Home » genen

Tag: genen

image_pdfimage_print

Genetisch onderzoek

Een genetisch onderzoek kan een goed inzicht geven in de genetische oorzaken van je klachten.

De genen die in een DNA onderzoek worden onderzocht coderen enzymen. Je kunt hiermee zien of bepaalde enzymen normaal of abnormaal werken. Bij een SNP of een mutatie werken ze vaak langzamer, maar soms ook sneller. Dit heeft invloed op de processen in je lichaam. 

Een variant op een gen noemen we een SNP (spreek uit als snip). Is het een zeldzame afwijking, dan spreek je van een mutatie. In dit onderzoek worden SNP’s  besproken. Een gezond iemand hoeft niet perse last te hebben van deze SNP’s. De mogelijke tekorten worden dan op een andere manier opgevangen.

Raakt het lichaam uit balans, door psychisch of lichamelijk trauma, gifstoffen in voeding en leefomgeving, verkeerde onvolwaardige voeding en/of een ongezonde leefstijl, dan kun je doordat de enzymen te langzaam of te snel werken, gezondheidsklachten ontwikkelen.  Door de SNP’s in kaart te brengen kun je zien waar je extra aandacht aan moet besteden om problemen op te lossen. Dit wordt epigenetica genoemd, dit betekent dat je genen kunt beïnvloeden. De werking ligt niet helemaal vast. Genen kunnen door de omstandigheden ‘vervuild’ raken, waardoor je er meer last van hebt. Je kunt je genen ‘schoonmaken’, al zijn er ook genen die waarvan je de werking van bepaalde processen niet kunt veranderen. Zoals bijvoorbeeld de opname en verwerking van vitaminen. 

 

Wat wordt er in een Health DNA onderzoek van iGene onderzocht?

Ik werk met DNA onderzoek van het Nederlandse bedrijf iGene. Hier kun je een algemene gezondheids DNA analyse aanvragen, je krijgt dan meer duidelijkheid over:

(de dikgedrukte woorden zijn punten die ik interessant vind in verband met Mestcel Activatie Syndroom.)

Aandoeningen: Of je een hoger risico voor onder andere de ziekte van Alzheimer, beroerte, verschillende soorten kanker, botontkalking, diabetes, de ziekte van Parkinson en meer. 

Leefstijl adviezen: Je krijgt algemene leefstijladviezen gebaseerd op de bronnen van iGene. (Waar ik het op het gebied van voeding niet helemaal mee eens ben en een leefstijladvies voor  een ieder veel persoonlijker is dan in een algemeen advies kan worden gegeven).

Persoonlijke kenmerken: kaalheid, smaakperceptie, erfelijke fructose intolerantie, je gevoeligheden voor alcohol, pijn, stress en SARS (2003), glutenintolerantie, lactose intolerantie, ijzerstapeling, omzettingssnelheid caffeine, e.a.

Medicijngevoeligheid: Je krijgt een lijst met veelgebruikte medicatie (66 stuks) waarbij aangegeven wordt of je hoe gevoelig je hiervoor bent vanuit genetisch oogpunt. Normale, vertraagde of versnelde afbraak.

Farmaco-profiel: Een lijst met enzymen die je aan je huisarts of apotheker door kunt geven om de juiste dosering van medicatie te bepalen.

 

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

 

Aanvullend genetisch onderzoek

Behandelaars die aangesloten zijn bij iGene kunnen aanvullend onderzoek aanvragen. Bij het Mestcel Activatie Syndroom bied ik deze standaard aan omdat in dit pakket de onderliggende oorzaken van de verhoogde mestcelactivatie worden in beeld worden gebracht. In het aanvullende verslag wat geschreven wordt door Lisa Goudzwaard wordt de uitslag van het genetisch onderzoek uitgelegd aan de hand van het Mestcel Activatie Syndroom, histamine intolerantie en de daaronder liggende oorzaken.

Meest voorkomende onderliggende oorzaken bij het Mestcel Activatie Syndroom:

  • spijsverteringsproblemen
  • sterk verzwakte detoxificatie
  • hormonale onbalans (oestrogeendominantie)
  • verzwakte methylatie
  • verhoogd bloedglucose (insulineresistentie)
  • tekort aan neurotransmitters
  • oxidatieve stress (mede als gevolg van mestceldegranulatie)

Er zijn meer oorzaken, maar deze worden niet in dit verslag besproken. 

Folaat cyclus

MTHFR, MTR, MTHFD1, DHFR

De folaatcyclus is belangrijk voor de methylatie en de productie van BH4, dit is een cofactor voor de neurotransmitters. Één of meerdere mutaties in deze cyclus kan de methylatie verlagen en zorgen voor bloedarmoede als gevolg van een folaat tekort.

Methionine Cyclus

MTRR, BHMT, MAT1A, AHCY (SAHH), PEMT, GNMT

De methionine cyclus is belangrijk voor

  •  de aanmaak van energie (ATP). Hierbij heb je naast methionine ook adenosine nodig. 
  • een gezonde homocysteïnespiegel, een te hoog homocysteïnegehalte is, met name voor vrouwen, ongezond en kan tot hartkwalen zorgen. 

Van homocysteine wordt cysteine gemaakt, hierbij is voldoende vitamine B6 belangrijk. Dit gebeurt met behulp van het transulferatie pad. Zijn er mutaties in dit pad (zie volgend kopje) dan wordt de homocysteine weer terug in methionine omgezet.

Transsulferatie cyclus

Het transsulfuratie pad zorgt voor de omzetting van cysteïne en homocysteïne naar cystathionine. Vitamine B6 is een belangrijke vitamine in dit pad. De CBS en CTH enzymen zijn het belangrijkst. 

Het SUOX enzym zet sulfiet om in sulfaat. Dit vind plaats aan het eind van het transsulferatie pad.

Bestel het onderzoek

Detoxificatie

De ontgifting in de lever verloopt in 3 fasen. 

In het iGene rapport wordt voornamelijk gekeken naar welke mutaties zorgen voor een snellere of langzamere opname en verwerking van medicatie en afbraak van gif- en afvalstoffen.

In Fase 0 worden medicatie opgenomen met behulp van SLC transport eiwitten.

In Fase 1 worden stoffen voorbewerkt om ze makkelijker af te kunnen breken. In het onderzoek wordt er gekeken naar CYP450-enzymen en een aantal belangrijke aanvullende enzymen zoals DPD en PON1.

In Fase 2 wordt medicatie, gifstoffen, lichaamsafval verder afgebroken. Dit gebeurt met behulp van verschillende ontgiftingspaden, je kunt in deze paden zijn SNP varianten hebben. Het is mogelijk dat in alle paden SNP’s zijn, waardoor je moeilijker kan ontgiften. 

  • Glutathion conjugatie : Dit is waarschijnlijk de belangrijkste ontgiftingsroute in het lichaam en 60% van de gifstoffen die in de gal worden uitgescheiden, worden op deze manier uitgescheiden.
  • Glucuronide conjugatie (glucuronidatie):
  • Sulfatie: Als er SNP’s zijn in deze genen wordt oestrogeen minder goed afgebroken en ben je gevoeliger voor oestrogeendominantie.
  • Acetylatie: Bij de ontgiftingsprocessen ontstaan er afvalstoffen (metabolieten) die ook afgevoerd moeten worden. Dit gebeurt met behulp van de acetylatie. Zijn er SNP’s dan kunnen de afvalstoffen minder goed afgevoerd worden.
  • Methylatie: SNP’s in dit proces zorgen o.a. verhoogd histamine gehalte in de cellen (HNMT), voor hoger of lager dopamine gehalte in de hersenen (COMT), BHMT zorgt voor een backup van folaat en daarmee voor voldoende SAM, dit is belangrijk voor de methylatie en energieproductie.  PEMT zorgt voor voldoende choline. Als je een SNP in dit gen hebt heb je in de overgang minder choline. Hierdoor kan de werking van de lever, spieren, alvleesklier aangetast worden.

Is de werking van een enzym verhoogd dan is dit zowel goed als slecht. Door de verhoging werkt de stofwisseling van een gifstof sneller, maar ontstaan er ook meer vrije radicalen. Het kan de effectiviteit van medicijnen verlagen maar ook de sterkte van de werking van medicatie verhogen.  

In Fase 3 worden de afvalstoffen via de huid, gal, de ontlasting en urine uitgescheiden. De enzymen in deze fase zorgen er onder andere voor dat gifstoffen van geneesmiddelen niet gaan stapelen.

Oxidatieve stress

Oxidatieve stress houdt in dat er een onbalans is tussen oxidanten en antioxidanten. Teveel oxidatie kun je zien als roest. Te hoge oxidatie zorgt voor stress, afbraak en ziekte doordat er teveel vrije radicalen zijn. Deze vrij radicalen worden in het lichaam verlaagd door enzymen.

Oestrogeen

In dit onderzoek wordt er gekeken hoe goed oestrogeen kan worden geproduceerd en afgebroken. Als de productie verhoogd is en de afbraak verlaagd is de kans op oestrogeendominantie hoog. Oestrogeendominantie is een van de onderliggende oorzaken van MCAS.

Neurotransmitters/BH4 cyclus

Dit onderzoek is belangrijk om de afbraak van histamine in beeld te brengen.  DAO, MAO-A en MAO-B worden in beeld gebracht. (HNMT wordt bij de methylatie in beeld gebracht).

Daarnaast worden er genen in beeld gebracht voor de BH4 cyclus. Bij een tekort aan BH4 ontstaat er snel mestceldegranulatie, mede doordat histamine en serotonine niet met elkaar in evenwicht zijn en er mogelijk een tekort is aan glutathion en teveel zware metalen.

In de BH4 cyclus wordt ook ammonia geneutraliseerd en stikstofoxide geproduceerd. Dit is belangrijk voor de ureumcyclus en voorkomen van o.a.migraine. BH4 beschermt de zenuwcellen tegen zware metalen en een glutathiontekort.

Er worden genen in beeld gebracht die zorgen voor een  verhoogd of verlaagd aantal neurotransmitters: GABA, Glutamaat, Dopamine, Noradrenaline, Adrenaline, Serotonine, Histamine.

Bestel het onderzoek

Vitaminen

Vitamine A, B6, B11, B12, C, D, E, K

Er wordt gekeken of vitaminen goed kunnen worden verwerkt. Je kunt veel vitaminen via voeding binnenkrijgen maar als deze niet goed gebruikt kunnen worden, moet je hier extra aandacht aan besteden.

 

Informatie over prijzen en het onderzoek zelf vind je HIER.

Overige vragen over iGene op de website iGene.nl

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

Hoe je genen je histamine verhogen

We hebben tot nu altijd gehoord dat je genen zijn wie je bent en dat je hier niets aan kunt doen, leer er maar mee leven. Gelukkig zijn deze tijden voorbij. Tegenwoordig weten we dat je je genen kunt beinvloeden. Dit noemt men  epigenetica.
Lees in dit artikel welke genen belangrijk zijn bij histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom en wat je kunt doen om deze te verbeteren.

Het is handig om te weten welke genen je klachten veroorzaken, zeker als je al van alles aan je gezondheid hebt verbetert, je darmen en je lever werken goed maar ondanks alles blijf je klachten houden. Of je bent net nieuw op dit vlak en wil het vanaf de start grondig aan pakken met alle kennis die er is. 

Je kunt zelf je  genen laten onderzoeken. Je ziet dan aan de hand van een eenvoudige DNA test welke genmutaties je hebt. Een genmutatie noemt men een SNP (spreek uit snip) of een polymorfisme.  De SNP’s in jouw DNA maken de persoon die je bent. Anders zouden we allemaal kloons van elkaar zijn. De SNP’s maken ieder mens uniek en daarmee ook ieder mens vatbaar voor andere verstoringen in de lichaamssystemen. Het betekent dus niet dat als je een bepaalde mutatie hebt, je daar dan ook ziek van wordt. Je hebt er alleen meer aanleg voor en pas als er lichaamssystemen uit balans zijn, kun je sneller een aandoening ontwikkelen omdat sommige genen waarbij een SNP is, langzamer of sneller werken waardoor je een tekort of een teveel van sommige stoffen hebt.

 

Wetenschappelijke onderzoeken 

MCAS is een aandoening waarbij heel veel verschillende stoffen betrokken zijn, een mestcel laat veel mediatoren vrij bij degranulatie. Daarnaast kan een mestcel om veel verschillende redenen degranuleren. Er zijn tot nu toe geen wetenschappelijke genetische onderzoeken geweest naar bepaalde SNP’s die MCAS zouden veroorzaken. MCAS is net als HIT het gevolg van lichaamssystemen die uit balans zijn.  Er zijn dus, zoals we er nu naar kijken, veel verschillende genen betrokken bij het ontstaan van MCAS , veel meer dan bij HIT.

Genen en enzymen

Genen zijn de codes voor enzymen en bepalen of er veel of weinig van een enzym is en of deze goed werken.  Bij sommige genen staat de werking aangegeven, deze kun je aflezen op een DNA onderzoek bij 23andme.com of Ancestry.com.  De gegevens komen Genetic Lifehacks. Als er gegevens over een gen zijn heb ik ze overgenomen.

De lijst wordt nog zo nu en dan aangevuld.

DAO, diamine oxidase

Het gen wat DAO codeert heet AOC1 (Amine Oxidase Copper Containing 1).  DAO breekt de volgende biogene aminen af: histamine, putrescine, spermine en spermidine. Het is betrokken bij allergische en immuunresponsen, celprolifatie (celgroei), weefsel differentiatie, tumorformatie en mogelijk apoptose (geprogrammeerde celdood).  Men denkt dat het DAO in de placenta een rol speelt in de regulatie van de  functie van de vrouwelijke reproductie organen. 

Andere namen voor het DAO gen zijn: AOC1 , histaminase, ABP1, ABP, DAO1, KAO, Amiloride-Sensitive Amine Oxidase, EC 1.4.3.22.

Een allergie voor Trimethoprim  wordt in verband gebracht met een SNP in het AOC1 enzym. Trimethoprim is een antibioticum voor de behandeling van blaasontstekingen.

Naast AOC1 is er ook nog het AOC2 gen, deze breekt histamine, dopamine en putrescine af. 

De Biogene aminen worden met behulp van het histamine metabolisme in vier verschillende paden afgebroken:

1. Histidine stofwisseling, hierbij zijn 23 genen betrokken.  (link)
2. Histamine biosynthese, hierbij is 1 gen betrokken (link)
3. Histamine katabolisme hierbij zijn 8 genen betrokken. (link)
4. Histamine afbraak,  hierbij zijn 2 genen betrokken (link)
Bij de histamine afbraak zijn DAO en HNMT genen betrokken, maar in de hele stofwisseling zijn 23 genen betrokken.

Daarnaast is het DAO gen ook afhankelijk van de groep Cytochroom 450 enzymen in de lever. Deze enzymen breken medicatie, supplementen, hormonen ene gifstoffen af en zijn betrokken bij de afbraak van histamine, o.a. met behulp van methylatie. Als er SNP’s in deze groep enzymen zijn kun je moeilijker stoffen afbreken, zie verder bij CYP 450.

De werking van dit AOC1 wordt verlaagd door Amiloride, een diuretisch medicijn.

Als het AOC1  langzamer werkt heb je een tekort aan DAO en zul je altijd extra aandacht moeten besteden aan je darmgezondheid en de co-factoren (vitamine en mineralen) om DAO te produceren en activeren. Daarnaast moet je ook op blijven letten met histaminerijke voeding.

De genetische code voor AOC1 is rs10156191 

  • C/C: normaal
  • C/T: verminderde DAO productie, verhoogd risico op migraine door verhoogd histamine.[ref]
  • T/T: verminderde DAO productie [ref][ref], verhoogd risico op migraine door verhoogd histamine. [ref]

FASE 1 ontgifting in de lever

Deze grote groep enzymen breken in de eerste fase van de ontgifting in de lever gifstoffen, medicatie supplementen en hormonen af. Als SNP’s in CYP450 enzymen zijn, werken deze enzymen langzamer of sneller, meestal langzamer. Hier kun je rekening mee houden als je medicatie moet gebruiken. Medicatie werkt langer door en moet lager gedoseerd worden. CYP450 enzymen zijn ook belangrijk voor het afbreken van extracellulaire histamine.

Deze enzymen hebben heem als cofactor. Heem is onderdeel van hemoglobine. Bij een tekort aan heem kan er een tekort aan CYP450 enzymen ontstaan. Dit tekort kan ontstaan door oxidatieve stress. Een tekort aan heem kan ook genetisch zijn, dan is er vaak sprake van porfyrie. Kijk op wikipedia voor een lijst met de genen in het heem-pad.

CYP 450 enzymen zijn naast de afbraak van gifstoffen ook betrokken bij de synthese van cholesterol, steroiden en andere vetten.

Glyfosaat, de werkzame stof in Roundup, vermindert de werking van CYP450 enzymen. Gebruik zoveel mogelijk biologische groenten en fruit, zeker als er mutaties in deze enzymen zijn.

 

CYP1A1 ontgift sigarettenrook en oestrogeen . Een mutatie in dit gen verhoogt het risico op longkanker omdat PAH niet goed afgebroken kunnen worden.

CODE rs1799814  A2452C (23andMe v.4, v.5; AncestryDNA):

  • G/G: normaal
  • G/T: een CYP1A1*4 allele
  • T/T: verhoogde enzym activiteit, CYP1A1*4[ref]

CYP1A2 breekt cafeine, PAH in sigarettenrook, aflatoxine B1 (mycotoxine in granen) en acetaminofen (paracetamol) af.

Heb je een SNP in CYP1A2 en heb je een verhoogd oestrogeen gehalte, vermijd dan voeding met fyto-oestrogeen en GMO voeding en groente, fruit en granen wat met glyfosaat is besproeid. Dit is ook met veel tarwe het geval. Gebruik BPA vrije plastic materialen of beter nog gebruik geen plastic voor je voeding.

CYP 1A2 en kanker: Deze genen zijn  een van de belangrijkste enzymen om oestrogeen af te breken en wordt in verband gebracht met hormoongerelateerde kankers. Roken en vlees met zwarte randjes bevatten aromatische hydrocarbon en heterocyclische aminen, deze worden door CYP1A2 geconverteerd, als de werking van dit enzym verminderd is, worden deze kankerverwekkende stoffen niet goed geconverteerd en is het risico op kanker hoger.

Xenobiotica stofwisseling: inactiveren van cafeïne, theofylline, warfarin, phenacetin. Cafeïne kan het oestrogeengehalte met 70% verhogen.Hierdoor kan er bij gebruik van veel cafeïne het oestrogeen extreem hoog worden en kan er  hormoongerelateerde kanker ontstaan.

 

CYP2C9 breekt medicatie af en de expressie ervan wordt geïnduceerd door rifampicine. Het is bekend dat het enzym veel xenobiotica metaboliseert, waaronder fenytoïne, tolbutamide, ibuprofen en S-warfarine.

CYP2C19 breekt medicatie zoals xenobiotiva, waaronder anticonvulsie medicatie zoals mefinytoine, omeprazole, diazepam en sommige barbituraten.

CYP2C8 breekt medicatie, xenobiotica en arachidonzuur af.

CYP 2A6 breekt medicatie en nicotine af. De expressie wordt geinduceerd door fenobarbital. Dit enzym hydroxyleerd coumarine. Het metaboliseert ook nicotine, aflatoxine B1(mycotoxine op granen), nitrosaminen. Als er SNP’s zijn is de persoon een zwakke metabool fenotype, dit betekent dat ze coumarine of nicotine niet goed kunnen metaboliseren.

CYP2D6 breekt ongeveer 25% van alle medicatie af. Antidepressieva, antpsychotica, analgesia en antitussieva (hoestdrank), beta adrenerge blokkerende stoffen, antiaritmicen antimetica. Het gen is sterk polymorfisch. Sommige alleles veroorzaken een slechte metabool fenotype waardoor de substraten moeilijk kunnen worden ontgift. Bij sommige mensen met alleles in het gen is er helemaal geen functionerend proteine.

 

CYP3A4 breekt 50 % van alle medicatie af. Breekt glucocorticoiden en sommige farmaceutische stoffen af zoals acetaminofen, codeine, cyclosporen A, diazepam en erythromycine. Het metaboliseert een aan steroiden en carcinogenen.

SNP’s in dit enzym wordt in verband gebracht met oestrogeen gerelateerde kankersoorten. Cafeine verhoogt oestrogeen met 70%. Er zijn veel medicijnen die de werking van dit gen verhinderen.

CYP3A5 breekt medicatie, en de hormonen testosteron en progesteron af. Een SNP in dit gen verhoogt het risico op een hoge bloeddruk. Het is betrokken bij de synthese van cholesterol, steroiden en andere vetten.

Lees hier verder voor de volgende genen:

HNMT, histamine n-methyltransferase

SAMe 
DPP4, dipeptydylpeptidase 4

NAT2, N-acetyltranferase 2

CBS, cystathione beta-synthese

PEM, phosphatidylethanolamine methyltransferase

MAO, monoamine oxidase

Breng je exposoom in beeld

WAT??

-Je exposoom.

Exposoom zijn alle externe factoren die invloed hebben op je gezondheid. 

Door je exposoom in beeld te brengen krijg je een beter beeld welke factoren jouw gezondheid beïnvloeden. Als je een aandoening of ziekte hebt die maar niet op wil lossen kun je kijken of je genen de oorzaak zijn van je aandoening. Dit zal bij ⅓ van de ziekten dan ook een oorzaak blijken. Bij ⅔ van alle ziekten zijn echter de externe factoren de oorzaak, je kunt deze onderzoeken. Er wordt dan gekeken naar epigenetica en andere externe factoren.

Wat betekent exposoom?

Het woord exposoom komt van het woord expose (blootstellen) en het woord genoom (de verzameling van onze genen. Door blootstelling aan verschillende factoren zullen je genen beïnvloed worden. Dr. Ben Lynch schreef hier uitgebreid over in zijn boek Dirty Genes, waarin de meest voorkomende vervuilde genen beschreven worden en hoe je deze weer schoonmaakt. Dit beïnvloeden van de genen heet epigenetica.

Je kunt je genen vervuilen waardoor ze niet goed werken, en je kunt ze dus ook weer herstellen. 

Als je je exposoom in beeld brengt, kun je zien op welke punten je aan je genen en dus ook aan je gezondheid kunt werken zodat je ziekte bij de bron aan kunt pakken.

Hoe breng je je exposoom in beeld?

Omdat het een vrij nieuw manier is om je gezondheid op deze manier te analyseren zijn er nog geen protocollen voor.  Prof. dr. ir. Roel Vermeulen, hoogleraar milieu epidemiologie en exposoom analyse, doet onderzoek naar de samenhang tussen deze factoren en ziekten. Met gebruik van apps op je smartphone en  sensors geplaatst op diverse plaatsen in Nederland, die informatie geven over geluid, licht- en luchtverontreiniging op verschillende tijden, kan er in kaart worden gebracht welke factoren een grote invloed hebben. 

Er is nog veel onderzoek te doen voordat er een officieel exposoom protocol geschreven zal zijn en in gebruik zal worden genomen.

Ondertussen kun je zelf aan de slag en kijken wat de invloed is van de volgende factoren:

  • Voeding
  • Stress
  • Stoffen, straling en deeltjes
  • Bacteriën in de darmen
  • Inactiviteit
  • Combinatiefactoren

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

Voetafdrukken interpreteren

Met genoemde biologische informatie kunnen mechanismen, waardoor de ziekte ontstaat, worden ontrafeld. Wanneer een gen wordt uitgeschakeld, wordt er in onze lichaamscellen een eiwit minder of juist meer geproduceerd. Hierdoor kunnen processen verstoord worden, met ziekte als gevolg. Bovendien kunnen bij bepaalde ziektebeelden aan- en uitgeschakelde genen opgespoord worden. Roken laat bijvoorbeeld zogenaamde voetafdrukken na: op basis van epigenetische profielen kan worden bepaald of iemand gerookt heeft, omdat het tot langdurig zichtbare, specifieke patronen leidt.

Uitdagingen

Combinatiefactoren die elkaar op positieve of negatieve wijze beïnvloeden, maken het geheel ingewikkeld. Soms kan het totaal groter uitpakken dan de som der delen doet vermoeden. Daarbij zijn er de zaken waarvan men niet weet dat men ze niet weet én er zijn gebieden waarop de techniek nog niet ver genoeg is. Bovendien heeft blootstelling in veel gevallen geen direct effect. Dat alles maakt het onderzoek er niet gemakkelijker op. Er moet vaak langere tijd gemeten worden voor adequate resultaten. Daar komt bij dat de levensfase waarin de blootstelling plaatsvindt, vaak een belangrijke factor is. Kleine kinderen en senioren zijn over het algemeen gevoeliger voor bepaalde invloeden.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

Bronnen

G.W. Miller en D.P. Jones: The nature of nurture. Refining the definition of the exposome, Toxicological Sciences (januari 2014) 

Yu C, Tang H, Guo Y, Bian Z, Yang L, Chen Y, et al. Hot Tea Consumption and Its Interactions With Alcohol and Tobacco Use on the Risk for Esophageal Cancer: A Population-Based Cohort Study. Ann Intern Med. ;168:489–497. doi: 10.7326/M17-2000

https://www.bonusan.com/nl/nieuws/het-gat-tussen-genen-en-gezondheid/

Straling:https://www.antennebureau.nl/plaatsing-antennes/locaties-antennes-in-nederland