Home » histamine intolerantie » Pagina 2

Tag: histamine intolerantie

image_pdfimage_print

Eliminatie dieet

Het eliminatie dieet is niet een lange termijn dieet, maar een middel om een diagnose te stellen en de eerste stap naar herstel.

Bij dit dieet vermijd je 14 dagen lang alle producten met histamine en producten die histamine vrijmaken uit mestcellen. Als je klachten verdwijnen of een heel stuk minder worden, weet je dat je histamine de stof is die bij jou klachten veroorzaakt. Volgens artsen die histamine intolerantie erkennen is dit een betere manier om een intolerantie vast te stellen dan een bloed- of ontlastingsonderzoek, het is ook minder belastend en het kost geen geld.

Als door het weglaten van histamine de klachten niet verdwijnen, kijk dan of er andere intoleranties zijn. Naast histamine reageer je vaak ook op andere biogene aminen zoals tyramine, dopamine. Ook glutamaat kan een histamine klachten geven doordat het histamine in je lichaam verhoogt.

Hoe lang elimineer je histamine?

Het eliminatie dieet is in principe twee weken. Hierbij elimineer je echt alles wat histamine vrij kan maken in je lichaam. Na deze twee weken blijf je wel histamine arm eten, maar omdat iedereen anders reageert op voeding is het vermijden van alle producten niet aan te bevelen. Als je denkt niet op bepaalde producten te reageren, kun je testen of je deze verdraagt.

Ook al kun je na de twee weken wat voedingsmiddelen toevoegen, je moet wel grotendeels histamine arm blijven eten zolang je lichaam niet is hersteld. Je herstelt je lichaam door een dieet te volgen wat past bij jouw lichaam. Alleen een histamine arm dieet volgen brengt je lichaam wel tot rust en je klachten verminderen, maar om te herstellen moet je een stap verder gaan en de oorzaak van de verhoogde histamine achterhalen. Dit doe je door naar een goede voedingstherapeut of dietist te gaan die weet wat je moet meten en hoe je kunt herstellen van histamine intolerantie of MCAS. Let op: er zijn veel dietisten die niet verder gaan dan alleen histamine arm eten. Vraag door en laat je lichaam onderzoeken, kijk naar je darmgezondheid en de gifstoffen in je lichaam.

Hoe test je op histamine voedingsmiddelen?

Er zijn verschillende manieren om te testen of je een voedingsmiddel verdraagt.

  • Eet een voedingsmiddel in een kleine hoeveelheid. Dus als je denkt dat je tegen spinazie kunt, eet dan niet direct een portie spinazie, maar een eetlepel. Wacht drie dagen voordat je een ander voedingsmiddel her-introduceert. Dan weet je zeker of je een reactie krijgt op de spinazie of niet, soms kan een reactie pas 1,5 tot 2 dagen later komen, afhankelijk van hoe goed je darmen werken. Heb je geen reactie, dan kun je meer spinazie proberen. Gaat dit ook goed, dan weet je dat spinazie geen probleem op levert. Wel moet je altijd op de hoeveelheden blijven letten. Als je een spinazietaart gaat eten heb je kans dat je toch een reactie krijgt omdat je emmer dan overloopt. Test na drie dagen weer een ander voedingsproduct. Het doel is je dieet zo gevarieerd mogelijk te houden.
  • Je kunt ook je hartslag meten met een hartslagmeter of saturatiemeter. Dit is een klein apparaatje wat je op je vinger zet, het doet geen pijn. Je meet hiermee je hartslag en zuurstof in je bloed.Meet je hartslag/of zuurstofsaturatie voordat je iets eet, en nadat je iets hebt gegeten. Als je hartslag zichtbaar is verhoogd, heeft je lichaam moeite met dit product. Je weet dan dat je dit beter niet kunt gebruiken. Je kunt hiermee ook andere intoleranties opsporen, het kan dus ook met bijvoorbeeld zuivel.
  • Als je goed naar je lichaam kunt luisteren door te voelen, kun je het volgende proberen. Strek je rechter arm recht naar voren uit, op de hoogte van je hart. Houd je handpalm open naar boven. Leg hier een stuk voedingsmiddel op wat je wil testen. Breng je arm op harthoogte horizontaal naar je hart. Als je weerstand voelt, wil je lichaam dit voedingsmiddel niet. Vaak voel je intuitief ook welk voedingsmiddel wel of niet goed voor je is. Voorwaarde is wel dat je goed in verband staat met je intuitie. Als je eten maakt merk je het vaak al, het stemmetje dat zegt: “Dit zou je eigenlijk niet moeten eten, hier is je lichaam niet blij mee..” Een kinesioloog werkt volgens een soortgelijk principe, kom je er zelf niet uit, ga dan eens naar een kinesioloog. Bekijk het filmpje.

Auto-Immuun Protocol Paleodieet

Ook wel oerdieet genoemd. Bij dit dieet eet je zoals je voorouders. Je eet geen zuivel en geen peulvruchten en granen. Je eet geen bewerkte producten, alles is puur natuur.

Doordat het paleo dieet gluten, lactose vrij is, is het een goed dieet om de darmen te herstellen. Naast het standaard paleo dieet is er ook het Auto-Immuunprotocol (AIP) . In het standaard paleo dieet, worden lectines uit granen peulvruchten vermeden, bij het AIP ga je nog een stap verder en laat je ook de nachtschaden weg. Deze bevatten ook relatief veel lectines. Het idee is dat lectines de darmwand teveel zouden beschadigen en dat zij voor bloedstolsel kunnen zorgen.

Als je lectines uit je dieet verwijderd, kun je de biofilm waar schadelijke organismen in leven, makkelijker afbreken. Lectines bevatten poly-sacchariden waarvan de biofilm in de darmwand gemaakt is.Een biofilm is op zich helemaal niet slecht, maar als er schadelijke organismen in leven, kun je deze niet verwijderen zonder eerst de biofilm af te breken, als de schadelijke organismen het lichaam uit zijn, wordt deze film vanzelf weer opgebouwd.

Het Paleodieet is een goed dieet om histamine intolerantie aan te pakken. Alleen worden er wel veel noten en zaden gebruikt die voor de meeste mensen met histamine intolerantie en MCAS niet verdragen wordt. Bij het AIP worden deze weggelaten.

Het laatste verschil tussen standaard Paleo en AIP is dat er geen eieren worden gebruikt omdat deze ontstekingsbevorderend kunnen werken. Bij histamine intolerantie en MCAS kunnen veel mensen niet tegen het kippen-eiwit, maar wel tegen de eidooier. Ik adviseer dan ook om wel eidooiers te blijven gebruiken omdat deze veel waardevolle voedingsstoffen bevat.

Waarom het AIP dieet bij HIT/MCAS?

AIPhelpt niet alleen auto-immuunziekten te verminderen, het herstelt ook het lichaam en dan vooral de darmen. Als je histamine intolerantie hebt, komt dit vaak doordat de darmgezondheid niet goed is. Hierdoor worden er te weinig enzymen geproduceerd waardoor histamine niet voldoende wordt afgebroken. Als de darmwand hersteld en er meer voedingsstoffen opgenomen kunnen worden, kan het enzym diamine oxidase(DAO) beter geproduceerd en geactiveerd worden. Zo kan dit dieet je helpen. Als je naast HIT/MCAS ook een auto-immuunziekte hebt komt je lichaam tot rust omdat je geen producten gebruikt die je immuunsysteem triggeren. Zo kan je lichaam de energie uit voeding gebruiken om te herstellen in plaats van dat de energie gebruikt wordt om voedsel te verwerken waar je lichaam niet tegen kan. Je houd dan geen energie meer over om te herstellen.

Meer lezen over het AIP paleo dieet.

Oestrogeen dominantie omkeren

Oestrogeen dominantie komt heel veel voor en draagt bij aan de verhoging van histamine. Je kunt dit hier lezen. Je merkt dit vooral als je in de overgang komt en de hormonen gaan veranderen, zo’n 70% van mijn clienten zijn vrouwen van 40 jaar en ouder, waarbij de hormonen aan het veranderen zijn en een teveel aan oestrogeen is en een tekort aan progesteron.

Maar ook jonge vrouwen en zelfs mannen hebben er last van. Wil je je klachten verminderen dan zul je dus het oestrogeen gehalte moeten verlagen.

Dit is belangrijk om te onthouden: Progesteron verhogen met cremes is niet de oplossing, het probleem is een te hoog oestrogeengehalte, niet alleen het lage progesteron gehalte. Bovendien, als je progesteron gaat suppleren, zal je lichaam denken dat er voldoende progesteron is waardoor het zelf nog minder aanmaakt dan voorheen, je wordt nu afhankelijk van creme’s en pillen.

Om te begrijpen wat je moet doen om het oestrogeen gehalte te verlagen, moet je eerst weten wat oestrogeen precies en wat het doet.

Wat is oestrogeen?

Oestrogeen is je primaire vrouwelijke geslachtshormoon. Hieronder zie je een aantal van de belangrijke rollen die oestrogeen in je lichaam speelt.

  • Borstgroei (oestrogeen is een reden waarom je borsten opzwellen tijdens bepaalde delen van je cyclus)
  • Je menstruatiecyclus starten en reguleren
  • Evenwicht tussen cholesterolwaarden
  • Regulerende stemming en emotionele controle
  • Behoud van botsterkte

Oestrogeen werkt samen met progesteron, het andere belangrijkste vrouwelijke geslachtshormoon, om alle bovengenoemde processen in je lichaam te beheersen.

Oestrogeen en progesteron reguleren elkaar in een ingewikkeld systeem van controle en balans. Als ze allebei op het niveau zijn dat ze zouden moeten zijn, gaat het goed. Maar als een van beide domineert, raakt de andere uit balans.

Er zijn twee soorten oestrogeen dominantie:

  1. Je lichaam produceert te veel oestrogeen.
  2. Je progesteronspiegel is abnormaal laag, wat leidt tot een onbalans in de hoeveelheid oestrogeen die je hebt ten opzichte van progesteron.

Hoge oestrogeenspiegels kunnen verschillende bijwerkingen veroorzaken die variëren van mild tot ernstig.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

9 symptomen van oestrogeen dominantie

Zowel mannen als vrouwen kunnen oestrogeen dominantie ervaren, maar de gezondheidsproblemen die het veroorzaakt zien er een beetje anders uit tussen de geslachten.

Bij vrouwen kan een hoog oestrogeengehalte het volgende veroorzaken:

  1. Gewichtstoename (vooral in de heupen en taille)
  2. Menstruatieproblemen, zware menstruatie of onregelmatige menstruatie
  3. Fibrocystische mastopathie in de borsten (niet-kankerachtige knobbeltjes)
  4. Vleesbomen (niet-kwaadaardige tumoren in de baarmoeder)
  5. Premenstrueel syndroom en / of stemmingswisselingen
  6. Laag libido
  7. Vermoeidheid
  8. Depressie
  9. Angst

Bij mannen kan oestrogeen dominantie veroorzaken:

  1. Vergrote borsten
  2. Erectiestoornissen
  3. Onvruchtbaarheid

Als je een van deze symptomen ervaart, of als ze op regelmatige momenten tijdens je cyclus komen en gaan (als je een vrouw bent), kunt je oestrogeen dominantie hebben.

De beste manier om er zeker van te zijn, is om je huisarts om een ​​bloed- of urinetest te vragen om je oestrogeen- en progesteronspiegels te meten.

5 Oorzaken van oestrogeen dominantie

Hier zijn de meest voorkomende oorzaken van oestrogeen dominantie:

# 1: Suikerconsumptie

Same old story, suiker….op nummer 1! Je hormoonbalans is echt afhankelijk van je dieet. Vooral suiker en geraffineerde koolhydraten zijn verstorend voor je hormonen.

Suiker zorgt voor een stijging van insuline, hierdoor wordt een ander hormoon, geslachtshormoon-bindend globuline (SHBG), verlaagd . SHBG bindt zich aan oestrogeen in je bloed en houdt het in balans.

Wanneer SHBG laag is, is er niet genoeg om het oestrogeen in je bloed te binden en stijgen je oestrogeenspiegels meer dan zou moeten

Dit is een goed voorbeeld van hoe je hormonen met elkaar verbonden zijn. Suiker beïnvloedt insuline >>>die SHBG beïnvloedt>>> wat oestrogeen verhoogt >>>en dit kan na verloop van tijd bijdragen aan oestrogeen dominantie.

# 2: Chronische stress

Stress beïnvloedt elk systeem in je lichaam, maar het heeft het meest duidelijke effect op je hormonen.

Een van de meest eenvoudige manieren waarop stress kan leiden tot oestrogeen dominantie is via een proces genaamd de “pregnenolone stelen.”

Dit is hoe het werkt:

Pregnenolon is de voorloper van vele andere hormonen – inclusief je geslachtshormonen en stresshormonen.

Het probleem is dat er maar zoveel pregnenolon in de buurt is en als je er veel van gebruikt om cortisol te maken, heb je minder beschikbaar om geslachtshormonen zoals oestrogeen en progesteron te maken.

Als je onder stress staat, denkt je lichaam dat er een bedreiging is waarmee je moet omgaan. Het verplaatst pregnenolon naar het maken van veel cortisol , het belangrijkste stresshormoon van uw lichaam.

Als stress de productie van oestrogeen en progesteron vermindert, hoe veroorzaakt het dan oestrogeen dominantie?

Progesteron fungeert als een voorloper van cortisol. Dus wanneer stress hoog is, raakt progesteron op als een voorloper en kan het zijn normale geslachtshormoonactiviteit in je lichaam niet uitvoeren.

De bruikbare progesteron daalt hierdoor aanzienlijk, waardoor je een relatieve oestrogeen dominantie overhoudt.

# 3: Producten voor persoonlijke verzorging

Veel producten voor persoonlijke verzorging bevatten xenoestrogenen, chemicaliën die het gedrag van oestrogeen in uw lichaam nabootsen. Xenoestrogenen worden geclassificeerd als “hormoonontregelaars” vanwege hun vermogen om met je hormonale systeem te knoeien.

De meest voorkomende manier waarop xenoestrogenen hun effecten uitoefenen, is door oestrogeenreceptoren te binden en te activeren. Ze leggen je receptoren vast, net als oestrogeen, maar omdat ze niet chemisch identiek zijn aan oestrogeen, kunnen ze routes op een onvoorspelbare manier in- of uitschakelen.

Parabenen zijn mild oestrogeen en recent onderzoek suggereert dat je moeite hebt om ze te elimineren. In plaats daarvan accumuleren parabenen bioaccumulerend en beïnvloeden geleidelijk je oestrogeenspiegels naarmate je de producten langer gebruikt..

UV-filters zijn ook oestrogeen. Deze komen veel voor in zonnebrandcrèmes en UV-beschermende crèmes en hebben verschillende namen, waaronder octylmethoxycinnamaat , benzofenon , kamferderivaten en cinnamaatderivaten . UV-filters verstoren zowel oestrogeen als testosteron.

Als je wilt weten hoe veilig je producten voor persoonlijke verzorging zijn (en welke alternatieven je daarvoor kunt gebruiken), kijk dan op de website van de Environmental Working Group .

Het EWG beoordeelt cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging op basis van hun ingrediënten. Je kunt naar de producten die je gebruikt zoeken en zien hoe ze zich stapelen.

# 4 Plastic

Je hebt waarschijnlijk het groeiende aantal “BPA-vrije” labels op waterflessen, voedselopslagcontainers en andere plastic producten opgemerkt.

BPA staat voor bisfenol A. Het is een hormoonontregelaar en oestrogeen uit de omgeving. Langdurige blootstelling hangt samen met het risico op obesitas, diabetes type 2, onvruchtbaarheid en bepaalde soorten kanker. 

BPA wordt gebruikt om plastic producten zoals voedselcontainers te maken. Het wordt ook toegevoegd aan de voering van ingeblikte goederen. Je lichaam absorbeert BPA en kan het moeilijk afbreken. Dus, net als parabenen, wordt BPA geleidelijk in je lichaam opgestapeld.

Veel bedrijven zijn gestopt met het gebruik van BPA in hun plastic materialen. Het zien van de “BPA-vrije” sticker is echter mogelijk niet voldoende om jee veiligheid tegen xeno-oestrogenen te waarborgen.

Sommige BPA-vervangingen hebben ook xenoestrogen-activiteit in ouw lichaam. Eén studie toonde aan dat acryl-, polystyreen-, polyethersulfon- en Tritan ™ -harsen ook hormoonontregelende chemicaliën kunnen uitlogen

Je kunt het beste plastic vermijden zover je kunt.  Glazen en roestvrijstalen containers zijn beter voor zowel je gezondheid als voor het milieu.

# 5 Overtollig lichaamsvet

Overmatig lichaamsvet verhoogt ook de oestrogeenactiviteit. Zwaarlijvige vrouwen hebben aanzienlijk hogere niveaus van oestrogeen, wat overeenkomt met een verhoogd risico op borstkanker.

Het is vooral belangrijk om overtollig lichaamsvet kwijt te raken als je postmenopauzaal bent. Voordat je door de menopauze gaat, synthetiseert je lichaam voornamelijk oestrogeen in je eierstokken.

Na de menopauze, wanneer je eierstokken niet langer een actieve bron van oestrogeen zijn, neemt je vetweefsel (vetcellen) de plaats in van je eierstokken en beginnen ze meer oestrogeen te produceren.

Dat betekent dat hoe meer lichaamsvet je hebt, hoe meer oestrogeen je produceert.

Dit wordt een probleem bij zwaarlijvige vrouwen na de menopauze en kan leiden tot overmatige oestrogeenproductie.

Hoe oestrogeen dominantie om te keren

Hormonale onevenwichtigheden kunnen frustrerend zijn. Het goede nieuws is dat er verschillende dingen zijn die u kunt doen om ze te corrigeren.

De twee sleutels tot het voorkomen of omkeren van oestrogeen dominantie zijn om uw oestrogeenblootstelling te beperken en overtollig oestrogeen uit uw systeem te verwijderen. Hier zijn een paar manieren om het hormonale evenwicht te herstellen:

# 1: Vermijd suiker

Suiker is ronduit slecht voor je. Het is meer dan alleen oestrogeen , suiker draagt ​​bij aan hartziekten, diabetes, obesitas, ontsteking, leverschade en meer.

Welk dieet je ook volgt, probeer minder dan 20 gram suiker per dag te eten. Je zult er beter uitzien en je er beter door voelen, en het helpt om oestrogeen dominantie te voorkomen.

# 2: Ondersteun je lever

Je lever is het primaire orgaan dat oestrogeenuitscheiding reguleert. Het optimaliseren van uw leverfunctie helpt uw ​​lichaam te ontgiften door een teveel aan oestrogeen. Hier zijn een paar levervriendelijke tips:

  • Neem leverondersteunende supplementen zoals melkdistel, NAC (n-acetylcysteïne), calcium d-glucaraat en kliswortel.
  • Train regelmatig. Oefening verbetert uw leverfunctie.
  • Gebruik culinaire kruiden zoals peterselie, kurkuma, koriander en oregano – ze stimuleren allemaal je lever.

# 3 Wees een bewuste consument

Het is moeilijk om plastic helemaal te vermijden, dus zorg er bij het kopen van plastic voor dat ze “BPA-vrij” op de verpakking vermelden.

Bewaar uw voedsel indien mogelijk in glazen containers en gebruik een herbruikbare BPA-vrije waterfles in plaats van plastic te kopen.

Cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging bevatten te veel hormoonverstorende chemicaliën om hier te vermelden. Neem het giswerk weg en koop producten die zijn gerangschikt door bedrijven zoals EWG .

# 4 Beheer stress

Je stresshormonen en geslachtshormonen hebben een intieme en onafscheidelijke relatie. Door je stress te beheersen en je stresshormonen in balans te houden, heb je ook direct invloed op de balans van je geslachtshormonen. Enkele manieren om stress op afstand te houden zijn:

  • Meditatie
  • Beweging
  • Ademhaling, yoga prana
  • Een dagboek bijhouden

Hoe een Ketogeen dieet kan helpen

Het volgen van een ketogeen dieet kan je hormonen op verschillende manieren in evenwicht brengen.

Het meest eenvoudige effect van het keto-dieet op uw geslachtshormonen is een afname van insuline . Door koolhydraten te verwijderen, blijft je insuline stabiel en laag, wat je SHBG in evenwicht houdt en dit helpt je oestrogeenspiegels onder controle te houden [ * ].

Een andere manier waarop het ketogeen dieet je hormoongezondheid kan ondersteunen, is door ontstekingen te verminderen.

Hoge ontstekingsniveaus kunnen de activiteit van het oestrogeen-synthetiserend hormoon aromatase verhogen  . Dat betekent dat hoe meer ontstekingen je hebt, hoe meer oestrogeen je lichaam produceert. Hoge aromatase als gevolg van chronische ontsteking is zelfs gekoppeld aan een verhoogd risico op borstkanker als gevolg van overmatige oestrogeenproductie [ * ].

Wanneer je een ketogeen dieet volgt, creëert je lichaam een ​​overvloed aan keton beta-hydroxybutyraat (BHB). BHB remt ontstekingsroutes in je lichaam, die op hun beurt de overactivering van aromatase kunnen voorkomen [ * ].

Hoe oestrogeen dominantie aan te pakken

Samenvattend, hier zijn vier manieren om overtollig oestrogeen kwijt te raken:

  1. Vermijd suiker
  2. Beheer stress als een professional
  3. Vermijd hormoonverstorende producten voor persoonlijke verzorging
  4. Probeer een ketogeen dieet

Een ketogeen dieet heeft een breed scala aan voordelen buiten het balanceren van uw hormonen.

Het vermindert ontstekingen, versnelt uw metabolisme, maakt gewichtsverlies gemakkelijker en kan u de hele dag stabiele energie geven.

Wil je meer weten en zelf aan de slag? Lees dan het boek Oestrogeendominantie, met extra aandacht voor de overgang, MCAS en histamine intolerantie. Koop hem hier.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

Histamine intolerantie en MCAS

Histamine intolerantie

Histaminose of histamine intolerantie zijn de algemene benamingen voor een teveel aan histamine in het lichaam (lokaal of systemisch).

Het verstoort je welzijn en de lichamelijke/mentale functies.
Anders dan bij een allergie zijn er geen antilichamen betrokken bij histamine intolerantie.
Dat is ook de reden dat je bij een allergietest een negatieve uitslag hebt ondanks je klachten.

MestcelActivatieSyndroom (MCAS)

Het mestcel activatie syndroom is een aandoening die nog niet zo lang bestaat, eind jaren negentig werd er voor het eerst melding gemaakt van patienten met mestcel activatie symptomen zonder aantoonbaar bewijs van een proliferatieve mestcel stoornis. In de afgelopen 20 jaar zijn de methoden om abnormale mestcellen te identificeren verbeterd en werd het duidelijk dat er patienten waren die symptomen vertoonden van afgifte van mestcel mediatoren die niet voldeden aan de criteria voor Systemische Mastocytose. Zo begon de evolutie van discussies over andere vormen van mestcel aandoeningen, dat bekend werd als Mestcel Activatie Syndroom (MCAS).

De voornaamste symptomen van MCAS zijn:

  • blozen
  • jeuk (pruritus)
  • netelroos (urticaria)
  • hoofdpijn
  • maag-darm klachten (waaronder diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur)
  • lage bloeddruk (hypotensie)

Bij het mestcel activatie syndroom worden de mestcellen te snel geactiveerd. Je hebt dan naast voeding die histamine vrijmaakt in mestcellen ook last van warmte, beweging (sport) en stress. Alles wat de mestcellen prikkelt kan zorgen voor reacties. Spelen bij histamine Intolerantie vooral een tekort aan enzymen een rol, bij MCAS zorgen ontstekingen en slap bindweefsel voor de overactiviteit van mestcellen. Wil je je in het ziekenhuis laten testen download dan dit document waarin uitgelegd wordt hoe er getest moet worden en welke waarden er gehanteerd moeten worden.

Oorzaken

Er zijn verschillende oorzaken van histamine intolerantie, hierdoor is het soms moeilijk te achterhalen wat de oorzaak is. 

Het is vaak een combinatie van factoren waarbij de ene verstoring de andere in de hand werkt.

Histamine intolerantie is niet een op zichzelf staande aandoening, er is altijd een onderliggend probleem in het systeem of een orgaan waardoor het hele lichaam betrokken kan worden bij de histamine problemen. Zo zal alleen een histamine arm dieet dan ook niet de oorzaak verhelpen, alleen de huidige klachten verlichten.

Het lichaam is een geheel, werkt er één onderdeel van het lichaam niet goed, dan moet een ander onderdeel dit opvangen; totdat deze het niet meer aan kan en er meerdere onderdelen aangetast zijn.

Zo kan een maagprobleem leiden tot een darmprobleem en een schildklierprobleem tot een psychisch probleem. 

Vaak zie je dat er bij mensen met ernstige gezondheidsklachten waarbij histamine klachten  zijn ontstaan, veel organen betrokken zijn bij het onderliggende probleem. Door de oorzaak te achterhalen kan er stap voor stap begonnen worden met herstel. 

In de Westerse wereld is het voorgestelde gezonde eetpatroon van de afgelopen 50 jaar niet goed geweest, tel hierbij de milieuvervuiling (uitlaatgassen, zware metalen in voeding, amalgaamvullingen, straling) bij op, vul dit aan met de constante stress door de prestatiemaatschappij en zowel de darmen, lever als bijnieren zijn dan ontregeld.

Herstel heeft tijd nodig. Je bent niet in drie maanden klaar. Je lichaam heeft tenslotte ook niet al die klachten in drie maanden opgebouwd.
Een jaar of langer is realistischer. Een voordeel is, je kunt sneller genezen dan dat het heeft geduurd voordat je ziek werd.

In de artikelen op deze website worden meerdere oorzaken en oplossingen besproken.

Mestcellen

Histamine bevind zich in je lichaam in mestcellen. De mestcellen bevinden zich in weefsels die in contact staan met de buitenwereld: je neus, je mond, je maag, je darmen, je huid, je longen en in bindweefsel. Ook in de baarmoeder bevinden zich mestcellen. Als er teveel histamine in je lichaam is, ontstaat er een constante alarmfase: de mestcellen laten dan bij het minste geringste histamine vrij om indringers buiten de deur te houden. Ook als die indringers helemaal geen indringers zijn. Gifstoffen zijn bijvoorbeeld indringers maar een eiwit van een gekookt ei is niet gevaarlijk voor het lichaam. En toch is er alarm. Voor niets. De histamine-reactie is altijd een reactie op eiwitten, zowel dierlijk als plantaardig. Als je voornamelijk mestcelreacties hebt, los van voeding, laat je dan onderzoeken op MestCelActivatieSyndroom.

Lees hier verder over mestcellen.

Voeding met histamine

Daarnaast is er voeding met histamine, alle gefermenteerde, gerijpte, gedroogde en gerookte voedingsmiddelen bevatten in meer of mindere mate histamine en/of andere biogene aminen. Daarnaast zijn er veel fruit- en sommige groentensoorten die histamine vrijmaken uit mestcellen.

Aangezien histamine uit voeding in de darmen wordt afgebroken door het enzym diamine oxidase, kun je als je darmproblemen hebt, een tekort aan dit enzym krijgen waardoor histamine niet of niet goed afgebroken kan worden. Bij teveel histamine in je systeem ontstaan er klachten.

Is histamine slecht?

Nee, histamine is zelfs heel goed en het is een heel belangrijke stof. Je moet er alleen niet te veel van hebben. Eet je bedorven tonijn dan krijgt zelfs de meest gezonde mens nog klachten door het te hoge histamine gehalte en ken je iemand die rode wangen en neus krijgt van het drinken van rode wijn? Dit is histamine!

DAO

Histamine wordt in de darm afgebroken door het enzym diamine oxidase (DAO). Bij mensen met een lage DAO activiteit of lage aanwezigheid van DAO,dit kan ook genetisch zijn, wordt histamine niet gemetaboliseerd waardoor er teveel in het lichaam achterblijft, dit geeft verschillende klachten.

DAO is het belangrijkste enzym voor de afbraak van histamine. 

HNMT

Het tweede enzym wat histamine afbreekt is Histamine-N-methyltransferase (HNMT). Dit enzym is werkzaam in de cellen zelf en werkt voornamelijk in de hersenen, nieren en lever en speelt een rol bij psychische klachten.

Een teveel aan histamine lokt tal van klachten uit, zoals bijvoorbeeld rhinitis, hoofdpijn, maag- en darmklachten, hartkloppingen, netelroos en jeuk, maar ook tal van psychische klachten waarbij angst het meest voorkomt.

Naast DAO en HNMT wordt histamine in mindere mate ook afgebroken door DPP-IV en MAO enzymen.

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Genen lezen

Had jij als kind symptomen die leken op histamine klachten, maar zijn deze pas verergerd op latere leeftijd? Bijvoorbeeld na een periode van stress en/of darmproblemen al dan niet door een of meerdere antibioticakuren? Waren de klachten vroeger mild en dacht je dat het normaal was en dat iedereen wel van die momenten van jeuk, loopneus, buikpijn of vermoeidheid had?

Pas na een crisis in het lichaam kom je tot de conclusie dit is niet normaal! Je vergeet dat je als kind al kleine dingetjes had, die, als je er nu op terug kijkt wel degelijk wijzen op een teveel aan histamine en moeilijkheden met afbreken histamine, hormonen en afvoeren van gif- en afvalstoffen.

Je hoopt natuurlijk dat jouw klachten geen genetische oorsprong hebben en dat je met een goed dieet en genoeg rust voldoende hersteld. Die mensen zijn er, echt waar, maar vaker blijken mensen één of meerdere genetische mutaties (ook wel polymorfisme/SNP genoemd) te hebben waardoor je lichamelijke klachten hebt. Het betekent dan niet dat je niets aan je klachten kunt doen. Jouw gezondheidsstaat kun je terug brengen naar hoe je was als kind, of zelfs beter. Als je weet welke genen bij jou niet of niet goed werken, kun je deze genen ondersteunen met voeding, mineralen en vitaminen. Je kunt je genen beinvloeden.

Het is niet zo dat als je een mutatie hebt, sommige processen minder goed verlopen, het betekent dat je vatbaar bent en dat je een verhoogd risico hebt op een bepaalde aandoening op het moment dat je lichaam uit balans of ziek is. Je kunt veel mutaties hebben en nergens last van hebben. Mijn ervaring is dat alle klachten die ik heb, terug te lezen zijn in de genetische mutaties, maar dat er ook een hoop mutaties zijn waar ik (gelukkig nog geen en hopelijk nooit) last van heb.  Ik weet bijvoorbeeld dat mijn lichaam moeite heeft om oestrogeen af te breken en dat ik daardoor gevoeliger ben voor borstkanker, wat betekent dat ik zelf er zoveel mogelijk aan moet doen om oestrogeen af te breken, want ik vertoon meerdere tekenen van oestrogeendominantie.

Enzymen

Het belangrijkst is dat je zorgt dat er voldoende enzymen zijn om histamine af te breken, daarnaast moet je zorgen dat bacterien en mestcellen minder histamine produceren.

DAO (diamine oxidase) wordt in darm uitgescheiden, verlaagt histamine buiten de cellen.

De genen AOC1/ABP1 kunnen bepalen hoeveel DAO er wordt geproduceerd. Er zijn meer genetisch mutaties die de DAO productie aantasten. Als je een polymorfisme hebt betekent dat niet direct je een SNP hebt en daardoor histamine intolerantie. Je bent er wel meer vatbaar voor, dat betekent dat als je een tekort hebt aan voedingsstoffen, je darmen en lever niet goed werken en je stress hebt, er histamine intolerantie kan ontstaan, je moet dus meer opletten dat je goed voor jezelf zorgt.

Genen en histamine intolerantie

Van het AOC1 gen heb je 5 mutaties/polymorfismen  die zorgen voor een verminderde DAO activiteit. Belangrijk om te onthouden dat er dus wel voldoende DAO aangemaakt wordt in de darmen maar dat het niet voldoende geactiveerd wordt. Als je deze genmutaties(s) hebt, dan is het belangrijk om de cofactoren, aan te vullen zodat de activatie plaats kan vinden.

Om DAO te activeren heb je voldoende vitamine C, B6, B12, ijzer en koper nodig. Heb je histamine intolerantie laat dan eerst je zink en koper meten.  Als het zinkgehalte hoog is, kan koper niet voldoende opgenomen worden.

Onderstaande SNP’s zijn de meest belangrijk:

C47T, C995T, C1933G/T  deze mutaties eindigen op een ‘T’  dat betekent dat er een verminderde verminderde DAO activiteit is waardoor er zich de volgende symptomen kunnen voordoen: histamine intolerantie, angst, problemen met regulatie lichaamstemperatuur, diarree, hoofdpijn, lage bloeddruk, rode huid samen met ontsteking en irritatie.

G1437A wordt geassocieerd met verminderde DAO activiteit en histamine intolerantie. Deze genmutatie zie je vooral bij Aziatische mensen. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)

A1975C, de C aan het eind van dit gen is ook een indicatie van verminderde DAO activiteit. Deze mutatie zie je vooral bij mensen van Afrikaanse afkomst. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)

Lees hier meer over FUT en MUC genmutaties.

Migraine

Mensen met de MTHFR SNP C667T ervaren vaker en meer ernstige migraine. 40.9 % van de mensen met migraine met aura heeft de T/T variatie van C667T. In een onderzoek onder migrainepatienten met het MTHFR variatie gaf men de patienten 6 maanden lang folaat, vitamine B6 en B12. De migraine klachten verminderden en dit ging gelijk op met de verlaging van homocysteine.

AOC1 en HNMT lijken ook een rol te spelen bij de vatbaarheid voor migraine doordat deze twee gen mutaties zorgen voor een verhoogd histamine gehalte.

Dit zijn niet lang niet alle genen die besproken worden als je je genen laat onderzoeken.

Wil je weten of je een gen mutatie hebt, bestel dan een speeksel DNA test van ancestry.com. Bestel niet de health versie, maar de goedkoopste ancestry. Als je de uitslag binnen hebt kun je deze naar mij sturen, dan laat ik het uitlezen en maak ik een verslag van de belangrijkste genen die een rol spelen bij histamine intolerantie en darm- en lever- en hormonale klachten/

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

1 december start de inschrijving voor het Histamine Darmherstel Plan.
Schrijf je in op de nieuwsbrief om een herinnering te krijgen voor inschrijving.

Maagzuurtekort zorgt voor voedselintoleranties

Als je histamine intolerantie hebt met spijsverteringsproblemen, je hebt last van je maag en je darmen werken ook niet echt mee, dan kunnen eiwitten niet goed verteerd worden. De eerste grote stap in de spijsvertering begint in de maag, hier wordt met behulp van maagzuur eiwit afgebroken. Als je een tekort aan maagzuur hebt, zul je dus eiwitten niet goed verteren. Die niet goed verteerde eiwitten komen vervolgens in de darmen waar ze problemen veroorzaken.

Als je een voedselintolerantie of allergie hebt reageert je lichaam altijd op eiwitten, dit kunnen plantaardige of dierlijke eiwitten zijn. De eiwitten waar je bij histamine intolerantie last van hebt zijn biogene aminen.

Je zult nu denken: moet ik dan eiwitten vermijden? Nee, liever niet! Je hebt eiwitten heel hard nodig en de eiwitten zelf zijn het probleem niet. Het is de vertering wat het probleem is. In dit geval een tekort aan maagzuur. Maar ook als je wel voldoende maagzuur hebt kunnen een tekort aan enzymen zorgen voor problemen in de darmen.

Uitgeputte bijnieren

Laten we nog even bij het maagzuur tekort blijven. Hoe kan dit de oorzaak zijn? Nou, dat is het waarschijnlijk niet. We moeten een paar  stappen verder terug gaan.

De eerste stap terug zijn de bijnieren. Als deze niet goed meer werken, wordt er te weinig maagzuur geproduceerd.  

Dan is de volgende stap: waarom werken de bijnieren niet goed? Dit kan mentale of fysieke stress zijn, maar het kan net zo goed een tekort aan mineralen zijn, of wat heel vaak voorkomt een combinatie van alle twee. Stress zorgt voor een tekort aan magnesium, net zoals suiker veel magnesium nodig heeft om verwerkt te worden. Een verkeerd eet- en leefpatroon kan de bijnieren uitputten.

Als je snel vol zit of snel een misselijk gevoel krijgt bij het eten van eiwitten en je hebt last van brandend maagzuur (ja, brandend maagzuur kan ook een tekort aangeven), dan is de kans groot dat je te weinig maagzuur hebt. Hierdoor gaan de onverteerde eiwitten naar de darmen. Waarschijnlijk gaat het je darmen gaat het ook al niet zo goed, de kans is groot dat je door het maagzuurtekort een lekke darm hebt gekregen. De slijmvlieslaag in de dunne darm is steeds dunner geworden en de eiwitten gaan rotten, je wordt winderig en krijgt een opgezette buik. De moleculen van de eiwitten kunnen nu door de darmwand heen dringen.

En nu komen we bij de voedselintolerantie. Je lichaam slaat alarm als de eiwitmoleculen  door de darmwand dringen, je immuunsysteem gaat aan de slag om de indringers op te ruimen. Dit is het moment waarop er histamine reacties en ontstekingen ontstaan.

Maagzuur herstellen

Het is dus belangrijk om te zorgen dat er weer voldoende maagzuur kan worden aangemaakt. Dit kan je doen met Betaine HCI supplementen, maar je kunt het ook doen met Keltisch zeezout. De HCI afkorting van het supplement staat voor HydroChloride of wel chloor. Om chloor te kunnen maken heb je natriumchloride nodig, ofwel zout. Ik schreef al eerder een blog over het belang van het drinken van water met zout en waarom dit bij histamine intolerantie zo belangrijk is.

Naast de aanmaak van maagzuur ondersteunt het zout ook de bijnieren.

Als je iedere ochtend een glas water met sole neemt, Keltisch zeezout opgelost in water, krijg je voldoende natrium en chloor binnen om je bijnieren en je maag te ondersteunen. Het natrium gaat naar de bijnieren en de chloor naar de maag.  

Om de darmen te helen gebruik je slijmerige voedingsmiddelen als okra, chiazaad, lijnzaad en aloevera. Het is per persoon afhankelijk welk voedingsmiddel je kunt verdragen.  Gebruik geen gelatine of kippen-of runderbouillon getrokken van botten. Alhoewel deze heel gezond zijn bevatten ze heel veel histamine en glutamaat. Waardoor je zo weer drie dagen van slag kan zijn.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10:00 en 12:00 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van maximaal 15 minuten: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Methylatie, B12, folaat en histamine

De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de methylatie als oorzaak van gezondheidsproblemen. Ook bij histamine intolerantie is het belangrijk om hier aandacht aan te geven. Histamine wordt namelijk met behulp van de methylatie gemetaboliseerd waardoor een teveel afgebroken kan worden. De meeste mensen met histamine intolerantie hebben een trage methylatie, dit kan verschillende oorzaken hebben. Maar voordat je verder leest op zoek naar oplossingen, wil ik dat je weet wat de methylatie is, anders weet je ook niet waarvoor je iets doet.

 

Wat is methylatie?

 

Simpel gezegd is methyleren het koppelen van moleculen. Er wordt 1 molecuul gekoppeld aan een groepje andere moleculen zodat er een proces kan plaatsvinden. Dit gebeurt in het hele lichaam, in alle cellen en wel miljoenen keren per dag. Als dit proces van koppelen te langzaam gebeurt, vertragen alle processen in je lichaam: de aanmaak van energie in je mitochondriën, de ontgifting in de lever en nieren, het afbreken van hormonen, het vervoeren van nutriënten en dus ook het afbreken van overbodige histamine.

 

Hulptroepen: methyldonoren

Om je histamine heel hoog is, zou de methylatie ook verhoogd moeten worden om alle histamine weer op normaal niveau te krijgen, hiervoor heb je hulptroepen nodig die de methylatie versterken. Bij mensen met histamine intolerantie is er vaak een tekort aan deze hulptroepen: de methyldonoren.

Om de methylatie te verbeteren moet je dus de methyldonoren verhogen.

Vitamine B12, folaat, methionine, betaine (trimethylglycine; TMG) en choline, zijn allemaal methyldonoren.  

 

Nu is het niet zo dat je zomaar kunt gaan supplementeren met deze methyldonoren, want alhoewel ze de methylatie ondersteunen en verhogen, zijn er ook risico’s aan verbonden als je ze neemt terwijl je lichaam ze niet kan verwerken.  Veel producten die je lichaam binnenkomen, zijn in principe lichaamsvreemd en moeten in je lichaam omgezet worden om bruikbaar/actief te worden. Hiervoor heb je voldoende enzymen, vitaminen en mineralen nodig. Heb je een chronisch tekort door verschillende factoren: stress, tekort aan voedingsstoffen door verminderde opname in de darmen, of een gen-mutatie. Wees dan voorzichtig met supplementeren.

 

Vitamine B12 en folaat zijn twee van de methyldonoren waar mensen met histamine intolerantie last van kunnen hebben.  Ik geef hieronder uitleg over het verschil tussen foliumzuur en folaat en over de werking van vitamine B12 bij histamine intolerantie.

 

Verschil tussen foliumzuur en folaat

 

Allereerst is het belangrijk om te weten dat foliumzuur en folaat niet helemaal hetzelfde zijn.  Het zijn twee verschillende typen vitamine B, foliumzuur is ook bekend als B11 en folaat als B9. alhoewel ook beide wel B9 worden genoemd.

 

Folaat verwijst naar 4 stoffen die je in groene bladgroenten en peulvruchten vindt:

  • Dihydrofolaat
  • Methylfolaat
  • Mono Glutamyl folaat
  • Poly Glutamyl folaat

Het woord folaat komt van het Latijnse woord “folium”, ofwel blad.

Foliumzuur is een van de folaten en vind je ook in natuurlijke vorm  in voeding, zij het in kleine hoeveelheden. Naast de natuurlijke vorm wordt foliumzuur ook gemaakt in laboratoria en wordt het veel gebruikt als supplement. Deze synthetische vorm van foliumzuur geeft problemen bij mensen met histamine intolerantie doordat het anders wordt gemetaboliseerd.  Om foliumzuur te kunnen gebruiken moet het omgezet worden in de actieve vorm: L-methylfolaat of 5-MTHF. Deze actieve vorm kan in de cellen komen en de bloed hersenbarrière passeren. Zonder deze omzetting kan je lichaam niets met foliumzuur.

Voor de omzetting van foliumzuur naar L-methylfolaat heb je MTHFR enzym nodig, dit enzym wordt geproduceerd door het MTHFR gen. Als je een mutatie hebt in dit gen, kun je foliumzuur moeilijk of niet omzetten en krijg je een stapeling van foliumzuur. Als je dagelijks meer dan 200 mcg foliumzuur als supplement neemt en je  hebt histamine intolerantie klachten, stop dan direct met de foliumzuur omdat foliumzuur histamine verhoogt.

Eet je echter folaat, dan hoeft dit niet omgezet te worden omdat folaat al een actieve vorm van L-methylfolaat is.

De volgende groenten bevat het meeste folaat:

  • Romeinse sla
  • Gekiemde peulvruchten (kikkererwten, mungbonen, etc.) en granen (boekweit)
  • Broccoli en bloemkool
  • Asperge
  • Boerenkool en spinazie
  • Kool
  • Gefermenteerde voeding (o.a.miso, kefir)
  • Bessen, aardbeien, frambozen
  • Citrusvruchten (citroen, sinaasappels, grapefruit)

Als je geen MTHFR genmutatie hebt kun je voldoende folaat binnen krijgen en heb je geen supplement nodig. Heb je wel een genmutatie dan zou je veel van deze voeding moeten eten om genoeg folaat binnen te krijgen. 100 gram mungbonen kiemen bevatten 0,7 mg folaat en je hebt per dag. Een regulier L-methylfolaat supplement bevat 400 mcg (0,4 mg) of 800 mcg(0,8 mg) folaat.

Als je wel  een MTHFR gen mutatie hebt, heeft het geen zin om foliumzuur te supplementeren. Het wordt dan niet gemethyleerd en niet actief. Dit is belangrijk om te weten als je zwanger bent of zwanger wilt worden of als je een hoog homocysteïnegehalte hebt. Daarbij bezet foliumzuur ook nog eens de folaat receptoren waardoor er geen L-Methylfolaat opgenomen kan worden.  Het foliumzuur wat niet omgezet wordt zou in principe afgevoerd worden door de nieren en urine, maar als de ontgifting niet goed verloopt, blijft er teveel foliumzuur in het lichaam.

Foliumzuur en het DHFR gen

Een ander belangrijk enzym voor het omzetten van inactief foliumzuur naar actief methylfolaat is DHFR (dihydrofolaat reductase).  En nu komt er wat terminologie die je eventueel over kunt slaan als je niet per se wilt weten hoe de omzetting verloopt.

–DHFR katalyseert de reductie van dihydrofolaat(H2P Glu) naar tetrahydrofolaat (THF) (H4P Glu). Daarnaast zet het foliumzuur om naar dihydrofolaat. Daarna moduleert dihydrofolaat de activiteit van MTHFR (methylenetetrahydrofolaat reductase), die zoals hierboven beschreven het belangrijkste enzym is in het metabolisme van folaat. Daarom is DHFR zo belangrijk voor zowel de continue circulatie van gereduceerde folaat als voor de synthetische foliumzuur stofwisseling.–

 

Foliumzuur kan dus niet omgezet worden als het DHFR gen te langzaam werkt door een genetische mutatie, of doordat de werking van DHFR geblokkeerd wordt door sommige antibiotica (trimethoprim) of methotrexaat (ontstekingsremmer), waardoor er minder DHFR enzymen zijn die foliumzuur om kunnen zetten.  Dit werking van dit gen varieert enorm per persoon met een werking van 5% tot 500%.

 

Folaat heeft invloed op het verlagen van histamine en wel op twee manieren:

De eerste is door met tetrahydrofolaat histidine (waarvan histamine wordt gemaakt) af te breken. Je kunt dit testen met een urinezuur test, als de Figlu( formimino glutamaat) te hoog is,  is er te weinig tetrahydrofolaat als gevolg van een genmutatie in het DHFR enzym. (test ELN €40,-)

 

De andere manier is dat folaat het histaminegehalte in de cellen verlaagd door een reactie met methyltransferase. Hiervoor heb je een goede methylatie nodig en die methylatie is dan weer afhankelijk van voldoende methylfolaat.

 

Als je een DHFR mutatie hebt, kan het nemen van foliumzuur zorgen voor meer inactief folaat en de opname ervan zal concurreren met de actieve vormen van folaat in voeding of als supplement. L-methylfolaat of 5-MTHF. Het probleem bij histamine intolerantie wordt dus niet veroorzaakt door teveel folaat, maar door niet de juiste vorm.  Foliumzuur moet dus vermeden worden als je histamine intolerantie hebt. Ook als je geen histamine intolerantie hebt, kun je beter actieve folaat nemen dan foliumzuur omdat folaat direct opgenomen wordt en niet hoeft worden omgezet.

In de periode dat je de histamine aan het verlagen bent door je folaat en de methylatie te verhogen, kun je eventueel DAOSIN gebruiken als je ergens gaat eten, om risico’s op reacties te verlagen.

 

Foliumzuur is een synthetische vorm van folaat en verhoogt histamine. Als je multivitamine neemt of een vitamine B complex met foliumzuur, stop hier dan direct mee.

 

Folaat/L-methylfolaat/5-MTHF

 

Als je je bloed laat onderzoeken en je hebt een hoog foliumzuurgehalte terwijl je geen supplementen met foliumzuur neemt, dan heb je waarschijnlijk een genmutatie in je MTHFR gen. dit gen helpt bij de regulatie van methylatie.  Je kunt dan foliumzuur niet goed methyleren. Ook suppletie met folaat kan dan een probleem zijn omdat je methylatie geblokkeerd wordt. Als je dan extra folaat neemt kun je klachten krijgen als angst, slapeloosheid, miskraam, geheugenverlies en auto-immuunziekten.  

Voordat je met folaat gaat supplementeren moet je altijd eerst kijken naar vier punten:

  1. blokkades van methylatie
  2. voedingsstoffen tekorten
  3. andere genen die de methylatie kunnen beïnvloeden
  4. neurotransmitters

 

Blokkades van de methylatie

Een MTHFR gen mutatie kan de oorzaak zijn van een verminderde methylatie, maar ook ontstekingen, oxidatieve stress, een lekke darm of andere darmproblemen, gifstoffen, zware metalen, alcohol, stress en bijnieruitputting spelen een grote rol.  Dus ook zonder genmutatie kan de methylatie aangetast worden. Het is belangrijk deze factoren allemaal aan te pakken.

Doe je dat niet dan voeg je folaat toe aan geblokkeerd proces. Zie het als het aanzetten van de kraan terwijl de afvoer verstopt zit. Je moet eerst de verstopping verhelpen, anders zal het water overlopen.

 

Voedingsstoffen tekorten

Als er voedingsstoffen tekorten zijn zal de folaat die je inneemt in je lichaam blijven, het wacht dan tot er voldoende voedingsstoffen zijn zodat het omgezet kan worden. De folaat stapelt zich op en je krijgt meer klachten. Vitaminen en mineralen zijn cofactoren, zij helpen bij de omzetting en de methylatie cyclus. Magnesium, natrium, kalium, ijzer, vitamine B1, B2,B3, B5, B6 en B12 zijn de belangrijkste.

 

Andere genen die de methylatie kunnen beïnvloeden

Bij histamine intolerantie zijn dat: DAO, MAO, DPP IV, NAT en HNMT. Als je folaat neemt terwijl je één van deze genmutaties hebt kan de folaat voor huiduitslag zorgen.  Soms moet je eerst een half jaar werken aan het verlagen van de histamine intolerantie voordat je kunt supplementeren met methylfolaat.

 

Neurotransmitters

De neurotransmitters serotonine en dopamine worden ook door de methylatie beïnvloed. Als deze neurotransmitters verlaagd zijn kan het supplement met folaat zorgen voor angst en vermoeidheidsklachten.

 

Wel of geen folaat nemen?

Als je een of meerdere van bovenstaande factoren of blokkades hebt kun niet veel folaat nemen, maar je hebt het wel nodig om B12 te methyleren.  

Als je een supplement (zuigtablet is het beste) neemt met B12 en folaat 5-MTHF, kijk dan naar het folaatgehalte, meestal is dit 400mcg. Dit is veel te hoog als je een MTHFR- mutatie hebt. Je kunt dan beter 50mcg nemen, en dus losse supplementen gebruiken. Als je wil weten of je een MTHFR mutatie hebt, kun je een genetische test laten uitvoeren bij 23andme.com. Dit is een Amerikaans laboratorium gespecialiseerd in genetisch onderzoek.

 

Als je histamine klachten erger worden na het eten van groene bladgroenten, komt dit ook door het folaat omzettingsprobleem. Groene bladgroenten die op zich heel gezond zijn, bevatten ook veel folaat. Als je al een hoog folaat gehalte hebt, kunnen je histamine klachten verergeren door het eten van deze bladgroenten. Dit is ook de reden dat je in de zomer meer histamine klachten kunt hebben dan in de winter. In de zomer worden er meer groene bladgroenten gegeten in de vorm van salades. Dr. Carl Pfeiffer, een arts die veel onderzoek deed naar de invloed van nutriënten op gezondheidsproblemen, noemden dit “Summer Salad Syndrome”.

 

Vitamine B12 en histamine

 

In principe verlaagt B12 histamine doordat 5-MTHF in THF(tetrahydrofolaat) omzet en zo histamine methyleert en afbreekt. Maar het probleem bij histamine intolerantie is dat er vaak uitgeputte bijnieren zijn doordat de histamine vaak al een leven lang verhoogd is geweest en er al die tijd meer cortisol aangemaakt moest worden. Als er daar bovenop nog eens een periode met veel stress komt, dan zal de cortisol chronisch erg hoog zijn,  ook wordt er veel adrenaline gebruikt omdat je gewend bent om je energie, die vaak te laag is, uit adrenaline te halen. Mensen met een histaminegehalte in de hersenen zijn vaak altijd alert, werken hard en houden van adrenaline kicks, het houdt hen op de been.

Totdat….de bijnieren op een gegeven uitgeput zijn doordat de constante stress in het lichaam niet meer gereguleerd kan worden als gevolg van de histamine, maar ook door een tekort aan mineralen, als gevolg van verkeerde voeding.  

Cortisol en adrenaline zijn erg belangrijk om histamine in de cellen te verlagen. Als je een tekort aan cortisol en adrenaline hebt zal je histamine dus verhoogd zijn.

 

Zoals eerder uitgelegd heb je B12 nodig als methyldonor bij de verlaging van histamine. Als je B12 erg laag is, zul je wellicht injecties met vitamine B12 krijgen van je huisarts, dit is hydroxocobalamine. Vervolgens heb je ontzettende histamine klachten terwijl je had geleerd dat B12 histamine zou verlagen vanwege de ondersteuning voor de methylatie.  Maar heel belangrijk om te weten is dat B12 cortisol verlaagt en melatonine verhoogt. Als je bijnieren uitgeput zijn, zal een hoge dosering de bijnieren nog verder uitputten en zal de histamine juist erg verhogen. Belangrijk is dan om te stoppen met de injecties en een lagere dosering te nemen in de vorm van een zuigtablet met vitamine B12. En zorg voor een hogere 5-MTHF/L-methylfolaat inname, dan is de verhouding met B12 beter. Let ook op welke vorm B12 je neemt, het beste is een combinatie van methyl- en adeno cobalamine. Methylcobalamine ondersteunt de methylatie en adenosyl ondersteunt de mitochondriën. (de “energiecentrale” in iedere cel).

De injecties in Nederland bevatten zoals gezegd hydroxocobalamine, als je methylatie te traag is, heeft je lichaam grote moeite om deze vorm van vitamine B12 om te zetten naar de bruikbare methylcobalamine. Dit is de tweede reden waarom je beter direct methylcobalamine kunt nemen. Je omzeilt dan de omzettings-stap. Helaas zijn in Nederland geen injecties met methylcobalamine verkrijgbaar, in Italie schijnen ze deze wel te verkopen.

 

Folaat Trap door B12 tekort

Als laatste wil ik nog de ‘folate trap’ bespreken, dit is een folaat tekort terwijl er in het bloed een normale of verhoogd foliumzuur gehalte wordt gemeten. Het folaat zit als het ware gevangen( ‘trap’ van het engels woord “trapped”, gevangen) door een B12 tekort.  Belangrijk is dan vooral géén foliumzuur te nemen, maar methylfolaat (5-MTHF), dit verbetert de folaat cyclus doordat MTHF zijn methylgroep kan doneren aan hydroxycobalamine of cyanocobalamine om methylcobalamine te vormen

B12 is een co-factor in de methylatie cyclus van het recyclen van THF en methionine, als er een B12 tekort is, komt de folaat dus vast te zitten. Het B12 tekort kan ontstaan door een tekort aan het DHFR enzym. En zo zijn we weer het klokje rond.

 

Supplementeren

De zuigtabletten van Vitakruid werken naar mijn idee het best als je B12 wilt verhogen, de zuigtabletten los je op onder je tong zodat de vitaminen via het speeksel opgenomen worden en er niet een deel verloren gaat in de maag. Het nadeel van dit supplement zijn de smaakstoffen en magnesiumstearaat waar mensen met ernstige histamine intolerantie en MCAS vaak niet tegen kunnen.   Neem de Methylcobalamine 5000 mcg en halveer deze of neem een kwart tablet en neem daarbij 50 mcg folaat. 

Een ander goed merk is Thorne, Neurochondria capsules. Het enige nadeel hiervan is dat het capsules zijn en de stoffen niet zo goed worden opgenomen worden als bij een zuigtablet.

Zelf gebruik ik Methylplus van Vitacure. Deze bevat 1000 mcg methylcobalamine, 50 mcg methylfolaat en nog veel andere stoffen die de methylatie verbeteren en ik merk een verbetering in mijn energie en mijn histamine klachten, mijn medicatie voor migraine is met ⅔ verlaagd en ik neem het supplement nu 4 maanden.  De B6 (P5P) is vrij hoog 50 mg, hierdoor zijn veel mensen bang om het te gebruiken, maar deze vorm van B6 wordt door het lichaam zelf afgebroken en afgevoerd, therapeutisch worden zelf veel hogere doseringen gebruikt. In Europa wordt geadviseerd maximaal 25 mg per dag te nemen, in de VS 100 mg. Alleen als je een langere periode 500 mg per dag gebruikt kan er een stapeling ontstaan.  Er zijn wel mensen die neuropathische klachten kregen bij lagere doseringen, als je dit hebt dan moet je direct met vitamine B6 suppletie stoppen. De klachten verdwijnen dan binnen een paar maanden.

 

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@voedingsadviesrotterdam.nl

 

15 juni start de inschrijving voor het Histamine Darmherstel Plan.
Schrijf je in op de nieuwsbrief om een herinnering te krijgen voor inschrijving.

 

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Ik besteed veel tijd aan het schrijven van blogartikelen, dit doe ik graag, ik wil dat je goed geinformeerd wordt, ik zou niets liever doen dan voor jou schrijven. Ik verdien hier niets aan, helaas moet ik dan ook steeds meer tijd besteden aan ander (betaald) werk en daardoor kan ik minder schrijven. Wil je mij ondersteunen? Dan kan dat al vanaf eenmalig €1,00 of meer. Gewoon als teken van waardering, of omdat je meer wilt lezen van mijn hand. Jouw donatie besteed ik uiteraard aan tijd om goeie blogs te schrijven. Alvast, heel erg bedankt!

, Lisa

[doneren_met_mollie]

 

Histamine intolerantie en koper

Koper is een essentieel element, wat wil zeggen dat je lichaam het nodig heeft om te kunnen functioneren maar dat het niet zelf aan kan maken. Kijk je op de website van het Voedingscentrum dan hebben zij nog de overtuiging dat je niet snel een kopertekort zal hebben, De nadruk ligt bij hen op het koperoverschot omdat deze giftig is en mensen vroeger vaker een kopervergiftiging opliepen door het gebruik van koperen keukengereedschap. Tegenwoordig hebben veel mensen door het huidige voedingspatroon een koper tekort. Je ziet steeds meer mensen die tussen de twintig en dertig grijs worden. Koper is het element dat zorgt voor de pigmentatie van huid en haar.

Koper is voor veel meer processen belangrijk. Bij histamine intolerantie is koper samen met vitamine C en B6 essentieel voor het produceren van DAO (diamine oxydase) Daarnaast is het essentieel voor een goede stofwisseling omdat het bij de stofwisseling bij meer dan 50 enzymreacties betrokken is. Je vind het meeste koper in het hart, de lever en de hersenen. Hier vindt ook de meeste stofwisseling plaats. Daarnaast is voldoende koper belangrijk voor het zenuwstelsel, het cardiovasculaire stelsel. Zonder koper kan er ook geen ATP (adenosine trifosfaat) gesynthetiseerd worden, dit is de stof de je nodig hebt om energie te produceren. Bovendien kunnen vitamine C en andere antioxidanten hun werk niet doen als er niet voldoende koper is.

Koper testen

Om te weten of je een koper tekort hebt kun je het kopergehalte in je bloed laten testen. 95% van het koper in het menselijk lichaam is gebonden aan het eiwit ceruloplasmine. Dit eiwit wordt geproduceerd bij een verhoogde immunologische activiteit. Het ceruloplasmine kan verhoogd zijn als er ontstekingen of ernstige infecties in het lichaam zijn. Bijvoorbeeld bij reumatische artritis. Zowel ceruloplasmine als koper zijn ook verhoogd tijdens de zwangerschap en bij het gebruik van de pil als deze oestrogeen bevat.

Koper is er in de gebonden en ongebonden vorm, de ongebonden vorm is de vorm wat voor vergiftiging kan zorgen. Als koper gebonden is aan ceruloplasmine is het werkzaam in het lichaam. In je lichaam heb je dus gebonden en ongebonden koper. Om voldoende gebonden koper te hebben is er voldoende van het ceruloplasmine eiwit nodig. Dit eiwit is afhankelijk van vitamine A uit dierlijke producten, vitamine C (geen ascorbine vorm!) en koper. Daarnaast moeten de lever en de bijnieren goed functioneren. De lever wordt met onze huidige levensstijl overladen met gifstoffen waardoor deze zo hard moet werken dat de lever trager wordt, gevolg hiervan is dat er ook minder ceruloplasmine beschikbaar.  Stress is een andere factor waardoor er minder ceruloplasmine beschikbaar is.  Daarnaast kan er te weinig ceruloplasmine zijn door teveel gesupplementeerde calcium ijzer en vitamine D en vitamine C in de vorm van ascorbinezuur, met de nadruk op een teveel aan supplementen, wat niet wil zeggen dat als je een supplement neemt je het risico loopt op te weinig beschikbare ceruloplasmine. Om te bepalen of je teveel vitamine en mineralen binnenkrijgt door het slikken van supplementen is het belangrijk je eerst te laten testen op vitaminen en mineralen.

Ongebonden koper meten

Zoals gezegd zou 95% van de koper in het lichaam gebonden zijn aan ceruloplasmine. Om ongebonden koper te meten heb je daar om het koper en het ceruloplasminegehalte nodig. Men dacht eerst dat als je ongebonden koper meet en er hier een teveel aan is, deze vermindert moet worden. Maar niemand dacht erbij na dat ceruloplasmine misschien te laag was en de niet alleen de koper te hoog.

Als het ceruloplasmine verhoogt, verlaagt de ongebonden koper. Als  namelijk alleen het koper wordt verlaagd met zink en andere koperantagonisten geeft dit stress in het lichaam. Als je je ceruloplasmine verhoogd kun je nog steeds koperdumpings en detoxreacties krijgen. Maar deze methode is meer helend. In plaats van koper te verlagen en op te bouwen, begin je direct met opbouwen.

Een teveel aan ongebonden koper kan de volgende klachten geven: hoofdpijn, huiduitslag, depressie, angst, slapeloosheid, spijsverteringsproblemen, opgeblazen buik. Als je veel ongebonden koper in je lichaam hebt kun je daarnaast ook chronische problemen krijgen als candida en hypoglycemie. Wanneer je de ceruloplasmine verhoogt, kun je deze reacties ook krijgen, deze verdwijnen weer als de koper het lichaam heeft verlaten.

Je kunt op de website Bloedwaardentest koper en ceruloplasmine testen.

Ceruloplasmine verhogen

  • Vermijd stress
  • Reinig de lever
  • Zorg voor goed werkende bijnieren
  • Zorg voor voldoende vitamine A (retinol) in de vorm van dierlijke eiwitten (lever, kaas, boter), plantaardige bronnen zijn wortel, paksoi, spinazie, zoete aardappel. Plantaardige bronnen bevatten maar een fractie vitamine A van de dierlijke bronnen.
  • Zorg voor voldoende vitamine C, liefst van natuurlijk bron: Camu camu of Amlapoeder, of gebuik Vitamine C magnesiumascorbaat.

Koper verhogen

Neem alleen koper wat gebonden is aan eiwit. Natuurlijk bronnen van koper zijn vooral lever (14mg), zonnebloempitten (0,63mg) en andere noten, zaden en peulvruchten. Zoals je ziet is lever de beste bron om ceruloplasmine te verhogen. Ook versterkt de leverwerking van je eigen lichaam.

Verder lezen: Dr. Janice Joneja, Clinical ChemistrySassyholistics, Mens en gezondheid, Dr.Axe

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10:00 en 12:00 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van maximaal 15 minuten: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Zelf aan de slag? Lees dan onderstaand e-boek. 

 

Geneesmiddelen die HIT verergeren

De darmflora is een gevoelige wereld van bacterien. Bij histamine intolerantie is de darmflora heel belangrijk, heb je darmklachten en histamine intolerantie en gebruik je medicijnen let er dan goed op welke medicijnen je gebruikt en of deze misschien bijdragen aan jouw klachten. Er zijn veel medicijnen die de darmflora aantasten. Bij de stofwisseling van deze medicijnen ontstaat er een reactie waarbij superoxideradicalen.

Het gaat om:

  • bepaalde soorten antibiotica (zoals chloramphenicol of nitrofurantoïne)
  • cytostatica (chemotherapie),
  • oestrogenen (de anticonceptiepil)
  • anthrachinone-houdende laxeermiddelen,
  • paracetamol
  • catecholamines zoals levodopa (voor ziekte van Parkinson).

Slik je de anticonceptiepil of neem je regelmatig een paracetamolletje? Ze lijken zo onschuldig maar ze een oorzaak zijn van het niet herstellen van de darmflora. De medicijnen verzwakken de darmflora waardoor de ziekmakende kiemen vrij spel hebben en zich kunnen vermeerderen. Hierdoor kan je immuunsysteem overbelast raken.

Het beschermende IgA, dat als beschermend schild binnenin het darmslijmvlies fungeert, wordt niet meer voldoende geproduceerd en daardoor wordt het binnendringen van bacteriën en antigenen vergemakkelijkt.

De ziekmakende micro-organismen in de darmen vormen giftige stoffen zoals ammoniak en acetaldehyde, deze tasten de hersenstofwisseling aan waardoor je moe wordt en je lichaam over het algemeen minder presteert. De giftige stoffen belasten de stofwisseling, vooral de lever waardoor er migraine, allergieen, hormonale verstoringen, degeneratieve ziekten(waaronder steeds meer auto-immuunziekten) ontstaan en dat allemaal als gevolg van een verstoorde darmflora.

Door gasvorming, rottingsdysbiose en het symptoomcomplex van Roemheld zijn de verschijnselen die vaak voorkomen bij de verstoorde darmflora. (Bij het symptoomcomplex van Roemheld is er vaak een stoornis in de bloedvoorziening van het hart doordat het middenrib omhoog staat als gevolg van een opgezette maag.

 

 

Minder afbraak van histamine

Een verstoorde darmfora, veroorzaakt door het gebruik van bepaalde medicijnen, geeft een grotere kans op pseudo allergische reacties door verminderde afbraak van biogene aminen. Dit kan o.a. veroorzaakt worden door slijmvliesschade door vrije radicalen. Maar ook omdat bepaalde enzymen in de darm (zoals MAO en DAO) minder stoffen zoals biogene aminen afbreken. Daarnaast kan de lever door medicinale overbelasting minder (via o.a. methylering) biogene aminen afvoeren.

Biogene aminen zijn stoffen die gemaakt worden uit aminozuren, de bouwstenen van de eiwitten. De bekendste is histamine, dat het lichaam zelf maakt en een belangrijke rol speelt bij allergische reacties. Ze komen voor in nature in producten, waarin eiwitafbraak heeft plaatsgevonden. Vis en vis uit blik zijn hiervan bekende voorbeelden. Sommige mensen hebben een overgevoeligheid voor biogene amines in voedsel, krijg je op allergie lijkende reacties, of wel histamine intolerantie.

Belangrijke biogene amines in voedsel zijn histamine, tryptamine, cadaverine, putrescine, spermine en spermidine. Ze zijn betrokken bij allerlei processen in het lichaam, zoals de spijsvertering, de bloedsomloop en de ademhaling. Bij overgevoeligheid voor biogene aminen functioneert het afbraaksysteem in de darmen onvoldoende en ontstaan er klachten.

 

 

Pseudo- allergische reacties (PAR’s)

Histamine intolerantie is een pseudo allergie. Men spreekt van een pseudo-allergie wanneer een stof van buiten het lichaam (bijvoorbeeld een geneesmiddel of voedingsmiddel) zonder tussenkomst van het afweersysteem dezelfde klachten kan veroorzaken als bij een echte allergie. De wijze van contact kan zijn via orale inname, via bloed of door inademen.

De verschijnselen bij een pseudo-allergische reactie lijken op die van echte allergische reactie. De hieronder genoemde verschijnselen kunnen, maar hoeven niet allemaal op te treden. Daarnaast bestaan er gradaties van milde tot ernstige symptomen.

Algemene symptomen: algemene malaise, griepachtige verschijnselen met koorts en lymfeklierzwelling.

Huid: jeukende huiduitslag en galbulten, soms gepaard met uitgebreidere zwellingen, zogenaamde angio-oedeem. Bij een contactallergische reactie ontstaat er gemiddeld 2 tot 3 dagen na contact op de contactplaatsen een eczeemreactie welke zich uit als jeuk, roodheid, schilfering, zwelling, bultjes en blaasjes.

Luchtwegen: rode, tranende, jeukende en opgezette ogen, jeuk in de neus, een loopneus, verstopte neus en veel niezen, benauwdheid, piepende ademhaling, hoesten, druk op de borst.

Hart- en bloedvaten: duizeligheid, neiging tot flauwvallen, bloeddrukdaling of bloeddrukverhoging

Mond, maag en darmen: jeuk aan lippen, mond- en keelholte, soms gepaard gaande met zwelling, opgezette keel, gevoel van benauwdheid en soms jeuk in de oren. Soms ook buikpijn, diarree, urticaria over het gehele lichaam, buikkrampen, misselijkheid, braken.

 

 

Mestcellen

Sommige stoffen van buiten het lichaam, een geneesmiddel of voedingsmiddel, kunnen een directe invloed hebben op de “mestcel”. Mestcellen bevatten stoffen (onder de microscoop te zien als “korrels”) die na vrijlating uit de cel aanleiding geven tot allergische klachten, zoals galbulten, niezen, kortademigheid etc.). Eén van deze stoffen is histamine. Bij een echte allergie wordt komt dit proces van vrijlating (medische term “degranulatie”) pas tot stand na binding van allergeen specifieke IgE antistoffen aan de mestcel. Bij een pseudo-allergie gebeurt deze vrijlating dus direct.

Omdat een pseudoallergische reactie niet van een echte allergische reactie is te onderscheiden wordt vaak wel een standaard allergologisch onderzoek uitgevoerd. Men kan alleen van een pseudo-allergie spreken wanneer de allergietesten geen echte allergie hebben aangetoond.

 

 

Darmonderzoek

Bij medicatie gebruik moet je dus extra bedacht zijn op een nadelige beïnvloeding op de darmflora. Dit kan buikklachten en voedingsreacties geven. In Duitsland, België en nu ook steeds meer in Nederland doet men specifieke ontlastingsonderzoeken om meer inzicht te krijgen wat de gevolgen van medicatie kunnen zijn op het darmmilieu en de darm immuniteit. Met gerichte darmtherapie en voedingsinterventies kan je  proberen de schade te beperken of herstellen die veel medicatie aanricht in het hele maag-darmkanaal. Je kunt bij mij een ontlastingsonderzoek laten doen in gespecialiseerde laboratoria en waarna we een aangepast voedingsplan opstellen om de darm te herstellen.

Bron

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

 

Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
Click outside to hide the comparison bar
Compare