Home » hormonen

Tag: hormonen

image_pdfimage_print

Genetisch onderzoek

Een genetisch onderzoek kan een goed inzicht geven in de genetische oorzaken van je klachten.

De genen die in een DNA onderzoek worden onderzocht coderen enzymen. Je kunt hiermee zien of bepaalde enzymen normaal of abnormaal werken. Bij een SNP of een mutatie werken ze vaak langzamer, maar soms ook sneller. Dit heeft invloed op de processen in je lichaam. 

Een variant op een gen noemen we een SNP (spreek uit als snip). Is het een zeldzame afwijking, dan spreek je van een mutatie. In dit onderzoek worden SNP’s  besproken. Een gezond iemand hoeft niet perse last te hebben van deze SNP’s. De mogelijke tekorten worden dan op een andere manier opgevangen.

Raakt het lichaam uit balans, door psychisch of lichamelijk trauma, gifstoffen in voeding en leefomgeving, verkeerde onvolwaardige voeding en/of een ongezonde leefstijl, dan kun je doordat de enzymen te langzaam of te snel werken, gezondheidsklachten ontwikkelen.  Door de SNP’s in kaart te brengen kun je zien waar je extra aandacht aan moet besteden om problemen op te lossen. Dit wordt epigenetica genoemd, dit betekent dat je genen kunt beïnvloeden. De werking ligt niet helemaal vast. Genen kunnen door de omstandigheden ‘vervuild’ raken, waardoor je er meer last van hebt. Je kunt je genen ‘schoonmaken’, al zijn er ook genen die waarvan je de werking van bepaalde processen niet kunt veranderen. Zoals bijvoorbeeld de opname en verwerking van vitaminen. 

 

Wat wordt er in een Health DNA onderzoek van iGene onderzocht?

Ik werk met DNA onderzoek van het Nederlandse bedrijf iGene. Hier kun je een algemene gezondheids DNA analyse aanvragen, je krijgt dan meer duidelijkheid over:

(de dikgedrukte woorden zijn punten die ik interessant vind in verband met Mestcel Activatie Syndroom.)

Aandoeningen: Of je een hoger risico voor onder andere de ziekte van Alzheimer, beroerte, verschillende soorten kanker, botontkalking, diabetes, de ziekte van Parkinson en meer. 

Leefstijl adviezen: Je krijgt algemene leefstijladviezen gebaseerd op de bronnen van iGene. (Waar ik het op het gebied van voeding niet helemaal mee eens ben en een leefstijladvies voor  een ieder veel persoonlijker is dan in een algemeen advies kan worden gegeven).

Persoonlijke kenmerken: kaalheid, smaakperceptie, erfelijke fructose intolerantie, je gevoeligheden voor alcohol, pijn, stress en SARS (2003), glutenintolerantie, lactose intolerantie, ijzerstapeling, omzettingssnelheid caffeine, e.a.

Medicijngevoeligheid: Je krijgt een lijst met veelgebruikte medicatie (66 stuks) waarbij aangegeven wordt of je hoe gevoelig je hiervoor bent vanuit genetisch oogpunt. Normale, vertraagde of versnelde afbraak.

Farmaco-profiel: Een lijst met enzymen die je aan je huisarts of apotheker door kunt geven om de juiste dosering van medicatie te bepalen.

 

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

 

Aanvullend genetisch onderzoek

Behandelaars die aangesloten zijn bij iGene kunnen aanvullend onderzoek aanvragen. Bij het Mestcel Activatie Syndroom bied ik deze standaard aan omdat in dit pakket de onderliggende oorzaken van de verhoogde mestcelactivatie worden in beeld worden gebracht. In het aanvullende verslag wat geschreven wordt door Lisa Goudzwaard wordt de uitslag van het genetisch onderzoek uitgelegd aan de hand van het Mestcel Activatie Syndroom, histamine intolerantie en de daaronder liggende oorzaken.

Meest voorkomende onderliggende oorzaken bij het Mestcel Activatie Syndroom:

  • spijsverteringsproblemen
  • sterk verzwakte detoxificatie
  • hormonale onbalans (oestrogeendominantie)
  • verzwakte methylatie
  • verhoogd bloedglucose (insulineresistentie)
  • tekort aan neurotransmitters
  • oxidatieve stress (mede als gevolg van mestceldegranulatie)

Er zijn meer oorzaken, maar deze worden niet in dit verslag besproken. 

Folaat cyclus

MTHFR, MTR, MTHFD1, DHFR

De folaatcyclus is belangrijk voor de methylatie en de productie van BH4, dit is een cofactor voor de neurotransmitters. Één of meerdere mutaties in deze cyclus kan de methylatie verlagen en zorgen voor bloedarmoede als gevolg van een folaat tekort.

Methionine Cyclus

MTRR, BHMT, MAT1A, AHCY (SAHH), PEMT, GNMT

De methionine cyclus is belangrijk voor

  •  de aanmaak van energie (ATP). Hierbij heb je naast methionine ook adenosine nodig. 
  • een gezonde homocysteïnespiegel, een te hoog homocysteïnegehalte is, met name voor vrouwen, ongezond en kan tot hartkwalen zorgen. 

Van homocysteine wordt cysteine gemaakt, hierbij is voldoende vitamine B6 belangrijk. Dit gebeurt met behulp van het transulferatie pad. Zijn er mutaties in dit pad (zie volgend kopje) dan wordt de homocysteine weer terug in methionine omgezet.

Transsulferatie cyclus

Het transsulfuratie pad zorgt voor de omzetting van cysteïne en homocysteïne naar cystathionine. Vitamine B6 is een belangrijke vitamine in dit pad. De CBS en CTH enzymen zijn het belangrijkst. 

Het SUOX enzym zet sulfiet om in sulfaat. Dit vind plaats aan het eind van het transsulferatie pad.

Bestel het onderzoek

Detoxificatie

De ontgifting in de lever verloopt in 3 fasen. 

In het iGene rapport wordt voornamelijk gekeken naar welke mutaties zorgen voor een snellere of langzamere opname en verwerking van medicatie en afbraak van gif- en afvalstoffen.

In Fase 0 worden medicatie opgenomen met behulp van SLC transport eiwitten.

In Fase 1 worden stoffen voorbewerkt om ze makkelijker af te kunnen breken. In het onderzoek wordt er gekeken naar CYP450-enzymen en een aantal belangrijke aanvullende enzymen zoals DPD en PON1.

In Fase 2 wordt medicatie, gifstoffen, lichaamsafval verder afgebroken. Dit gebeurt met behulp van verschillende ontgiftingspaden, je kunt in deze paden zijn SNP varianten hebben. Het is mogelijk dat in alle paden SNP’s zijn, waardoor je moeilijker kan ontgiften. 

  • Glutathion conjugatie : Dit is waarschijnlijk de belangrijkste ontgiftingsroute in het lichaam en 60% van de gifstoffen die in de gal worden uitgescheiden, worden op deze manier uitgescheiden.
  • Glucuronide conjugatie (glucuronidatie):
  • Sulfatie: Als er SNP’s zijn in deze genen wordt oestrogeen minder goed afgebroken en ben je gevoeliger voor oestrogeendominantie.
  • Acetylatie: Bij de ontgiftingsprocessen ontstaan er afvalstoffen (metabolieten) die ook afgevoerd moeten worden. Dit gebeurt met behulp van de acetylatie. Zijn er SNP’s dan kunnen de afvalstoffen minder goed afgevoerd worden.
  • Methylatie: SNP’s in dit proces zorgen o.a. verhoogd histamine gehalte in de cellen (HNMT), voor hoger of lager dopamine gehalte in de hersenen (COMT), BHMT zorgt voor een backup van folaat en daarmee voor voldoende SAM, dit is belangrijk voor de methylatie en energieproductie.  PEMT zorgt voor voldoende choline. Als je een SNP in dit gen hebt heb je in de overgang minder choline. Hierdoor kan de werking van de lever, spieren, alvleesklier aangetast worden.

Is de werking van een enzym verhoogd dan is dit zowel goed als slecht. Door de verhoging werkt de stofwisseling van een gifstof sneller, maar ontstaan er ook meer vrije radicalen. Het kan de effectiviteit van medicijnen verlagen maar ook de sterkte van de werking van medicatie verhogen.  

In Fase 3 worden de afvalstoffen via de huid, gal, de ontlasting en urine uitgescheiden. De enzymen in deze fase zorgen er onder andere voor dat gifstoffen van geneesmiddelen niet gaan stapelen.

Oxidatieve stress

Oxidatieve stress houdt in dat er een onbalans is tussen oxidanten en antioxidanten. Teveel oxidatie kun je zien als roest. Te hoge oxidatie zorgt voor stress, afbraak en ziekte doordat er teveel vrije radicalen zijn. Deze vrij radicalen worden in het lichaam verlaagd door enzymen.

Oestrogeen

In dit onderzoek wordt er gekeken hoe goed oestrogeen kan worden geproduceerd en afgebroken. Als de productie verhoogd is en de afbraak verlaagd is de kans op oestrogeendominantie hoog. Oestrogeendominantie is een van de onderliggende oorzaken van MCAS.

Neurotransmitters/BH4 cyclus

Dit onderzoek is belangrijk om de afbraak van histamine in beeld te brengen.  DAO, MAO-A en MAO-B worden in beeld gebracht. (HNMT wordt bij de methylatie in beeld gebracht).

Daarnaast worden er genen in beeld gebracht voor de BH4 cyclus. Bij een tekort aan BH4 ontstaat er snel mestceldegranulatie, mede doordat histamine en serotonine niet met elkaar in evenwicht zijn en er mogelijk een tekort is aan glutathion en teveel zware metalen.

In de BH4 cyclus wordt ook ammonia geneutraliseerd en stikstofoxide geproduceerd. Dit is belangrijk voor de ureumcyclus en voorkomen van o.a.migraine. BH4 beschermt de zenuwcellen tegen zware metalen en een glutathiontekort.

Er worden genen in beeld gebracht die zorgen voor een  verhoogd of verlaagd aantal neurotransmitters: GABA, Glutamaat, Dopamine, Noradrenaline, Adrenaline, Serotonine, Histamine.

Bestel het onderzoek

Vitaminen

Vitamine A, B6, B11, B12, C, D, E, K

Er wordt gekeken of vitaminen goed kunnen worden verwerkt. Je kunt veel vitaminen via voeding binnenkrijgen maar als deze niet goed gebruikt kunnen worden, moet je hier extra aandacht aan besteden.

 

Informatie over prijzen en het onderzoek zelf vind je HIER.

Overige vragen over iGene op de website iGene.nl

Meer informatie over het DNA onderzoek histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op  www.mestcelactivatiesyndroom.nl

Leptine resistentie veroorzaakt mestceldegranulatie

Heb je constant trek in eten, ook al weet je dat je geen honger hebt? Lees dan vooral verder! Het ligt niet aan je wilskracht, het feit dat je je onbedaarlijke trek niet onder controle krijgt is een hormonaal probleem.  Je bent waarschijnlijk leptineresistent. Leptine is een hormoon wat door de vetcellen wordt geproduceerd. Hoe meer vetcellen je hebt, hoe meer leptine. Leptine werkt voornamelijk op de hersenen. 

 Tot nu toe zijn de onderzoeken naar leptine voornamelijk gericht op obesitas omdat mensen met chronisch overgewicht altijd trek in eten lijken te hebben. Maar ook mensen met MCAS en andere mestcelziekten waarbij mestcellen te actief zijn kunnen leptine problemen hebben. 

 

Het hormoon leptine werd pas in 1994 ontdekt, voor deze tijd wisten we dus niet hoe het kwam dat sommige mensen altijd trek hadden en maar niet afvielen, ook niet als ze een streng dieet volgden en zich keurig aan het dieet hielden. 

Hoe werkt leptine?

De bekendste werking van leptine is als hormoon die de boodschap aan de hersenen doorgeeft dat je genoeg hebt gegeten. De vetcellen in je lichaam geven dit hormoon af zodra ze vol zitten. Je krijgt dan ook veel sneller een seintje dat je moet stoppen met eten als je vetrijk eet, dan als je suikerrijk eet. Als je voldoende vetten hebt gegeten, gaat je lichaam vet verbranden in plaats van suikers.  Hoe zwaarder je weegt, hoe meer vetcellen je hebt, hoe meer leptine je hebt.  Hoe hoger je leptinegehalte, hoe meer je hersenen weten dat je minder moet eten om op een gezond gewicht te blijven. Dit is in een gezonde situatie. Zo voorkomt je lichaam overgewicht. 

Hierdoor blijft je lichaam geloven dat je niet genoeg energie hebt opgeslagen en dat je honger hebt. Je blijft dan eten. Daarnaast zorgt je lichaam ervoor dat je minder energie verbruikt zo bespaar  je energie, want het lichaam denkt dat er schaarste is en de energie moet zo efficiënt mogelijk gebruikt worden. 

Mestcelactivatie en leptine

Ook als je slank bent kun je leptine resistent zijn.  Dit komt vooral veel voor bij mensen met MCAS. En dat zijn er naar mijn idee veel meer dan we tot nu toe aannemen. Dr. Afrin, de arts en onderzoeker op het gebied van MCAS legt de link tussen insulineresistentie en MCAS. Mestcellen zitten overal in het lichaam en reageren op signalen uit het immuunsysteem maar ook op uitdroging. Suiker droogt je cellen uit. Een te hoog bloedsuikergehalte activeert mestcellen om te degranuleren en histamine uit te scheiden zodat bloedvaten verwijden en er meer vocht naar de cellen kan. 

Leptine is een hormoon en tevens cytokine, in dit geval werkt deze cytokine als onderdeel van het immuunsysteem door leptinereceptoren te produceren.

 Leptine heeft verschillende taken, het zorgt dus niet alleen dat je trek verdwijnt na het eten van vetten. 

 

Leptine

  • verlaagt de glucose gestimuleerde insuline vrijlating
  • reguleert trek in eten
  • activeert immuuncellen
  • helpt bij het reguleren van de schildklierhormonen
  • reguleert de botdichtheid
  • verhoogt de hartslag
  • hoge bloeddruk
  • reguleert de menstruatie
  • reguleert stofwisseling en energie homeostase
  • reguleert het circadiaanse ritme (gezond waak/slaap ritme )

Hoe ontstaat leptineresistentie?

Verkeerde voeding

Er zijn meerdere oorzaken van leptineresistentie, de meest voorkomende is het teveel consumeren van koolhydraten en dan vooral snelle koolhydraten zoals pizza, pannenkoeken, koekjes, wit brood, snoep, patat, chips. 

 

Maar ook voedsel intolerantie en voedingsallergie kunnen darmklachten, een lekke darm en ontstekingen veroorzaken. Is het lichaam in een constante staat van ontsteking, dan kun je je voorstellen dat mestcellen degranuleren en er leptine vrijkomt en er zo leptineresistentie ontstaat.

 

Verkeerd dag/nacht ritme

Leptine reguleert het dag- en nachtritme, ofwel het Circadiaans ritme.  Andersom is leptine gevoelig voor verstoringen in dit ritme. Als je vaak te laat naar bed gaat en veel achter een scherm met licht zit, computer of televisie, of er is veel straatverlichting en je hebt geen goede gordijnen, dan sta je vermoeid op.

Hierdoor heb je overdag extra trek in koolhydraten en kun je al snel overeten. Ook al heeft leptine een signaal gestuurd om te stoppen met eten. Je neemt toch koolhydraten om je vermoeidheid weg te eten. Er wordt nog meer leptine naar de hersenen gestuurd. Gebeurt dit regelmatig, dan ontstaat er leptine resistentie.

 

Immuunfuncties en leptine

Leptine reguleert ook de immuunfuncties. Dat doet het via de leptine receptor die door immuuncellen tot expressie worden gebracht. Ondanks dat dit bekend is, is er weinig tot geen onderzoek gedaan naar hoeveel dit is. Er is wel aangetoond dat mestcellen in de huid, het maag-darmkanaal, urinewegen en ademhalingswegen leptine tot expressie brengen. Hoe meer overactieve mestcellen hoe vaker de receptoren in de hersenen het signaal krijgen dat er genoeg is gegeten. Als dit teveel en te vaak gebeurt, worden deze receptoren resistent en registreren ze het niet meer. 

 

Aan de andere kant is het zo dat leptine stimuleert mestcellen te degranuleren en histamine vrij te laten.  Het is dus een vicieuze cirkel.

Het bevordert de ontstekingsactiviteit van mestcellen waardoor ze bij ontstekingsprocessen hun stoffen vrij kunnen laten.  Deze ontstekingsactiviteit is gunstig om ziekte te bestrijden. Maar blijvende ontstekingen zorgen in combinatie met leptineresistentie en insulineresistentie voor obesitas en diabetes. 

Zo zag men in een onderzoek bij muizen die genetisch minder mestcellen hadden en een tekort aan leptine, ze snel obees werden en diabetes kregen. 

 

Blijft het leptine voor een langere periode te hoog, dan stijgt de ontstekingsgevoeligheid van het lichaam en worden de leptine receptoren minder gevoelig. Het signaal om te stoppen met eten wordt niet meer gegeven.

Je blijft maar trek houden in eten.

Er is leptine resistentie. 

 

Het lichaam moet meer leptine produceren en uitscheiden om hetzelfde effect te krijgen en ontstekingen stijgen. Mestcelactivatie stijgt. En zo gaat het maar door.

 

Welk dieet bij leptine resistentie?

Als je leptineresistentie hebt en een dieet volgt waarbij je op calorieën let, waarbij je minder eet, waarbij je weinig vetten binnenkrijgt maar nog wel koolhydraten, zullen ervoor zorgen dat je lichaam uitgeput raakt.  Je verliest in het begin misschien wel vetmassa, maar komt daarna op een plafond, je staat stil.  

 

Dit soort diëten draaien leptineresistentie niet om, maar maken het erger. Je hersenen kunnen door dit crashdieet je honger en eetlust juist vergroten en je energieverbruik nog verder verminderen.

Bovendien terroriseer je jezelf omdat je toch al heel erg trek had, die trek wordt alleen maar erger. Tot je eindigt in een vreetaanval en je heel erg boos op jezelf bent. 

Dus begin er alsjeblieft niet aan! Dit is niet wat je lichaam wil!

 

Leptineresistentie gaat vaak hand in hand met insulineresistentie en het ontstaan van diabetes. Wil je dit voorkomen, dan is verandering van dieet en leefstijl belangrijk.

 

Leptine is  net als insuline gevoelig voor stress en koolhydraatrijke voeding met snelle suikers. Als je veel koolhydraten en snelle suikers gebruikt en als je veel stress hebt werkt je lichaam op glucose. 



Lees hier verder over:

Heb jij leptineresistentie?

Leptine resistentie aanpakken

Hoe herken je een gezonde leptine werking?

Ofwel: hoe merk je dat je herstelt van leptineresistentie?

Deze website is niet overladen met advertenties. Wat voor jou als lezer natuurlijk erg prettig is. Voor de maker van deze website betekent dit dat er geen inkomsten binnenkomen voor de tijd en arbeid die in de website wordt gestoken. Daarom is het mogelijk om het werk te ondersteunen met een jaarabonnement, je krijgt dan tevens toegang tot de exclusieve uitgebreide  artikelen of je kunt een bedrag doneren.

[doneren_met_mollie]

HNMT verhogen

Bij histamine intolerantie en MCAS is er vaak een tekort aan het DAO enzym, dit is dan ook het meest bekende enzym en waar de meeste mensen naar kijken.  Maar een tekort aan DAO is maar een deel van het probleem.  Ik zie regelmatig clienten waarbij een supplement met DAO enzymen niet werkt. Dit komt doordat er meer enzymen betrokken zijn bij het afbreken van histamine. Als je naast darmklachten ook andere klachten hebt, kijk dan verder. Vooral als er ook psychische klachten zijn. 

HNMT (histamine-N-methyltransferase speelt een belangrijke rol in de cellen, ofwel het werkt intracellulair (DAO werkt buiten de cellen).  Het deactiveert histamine door een methylgroep van S-adenosyl-L-methione naar histamine (N-methylatie) over te brengen. Dit is de enige bekende route voor het beëindigen van neurotransmitter-acties van histamine in het zenuwstelsel van zoogdieren. HNMT wordt uitgescheiden in verschillende weefsels, je vind het meeste in de lever en de nieren, maar ook in de bronchiën en de slokdarm.

HNMT is het belangrijkste enzym wat histamine afbreekt wat vrijkomt uit de mestcellen.

Het meeste HNMT vind je in de lever. In de lever wordt de histamine die ontstaan is door mestceldegranulatie afgebroken.  Als de lever niet goed werkt, heb je dus ook een probleem met het afbreken van histamine. Niet alleen de darm is belangrijk om te behandelen.  In mijn behandelingen werk ik altijd eerst aan de darmgezondheid, en stel daarvoor een voedingsplan op waarbij niet alleen de darm, maar ook de lever wordt ondersteund.  Als de darmwand gezond is en de darm dysbiose, die bijna iedereen in mijn praktijk met histamine intolerantie heeft, gaan we intensiever werken aan de gezondheid van de lever zodat deze beter kan ontgiften en deze gifstoffen zonder problemen door de darmen en nieren afgevoerd kunnen worden.

De lever filtert het bloed om vetoplosbare gifstoffen af te voeren en breekt de gifstoffen af tot wateroplosbare gifstoffen zodat ze via de urine en ontlasting uitgescheiden kunnen worden. Er moet dus geen obstipatie zijn, maar ook geen lekke darm.

Daarnaast is HNMT het enzym wat histamine in het epitheel van de bronchiën verlaagt. Bronchoconstrictie en astma aanvallen kunnen getriggerd worden door het eten van voeding met veel histamine, of voeding wat mestcellen activeert waardoor er histamine wordt vrijgelaten.  Heb je ademhalingsproblemen, denk dan aan HNMT.

Je genen en HNMT

Een “single nucleotide polymorphism” (SNP) is een variatie in het DNA – een polymorfie – van één enkele nucleotide lang.  SNP’s (spreek uit ‘snip’) maken ieder mens uniek en zijn niet per se ziekmakende factoren.  Als er een SNP in het HNMT gen is, kan dit er wel voor zorgen dat het gen wat het HNMT enzym produceert, minder goed of helemaal niet werkt. Hierdoor wordt de extracellulaire histamine minder goed afgebroken en stapelt het zich op. Dit gen  bepaald de werking van het enzym wat histamine omzet in N-methylhistamine.

HNMT zet histamine dus om in N-methylhistamine. Maar dan zijn we er nog niet, daarna moet het nog verder afgebroken worden met het MAO (monoamine oxidase) enzym.   Een MAO tekort kan o.a. ontstaan door een tekort aan riboflavine (B2). Zorg dus voor voldoende vitamine B2, zeker in de overgang en bij oestrogeendominantie wanneer het MAO enzym verlaagd.

Het kan dus zijn dat je een genetische mutatie op het HNMT of DAO enzym hebt, maar het lijkt vaker een probleem te zijn wat ontstaat door onbalans in de hormonen en tekort aan voedingsstoffen.

Je kunt een hoog histamine gehalte in de hersenen herkennen aan de volgende kenmerken: migraine, ADHD/ADD, psychische klachten,  je  bent iemand die altijd maar door gaat, je hebt een hoge workdrive, je bent een sterke leidertype, je hebt een hoge seksdrive. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn.  Alleen als het lichaam uit balans raakt ontstaan er problemen. Deze  bovenstaande kenmerken zijn dus het gevolg van een SNP in het HNMT enzym.

Om te weten of jouw HNMT een SNP heeft kun je je genen laten onderzoeken bij 23andme.com of ancestry.com. De volgende genen geven de werking aan:

HNMT rs1050891:

  • ‘G’ = Histamine wordt normaal afgebroken.
  • ‘A’ = Histamine wordt verminderd afgebroken. Er is meer histamine in de hersenen, lever, nieren en luchtwegen.

HNMT rs11558538:

  • ‘C’ = Histamine wordt normaal afgebroken.
  • ‘T’ = Histamine wordt verminderd afgebroken. Er is meer histamine in de hersenen, lever, nieren, luchtwegen.
Als je een verhoogd histamine in de organen hebt, kun je door een tekort aan voedingsstoffen en leefstijlfactoren (vooral stress en hormonale problemen) MCAS ontwikkelen.

Lees HIER verder over de volgende aanvullende informatie:

Medicatie en HNMT

Voeding om HNMT te verhogen:

Voeding rijk aan methionine

Voeding rijk aan vitamine B12

Voeding rijk aan vitamine B2

Voeding rijk aan folaat

Over vreemdgaan en histamine

Ik ga nu iets met je bespreken waarvan je denkt: Huh, wat heeft dat nou weer met elkaar te maken? Lees en verbaas je en wellicht herken je bepaalde dingen van je partner, of jezelf. En als je het begrijpt dan is het makkelijker om over te praten.

Overspel, vreemdgaan, ontrouw zijn problemen die zo oud zijn als de mensheid. Het is bekend dat er meer mannen dan vrouwen vreemd gaan en dat een hoog libido vaak als een reden wordt aangegeven om vreemd te gaan. Een hoog libido zie je bij mensen met een hoog histaminegehalte in de hersenen, maar toch zijn er genoeg mannen (en waarom alleen mannen worden besproken zul je straks lezen) met juist een laag histaminegehalte die vreemd gaan.

 

In het boek “Can we cure and forgive adultery”(Kunnen we vreemdgaan genezen en vergeven)  van Bonnie Waker Weil wordt er ingegaan op de fysiologische reden van vreemdgaan. Het klonk als een boek vanuit een kerk geschreven, zoiets als, kun je homofilie genezen? Maar toch trok dit wel mijn aandacht, want hoe heeft overspel te maken met histamine?

 

Dr. Oscar Kruesi, een internist uit New York, heeft de eigenschappen van mensen met een hoog en laag histaminegehalte in kaart gebracht en hij geeft aan dat mannen die overspel plegen vaker een hoog histaminegehalte hebben dan een laag gehalte, al zijn er genoeg mannen met een laag histaminegehalte die ook vreemd gaan, daarover later meer.

 

Mannen die doelgericht de top willen halen hebben een hoge werkdrive en een hoog libido. Je ziet dan ook dat veel politici, die hele lange dagen maken en alles opzij zetten voor hun werk, ook vaak womanizers zijn, ze houden er vaak één of meerdere vriendinnen op na. Dr.Kruesi denkt dan ook dat er meer mannen dan vrouwen zijn met een hoog histaminegehalte in de hersenen.

Dit staat dus los van histamine intolerantie wat meer bij vrouwen voorkomt door een onbalans in de hormonen. Mannen hebben veel minder last van de hormonen, waardoor ze minder snel histamine intolerantie krijgen. Zij zijn meer vatbaar voor stress en bijnieruitputting als oorzaak. Maar goed, we hebben het dus niet over een intolerantie, een teveel aan histamine. We hebben het over het van nature een hoog histaminegehalte in de hersenen waardoor je bepaalde karakter eigenschappen hebt. Dit zegt niets over hoe histamine uit voeding in je darmen afgebroken wordt.

 

Vrouwen kunnen wel net zo goed een hoog histaminegehalte hebben en daar geen last van hebben en naar mijn idee dus ook vreemd gaan, maar dat wordt in dit boek niet behandeld.

Een hoog histaminegehalte zorgt voor meer testosteron, meer behoefte aan seks en als je dat thuis niet krijgt, dan maar buiten de deur. Het doel is op dat moment belangrijker dan een stabiele thuissituatie. Deze mensen denken doelgericht waardoor ze vaak hard werken en zich niet bezig houden met andermans gevoelens. Ze kunnen op een botte manier communiceren, hun zin doordrijven en over andermans gevoelens heen lopen (ofwel niet bewust zijn van) omdat het uiteindelijke doel het belangrijkst is.

Dit geldt allemaal net zo goed voor vrouwen, al hebben zij naar verhouding minder testosteron en zal het daardoor wat afgezwakt zijn.

 

Bij vrouwen in de overgang dalen de sekshormonen oestrogeen en progesteron. Het testosteron gehalte blijft gelijk, hierdoor is in verhouding met oestrogeen en progesteron meer testosteron en zie je dat vrouwen stappen nemen in aspecten van hun leven die ze niet leuk vinden. Ze worden kordater, zeggen wat hun al die jaren dwars zit, stoppen met hun werk, scheiden van hun partner etc., nemen er een vriend bij of gaan aan de zwier. Zeker als zij ook een hoog histaminegehalte in de hersenen hebben.

Bij vrouwen in de menopauze is vreemd gaan niet zo zeer een issue, het is meer schoon schip maken voor de tweede helft van het leven terwijl bij mannen rond hun vijftigste het testosteron daalt, de erecties minder sterk worden en de prestaties minder. Als zij dan een hoog histaminegehalte zal dit minder het geval zijn dan bij mannen met van nature een laag histaminegehalte.

 

Mannen met een laag histaminegehalte zouden vaker vreemd gaan omdat het seksleven met hun vrouw niet goed is. Ze presenteren niet goed in bed, hebben een erectieprobleem en komen moeilijk klaar. Ze denken dat ze uitgekeken zijn op hun vrouw en dat een andere nieuwe vrouw zijn erectieprobleem kan verhelpen en hij weer de held in bed wordt. Helaas is dit vaak niet het geval. Als hij vreemd blijft gaan denkt hij dat het dan nog steeds dat het aan de vrouw ligt en gaat op zoek naar een ander liefje. De oorzaak is puur fysiologisch en hoort bij het ouder worden. Bij mannen die op jonge leeftijd een laag histaminegehalte in de hersenen hebben kan er gekeken worden wat hiervan de oorzaak is.

 

De overgang, relatieproblemen en histamine

Noem het woord overgang in het bijzijn van een man en hij maakt dat hij wegkomt. Veel mannen, zeker zij met een hoog histaminegehalte zien vrouwen in de overgang als enge buitenaardse wezens waarvan je nooit weet hoe ze op je zullen reageren. Een vrouw in de overgang wordt mondiger en als alles in balans is merk je er verder niet veel van. Maar een vrouw in de overgang met een onbalans in de neurotransmitters kan labiel, depressief en/of angstig worden. Heb je dan ook nog histamine intolerantie dan zit je helemaal in een emotionele rollercoaster.

 

In de overgang kan de verhouding van histamine tot de andere neurotransmitters serotonine, GABA en dopamine flink uit balans zijn waarbij de histamine en vaak ook glutamaat, een andere prikkelende neurotransmitter, het hoogst zijn. Hierdoor kun je de overprikkeling en emoties niet opvangen en zul je snel huilen.

Terwijl je tiert en snel boos bent (testosteron), je voor je rechten op komt, loop je huilend heen en weer en voel je je onrustig. Niet zo gek dat mannen bang zijn voor een vrouw in de overgang, als ze dan door hun eigen veranderende hormoonbalans ook nog eens minder presteren is voor sommigen de stap naar overspel snel gemaakt. (Nee, ik zeg niet dat dat goed is, wel begrijpelijk)

 

Hoe lossen we dit op? 

Het zou ideaal zijn als zowel mannen als vrouwen weten dat hun relatieproblemen geen relatie problemen zijn maar fysiologische problemen en dat zowel de man als de vrouw goed naar zichzelf kijkt en onderzoekt wat bij hen zorgt voor een onbalans in de hormonen. Zelfonderzoek, het tijd nemen voor jezelf en elkaar, het verminderen van stress, je neurotransmitters en hormonen in balans brengen en je goed laten begeleiden kan een hoop ellende voorkomen. Het zou toch zonde zijn om een in essentie goede relatie te verbreken, puur vanwege seksuele problemen?

Hier kun je het boek kopen

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Angst, ontsteking en MCAS

Steeds meer mensen hebben angstklachten, ik heb er zelf ook last van, al is het nu veel minder dan vroeger. Onverklaarbare angst om niets. Rationeel denk je, deze situatie is veilig, maar je lichaam geeft andere signalen.

In de periode dat ik nog niet wist dat ik histamine intolerantie was, voor 2014, waren mijn angsten veel sterker dan nu. Ik kreeg toen angstaanvallen in de rij bij de supermarkt, in het openbaar vervoer, in een theater. Dan gaan mijn gedachten naar de angst. De aanvallen begonnen na de bevalling van mijn dochter, nu 18 jaar terug, 1999.

Ik had toen al jaren migraine en last van mijn buik. De verklaring die ik nu kan geven is dat tijdens de zwangerschap de histamine lager was door de verhoogde DAO in mijn lichaam en dat na de bevalling de DAO ernstig in een dip zat en dat na de bevalling mijn oestrogeengehalte steeg en het progesterongehalte daalde. Ik had geen idee dat bepaalde voeding de oorzaak kon zijn.

Geen suiker eten was essentieel, maar ik was nog niet gemotiveerd genoeg (lees: ik had de kennis niet om me te motiveren) om het echt te laten staan. Destijds at ik veel chocola. Ik kreeg er ook geen directe klachten van, wat ik nu overigens wel heb. Alleen als ik moe was ging ik niezen, ook van producten met suiker, zonder chocola.

Pas toen ik in 2014 in een burn out kwam en me ging verdiepen in andere factoren naast mijn darmproblemen, ontdekte ik histamine intolerantie.

Sinds die tijd eet ik veel minder histamine. Maar toen wist ik nog niet dat histamine ook gelinkt is aan angst. Wel vond ik het achteraf gezien frappant dat mijn angsten veel minder zijn geworden sinds ik minder histamine ben gaan eten. Ik wist wel dat mijn angsten minder waren, maar niet waar dat nou aan lag. De burnout uitte zich bij mij voornamelijk in huilen, moe en boos zijn. Ik was niet depressief, ik was eigenlijk best blij in die periode, ondanks dat ik heel de dag huilde.

Angst en histamine?

Zoals je ziet heb ik het woord ontsteking nog niet in de zin opgenomen.  Want eerst moet je weten dat histamine een neurotransmitter is. Neurotransmitters; zoals o.a. serotonine, dopamine, GABA en dus ook histamine, hebben een grote invloed op hoe je je voelt en hoe je handelt. Je hersenen worden aangestuurd door neurotransmitters.

In een onderzoek wat gepubliceerd is in het magazine Brain, Behavior and Immunity werd er voor het eerst het verband gelegd tussen angststoornissen en een disbalans tussen de eiwitstoffen in de cellen in het immuunsysteem:  interferon (IFN-y), interleukine (IL-10) en de tumor necrose factor (TNF-a) die vrijgelaten worden door mestcellen.

Er werden verhoogde niveaus van deze stoffen aangetroffen bij de onderzochte mensen met angststoornissen. De onderzoekers denken dat  het enzym wat tryptofaan afbreekt aangetast is waardoor patiënten met een angststoornis minder serotonine hebben.

Psychische stoornissen en ontstekingen

Histamine is ook een stof die zorgt voor ontstekingsreactie, heb je teveel histamine in je lichaam en dan is je lichaam in een constante staat van ontsteking, hierdoor krijg je rode vlekken, uitslag, jeuk,hartkloppingen, angsten, tunnelvisie, een depressief gevoel.

Mestcellen zijn een deel van het systeem van witte bloedcellen. Het systeem wat ons lichaam beschermt tegen aanvallen van buitenaf. In mestcellen liggen verschillende stoffen opgeslagen: histamine, prostaglandine, interleukine en ontstekingsstoffen. De mestcellen breken open zodra deze stoffen nodig zijn bij de spijsvertering, het helen van wonden en veel andere dingen in het lichaam. Normaal liggen de stoffen goed opgeslagen, maar door stress en voeding kunnen de mestcellen getriggerd worden om histamine en andere ontstekingsstoffen in de bloedbaan vrij te laten. Histamine is daarnaast ook nog eens in de hersenen aanwezig omdat het een neurotransmitter is.  

Door stress en voeding komen er dus meer histamine en andere ontstekingsstoffen in de bloedbaan.  Naast een angststoornis kunnen ook andere psychische stoornissen ontstaan door histamine intolerantie, zoals depressie, ADHD, autisme en schizofrenie. Er moet nog veel onderzoek worden gedaan maar als je googled op de woorden van een van de stoornissen in combinatie met histamine kom je al snel bij een lijst met reeds uitgevoerde onderzoeken.

Oestrogeendominantie

Oestrogeen kan ook een oorzaak zijn, voornamelijk bij vrouwen, maar ook mannen kunnen te veel oestrogeen in hun lichaam hebben.  Het oestrogeen kan stijgen op het moment dat  je teveel histamine binnenkrijgt wat je niet kunt verwerken.

Oestrogeen gaat door de bloed-hersenbarrière. In de hersenen zijn er histamine receptoren en histamine-genererende cellen. Op het moment dat je een plotselinge stijging van oestrogeen hebt, kan oestrogeen door de bloed-hersenbarrière heen in de hersenen komen en hier kan het histamine vrijlating in de hersenen stimuleren.

Een van de functies van histamine in de hersenen is hersenopwinding. Histamine is een prikkelende neurotransmitter. Het is ook de sleutel in geheugen en leren. Veel mensen met histamine intolerantie hebben het mistig gevoel in hun hoofd. Op het moment dat men de histamine inname verlaagt, gaat ook het mistige gevoel weg.

De opwinding in de hersenen kan zorgen voor een paniek-aanval en kan op deze manier een angststoornis ontwikkelen.

Adrenaline

Ook adrenaline kan paniekaanvallen veroorzaken. Dit hormoon komt vrij als er teveel histamine is. Dus een te hoog histaminegehalte kan ervoor zorgen dat er adrenaline pieken zijn. Dit gebeurt in je hele lichaam en heeft niets te doen met je hersenen.

Wat gebeurt en in je lichaam bij een paniekaanval?

Allereerst is het belangrijk om het verschil te weten tussen sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel. Deze twee zijn tegenovergesteld van elkaar, de een zorgt voor activiteit, de ander voor rust.

Het sympatische zenuwstelsel beinvloedt de organen zodat het lichaam energie kan genereren. Dit zenuwstelsel is overdag actief en in stress-situaties.

Het parasympatische zenuwstelsel is een autonoom zenuwstelsel en zorgt voor rust en herstel. Dit zenuwstelsel is dan ook voornamelijk ‘s nachts erg actief, maar ook als je mediteert en ontspant.

Bij een angst- of paniekaanval is het sympathisch zenuwstelsel zorgt voor de lichamelijke klachten. Als je sympathisch zenuwstelsel eenmaal is geactiveerd, gaan er allerlei bellen rinkelen in, de adrenaline en cortisol niveau’s stijgen, je hersenactiviteit verhoogt waardoor er meer beta-golven komen. Op zich zijn beta-golven prima, zeker overdag, maar een teveel is niet fijn.

Als je eenmaal een keer een duidelijke prikkel hebt gehad die je angst veroorzaakte, kun je in de toekomst iedere keer als je met de prikkel in aanraking komt een angstaanval krijgen.

Wat kun je er aan doen?

Als eerste is het bij histamine intolerantie zaak om zo min mogelijk histamine binnen te krijgen. Let dus op je voeding. Het zal echt een groot verschil maken.

Daarnaast is het belangrijk om het parasympathisch zenuwstelsel zoveel mogelijk te stimuleren. Het probleem is namelijk dat als het sympatisch zenuwstelsel eenmaal geactiveerd is, het heel moeilijk is om terug te keren naar het parasympatisch zenuwstelsel.

Meditatie, yoga en vooral ademhalingsoefeningen zijn hier heel goed voor. Als je een aanval krijgt focus je dan op aangeleerde ademhalingstechnieken en probeer de rust in je lichaam terug te krijgen.

Heb je extreme angstaanvallen waardoor je niet goed meer kunt functioneren, wees dan niet bang om naar een gespecialiseerde therapeut te gaan en/of medicatie te nemen. En onderzoek de oorzaak van je verhoogde histamine.

https://healinghistamine.com/interview-dr-georgia-ede-on-histamine-anxiety-and-depression/

http://www.diagnosisdiet.com/

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Melasma

Sinds mijn zwangerschappen, 20 en 18 jaar terug, is er hormonaal het een en ander bij mij veranderd en is mijn hormonale balans nooit meer geworden wat het vroeger was. Naast de overdreven huilerigheid, ook om alle mooie goede lieve dingen, kreeg ik tijdens mijn zwangerschap het ‘zwangerschapsmasker’. Dit is gedeeltelijk weggetrokken,maar is ook gedeeltelijk gebleven. De officiele term voor het zwangerschapsmasker is ‘coasma gravidarum’. Je tepels verkleuren tijdens de zwangerschap onder invloed van oestrogeen en progesteron van roze naar bruin en op dezelfde manier ontstaan er pigmentvlekken op je gezicht. De pigmentvlekken ontstaan als je huid in contact met zonlicht komen. Je huid produceert dan meer melamine-pigment doordat er meer MSH (melanocyt-stimulerend hormoon)  wordt aangemaakt tijdens de zwangerschap. MSH is een hormoon dat zorgt voor meer eetlust en seksuele opwinding. Ook is tijdens de zwangerschap de oestrogeen productie hoger.

Oestrogeen zorgt ervoor dat er histamine vrijgemaakt wordt en histamine zorgt er weer voor dat er meer oestrogeen aangemaakt wordt. 1  Een vicieuze cirkel dus!

Deze hyperpigmentatie op je voorhoofd, wangen, slapen, rond de ogen en bovenlip heet melasma. Dit is een gevolg van een hormonale afwijking.

Je kunt melasma bij een schoonheidsspecialiste met dermatologische kennis laten behandelen, maar dit kost een lieve duit en ik ben zelf van de puur natuur en het probleem bij de bron aanpakken.

Als je melasma krijgt tijdens je zwangerschap is de kans groot dat het weer verdwijnt als je hormonen weer de normale niveau’s van voor de zwangerschap hebben.

Niet zwanger en toch pigmentvlekken

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de vrijlating van histamine door mestcellen in de huid een trigger is voor pigmentvlekken. Als je oestrogeendominantie hebt, is er ook meer oestrogeen dan wat normaal zou zijn, hierdoor wordt er ook meer pigment aangemaakt. Heb je daarbij dan ook nog een overschot aan histamine in je lichaam dan is de kans groot dat je last hebt van melasma.

Wat je kunt doen is het oestrogeengehalte te verlagen.

De volgende symptomen kunnen duiden op teveel oestrogeen:

  • Stemmingswisselingen, PMS, depressie of prikkelbaar
  • Huilerig, vaak zonder aanleiding
  • Slapeloosheid
  • Grotere cupmaat of gevoelige borsten
  • Vleesbomen (myomen)
  • Endometriose of een pijnlijke menstruatie
  • Eetbuien
  • Wazig denken
  • Afwijkende uitstrijkjes
  • Vergrote kans op borstkanker en andere hormoongevoelige vormen van kanker (baarmoeder en eierstokken)
  • Zwelling, vocht vasthouden van water
  • Zware bloedingen
  • Vetopslag met name rond heupen en billen
  • Vetopslag op de benen

Wil je oestrogeendominantie aanpakken, dan dien je een aangepast dieet te volgen. Een belangrijk factor is je lever te ondersteunen, deze moet het teveel aan oestrogeen afbreken.

Mariadistel

Olie van Mariadistel wordt gebruikt om de leverwerking te ondersteunen. De silymarine in mariadistel schijnt de schade die zonlicht aan de huid brengt kan terugdraaien, dus niet alleen de melasma pigmentatie. Silymarine doet dit door gifstoffen te neutraliseren en het vergroot het regenererend vermogen van de lever.  

De schaduwzijde van silymarine is dat het ook histamine en tyramine bevat en het een contra-indicatie heeft met sommige medicijnen. Voordat je mariadistel zou willen gebruiken kun je het beste contact opnemen met je behandelaar.

Supplement: De dosering van het supplement ligt op 3 x per dag 200 mg. extract, wat ongeveer 75% Silymarine bevat.

Vitamine C

Vitamine Cis een antioxidant die de huid beschermt tegen zonlicht. Daarnaast is het essentieel voor de aanmaak van collageen en het helpt om melasma tegen te gaan. 2

Camu camu

Camu camu is een bes uit Peru die de meeste vitamine C bevat van alle vruchten. Het poeder gemaakt van de gedroogde besjes kun je in smoothies doen. Verse Camu camu bevat 2 gram vitamine C per 17 gram van de vrucht. Helaas is camu camu hier niet verkrijgbaar en moeten wij het met het poeder doen, waarvan ik niet weet hoeveel vitamine C hier in zit. Dat het veel is wel zeker.

Kwon, Soon-Hyo, Young-Ji Hwang, Soo-Keun Lee, and Kyoung-Chan Park. “Heterogeneous Pathology of Melasma and Its Clinical Implications.” International Journal of Molecular Sciences 17.6 (2016): 824. Web.

Hernández-Barrera, R., B. Torres-Alvarez, J. P. Castanedo-Cazares, C. Oros-Ovalle, and B. Moncada. “Solar elastosis and presence of mast cells as key features in the pathogenesis of melasma.” Clinical and Experimental Dermatology 33.3 (2008): 305-08. Web.

https://healinghistamine.com/how-histamine-affects-skin-pigmentation/#

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan  tussen 10:00 en 12:00 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.