminozuren. Het sulfiet is nu in een oxidatieve staat.

Het kan afgebroken worden naar waterstof zwavelgas, die heeft geen zuurstof. (H2S) of het wordt geassimileerd in zwavelhoudende aminozuren met behulp van het enzym ASR.

De E.Coli bacterien in de darmen zetten met behulp van het Assimilatory Sulfiet Reductase enzym (ASR) sulfiet om in methionine. 

 

Glyfosaat onderdrukt die activiteit in de E.Coli bacteriën, en zo ontstaat een tekort aan methionine. Methionine heb je nodig om cysteine te vormen, wat dan weer voor nodig is voor glutathion.

 

Als je dus sulfiet eet of drinkt en er is niet voldoende activiteit van het ASR enzym is er de bacterie desulfovibrio, deze produceert waterstofsulfidegas met behulp van Dissimilatory Sulfiet Reductase (DSR), dit enzym wordt niet door glyfosaat aangetast. 

 

Dan denk je hiep hoi, dan komt het allemaal toch nog goed. Maar je wil helemaal niet dat DSR het sulfiet omzet in waterstofsulfidegas! 

Potverdorie, waterstofsulfidegas kan je doden!

Lees hier verder over: 

Tekort aan flavoproteïne

Deuterium

De oplossing! Wat moet je dan eten?

Covid-19

Het boek van Stephanie Seneff is uitgekomen op 1 juli 2021: Toxic Legacy

De explosieve groei van neurologische ziekten, autisme, auto-immuunziekten, 

lopen gelijk op met het gebruik van glyfosaa

 

Deze website is niet overladen met advertenties. Wat voor jou als lezer natuurlijk erg prettig is. Voor de maker van deze website betekent dit dat er geen inkomsten binnenkomen voor de tijd en arbeid die in de website wordt gestoken. Daarom is het mogelijk om het werk te ondersteunen met een jaarabonnement, je krijgt dan tevens toegang tot de exclusieve uitgebreide  artikelen of je kunt een bedrag doneren. [doneren_met_mollie]