Home » Gezonde darmen » Pagina 2

Categorie: Gezonde darmen

Heb jij gezonde darmen? De darmen zijn de basis van je gezondheid. Hier leven miljarden bacteriën, worden stoffen gemaakt die je hersenen aansturen  en wordt voeding afgebroken tot voedingsstoffen die je lichaam voeden.

Histamine intolerantie, het niet voldoende histamine af kunnen breken, ontstaat door een tekort aan enzymen als gevolg van een tekort aan voedingsstoffen en slecht verteerd voedsel.

Onvoldoende verteerd voedsel in de dikke darm alarmeert het immuunsysteem, hierdoor worden mestcellen te snel geactiveerd en krijg je naast voeding aan klachten bij inspanning, warmte/koude verschillen en stress.

Wil je gezond en fit zijn? Herstel dan als eerste je darmgezondheid. Zonder gezonde darmen ben je moe, uitgeput, kunnen gifstoffen zich in je hele lichaam verspreiden en krijg je psychische klachten.

 

image_pdfimage_print

Oxalaat

Oxalaat is een chemische stof in planten (en in sommig dierlijke voeding) die mineralen in het lichaam bindt, zoals magnesium, kalium, calcium, natrium en hier oxalaatzouten van maakt. Veel van deze zouten zijn oplosbaar en verlaten snel ons lichaam. Het oxalaat wat zich aan calcium bindt is  praktisch onoplosbaar en deze kristallen worden hard in de nieren(nierstenen) of in de urinewegen, wat pijn en irritatie veroorzaakt.

Oxalaat in kleine hoeveelheden is geen probleem voor het lichaam. Zolang het lichaam iedere molecuul oxalaat kan afbreken heb je er geen last van. Zelf als ze in akelig hoge hoeveelheden aanwezig zijn kan het lichaam deze nog verwijderen. 

Een goede spijsvertering en galblaas functie beschermt ons tegen een teveel aan oxalaat.

Maar hoe ontdoet het lichaam zich van giftige hoeveelheden oxalaat? 

Galblaas- en darmproblemen

Een van de meest voorkomende redenen dat iemand een hoog oxalaat heeft is een chronisch galblaas of darmprobleem. Hierdoor verlies je veel sulfaat in de urine. Maar niet iedereen die sulfaat in de urine verliest heeft een oxalaat-, galblaas- of darmprobleem. In deze gevallen zal het zwavel verlies door een ander probleem komen, een genetische mutatie lijkt het meest logische.

Als je oxalaat wil bespreken moet je ook sulfaat bespreken, dit geldt overigens ook voor een salicylaat intolerantie.

Sulfaat is een van de meest geweldige moleculen in ons lichaam:

  • het is een essentieel bijproduct van onze methylatie cyclus waar we niet zonder kunnen.
  • het helpt om een lekke darm te dichten en je botten, ligamenten en pezen sterk te maken.
  • je hebt het nodig voor de Fase 2 ontgifting in de lever. Hier worden gifstoffen, hormonen en zware metalen onschadelijk gemaakt en afgebroken.

Sulfaat is zelfs zo belangrijk voor je lichaam dat het de 4e meest voorkomende voedingsstof in je bloedbaan is!

De grote reden dat oxalaat zo giftig is, is dat iedere oxalaat molecuul die in je lichaam komt zorgt voor het verlies van één molecuul sulfaat. Dit komt doordat oxalaat en sulfaat in het lichaam dezelfde transporter gebruiken.

Op de darmwand, de buitenkant van de leverwand en nieren zit een cellulaire transporter Sat1-transporteiwit. De taak van dit kleine cellulaire micro-machientje is om moleculen in te wisselen of ruilen: een molecuul oxalaat voor een molecuul sulfaat. Het is net als een draaideur die constant sulfaat naar buiten duwt en oxalaat binnen laat. Deze Sat1 transporter is de reden dat we sulfaat verliezen en dat deze in de darmen en urine komt als de oxalaatgehalte omhoog gaat. 

Als de galblaas en de spijsvertering niet goed meer werken komt er veel in de darmen, hier zweeft het rond en het botst tegen de wanden. Op de darmwand van de dikke darm leeft het Sat1-transporteiwit. Deze pakt de oxalaat en sleept het het lichaam in terwijl het tegelijkertijd een sulfaat molecuul verwijderd.

Omdat je de voeding niet goed verteert, ben je een sulfaat molecuul verloren die je nodig had en heb je er een voor terug gekregen die problemen veroorzaakt. Als dit een keertje gebeurt is dat niet erg, maar dit gebeurt op moleculair niveau miljoenen keren. Er is vast een goede reden voor, maar wat die reden is weten we nog niet!

Methylatiecyclus verzwakt door sulfaatverlies

Als je oxalaat opname verhoogt is, verlies je sulfaat en dit heeft ernstige gevolgen voor de methylatiecyclus. Het verlies van sulfaat in de darmen en in de urine zal betekenen dat de methylatiecyclus harder moet werken om meer sulfaat te produceren, waardoor je voedingsstoffen voorraden verminderen doordat er geprobeerd wordt de tekorten aan te vullen. Dit zorgt ervoor dat je cellen meer bronnen aanboren om te kunnen ontgiften en te beschermen en er zullen minder voorraden gebruikt worden voor groei en herstel. Onze cellen zullen in een vecht of vlucht modus vastzitten en niet goed kunnen rusten of verteren en dat kan kan je dan zelf ook niet!

Verlies van sulfaat kan voor een gemiddeld persoon een uitdaging zijn en dit kan voor iemand met een genetische mutatie (polymorphisme) met MTHFR, GST, GSS, GSR, SULT 1A1, 1A2 een ramp betekenen. Deze mensen hebben een trage sulfaat ontgifting en het verlies van sulfaat kan er voor zorgen dat het lichaam niet kan bouwen, herstellen of ontgiften. 

De volgende biochemische problemen worden in verband gebracht met een laag sulfaat en hoog oxalaat gehalte 

  • Onvolgroeide groei
  • Trage stofwisseling
  • Veranderd gedrag
  • Verminderde insuline functie
  • Verhoogd LDL en totaal cholesterol
  • Verhoogde lever stress en vette lever afzetting
  • Verzwakte ontgifting en op gereguleerde SULT genen
  • Laag cortisol, tekort aan DHEA en bijnier hormoon
  • Verhoogde colitis en ontstekingsziekten in de dikke darm
  • Verminderde slijmproductie in de darm
  • Verhoogde doorlaatbaarheid darmwand(lekke darm)
  • Ontvankelijk voor agressieve darmbacteriën
  • Verminderde metallothionein expressie en zware metalen ontgifting
  • Vergrootte afmeting en vasculariteit van tumoren
  • Teveel serotonine in het bloed en verlaagd serotonine in de hersenen
  • Autisme gelinkt aan sulfaat verlies

Verder lezen: Ontgiften van Oxalaat en Salicylaat

Koop hier
functional image
functional image

Bron: Dr. Rostenberg, Red Mountain Natural Medicine (V.S.)

Hoe herstel je de darmflora en het darmslijmvlies?


In je darmen wonen een enorm aantal micro-organismen, de darmflora genoemd, bij histamine intolerantie is er een tekort aan darmbacterien. Herstel je darmflora en verminder histamine klachten.

De darmflora helpt bij de afbraak van complexe koolhydraten, produceert vitaminen en is essentieel voor de opbouw van het darmslijmvlies.
In een gezonde darm is de darmwand bedekt met een dichte slijmlaag. De darmflora kan zich hierdoor niet naar de onderliggende weefsels kan verplaatsen. De wand is gemaakt van glycoproteïnen, dit zijn eiwitten die gekoppeld zijn aan één of meer suiker- eenheden(oligosacchariden) en glycanen.  Om de glycoproteïnen op te bouwen heb je een gezonde darmflora nodig.

Lekke darm

Als je een tekort aan darmbacteriën hebt, kun je geen goed darmslijmvlies opbouwen. Zo kan de darmwand poreus worden waardoor er ontstekingen en infecties kunnen ontstaan.  Ik onderzoek al mijn cliënten met histamine klachten op hun darmgezondheid. Het valt mij op dat heel vaak een groot tekort aan Lactobacillen, Bifidobacterien en Bacteroides bacteriën zie. Niet iedereen heeft een lekke darm, maar het komt wel veel voor. Om histamine goed af te kunnen breken, moet je dus zorgen dat de darmflora verbetert zodat het darmslijmvlies kan herstellen.
Bij de één is een probiotica en aangepaste voeding voldoende, bij de ander niet. De darmflora willen maar niet toenemen, waardoor het darmslijmvlies niet herstelt.

Enzymen en genen

Als dit het geval is, kan er sprake zijn van een genetisch probleem waarbij een enzym minder goed werkt, of zelfs niet werkt. Dit enzym heet 2FL produceert fucose, dit zijn suikereenheden die gekoppeld zijn aan glycanen. Glycanen  zijn een onderdeel van de glycoproteïnen. FUT 2 is het gen wat het enzym 2FL produceert.

Daarnaast is er het MUC2 gen, dit produceert gelvormende glycoproteine wat uit meer dan 5100 aminozuren en suikers (oligosacchariden) bestaat. De suikers zorgen voor de gelvorming.  

Goedwerkende Muc 2 en Fut 2 genen zijn belangrijk voor voldoende darmflora omdat zij zorgen voor een gezonde slijmlaag waarin de bacterien kunnen vermeerderen.

Wat doet het darmslijmvlies?

In de dunne darm ligt het slijmvlies als een laag over de darmvlokken heen. Het slijmnetwerk is hier losjes zodat voedingsstoffen makkelijk opgenomen kunnen worden. Om te voorkomen dat opportunistische bacteriën uit deze omgeving ontsnappen, wordt het slijm in de dunne darm geladen met afweer moleculen. Zie het als een elektrische afrastering. De immunoglobuline A(sIgA) en Alfa-defensine A zorgen er daarnaast nog voor dat de pathogene bacteriën de darmwand niet kunnen passeren. 

Bij een ontlastingsonderzoek voor de darmgezondheid wordt dan ook altijd de sIgA gemeten. Als deze te laag is is de weerstand in de darm te laag en is de darmwand niet goed beschermd tegen pathogene stoffen. Als de sIgA te hoog is, zijn er infecties of ontstekingen. Ik zie in de darmonderzoek vaak een tekort aan de Bacteroides soorten. Deze bacteriën kunnen mucine glycanen als energiebron binden  en ze metaboliseren. Als de glycanen afgebroken worden komen er afvalstoffen (metabolieten) vrij die de F.Prausnitzii bacteriën voeden.

Een mutatie in het FUT 2 gen wordt geassocieerd met de ziekte van Crohn. FUT 2 heeft alleen invloed op de slijmvlies bacteriën en niet op de bacteriën in de ontlasting. 

Om het Muc2 gen en de dus de productie van slijmvlies te stimuleren zijn de Lactobacillen en Bacteroides bacteriën belangrijk.

Suiker, koolhydraten en de darmflora

Het darmslijmvlies is opgebouwd is uit glycoproteïnen die voor het grootste deel uit suikers bestaan. Koolhydraten zijn de belangrijkste voedingsstoffen voor de darmflora.

Je zou dan denken dat voor een goed herstel de complexe koolhydraten gunstige voeding voor de darmflora zijn. 

Dat zijn ze ook, maar tegelijkertijd zijn er veel mensen die problemen hebben met het verteren van de deze complexe koolhydraten doordat ze al een tekort aan bacterien hebben. 

Het is ook mogelijk om de glycanen uit de gastheer zelf te halen, voeding alleen is niet de bron. Het verschilt per persoon of iemand kan overschakelen van glycanen uit voeding naar glycanen uit het lichaam zelf. 

Om voldoende Bacteroides en Lactobacillen op te bouwen kun je plantaardig eten. Dit kan alleen als je geen darmklachten en voedselintoleranties hebt. Histamine intolerantie, gaat vaak gepaard gaat met andere intoleranties. Het is het beter bij histamine klachten de complexe koolhydraten uit granen en peulvruchten te laten staan. Eet liever meer gekookte groenten met makkelijke afbreekbare vezels en dierlijke proteinen te eten. De Bacteroides soorten voeden zich met verschillende polysacchariden, ook uit vezelarme producten. 

Steeds meer mensen eten tegenwoordig plantaardig omdat dit beter zou zijn voor de darmen en de algehele gezondheid. Hieronder zie je een aantal van de stellingen die worden aangegeven om voor een plantaardig dieet te kiezen. Ik leg daarbij uit dat er nuances zijn en waarom dit niet persé het beste is.

Stelling 1: Plantaardig eten is beter voor de darm

De voorstanders van plantaardig eten zullen nu zeggen dat een plantaardig dieet zorgt voor een dikkere slijmlaag in de dunne darm. Dit klopt, de suikers in complexe koolhydraten zorgen voor een dikkere slijmlaag, dit is goed als je veel anti-nutrienten binnenkrijgt. Anti-nutrienten zoals fytinezuur en lectinen zitten alleen in plantaardige producten met complexe koolhydraten.  


Stelling 2: Als je meer vlees en gekookte groenten eet heb je een dunnere slijmlaag, dit zou je meer vatbaar maken voor pathogene bacterien

Dat klopt ook. We hebben het hier dan over Clostridium soorten die je vind in gedroogde en voorgekookte vlees en vissoorten en op rauw vlees en vis. Een Clostridium infectie kun je oplopen in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en andere plaatsen waar men catering verzorgt en eten is voorbereid. Het beste is natuurlijk om zelf te koken en zelf de controle over je voedsel te hebben. De kans op een Clostridium infectie is heel erg klein, zeker als je gezond en vers eet. De darmflora zal na herstel sterk genoeg zijn om Clostridium niet de overhand te geven.

Je wilt dus een gezond niet te dun slijmvlies. Als je geen complexe koolhydraten eet,  versterk het dan door voldoende Bifidobacterium longum en Lactobacillus bacterien in probioticavorm te nemen.

Ondersteun je darmflora en herstel

Want wat het slijmvlies het meest aantast is een doorsnee westers dieet. De combinatie van suikers (witte enkelvoudige koolkhydraten), verzadigd vet en weinig voedingsvezels (vooral die combinatie) zijn het meest ziekmakend. Je ziet dan een dunnere slijmvlieslaag en minder MUC2 activiteit. Dit activeert het RELMβ  gen waardoor het aantal lactobacillen verlaagt.

Door meer eiwitten te eten, je kunt zelfs een carnivoor dieet volgen, zullen de lactobacillen toenemen en bacteroides licht afnemen.  Vooral rundvlees zorgt voor een toename van lactobacillen. Ook sojabonen zijn een goede bron voor de lactobacillen, maar kunnen weer hormonale problemen veroorzaken.

Stelling 3: Bij veel vleesconsumptie nemen sommige goede bacterien af

Ja, maar dat is niet erg, want de bacteriën die afnemen zijn de bacteriën die je nodig hebt om koolhydraten te verteren. Als je deze niet eet, heb je de bacteriën ook niet nodig en dus verminderen ze in aantal. De bacteriën die verhogen, zijn de bacteriën die eiwitten afbreken. Dus logisch dat deze verhogen. Zou je weer terug gaan naar een plantaardig eetpatroon dan nemen de bacterien die koolhydraten verteren vanzelf weer toe. De darmflora is een levend orgaan dat zich aanpast aan je voeding. Herstel van de darmflora is niet persé het terug brengen van alle bekende bacterien.

De drie belangrijkste en grootste bacteriegroepen zijn Bacteroides, Lactobacillus en Bifidobacterium. Nu wordt gezegd dat bacteroides je meer vatbaar voor infecties en ontstekingen maakt en dat ze zelfs kanker veroorzaken. Dit moeten we even nuanceren.

Bacteroides, breken net als Lactobacillen en Bifidobacteriën pathogene microben af. (*) En zijn dus niet per definitie slecht. Het is de helft van je darmflora, dus erg belangrijk. Als je meer dierlijke producten eet, stijgen de  Bacteroides, maar ook de Lactobacillen, deze houden de Bacteroides in evenwicht. De Bacteroides zijn is grootste bacteriegroep in de darmen. 


Stelling 4: Zijn bacteroides ontstekingsbevorderend? 

Alleen de Bacteroides fragilis, en er zijn 10 soorten Bacteroides, waarvan alleen B.fragilis ontstekingen veroorzaakt. Deze bacterie woont in onze darmen, alleen als specifiek deze soort verhoogt, ontstaan er infecties en kan er darmkanker ontstaan. Een infectie met deze B.Fragilis kan ontstaan als de bacterie in de bloedbaan of omliggend weefsel komt door een operatie, ziekte of trauma zoals wonden. Van alle bacteroides is B.fragilis slechts 1% pathogeen.

Bacteroides voeden zich met gefermenteerde suikerderivaten uit planten, deze stoffen bevinden zich in de dikke darm en zijn potentieel giftig. 

De Bacteroides Thetaiotaomicron zet deze suikers om naar fermentatieproducten die dan juist weer goed zijn voor de mens. Bacteroides kunnen zijketens van galzuren verwijderen waardoor galzuren teruggaan in de lever circulatie. 

Stelling 5: Lactobacillen kun je het beste uit gefermenteerde groenten halen

Nee, niet persé, je kunt Lactobacillen ook laten toenemen zonder gefermenteerde groenten of yoghurt en zonder veel granen en peulvruchten. Ga meer bewegen; bijvoorbeeld wandelen en fietsen zorgt al voor een verhoging van lactobacillen. Maar wat vooral heel goed werkt is het consumeren van eiwitten. 

Om Lactobacillen te verhogen adviseert men ook vaak meer planten te eten en meer gefermenteerde producten die de L.Casei bevatten.

L.Casei is een melkzuurbacterie afkomstig van caseine, het eiwit in zuivel.  Je kunt het dus prima uit zuivel halen. Maar ook en dat is voor velen een verrassing, uit dierlijke eiwitbronnen. 

Voedingsbronnen voor herstel van de darmflora

In een onderzoek onder ratten zag men dat het aantal lactobacillen ook prima groeiden bij een dieet met veel vlees. (*) De ratten werden de ratten 14 dagen met eiwitten gevoed.

Het aantal Bacteroides en Fusobacterium en Prevotella namen af. Wat begrijpelijk is, omdat deze bacterien van plantaardige suikers leven. De ratten kregen twee weken vlees, vis, zuivel  en soja te eten. Rundvlees zorgde voor de grootste toename van lactobacillen, gevolgd door soja, varkensvlees, vis en als laagste caseine.

Het eten van rundvlees en andere eiwitten zorgen zo voor een hoger aantal lactobacillen.

De lactobacillen beschermen de darmwand tegen pathogenen en het verlaagt ontstekingen. Het hoge aantal lactobacillen in proteïnen in vlees kunnen de gastheer helpen. 

De ratten die hun eiwitten van rund, varkensvlees en vis kregen hadden meer Firmicutes bacterien. De ratten die gevoerd werden met caseïne (zuivel) en soja eiwitten hadden meer Bacteroidetes. De caseine en soja groep had ook meer spirocheten. (De Borreliabacterie/ziekte van Lyme is een spyrocheet) De dieren kregen maar 14 dagen aangepaste voeding. Het is dus hierbij niet duidelijk wat de darmflora op de lange termijn doet.

Vis zorgde voor de grootste bacteroides toename, gevolgd door soja, caseine, varkensvlees en als laagst rundvlees.


Stelling 6: Plantaardige voeding herstelt de darmflora doordat er meer gezonde korte keten vetzuren zijn

SCFA zijn korte keten vetzuren, deze zijn belangrijk voor de productie van butyraat (boterzuur) en acetaat (azijnzuur).  Er zijn minstens 81 verschillende glycoside hydrolase families in de darmbacteriën betrokken bij de zetmeel en sucrose metabolisme. Als je veel plantaardige voeding gebruikt, zul je dan ook voldoende butyraat en acetaat hebben. Butyraat is een van de belangrijkste energiebronnen voor de darmepitheelcellen. Als je een tekort aan butyraat hebt, kan de darmwand niet goed herstellen.

Door meer vlees te eten, daalt de SCFA doordat er minder vezels gefermenteerd worden. De Bacteroides bacterien kunnen wel een serie multi-enzymen systemen gebruiken; de Sus-achtige systemen, om SCFA’s te produceren. Van de verschillende proteine bronnen is soja wel het proteine wat het meeste SCFA produceert. (maar ja..de werking van soja…hormonen, schildklier, lectinen, fytine..)

De compositie van aminozuren in verschillende eiwitbronnen in een dieet zorgen voor andere SCFA producten:

De darmbacteriën kunnen acetaat, butyraat, propionaat, isobutyraat en isovalerisch zuur produceren, dit zijn allemaal korte keten vetzuren die belangrijk zijn voor de darmgezondheid.

De SCFA’s kunnen door darmbacterien  geproduceerd worden van aminozuren:

  • Acetaat geproduceerd van glycine, alanine, threonine, glutamaat, lysine en aspartaat
  • Butyraat geproduceerdvan glutamaat en  lysine
  • Propionaat geproduceerd van  alanine en threonine
  • Isobutyraat en isovalerischzuur geproduceerd van valine and leucine [*]

De reden dat soja een zorgt voor een hoge SCFA productie is dat het nog niet geheel verteerd is als het in de dikke darm komt, de soja fermenteert dan in de darm met behulp van bacterien en zo worden er meer SCFA’s geproduceerd. Als er meer SCFA’s zijn zie je ook een hoger aantal Bacteroides en Prevotella, zij zijn de voornaamste producenten van propionaat en SCFA’s.  (*)

Is een dieet met meer eiwitten dan het beste?

Op zich maakt het niet uit waar een mens zijn eiwitten vandaan haalt. Je kunt gezond leven van zowel plantaardige als dierlijke voeding.

Als je echter voedselintoleranties hebt, is je darmflora vaak uit balans is. Hierdoor is dan het darmslijmvlies niet meer in tact. Een lekke darm, darmdysbiose of SIBO komen heel vaak voor. Herstel de darmflora door alle granen en peulvruchten weg te laten. De vraag is daarnaast: welke groenten vormen dan nog een probleem? 

Vers vlees, kip, verse witvis en eidooiers geven zo goed als geen problemen omdat het lichaam zelf ook van vlees en eiwitten gemaakt is. Wij zijn geen groenten en het lichaam verteert dierlijke producten veel makkelijker dan plantaardige. Als je je ontlasting bekijkt en er zitten onverteerde resten in, dan zijn dit nooit onverteerde eiwitten, wel onverteerde groenten. Het zijn vooral de complexe koolhydraten en groenten met veel vezels, en vooral rauwe groenten die een probleem vormen. 

Koolhydraat arm dieet voor herstel darmflora

Wil je de darmflora herstellen dan is naar mijn idee een AIP, Paleo, Ketogeen of zelfs in sommige gevallen een Carnivoor dieet de beste oplossing voor herstel. Een ketogeen dieet wordt ook voorgeschreven bij kanker. Het Terry Walsh dieet voor multiple sclerose is een variant op Paleo, het KeerDiabetes2Om programma is gebaseerd op koolhydraatarm eten. 

In alle programma’s waar de gezondheid hersteld moet worden en werkt men met het sterk verlagen van de koolhydraten. 
Natuurlijk zijn er mensen die met een vegan of raw dieet opknappen. Toch zie je dan dat men na een aantal jaar weer dierlijke producten gaat eten omdat ze moe zijn en gezondheidsklachten krijgen. (Ja, zelfs de Dalai Lama eet vlees(*)) Je moet echt sterk in je schoenen staan om dit soort dieten uitgebalanceerd te kunnen volgen. Ik zag laatst Joe Cross, de man van de sappen, hij kreeg zijn gezondheid en gewicht terug met sapkuren. Nu is hij nog steeds actief, maar is weer in gewicht aangekomen. Hij ziet er niet zo gezond meer uit. (*).

Er zijn al vele veganistische rawfood gezondheidsgoeroe’s van hun geloof afgevallen en teruggegaan naar een dieet met ook dierlijke producten. Je lichaam houd van dierlijke eiwitten, ongeacht wat je hoofd ook zegt.

Ik adviseer in eerste instantie te luisteren naar wat je lichaam jou vertelt. Dit kan het tegenovergestelde zijn van wat de huidige norm is betreft gezonde voeding en een gezond milieu. Minder vlees eten is beter voor het milieu. Dat dit veel genuanceerder ligt dan men nu doet voorkomen, kun
je in dit artikel lezen.

Meer informatie over histamine intolerantie en MCAS vind je in de kennisbank, cursussen en het MCAS balans programma op mestcelactivatiesyndroom.nl

functional image

Wat is zonuline?

Wat is zonuline?

Heb je histamine klachten door het eten van voedingsmiddelen die histamine vrijmaken of histamine bevatten, dan is de kans groot dat je een lekke darm hebt. Niet iedereen met histamine klachten heeft een lekke darm, maar het komt wel veel voor, zoveel zelfs dat het laboratorium waar ik mee samenwerk een Stresspakket heeft samengesteld voor ontlastingsonderzoek, hierin wordt de darmflora en spijsvertering onderzocht, maar ook de zonuline en histamine. 

Een verhoogd zonuline gehalte geeft aan of er sprake is van een lekke darm.Een lekke darm kan veel klachten en aandoeningen veroorzaken, ik zie dan vaak ook dat mensen naast de histamine klachten ook last hebben van vermoeidheid, gewrichtspijn, migraine en concentratieproblemen.

Zonuline is een enzym dat in de epitheelcellen in de darmwand wordt vrijgelaten. De darmwand is bekleed met microscopisch kleine flubbertjes, ook wel vingertjes genoemd, dit zijn de villi. Tussen de villi in zijn de tight junctions, zonuline verhoogt de doorlaatbaarheid van de deze tight junctions, zo kunnen er meer stoffen de darmwand passeren.

Dit kunnen moleculen zijn die het lichaam nodig heeft, maar het kunnen ook schadelijke stoffen zijn die het lichaam niet wil, zoals bijvoorbeeld bacterien. Als je in de darmen een grote hoeveelheid histamine vrijlating uit mestcellen hebt, veranderd de morfologie in de darm. De darmwand wordt mechanisch beschadigd. Hierdoor wordt zonuline getriggerd. Dus je hebt nu een dubbel probleem, je weefsels worden door de histamine beschadigd en er worden ook andere factoren uitgescheiden waardoor er meer zonuline vrijkomt en de tight junctions verder open gaan staan. 

Zo ontstaat een lekke darm. Door de hoeveelheid zonuline te meten weten we of, en in welke mate de darm doorlaatbaar is.

Vraag een consult aan om zonuline te laten onderzoeken. Hier vind je meer informatie over onderzoek.

Ontstekingen verminderen

Bij MCAS is er een overmatige van mestceldegranulatie. Er zijn teveel mestcellen die geactiveerd worden op momenten dat er lichaamsvreemde stoffen binnen komen, ook op stoffen die niet gevaarlijk zijn. Het openbreken van de mestcel en vrijlaten van de mediatoren, heet mestceldegranulatie. Hierbij komt er voornamelijk histamine vrij, daarnaast zijn er nog meer stoffen die vrijgelaten worden, een van die stoffen is cytokine. 

Cytokinen zijn eiwitten, en meer specifiek, peptiden en hebben een signaalfunctie.  Ze zijn betrokken bij de afweer, het immuunsysteem en de vorming van bloedcellen. Er zijn ontstekingsbevorderende en ontstekingsremmende cytokinen. 

De ontstekingsbevorderende cytokinen zijn  IL-1β, IL-6 en TNF-α, deze cytokinen spelen rol bij ontstekingsziekten in de darmen, zoals bij het prikkelbare darm syndroom de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa. 

Ontstekingsremmende cytokinen zijn IL-4, Il-10 en IL13.
Ontstekingsremmende cytokinen zorgen voor een gezond productieve immuunrespons.

Ontstekingsbevorderende cytokinen zorgen voor:

  • Auto-immuunziekten
  • Allergien/intoleranties
  • Metabole stoornissen
  • Neurologische ziekten
  • Kanker
  • Sepsis
  • Hart- en vaatziekten

Het is belangrijk dat de ontstekingsremmende en ontstekingsbevorderende cytokinen in balans zijn, zo kunnen ontstekingen opgelost worden. Als de cytokinen uit balans zijn kun je de darmziekten niet oplossen.
Als je een darmziekte hebt, kan je darmflora flink uit balans zijn waardoor histamine niet goed afgebroken wordt, histamine is ook een ontstekingsstof, het verhoogt de ontstekingsbevorderende cytokinen. 

Heb je mestcel activatie dan komen er regelmatig histamine en cytokinen vrij. En zijn er meer ontstekingsbevorderende cytokinen dan ontstekingsremmende.

Het is dus essentieel om de ontstekingsgevoeligheid van je lichaam te verlagen als je weer gezond wil worden, geen mestcel reactie meer wilt hebben, geen histamine klachten. Maar veel mensen met histamine intolerantie en/of MCAS hebben ook darmklachten of een darmziekte en/of auto-immuunziekte door het hoge cytokinen gehalte. 

Nogmaals: alleen histamine arm eten is niet genoeg: Pak de ontstekingsgevoeligheid aan,anders kun je niet beter worden. Uiteindelijk gaat je lichaam steeds een stukje verder om je te laten weten dat je je anders moet voeden en je levensstijl aan moet passen. 

Hoe breng je de cytokinen in balans en verminder je ontstekingen en daarmee dus ook mestcelactivatie?

Eet ontstekingsremmend: kijk hier hoe je dat doet.

Gebruik ontstekingsremmende supplementen: kijk hier welke supplementen ontstekingsremmend zijn.

Verbeter de darmflora met voeding en probiotica.

Lactobacillus Rhamnosus

Lactobacillus rhamnosus ( L. rhamnosus ) is een van de probiotische bacterie soorten die een indrukwekkende aantal gezondheidsvoordelen heeft. Dit is een soort die zeker eeen aantal stam-specifieke voordelen heeft, dus als je er in geïnteresseerd bent kun je kijken of je deze specifieke stammen nodig hebt.

Wat is Lactobacillus rhamnosus?

L. rhamnosus is een grampositieve, niet-beweeglijke, niet-sporulerende staafvormige facultatieve anaërobe melkzuurbacterie en wordt vaak geïsoleerd uit het menselijke maagdarmslijmvlies, beginnend in de mond, van gezonde individuen. Het is ook aanwezig in de vrouwelijke vagina en urinewegen.

Lactobacillus rhamnosus (of kortweg L. rhamnosus) is een op zichzelf staande soort met zijn eigen verschillende kenmerken die verschillen per stam.

Bezorgdheid over Lactobacillus rhamnosus

L. rhamnosus bleek bij muizen van de darmen naar de lever en milt te transporteren en heeft een zeldzame maar ernstige infecties bij ernstig zieke mensen veroorzaakt.  Er bestaat dus een potentieel voor een infectie bij mensen met een aangetast immuunsysteem.

Een andere zorg is dat deze probiotische soort resistent is voor antibiotica tegen kanamycine, niet vanwege overdraagbare genen, maar vanwege de manier waarop de microbe wordt gemaakt. Het is gewoon van nature resistent.

Welke producten bevatten Lactobacillus rhamnosus?

Sommige stammen van deze soort worden verkocht als probiotica of in zuivelproducten als yoghurt, kaas en gefermenteerde melk gebruikt. Sommige stammen worden in gefermenteerde vleesproducten, gefermenteerde droge worsten en gefermenteerde sojakaas (vooral in Zuidoost-Azië) gebruikt. Deze soort wordt ook veel industrieel toegepast. Een van die toepassingen is om afval van bio-ethanol productie om te zetten in diervoeder.

Omdat L. rhamnosus- stammen van nature in voedingsmiddelen voorkomen, zou het je enig voordeel opleveren. Een onderzoek naar Parmigiano Reggiano-kaas toont bijvoorbeeld aan dat het tot 10 miljoen CFU aan levensvatbare melkzuurbacteriën per gram product kan zijn als je het eet. Wat een heerlijke manier om nuttige bacteriën te krijgen!

En hoewel de stammen van L. rhamnosus per kaasproducent kunnen variëren, dan nog is het feit dat sommige obscure, momenteel ongedocumenteerde stammen in laboratoriumonderzoeken een zuur-en-gal tolerantie hebben, en dat betekent dat deze obscure stammen op een dag geclassificeerd kunnen wonen als probiotica.

En je zou die obscure soorten vandaag kunnen verkrijgen door gewoon een stuk Parmigiano Reggiano-kaas te eten! Voor mensen met histamine intolerantie bevat een Parmazaanse kaas teveel tyramine en histamine. Natuurlijk kun je ook voedingsmiddelen vinden met L. rhamnosus- stammen en supplementen met L. rhamnosus erin.

Parmesan cheese can contain Lactobacillus rhamnosus

Veel stammen van Lactobacillus rhamnosus zijn onderzocht, en sommige zijn radicaal anders dan het soort stam. Dus, alle rhamnosus- stammen hebben veel dingen gemeen, sommige zijn anders in je lichaam. Als je een bepaald effect wenst, zorg er dan voor dat je de juiste soort krijgt . Enkele van de meest onderzochte soorten staan ​​hieronder:

  • L. rhamnosus GG, ook bekend als “LGG”, deze vind je in probiotica supplementen.
  • L. rhamnosus GR-1
  • L. rhamnosus HN001
  • L. rhamnosus DR20
  • HOWARU rhamnosus
  • L. rhamnosus ATCC 7469

Bron: powerofprobiotics.com

functional image
functional image

Koper, candida en parasieten

Koper is een essentieel mineraal dat een rol speelt bij de regulatie van het ijzermetabolisme, de activatie van DAO, de vorming van bindweefsel, de energieproductie op celniveau en de functie van het zenuwstelsel. Het wordt door de darmen opgenomen uit voedsel en vloeistoffen en vervolgens afgevoerd naar de lever, waar het wordt opgeslagen of wordt gebruikt om een verscheidenheid aan enzymen te produceren.

 

Je ziet vaak een kopertekort en candida of parasitiare infectie bij mensen met histamine intolerantie. Het kopertekort kan zorgen voor onvoldoende DAO activiteit waardoor histamine niet goed wordt afgebroken.

 

Bij een kopertekort hebben we het dan over koper in het bloed. Het koper is dan niet biologisch beschikbaar. Dit betekent dat je zelfs een overschot aan koper in je diepere weefsels kan hebben, maar een tekort aan bruikbaar koper. Het koper is dan opgeslagen in de hersenen, lever en de vrouwelijke organen.

De reden hiervoor is dat koper gebonden moet zijn aan ceruloplasmine of metallothionein. Dit zijn eiwitten die zich binnen aan koper en ze naar locaties in het lichaam brengen waar ze kunnen worden gebruikt. Als het koper niet biologisch beschikbaar is heb je in je bloed een koper tekort en op weefselniveau een toxische hoeveelheid.

Dit komt vaak voor en ontstaat vaak bij mensen met een langzame stofwisseling.

 

Symptomen van een biologisch tekort aan koper

  • Vermoeidheid en zwakte
  • Vaak en snel ziek worden
  • Chronische candida of parasieten 
  • Zwakke en brosse botten, osteoporosis 
  • Moeite met leren en geheugen
  • Moeite met lopen
  • Gevoelig voor kou
  • Witte huid
  • Prematuur grijs haar
  • en dan natuurlijk ook histamine intolerantie

Vooral een ijzertekort, bloedarmoede is een teken van een tekort aan biologisch beschikbaar koper.

 

Je ziet het meest bij jong volwassen vrouwen en soms bij kinderen. Vegetariers hebben vaak een teveel koper en te weinig biologisch beschikbaar koper. 

 

Je hebt koper nodig voor de stofwisseling van ijzer en  om ijzer in hemoglobine op te kunnen nemen. Er kan een tekort aan koper ontstaan als de bijnieren niet voldoende werken. Hierdoor wordt ijzer niet goed in de hemoglobine opgenomen waardoor je een milde anemie/bloedarmoede krijgt. 

 

Je krijgt dan waarschijnlijk ijzertabletten van de dokter, hierdoor worden de bijnieren geactiveerd en dit maakt koper wat meer beschikbaar waardoor de anemie verminderd. Maar het ijzer irriteert de darmen en je ziet vaak een ijzeroverschot. Wil je anemie goed behandelen dan moet je het kopermetabolisme verbeteren. Je kunt hiervoor een haarmineraal analyse laten maken en een voedingsprogramma volgen. Dan zal de anemie vanzelf weggaan.

 

Met een voedingsprogramma kun je het ceruloplasmine gehalte in je lichaam verbeteren en beter activeren. De lever bindt koper aan ceruloplasmine en geeft het vervolgens af in de bloedbaan. Ongeveer 95% van het koper in het bloed is gebonden aan ceruloplasmine. 

 

Candida, parasieten en koper

 

Koper is betrokken bij chronische candida overgroei in de darmen en elders in het lichaam. Dit komt omdat koper essentieel is voor de aerobische stofwisseling. Als er een kopertekort is, is er minder zuurstof en  kunnen schimmels flink groeien. Zij houden namelijk niet van zuurstof. Ze zijn anaerobisch. Ze hebben geen zuurstof nodig, ze leven van suikers die ze fermenteren en dit is hun bron van energie.

In de landbouw spuit men daarom kopersulfaat op groenten, dit doodt schimmels en gisten. In zwembaden wordt ook koper gebruikt om gist en schimmels te doden.

 

Dit is waarom mensen niet van hun chronische candida of parasieten infecties af kunnen komen. Voor een goede immuunrespons heb je zink en koper nodig. Als er teveel koper is of je hebt biologisch niet beschikbare koper, heb je vaak een laag zinkgehalte terwijl bloedonderzoek een normale hoeveelheid aangeeft.

 

Koper en parasieten

Parasieten worden gedeeltelijk belemmerd en misschien in het lichaam gedood,  door biologisch beschikbaar koper. In de veeteelt gebruikt men koper in medicatie om parasieten te doden. Als het koper uit balans is(te weinig bio-beschikbaar en te veel opgeslagen), komen parasieten vaker voor. Parasieten kunnen ook na behandeling weer snel terugkomen als de koperbalans niet wordt herstelt.

 

Om een disbalans in koper aan te tonen heb je dus echt een haarmineraalonderzoek nodig. 

 

 

 

Zo kun je de koper stofwisseling in je lichaam verbeteren en het koper meer biologisch beschikbaar maken:

Zorg dat je voldoende ceruloplasmine activiteit hebt!

 

NIET

  • Neem geen vitamine D supplement. Vitamine D vernietigd retinol (vit.A) wat je nodig hebt voor de productie van ceruloplasmine. Vitamine D heb je nodig voor je immuunsysteem, maar als je een kopertekort hebt, neem je geen vitamine D.
  • Neem geen calcium supplement. Dit blokkeert de opname van ijzer en magnesium.
  • Neem geen ijzer supplement. Ijzer stopt de koper stofwisseling.
  • Neem geen multivitamine supplement, ze bevatten bovenstaande vitaminen en mineralen.
  • Neem geen ascorbinezuur. Dit verstoort de binding van koper aan ceruloplasmine.
  • Volg geen vetarm dieet. Je hebt vet nodig om koper goed op te nemen.
  • Gebruik geen “gezonde” plantaardige bewerkte (geraffineerde) olien.
  • Gebruik geen producten met fluoride (tandpasta, fleswater)

 

WEL

  • Neem vitamine A, van dierlijke bron.
  • Neem magnesium om ACTH (adrenocorticotroop hormoon) en cortisol te verlagen (dosering: 5 mg per 500 gram lichaamsgewicht. 60 kg lichaamsgewicht = 120 x 5 mg= 600 mg.
  • Neem vitamine C uit voeding 500-800 mg per dag. Download de app Cronometer om je vitamine C inname te monitoren. Ook voor andere voedingsstoffen handig.
  • Neem Biotine: eieren (koken of bakken, geen rauw eiwit, lever, melk, noten en pinda’s.
  • Neem riboflavine, vit.B2 om in de lever koper en ijzer te reguleren.
  • Neem 1-3 mg Boron per dag, dit helpt de synthese van ceruloplasmine
  • Neem taurine om de koper stofwisseling in de lever te ondersteunen.
  • Volg een oer of ketogeen dieet: Veel vetten en eiwitten en weinig koolhydraten.
  • Eet je nu vegetarisch lees dan dit artikel en overtuig je zelf oer of ketogeen te gaan eten.
  • Neem jodium: het magnesium en selenium gehalte moet dan wel optimaal zijn, anders moet je dat eerst herstellen.

 

Hoge zinksuppletie blokkeert de opname van koper waardoor het in het bloed blijft en niet opgenomen wordt in het lichaam.

 

 

Meer weten over wat koper in je lichaam doet en hoe je een te hoog kopergehalte kunt verlagen? Lees dan onderstaand e-boek. 

Dit is een e-boek.

Produceert Lactobacillus Casei histamine of niet?

Veel probiotica mengsel bevatten L.Casei en er zijn veel onderzoeken geweest die uitwezen dat deze bacterie histamine produceert. Toch is deze probitische bacterie ook goed voor je. Er zijn namelijk veel soorten Lactobacillus Casei en het blijkt ook dat de L.Casei in een probiotica mengsel niet altijd L.Casei is, maar een andere vorm van Lactobacillus.

Lactobacillus casei zijn grampositieve, niet-sporenvormende, melkzuur producerende, staafvormige bacteriën die geen flagella hebben om te bewegen. Ze worden vaak aangetroffen in het maagdarmkanaal, gefermenteerde groenten, melk, vlees, kuilvoer en rioolwater. Ze worden vaak gebruikt als promotors van rijping van bepaalde kazen en kunnen mogelijk in bepaalde hoeveelheden worden gevonden in sommige kazen of droog gefermenteerde worstjes. Deze soort heeft QPS (Qualified Presumption of Safety) in de Europese Unie.

Zoals je zou verwachten, is het type stam afkomstig van een zuivelproduct en dus de naam casei , van caseïne.

Net als veel andere microben zijn L. casei- stammen onderworpen aan genetische manipulatie, vooral voor orale of intranasale vaccinantigenafgifte.

Waarom kan Lactobacillus verkeerd worden benoemd?

Wat er met L. casei is gebeurd, is vergelijkbaar met wat er met L. acidophilus is gebeurd . Er is een L. casei- groep en dan een L. casei- soort. De groep bevat de soort L. casei als L. paracasei en L. rhamnosus . Hoewel de soort in de groep vergelijkbare kenmerken heeft, zijn ze verschillend genoeg om hun eigen soort te valideren.

De soortstam voor Lactobacillus casei is ATCC393. Dit is de stam waarmee alle andere microben worden vergeleken om te zien of zij genetisch voldoen als Lactobacillus Casei of een paar andere soorten.
Het lijkt erop dat het type ATCC 393 soortstam anders is vergeleken met andere soorten casei en paracaseistammen en ze lijken familie te zijn van L. zeae . Als gevolg hiervan wordt nog steeds gediscussieerd over de taxonomische status van deze soorten en de identificatie van stammen in deze soorten.

Door de jaren heen hebben een aantal onderzoekers geprobeert de verschillen die gevonden zijn tussen L. casei en L. paracasei aan te duiden als een type soortstam L. paracasei (ATCC 334) en de soortstam van L. casei en de echte L.casei ATCC 393 als L. zeae .  Gelukkig is er dan nog voor ons de “Judicial Commission of the International Committee on Systematics of Bacteria”, zij besloten in 2008 dat ATCC 393 in feite het soortstam is voor Lactobacillus casei en Lactobacillus paracasei voor andere soorten.

Waarom heeft het conflict over de naam Lactobacillus casei  invloed op jou?

Wat het voor jou betekent, is dat veel casei in feite paracasei zijn of waren , maar wetenschappers en fabrikanten willen de namen van hun stammen niet officieel wijzigen om 2 redenen: ten eerste omdat ze als casei zijn vastgesteld; en ten tweede, omdat hier nog over wordt gedebatteerd. Helaas maakt dit het veel moeilijker om het onderzoekspad te volgen zodat je weet tot welke soort een microbe thuishoort.

Het betekent ook dat je ongunstig nieuws over de L.casei soort hoort, je niet weet of dat nieuw gaat over het supplement dat jij neemt of niet. Evenzo, als je goede dingen over paracasei hoort, weet je niet of dat van toepassing is op de “L. casei” in je supplement.

Omdat veel probiotische supplementen gepatenteerde formules hebben, zijn veel fabrikanten niet bereid om te zeggen (of weten ze niet) of hun casei echt is of niet.

Zoals altijd kun je, bij het kiezen van een probiotica, het beste jezelf goed informeren over de bacteriestam.

Wat zijn de algemene kenmerken van
Lactobacillus casei ?

Als je deze website of mijn nieuwsbrieven helemaal hebt gevolgd, weet je dat probiotische acties soortspecifiek zijn. Er zijn echter enkele algemene kenmerken van L. casei , gebaseerd op het type soort, waardoor het is wat het is. Naast de hierboven gepresenteerde informatie, het ATCC 393-stamtype:

  • Is een anaërobe, facultatieve heterofermentatieve Lactobacillus (klik hier om te weten wat dat betekent).
  • Heeft een uitstekende zuur- en galtolerantie, in vitro , en overleeft
  • Is een tijdelijke microbe in het maagdarmkanaal van ratten
  • Produceert overwegend of exclusief L (+) melkzuur
  • Is inherent resistent tegen vancomycine
  • Remt meestal de secretie van IL-4 en IL-5 en verhoogt de secretie van IFN-gamma, in vitro.
  • Aanzienlijke vermindering van de concentraties van stafylokokken, enterobacteriën, streptokokken en coliformen bij ratten bij dagelijkse toediening
  • Kan helpen bij het verlagen van cholesterol door cholesterol in zijn celmembraan op te nemen en in vitro af te breken
  • Onderdrukte vele menselijke kankercellen en remde de celtoxiciteit geassocieerd met oxidatieve stress in vitro in een door hitte gedode vorm
  • Onderdrukte bederfmicroben in droog gefermenteerde worstjes

Produceert Lactobacillus casei histamine?

Ah, de grote vraag: produceert L. casei histamine of niet? Het antwoord is definitief: “Dat hangt ervan af.” Als soort kan Lactobacillus biogene amines zoals histamine en tyramine produceren.

L. casei heeft de slechte reputatie gevaarlijk te zijn voor mensen met histamine-intolerantie. De ATCC 393-stam bleek echter tyramine te produceren bij blootstelling aan tyrosine en sommige stammen degraderen in feite de biogene amines in vitro . Nogmaals, de soort is belangrijk!

Lactobacillus casei Stammen die u kunt tegenkomen

Sommige van de soorten die momenteel worden aangeduid als ” casei ” waar ik pagina’s over ga bouwen zijn:

  • L. casei DN-173 010
  • L. casei Lc-11
  • L. casei Shirota

Bedankt voor het bezoeken van deze site! Als je deze pagina leuk vond, deel hem dan of deel hem zodat anderen er ook van kunnen profiteren. 

Bron: powerofprobiotics.com

functional image
functional image

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Welke probiotica bij histamine intolerantie en MCAS

Histamine is een neurotransmitter die betrokken is bij je immuunsysteem en zenuwstelsel. Het is ook een onderdeel van je maagzuur en dus cruciaal voor een goede spijsvertering. De taak van histamine is om een directe ontstekingsreactie te geven. Het werkt als de rode vlag in je immuunsysteem en geeft je lichaam een seintje als er een potentiële aanval is.  Gevaar! Hup sluizen dicht!

De bloedvaten zwellen op of verwijden zodat de witte bloedcellen als een tierelier de aanvaller kunnen bereiken en ze vernietigen. Een infectie wordt op deze manier aangepakt. Heel fijn dus! Het is een natuurlijke reactie van je lichaam.

Maar wat gebeurt er als er teveel histamine is? Je krijgt dan ontstekingsreactie, hoofdpijn, je voelt je verhit, geïrriteerd, rusteloos en zit in de algehele malaise. Een teveel aan histamine ontstaat als histamine niet voldoende afgebroken kan worden. Je kunt dan een histamine intolerantie ontwikkelen, wat dus eigenlijk het resultaat is van een disbalans tussen het afbreken van histamine en de aanmaak.

Histamine intolerantie

Je lichaam maakt histamine aan, maar histamine zit ook in voeding en er is bovendien ook nog voeding die de aanmaak verminderd van het enzym wat histamine afbreekt.  Histamine wordt afgebroken door verschillende enzymen. In verschillende delen van het lichaam zijn ook verschillende enzymen werkzaam. Zo is er in de lever een ander enzym voor de afbraak van histamine dan in de darmen. Het belangrijkste enzym voor de afbraak van histamine is Diamine Oxidase (DAO). Deze breekt de histamine af die je binnenkrijgt door voeding. Als je een tekort hebt aan DAO ontwikkel je waarschijnlijk een histamine intolerantie.  Met andere woorden: Je kunt voeding waar (veel) histamine in zit niet verdragen.

Er zijn meerdere oorzaken voor histamine intolerantie, naast een tekort aan DAO kan een lekkende darm of SIBO (een bacteriële overgroei in de darmen) of Candida de oorzaak zijn. Er is dus een fundamenteel probleem in de darmflora balans die de histamine intolerantie veroorzaakt.

Probiotica en histamine intolerantie

Het is dus logisch dat je de darmflora gaat herstellen. En de eerste stap die je neemt is je voeding aanpassen en het nemen van probiotica. Dit kun je doen in de vorm van supplement of door het eten of drinken van gefermenteerde groenten/dranken.Maar gefermenteerde producten staan bovenaan de lijst van producten die je juist moet vermijden bij een histamine intolerantie. Als er ergens veel histamine in zit, is het wel in gefermenteerde producten. Zo zie je maar weer hoe belangrijk het is dat je moet weten wat je doet, er zijn honderden soorten bacteriën en ze hebben allemaal verschillende rollen. Sommige bacteriën werken positief bij histamine intolerantie en anderen negatief. De probiotica die een goed resultaat opleveren bij het reguleren van IgE en histamine receptoren en de ontstekingsremmende stoffen reguleren verminderen de doorlaatbaarheid van de darmwand en verminderen de ziekmakende bacteriën die de darmwand beschadigen.

Bacteriestammen die je moet vermijden:

Uit onderzoeken komt naar voren dat Lactobacillus Casei en Lactobacillus bulgaricus histamine produceren. Er zijn verschillende vormen van L.Casei en niet iedere vorm produceert histamine en niet iedere vorm is ook echt L.casei, het kan ook L.paracasei zijn.  Omdat op verpakking nooit vermeldt staat welke L.Casei er is gebruikt en fabrikanten dit ook niet willen of kunnen vertellen (omdat ze het simpelweg niet weten), is het meest veilige deze bacteriestammen te vermijden want ze maken de intolerantie alleen maar erger. Deze bacteriën zitten in yoghurt, gefermenteerde voeding en in de sommige probiotica supplementen.

Helende bacteriestammen:

De volgende bacteriestammen zouden volgens onderzoeken biogene amines (zoals histamine) verlagen: Lactobacillus rhamnosus, Bifidobacterium infantis, Bifidobacterium longum, Lactobacillus plantarum en waarschijnlijk Lactobacillus reuteri*

Het is ook belangrijk om te benadrukken dat iedereen anders en dat je daarom niet standaard een bacterie of een mix van bacteriën voor kan schrijven. Wat goed werkt voor de één werkt minder goed voor de ander. Het blijft een kwestie van uitproberen.

* Van Lactobacillus Reuteri werd gedacht dat deze vermeden moest worden bij mensen met histamine intolerantie omdat het de histamine aanmaak verhoogt. Maar recente onderzoeken tonen aan dat het een bepaald type histamine verhoog, een ontstekingsremmende, hierdoor zou het goed kunnen zijn voor mensen met histamine intoleranties.

De bifidobacterien en de L.Rhamnosus zijn het meest herstellend voor de darmflora bij histamine intolerantie.

Candida

Een lekkende darm kan het gevolg zijn van een overgroei van de candida bacterie. Deze bacterie kun je bestrijden met de Laterosporus bacterie. Dit vraagt om een speciale kuur waarbij de candidabacterien effectief bestreden kunnen worden.  

De Laterosporus eet ziekmakende bacterien, waaronder de candidabacterie op en vernietigd ze tegelijkertijd. Het is echt een killer, dus gebruik deze niet langer dan noodzakelijk. Deze bacteriestam werkt niet aan opbouw van nieuwe goede bacterien. Na een kuur met Laterosporus zou je dan de opbouwende helende bacterien moeten nemen om de darmen te voorzien van de goede bacterien. 

Wil je de candida blijvend uit je systeem, kijk dan ook naar je mineralen, als er te weinig koper beschikbaar is, kan de candida snel teruggroeien zodra je koolhydraten /suikers eet. 

  1. Laura Maintz and Natalija Novak (2007) Histamine and histamine intolerance. American Journal of Clinical Nutrition 85:5 (1185-1196)
  2. Deepika Priyadarshani, W. M. and Rakshit, S. K. (2011), Screening selected strains of probiotic lactic acid bacteria for their ability to produce biogenic amines (histamine and tyramine). International Journal of Food Science & Technology, 46: 2062–2069. doi: 10.1111/j.1365-2621.2011.02717.x
  3. Vittorio Capozzi, Pasquale Russo, et al. (2012) Biogenic Amines Degradation by Lactobacillus plantarum: Toward a Potential Application in Wine. Front Microbiol. 2012; 3: 122. Published online Apr 2, 2012. Prepublished online Mar 4, 2012.doi: 10.3389/fmicb.2012.00122
  4. SPILLER, R. (2008), Review article: probiotics and prebiotics in irritable bowel syndrome. Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 28: 385–396. doi: 10.1111/j.1365-2036.2008.03750.x
  5. Thomas CM, Hong T, van Pijkeren JP, Hemarajata P, Trinh DV, et al. (2012) Histamine Derived from Probiotic Lactobacillus reuteri Suppresses TNF via Modulation of PKA and ERK Signaling. PLoS ONE 7(2): e31951. doi:10.1371/journal.pone.0031951
  6. Dev, S., Mizuguchi, H., Das, A. K., Matsushita, C., Maeyama, K., Umehara, H., … & Fukui, H. (2008). Suppression of histamine signaling by probiotic Lac-B: a possible mechanism of its anti-allergic effect. Journal of pharmacological sciences, 107(2), 159-166