Home » Histamine » Pagina 3

Categorie: Histamine

image_pdfimage_print

Melasma

Sinds mijn zwangerschappen, 20 en 18 jaar terug, is er hormonaal het een en ander bij mij veranderd en is mijn hormonale balans nooit meer geworden wat het vroeger was. Naast de overdreven huilerigheid, ook om alle mooie goede lieve dingen, kreeg ik tijdens mijn zwangerschap het ‘zwangerschapsmasker’. Dit is gedeeltelijk weggetrokken,maar is ook gedeeltelijk gebleven. De officiele term voor het zwangerschapsmasker is ‘coasma gravidarum’. Je tepels verkleuren tijdens de zwangerschap onder invloed van oestrogeen en progesteron van roze naar bruin en op dezelfde manier ontstaan er pigmentvlekken op je gezicht. De pigmentvlekken ontstaan als je huid in contact met zonlicht komen. Je huid produceert dan meer melamine-pigment doordat er meer MSH (melanocyt-stimulerend hormoon)  wordt aangemaakt tijdens de zwangerschap. MSH is een hormoon dat zorgt voor meer eetlust en seksuele opwinding. Ook is tijdens de zwangerschap de oestrogeen productie hoger.

Oestrogeen zorgt ervoor dat er histamine vrijgemaakt wordt en histamine zorgt er weer voor dat er meer oestrogeen aangemaakt wordt. 1  Een vicieuze cirkel dus!

Deze hyperpigmentatie op je voorhoofd, wangen, slapen, rond de ogen en bovenlip heet melasma. Dit is een gevolg van een hormonale afwijking.

Je kunt melasma bij een schoonheidsspecialiste met dermatologische kennis laten behandelen, maar dit kost een lieve duit en ik ben zelf van de puur natuur en het probleem bij de bron aanpakken.

Als je melasma krijgt tijdens je zwangerschap is de kans groot dat het weer verdwijnt als je hormonen weer de normale niveau’s van voor de zwangerschap hebben.

Niet zwanger en toch pigmentvlekken

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de vrijlating van histamine door mestcellen in de huid een trigger is voor pigmentvlekken. Als je oestrogeendominantie hebt, is er ook meer oestrogeen dan wat normaal zou zijn, hierdoor wordt er ook meer pigment aangemaakt. Heb je daarbij dan ook nog een overschot aan histamine in je lichaam dan is de kans groot dat je last hebt van melasma.

Wat je kunt doen is het oestrogeengehalte te verlagen.

De volgende symptomen kunnen duiden op teveel oestrogeen:

  • Stemmingswisselingen, PMS, depressie of prikkelbaar
  • Huilerig, vaak zonder aanleiding
  • Slapeloosheid
  • Grotere cupmaat of gevoelige borsten
  • Vleesbomen (myomen)
  • Endometriose of een pijnlijke menstruatie
  • Eetbuien
  • Wazig denken
  • Afwijkende uitstrijkjes
  • Vergrote kans op borstkanker en andere hormoongevoelige vormen van kanker (baarmoeder en eierstokken)
  • Zwelling, vocht vasthouden van water
  • Zware bloedingen
  • Vetopslag met name rond heupen en billen
  • Vetopslag op de benen

Wil je oestrogeendominantie aanpakken, dan dien je een aangepast dieet te volgen. Een belangrijk factor is je lever te ondersteunen, deze moet het teveel aan oestrogeen afbreken.

Mariadistel

Olie van Mariadistel wordt gebruikt om de leverwerking te ondersteunen. De silymarine in mariadistel schijnt de schade die zonlicht aan de huid brengt kan terugdraaien, dus niet alleen de melasma pigmentatie. Silymarine doet dit door gifstoffen te neutraliseren en het vergroot het regenererend vermogen van de lever.  

De schaduwzijde van silymarine is dat het ook histamine en tyramine bevat en het een contra-indicatie heeft met sommige medicijnen. Voordat je mariadistel zou willen gebruiken kun je het beste contact opnemen met je behandelaar.

Supplement: De dosering van het supplement ligt op 3 x per dag 200 mg. extract, wat ongeveer 75% Silymarine bevat.

Vitamine C

Vitamine Cis een antioxidant die de huid beschermt tegen zonlicht. Daarnaast is het essentieel voor de aanmaak van collageen en het helpt om melasma tegen te gaan. 2

Camu camu

Camu camu is een bes uit Peru die de meeste vitamine C bevat van alle vruchten. Het poeder gemaakt van de gedroogde besjes kun je in smoothies doen. Verse Camu camu bevat 2 gram vitamine C per 17 gram van de vrucht. Helaas is camu camu hier niet verkrijgbaar en moeten wij het met het poeder doen, waarvan ik niet weet hoeveel vitamine C hier in zit. Dat het veel is wel zeker.

Kwon, Soon-Hyo, Young-Ji Hwang, Soo-Keun Lee, and Kyoung-Chan Park. “Heterogeneous Pathology of Melasma and Its Clinical Implications.” International Journal of Molecular Sciences 17.6 (2016): 824. Web.

Hernández-Barrera, R., B. Torres-Alvarez, J. P. Castanedo-Cazares, C. Oros-Ovalle, and B. Moncada. “Solar elastosis and presence of mast cells as key features in the pathogenesis of melasma.” Clinical and Experimental Dermatology 33.3 (2008): 305-08. Web.

https://healinghistamine.com/how-histamine-affects-skin-pigmentation/#

http://www.optimalegezondheid.com/de-voor-en-nadelen-van-milk-thistle-mariadistel/

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan  tussen 10:00 en 12:00 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Wat is zonuline?

Wat is zonuline?

Heb je histamine klachten door het eten van voedingsmiddelen die histamine vrijmaken of histamine bevatten, dan is de kans groot dat je een lekke darm hebt. Niet iedereen met histamine klachten heeft een lekke darm, maar het komt wel veel voor, zoveel zelfs dat het laboratorium waar ik mee samenwerk een Stresspakket heeft samengesteld voor ontlastingsonderzoek, hierin wordt de darmflora en spijsvertering onderzocht, maar ook de zonuline en histamine. 

Een verhoogd zonuline gehalte geeft aan of er sprake is van een lekke darm.Een lekke darm kan veel klachten en aandoeningen veroorzaken, ik zie dan vaak ook dat mensen naast de histamine klachten ook last hebben van vermoeidheid, gewrichtspijn, migraine en concentratieproblemen.

Zonuline is een enzym dat in de epitheelcellen in de darmwand wordt vrijgelaten. De darmwand is bekleed met microscopisch kleine flubbertjes, ook wel vingertjes genoemd, dit zijn de villi. Tussen de villi in zijn de tight junctions, zonuline verhoogt de doorlaatbaarheid van de deze tight junctions, zo kunnen er meer stoffen de darmwand passeren.

Dit kunnen moleculen zijn die het lichaam nodig heeft, maar het kunnen ook schadelijke stoffen zijn die het lichaam niet wil, zoals bijvoorbeeld bacterien. Als je in de darmen een grote hoeveelheid histamine vrijlating uit mestcellen hebt, veranderd de morfologie in de darm. De darmwand wordt mechanisch beschadigd. Hierdoor wordt zonuline getriggerd. Dus je hebt nu een dubbel probleem, je weefsels worden door de histamine beschadigd en er worden ook andere factoren uitgescheiden waardoor er meer zonuline vrijkomt en de tight junctions verder open gaan staan. 

Zo ontstaat een lekke darm. Door de hoeveelheid zonuline te meten weten we of, en in welke mate de darm doorlaatbaar is.

Vraag een consult aan om zonuline te laten onderzoeken. Hier vind je meer informatie over onderzoek.

Histamine klachten door melk

Krijg je door het drinken van melk of gebruik van zuivel klachten? Dan denk je in eerste instantie aan lactose intolerantie of caseine allergie. Maar dit hoeft niet het geval te zijn. Je kunt ook reageren op het aminozuur histidine in melk en dan specifiek A1 melk. Dit is de melk, en alle zuivel die hiervan gemaakt wordt, die in Nederland wordt gebruikt in supermarkten maar ook bij veel boeren. Daarnaast kun je last hebben van deze melk doordat je er suf van wordt en niet goed kunt nadenken.

Als melk niet lekker valt, lees dan verder!

Want wist je dat er naast A1 melk ook A2 melk is? Deze A2 melk en dus alle zuivel die hiervan gemaakt wordt, is melk die ook voor mensen met darm- en histamine klachten goed te verteren is. Dit is melk van koeien die niet zo ver doorgefokt zijn en nog de goeie set genen hebben die meer A2 melk produceren. 

Onder andere de Friese en Holsteiner koeien, zeg maar waar in Nederland bijna alle melkproducten van worden gemaakt is, geven A1 melk. Jersey, Guernsey, Normande en Bruine koeien (bijvoorbeeld in Frankrijk en Italie), maar ook de echte Afrikaanse en Indiase koeien, geven A2 melk. Dus eigenlijk is alles goed behalve de Hollandse koe die zo lekker veel melk geeft……

We zijn, als ons zuinige Hollanders die vooral rijk willen worden, weer eens voor kwantiteit gegaan in plaats van kwaliteit, ten koste van de gezondheid, what’s new..

Type A1 en A2 melk hebben bijna dezelfde aminozuursamenstelling. Ze verschillen echter op 1 specifieke plek. De een heeft daar het aminozuur histidine zitten en de ander proline. 

In A1 melk, de melk die door mensen met een zwakke darmflora en lekke darm moeilijk verdragen breekt een stof af, die we liever niet afgebroken willen hebben. Caseine zijn melkeiwitten en deze worden in A1 melk verder afgebroken dan in A2 melk.

Waardoor krijg je klachten?

Je alvleesklier maakt enzymen aan voor de spijsvertering, een van deze enzymen is elastase. Dit enzym kan de bèta caseïne A1 splitsen op de histidine plek. (A2 heeft geen histidine en wordt zodoende ook niet gesplitst)

Bij de splitsing wordt de peptide BCM-7 (beta casomorfine-7)van histidine afgehaald. En dit is precies wat we niet willen. Die BCM-7 moet vast blijven zitten aan de peptide. Want als het losgekoppeld is kan het door een lekke darm passeren en komt het in de bloedcirculatie terecht. BCM-7 is een zeer sterke opioïde en oxidant en kan veel verschillende klachten veroorzaken.

Opioïden zijn sufmakende en verslavende stoffen, net als opioïde drugs. Je kunt je dus suf voelen na het gebruik van A1 zuivel. Tegelijkertijd kun je verslaafd raken aan dit fijne suffe gevoel, het kalmeert je. Dit is waarom sommige mensen een liter melk per dag drinken en zich suf voelen, een wattig hoofd hebben. 

Bij A2 melk gebeurt dit niet. Daarom wordt deze melk vaak wel goed verdragen, ook bij een lekke darm. 

Histamine 

Zoals eerder vermeld bevat A1 melk histidine en A2 melk proline. Histidine is een aminozuur wat in het lichaam omgezet wordt naar histamine. Als je histamine intolerantie hebt, kun je dus problemen hebben met deze melk. Je kunt dit merken doordat je na het gebruik van zuivel van A1 melk, meer slijmvorming hebt. Dit is een histamine reactie.

Heb je histamine- en darmklachten en wil je graag zuivel gebruiken, zonder suf te worden, probeer dan eens Jerseymelk of Franse/Italiaanse kaas met keurmerk. Het keurmerk is geen garantie dat de kaas van A2 melk is gemaakt, maar in Frankrijk en Italië worden de meeste kazen wel van melk van het koeienras Normande, Race Brun en Montbéliarde gemaakt, dit zijn allemaal A2 koeienrassen.

Insulineresistentie en histamine

Wist je dat histamine een rol speelt in het reguleren van de bloedsuikerspiegel bij diabetici?

Wist je dat histamine ook de werking en productie van insuline beinvloed? En dat mestcellen bijdragen aan de ontwikkeling van insulineresistentie en diabetes?  

Vaker dan je denkt speelt de regulatie van je bloedsuikerspiegel een rol bij histamine klachten en ontstekingen.

Bij onderzoek onder muizen zag men dat dikke muizen meer mestcellen hadden in het witte vetweefsel dan slanke muizen. Mestcellen dragen bij aan de ontwikkeling van obesitas en glucose intolerantie doordat zij ontstekingsstoffen produceren (*)(*).

Over actief immuunsysteem zorgt voor extra insuline afgifte

Als het immuunsysteem met gevaarlijke stoffen in aanraking komt zal het de insuline gevoeligheid van de skeletspieren verminderen om een verhoogde insuline vrijlating te veroorzaken hierdoor verbetert de  antivirale immuniteit.

Als er langere tijd extra insuline wordt vrijgegeven kan dit uiteindelijk leiden tot glucose-intolerantie en insuline resistentie.

Insuline resistentie is de voorloper van Diabetes type 2. Dit is vooral belangrijk bij mensen met overgewicht omdat deze meer vetweefsel hebben en dus ook meer mestcellen en ontstekingsstoffen. 

Ontstekingen en mestcelactivatie verminderen met medicatie?

Het is dus belangrijk om ontstekingen te verminderen en mestcelactivatie te voorkomen. In het onderzoek zag men dat als er Cromolyn (een mestcel stabilisator)  wordt gegeven, obesitas en diabetes verminderen. Zo kunnen metabolische verstoringen met medicatie worden behandeld. Het is natuurlijk beter om de onderliggende oorzaak te onderzoeken en deze te behandelen.

Wat gebeurt er bij insulineresistentie?

Als er eenmaal insulineresistentie is, zijn de glucose moleculen niet meer zo gevoelig voor de insuline en duurt het langer voordat het suiker uit het bloed wordt gehaald en naar de organen wordt gebracht waar het gebruikt kan worden. Bij diabetes is er zo weinig of geen insuline waardoor het suiker niet uit het bloed gehaald kan worden. 

Suiker droogt de cellen uit, histamine red de cellen

Bij een hoog glucose gehalte in het bloed, door insuline resistentie, drogen cellen uit. Om cellen van voldoende vocht te voorzien is er water en zout nodig, suiker in het bloed zorgt voor een verminderde vochtigheid in de cellen, hierdoor laten mestcellen histamine vrij, histamine zorgt voor verwijding van vaten zodat er meer vocht in en rond de cellen kan komen. Zo zorgt histamine ervoor dat cellen niet afsterven. 

Het is dus een vicieuze cirkel: mestcel activatie waarbij ontstekingsstoffen vrijkomen  >insulineresistentie> mestcelreactie om histamine vrij te maken.

Waarom onderzoekt je huisarts je niet op insuline resistentie?

Veel meer mensen dan nu bekend hebben insulineresistentie, je hoeft helemaal niet te merken dat je het hebt en je kunt er jarenlang mee rond lopen. Je hebt dan wel wat klachten, maar legt geen verband met insulineresistentie en diabetes.  Er zijn dan ook meer mensen dan we nu weten, die voordat de histamine klachten zich openbaren, al jaren insulineresistentie hebben. Ik ben er zelf één van.  Histamine intolerantie en MCAS is een van de gevolgen van insuline resistentie, maar men denkt nu dat veel meer chronische ziekten hier het gevolg van zijn.

De reden waarom men insuline resistentie niet zo snel diagnosticeert komt doordat je aan vijf criteria moet voldoen voordat een arts of dietiste een vermoeden van insuline resistentie krijgt en je zal onderzoeken. Ook de manier van onderzoeken kan verschillen.

De criteria zijn: 

  1. Verhoogde nuchtere bloedglucosewaarden (mannen en vrouwen ≥ 6,1 mmol/l, en/of medicatie)
  2. Verhoogde bloeddruk (mannen en vrouwen ≥ 130/85 mm Hg en/of medicatie)
  3. Laag HDL-cholesterolgehalte (mannen ≤ 1,04 mmmol/l; vrouwen ≤ 1,29 mmol/l)
  4. Verhoogde serumtriglyceriden (mannen en vrouwen ≥ 1,7 mmol/l)
  5. Verhoogde buikomvang (mannen > 102 cm; vrouwen > 88 cm). BMI ≥ 30 kg/m2 en een taille-heup ratio van > 0.90 bij mannen en > 0.85 bij vrouwen

Ook zonder alle criteria kun je insuline resistentie hebben

Maar het blijkt dat ook mensen met een lage bloeddruk insulineresistentie kunnen hebben, dit komt  vaker voor bij MCAS en histamine intolerantie (door het hoge histamine gehalte, wat de bloedvaten verwijdt en daardoor de bloeddruk verlaagt). 

De buikomvang zegt ook niet alles, ook slanke mensen kunnen insulineresistentie hebben. Toen ik startte met het aanpakken van de insuline resistentie was mijn BMI 24,8, wat prima is, geen overgewicht. De buikomvang is ook wat verwarrend, het is de maat van je taille, niet van je heupen. Mijn taille was 86, ook nog binnen de norm. 

De nuchtere bloedsuikerspiegel kan ook lager zijn.

Hierdoor worden mensen met een normaal tot slank figuur over het hoofd gezien en de lage bloeddruk geeft een arts niet het signaal dat er men tot handeling over moet gaan.

Onderzoek zelf je bloedsuiker

Het is dus belangrijk dat je zelf je bloedsuiker meet. De eerste keer dat je meet is om een diagnose vast te stellen. Je meet je bloed dan vijf uur lang ieder half uur volgens een vast protocol. Zie dit als een ziekenhuis onderzoek, maak hier tijd voor vrij, zeg je afspraken af, want je moet vijf uur lang stil zitten. Dit is anders dan een ziekenhuis onderzoek naar bloedsuiker. Je stuurt de gegevens naar mij op en ik maak een grafiek en kijk of er sprake is van insulineresistentie of andere bloedsuiker problemen zoals reactieve hypoglycemie.

Het meten doe je met een glucosemeter, deze kun je het makkelijkst online aanschaffen. Het handigst vind ik zelf een combinatie meter die ook ketonen meet omdat als je insuline resistentie hebt, je het beste een ketogeen dieet kunt volgen. 

Je prikt je vinger dan met een heel klein gesteriliseerd lancet en je doet een druppel bloed op de teststrip die je in de glucosemeter stopt, dit meet dan je bloedsuiker. 

Als je je bloedwaarden hebt opgestuurd kan ik zien hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten je in je dieet kunt gebruiken zodat je je bloedsuiker onder controle kunt krijgen en insuline resistentie kunt terugdraaien. Dit terugdraaien duurt bij de één een maand, bij een ander een half jaar of een jaar, afhankelijk van je overgewicht en de ernst van de resistentie.

Insuline resistentie is één van de oorzaken van de ontregeling van je lichaamssystemen waardoor ook het immuunsysteem ontregeld raakt. Het wil dus niet zeggen dat iedereen met MCAS/histamine intolerantie insuline resistentie heeft. 

Voor mijzelf merkte ik na drie maanden ketogeen eten dat ik me niet alleen fitter voelde en slanker werd, maar dat ik ook minder gevoelig werd voor histamine. Zo kon ik na drie maanden weer collageenpoeder en bottenbouillonpoeder gebruiken. Iets wat ik al jaren niet meer had gedaan omdat ik er klachten van kreeg. Tegenwoordig krijg ik er energie van en voel me vrolijker en meer ontspannen.

Wat ook weg is gegaan door het ketogeen dieet en de verminderde insuline resistentie (ik heb reactieve hypoglykemie) is dat ik helemaal ontspannen in de auto zit en ik helemaal geen probleem meer heb met file’s terwijl ik daar tot een jaar terug nog spontane darmkramp door een paniekaanval van kon krijgen.

Ik merk dat mijn lichaam echt tot rust is gekomen en ik beter herstel sinds ik mij onder andere  richt op herstel van de insuline resistentie. Een andere belangrijke remedie voor mij persoonlijk is het toevoegen van extra zout en water. Dit is vooral voor mensen met ook migraine erg belangrijk.

Herken je je dit verhaal? Dan kan je bloedsuikerspiegel een rol spelen bij jouw histamine intolerantie en kan ik je helpen om je bloedsuikerspiegel te stabiliseren met een persoonlijk dieet.

Bron:

https://alisonvickery.com.au/histamine-and-blood-sugar/

Oestrogeen dominantie omkeren

Oestrogeen dominantie komt heel veel voor en draagt bij aan de verhoging van histamine. Je kunt dit hier lezen. Je merkt dit vooral als je in de overgang komt en de hormonen gaan veranderen, zo’n 70% van mijn clienten zijn vrouwen van 40 jaar en ouder, waarbij de hormonen aan het veranderen zijn en een teveel aan oestrogeen is en een tekort aan progesteron.

Maar ook jonge vrouwen en zelfs mannen hebben er last van. Wil je je klachten verminderen dan zul je dus het oestrogeen gehalte moeten verlagen.

Dit is belangrijk om te onthouden: Progesteron verhogen met cremes is niet de oplossing, het probleem is een te hoog oestrogeengehalte, niet alleen het lage progesteron gehalte. Bovendien, als je progesteron gaat suppleren, zal je lichaam denken dat er voldoende progesteron is waardoor het zelf nog minder aanmaakt dan voorheen, je wordt nu afhankelijk van creme’s en pillen.

Om te begrijpen wat je moet doen om het oestrogeen gehalte te verlagen, moet je eerst weten wat oestrogeen precies en wat het doet.

Wat is oestrogeen?

Oestrogeen is je primaire vrouwelijke geslachtshormoon. Hieronder zie je een aantal van de belangrijke rollen die oestrogeen in je lichaam speelt.

  • Borstgroei (oestrogeen is een reden waarom je borsten opzwellen tijdens bepaalde delen van je cyclus)
  • Je menstruatiecyclus starten en reguleren
  • Evenwicht tussen cholesterolwaarden
  • Regulerende stemming en emotionele controle
  • Behoud van botsterkte

Oestrogeen werkt samen met progesteron, het andere belangrijkste vrouwelijke geslachtshormoon, om alle bovengenoemde processen in je lichaam te beheersen.

Oestrogeen en progesteron reguleren elkaar in een ingewikkeld systeem van controle en balans. Als ze allebei op het niveau zijn dat ze zouden moeten zijn, gaat het goed. Maar als een van beide domineert, raakt de andere uit balans.

Er zijn twee soorten oestrogeen dominantie:

  1. Je lichaam produceert te veel oestrogeen.
  2. Je progesteronspiegel is abnormaal laag, wat leidt tot een onbalans in de hoeveelheid oestrogeen die je hebt ten opzichte van progesteron.

Hoge oestrogeenspiegels kunnen verschillende bijwerkingen veroorzaken die variëren van mild tot ernstig.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

9 symptomen van oestrogeen dominantie

Zowel mannen als vrouwen kunnen oestrogeen dominantie ervaren, maar de gezondheidsproblemen die het veroorzaakt zien er een beetje anders uit tussen de geslachten.

Bij vrouwen kan een hoog oestrogeengehalte het volgende veroorzaken:

  1. Gewichtstoename (vooral in de heupen en taille)
  2. Menstruatieproblemen, zware menstruatie of onregelmatige menstruatie
  3. Fibrocystische mastopathie in de borsten (niet-kankerachtige knobbeltjes)
  4. Vleesbomen (niet-kwaadaardige tumoren in de baarmoeder)
  5. Premenstrueel syndroom en / of stemmingswisselingen
  6. Laag libido
  7. Vermoeidheid
  8. Depressie
  9. Angst

Bij mannen kan oestrogeen dominantie veroorzaken:

  1. Vergrote borsten
  2. Erectiestoornissen
  3. Onvruchtbaarheid

Als je een van deze symptomen ervaart, of als ze op regelmatige momenten tijdens je cyclus komen en gaan (als je een vrouw bent), kunt je oestrogeen dominantie hebben.

De beste manier om er zeker van te zijn, is om je huisarts om een ​​bloed- of urinetest te vragen om je oestrogeen- en progesteronspiegels te meten.

5 Oorzaken van oestrogeen dominantie

Hier zijn de meest voorkomende oorzaken van oestrogeen dominantie:

# 1: Suikerconsumptie

Same old story, suiker….op nummer 1! Je hormoonbalans is echt afhankelijk van je dieet. Vooral suiker en geraffineerde koolhydraten zijn verstorend voor je hormonen.

Suiker zorgt voor een stijging van insuline, hierdoor wordt een ander hormoon, geslachtshormoon-bindend globuline (SHBG), verlaagd . SHBG bindt zich aan oestrogeen in je bloed en houdt het in balans.

Wanneer SHBG laag is, is er niet genoeg om het oestrogeen in je bloed te binden en stijgen je oestrogeenspiegels meer dan zou moeten

Dit is een goed voorbeeld van hoe je hormonen met elkaar verbonden zijn. Suiker beïnvloedt insuline >>>die SHBG beïnvloedt>>> wat oestrogeen verhoogt >>>en dit kan na verloop van tijd bijdragen aan oestrogeen dominantie.

# 2: Chronische stress

Stress beïnvloedt elk systeem in je lichaam, maar het heeft het meest duidelijke effect op je hormonen.

Een van de meest eenvoudige manieren waarop stress kan leiden tot oestrogeen dominantie is via een proces genaamd de “pregnenolone stelen.”

Dit is hoe het werkt:

Pregnenolon is de voorloper van vele andere hormonen – inclusief je geslachtshormonen en stresshormonen.

Het probleem is dat er maar zoveel pregnenolon in de buurt is en als je er veel van gebruikt om cortisol te maken, heb je minder beschikbaar om geslachtshormonen zoals oestrogeen en progesteron te maken.

Als je onder stress staat, denkt je lichaam dat er een bedreiging is waarmee je moet omgaan. Het verplaatst pregnenolon naar het maken van veel cortisol , het belangrijkste stresshormoon van uw lichaam.

Als stress de productie van oestrogeen en progesteron vermindert, hoe veroorzaakt het dan oestrogeen dominantie?

Progesteron fungeert als een voorloper van cortisol. Dus wanneer stress hoog is, raakt progesteron op als een voorloper en kan het zijn normale geslachtshormoonactiviteit in je lichaam niet uitvoeren.

De bruikbare progesteron daalt hierdoor aanzienlijk, waardoor je een relatieve oestrogeen dominantie overhoudt.

# 3: Producten voor persoonlijke verzorging

Veel producten voor persoonlijke verzorging bevatten xenoestrogenen, chemicaliën die het gedrag van oestrogeen in uw lichaam nabootsen. Xenoestrogenen worden geclassificeerd als “hormoonontregelaars” vanwege hun vermogen om met je hormonale systeem te knoeien.

De meest voorkomende manier waarop xenoestrogenen hun effecten uitoefenen, is door oestrogeenreceptoren te binden en te activeren. Ze leggen je receptoren vast, net als oestrogeen, maar omdat ze niet chemisch identiek zijn aan oestrogeen, kunnen ze routes op een onvoorspelbare manier in- of uitschakelen.

Parabenen zijn mild oestrogeen en recent onderzoek suggereert dat je moeite hebt om ze te elimineren. In plaats daarvan accumuleren parabenen bioaccumulerend en beïnvloeden geleidelijk je oestrogeenspiegels naarmate je de producten langer gebruikt..

UV-filters zijn ook oestrogeen. Deze komen veel voor in zonnebrandcrèmes en UV-beschermende crèmes en hebben verschillende namen, waaronder octylmethoxycinnamaat , benzofenon , kamferderivaten en cinnamaatderivaten . UV-filters verstoren zowel oestrogeen als testosteron.

Als je wilt weten hoe veilig je producten voor persoonlijke verzorging zijn (en welke alternatieven je daarvoor kunt gebruiken), kijk dan op de website van de Environmental Working Group .

Het EWG beoordeelt cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging op basis van hun ingrediënten. Je kunt naar de producten die je gebruikt zoeken en zien hoe ze zich stapelen.

# 4 Plastic

Je hebt waarschijnlijk het groeiende aantal “BPA-vrije” labels op waterflessen, voedselopslagcontainers en andere plastic producten opgemerkt.

BPA staat voor bisfenol A. Het is een hormoonontregelaar en oestrogeen uit de omgeving. Langdurige blootstelling hangt samen met het risico op obesitas, diabetes type 2, onvruchtbaarheid en bepaalde soorten kanker. 

BPA wordt gebruikt om plastic producten zoals voedselcontainers te maken. Het wordt ook toegevoegd aan de voering van ingeblikte goederen. Je lichaam absorbeert BPA en kan het moeilijk afbreken. Dus, net als parabenen, wordt BPA geleidelijk in je lichaam opgestapeld.

Veel bedrijven zijn gestopt met het gebruik van BPA in hun plastic materialen. Het zien van de “BPA-vrije” sticker is echter mogelijk niet voldoende om jee veiligheid tegen xeno-oestrogenen te waarborgen.

Sommige BPA-vervangingen hebben ook xenoestrogen-activiteit in ouw lichaam. Eén studie toonde aan dat acryl-, polystyreen-, polyethersulfon- en Tritan ™ -harsen ook hormoonontregelende chemicaliën kunnen uitlogen

Je kunt het beste plastic vermijden zover je kunt.  Glazen en roestvrijstalen containers zijn beter voor zowel je gezondheid als voor het milieu.

# 5 Overtollig lichaamsvet

Overmatig lichaamsvet verhoogt ook de oestrogeenactiviteit. Zwaarlijvige vrouwen hebben aanzienlijk hogere niveaus van oestrogeen, wat overeenkomt met een verhoogd risico op borstkanker.

Het is vooral belangrijk om overtollig lichaamsvet kwijt te raken als je postmenopauzaal bent. Voordat je door de menopauze gaat, synthetiseert je lichaam voornamelijk oestrogeen in je eierstokken.

Na de menopauze, wanneer je eierstokken niet langer een actieve bron van oestrogeen zijn, neemt je vetweefsel (vetcellen) de plaats in van je eierstokken en beginnen ze meer oestrogeen te produceren.

Dat betekent dat hoe meer lichaamsvet je hebt, hoe meer oestrogeen je produceert.

Dit wordt een probleem bij zwaarlijvige vrouwen na de menopauze en kan leiden tot overmatige oestrogeenproductie.

Hoe oestrogeen dominantie om te keren

Hormonale onevenwichtigheden kunnen frustrerend zijn. Het goede nieuws is dat er verschillende dingen zijn die u kunt doen om ze te corrigeren.

De twee sleutels tot het voorkomen of omkeren van oestrogeen dominantie zijn om uw oestrogeenblootstelling te beperken en overtollig oestrogeen uit uw systeem te verwijderen. Hier zijn een paar manieren om het hormonale evenwicht te herstellen:

# 1: Vermijd suiker

Suiker is ronduit slecht voor je. Het is meer dan alleen oestrogeen , suiker draagt ​​bij aan hartziekten, diabetes, obesitas, ontsteking, leverschade en meer.

Welk dieet je ook volgt, probeer minder dan 20 gram suiker per dag te eten. Je zult er beter uitzien en je er beter door voelen, en het helpt om oestrogeen dominantie te voorkomen.

# 2: Ondersteun je lever

Je lever is het primaire orgaan dat oestrogeenuitscheiding reguleert. Het optimaliseren van uw leverfunctie helpt uw ​​lichaam te ontgiften door een teveel aan oestrogeen. Hier zijn een paar levervriendelijke tips:

  • Neem leverondersteunende supplementen zoals melkdistel, NAC (n-acetylcysteïne), calcium d-glucaraat en kliswortel.
  • Train regelmatig. Oefening verbetert uw leverfunctie.
  • Gebruik culinaire kruiden zoals peterselie, kurkuma, koriander en oregano – ze stimuleren allemaal je lever.

# 3 Wees een bewuste consument

Het is moeilijk om plastic helemaal te vermijden, dus zorg er bij het kopen van plastic voor dat ze “BPA-vrij” op de verpakking vermelden.

Bewaar uw voedsel indien mogelijk in glazen containers en gebruik een herbruikbare BPA-vrije waterfles in plaats van plastic te kopen.

Cosmetica en producten voor persoonlijke verzorging bevatten te veel hormoonverstorende chemicaliën om hier te vermelden. Neem het giswerk weg en koop producten die zijn gerangschikt door bedrijven zoals EWG .

# 4 Beheer stress

Je stresshormonen en geslachtshormonen hebben een intieme en onafscheidelijke relatie. Door je stress te beheersen en je stresshormonen in balans te houden, heb je ook direct invloed op de balans van je geslachtshormonen. Enkele manieren om stress op afstand te houden zijn:

  • Meditatie
  • Beweging
  • Ademhaling, yoga prana
  • Een dagboek bijhouden

Hoe een Ketogeen dieet kan helpen

Het volgen van een ketogeen dieet kan je hormonen op verschillende manieren in evenwicht brengen.

Het meest eenvoudige effect van het keto-dieet op uw geslachtshormonen is een afname van insuline . Door koolhydraten te verwijderen, blijft je insuline stabiel en laag, wat je SHBG in evenwicht houdt en dit helpt je oestrogeenspiegels onder controle te houden [ * ].

Een andere manier waarop het ketogeen dieet je hormoongezondheid kan ondersteunen, is door ontstekingen te verminderen.

Hoge ontstekingsniveaus kunnen de activiteit van het oestrogeen-synthetiserend hormoon aromatase verhogen  . Dat betekent dat hoe meer ontstekingen je hebt, hoe meer oestrogeen je lichaam produceert. Hoge aromatase als gevolg van chronische ontsteking is zelfs gekoppeld aan een verhoogd risico op borstkanker als gevolg van overmatige oestrogeenproductie [ * ].

Wanneer je een ketogeen dieet volgt, creëert je lichaam een ​​overvloed aan keton beta-hydroxybutyraat (BHB). BHB remt ontstekingsroutes in je lichaam, die op hun beurt de overactivering van aromatase kunnen voorkomen [ * ].

Hoe oestrogeen dominantie aan te pakken

Samenvattend, hier zijn vier manieren om overtollig oestrogeen kwijt te raken:

  1. Vermijd suiker
  2. Beheer stress als een professional
  3. Vermijd hormoonverstorende producten voor persoonlijke verzorging
  4. Probeer een ketogeen dieet

Een ketogeen dieet heeft een breed scala aan voordelen buiten het balanceren van uw hormonen.

Het vermindert ontstekingen, versnelt uw metabolisme, maakt gewichtsverlies gemakkelijker en kan u de hele dag stabiele energie geven.

Wil je meer weten en zelf aan de slag? Lees dan het boek Oestrogeendominantie, met extra aandacht voor de overgang, MCAS en histamine intolerantie. Koop hem hier.

Meer informatie over histamine intolerantie en het mestcel activatie syndroom (MCAS) vind je in de kennisbank, cursussen, e-boeken en het MCAS balansprogramma op mestcelactivatiesyndroom.nl

Symptomen

Huidklachten

  • flushing (gevoel van warmte en roodheid van de huid)
  • netelroos (jeukende uitslag op de huid)
  • rode jeukende zwellingen op de huid
  • oedeem (vochtophoping in de huid)
  • huiduitslag
  • melasma

Lichamelijke klachten

  • hartkloppingen (onregelmatige hartslag)
  • tachycardie
  • diarree 
  • darmkrampen 
  • lage bloeddruk
  • benauwdheid
  • winderigheid
  • hoofdpijn
  • loopneus
  • niezen
  • jeuk

Psychische klachten

  • depressie
  • angsten
  • verslavingen
  • mistig hoofd
  • concentratieproblemen

Download hier de factsheet Histamineintolerantie/MCAS/Mastocytose

Histamine intolerantie en MCAS

Histamine intolerantie

Histaminose of histamine intolerantie zijn de algemene benamingen voor een teveel aan histamine in het lichaam (lokaal of systemisch).

Het verstoort je welzijn en de lichamelijke/mentale functies.
Anders dan bij een allergie zijn er geen antilichamen betrokken bij histamine intolerantie.
Dat is ook de reden dat je bij een allergietest een negatieve uitslag hebt ondanks je klachten.

MestcelActivatieSyndroom (MCAS)

Het mestcel activatie syndroom is een aandoening die nog niet zo lang bestaat, eind jaren negentig werd er voor het eerst melding gemaakt van patienten met mestcel activatie symptomen zonder aantoonbaar bewijs van een proliferatieve mestcel stoornis. In de afgelopen 20 jaar zijn de methoden om abnormale mestcellen te identificeren verbeterd en werd het duidelijk dat er patienten waren die symptomen vertoonden van afgifte van mestcel mediatoren die niet voldeden aan de criteria voor Systemische Mastocytose. Zo begon de evolutie van discussies over andere vormen van mestcel aandoeningen, dat bekend werd als Mestcel Activatie Syndroom (MCAS).

De voornaamste symptomen van MCAS zijn:

  • blozen
  • jeuk (pruritus)
  • netelroos (urticaria)
  • hoofdpijn
  • maag-darm klachten (waaronder diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur)
  • lage bloeddruk (hypotensie)

Bij het mestcel activatie syndroom worden de mestcellen te snel geactiveerd. Je hebt dan naast voeding die histamine vrijmaakt in mestcellen ook last van warmte, beweging (sport) en stress. Alles wat de mestcellen prikkelt kan zorgen voor reacties. Spelen bij histamine Intolerantie vooral een tekort aan enzymen een rol, bij MCAS zorgen ontstekingen en slap bindweefsel voor de overactiviteit van mestcellen. Wil je je in het ziekenhuis laten testen download dan dit document waarin uitgelegd wordt hoe er getest moet worden en welke waarden er gehanteerd moeten worden.

Oorzaken

Er zijn verschillende oorzaken van histamine intolerantie, hierdoor is het soms moeilijk te achterhalen wat de oorzaak is. 

Het is vaak een combinatie van factoren waarbij de ene verstoring de andere in de hand werkt.

Histamine intolerantie is niet een op zichzelf staande aandoening, er is altijd een onderliggend probleem in het systeem of een orgaan waardoor het hele lichaam betrokken kan worden bij de histamine problemen. Zo zal alleen een histamine arm dieet dan ook niet de oorzaak verhelpen, alleen de huidige klachten verlichten.

Het lichaam is een geheel, werkt er één onderdeel van het lichaam niet goed, dan moet een ander onderdeel dit opvangen; totdat deze het niet meer aan kan en er meerdere onderdelen aangetast zijn.

Zo kan een maagprobleem leiden tot een darmprobleem en een schildklierprobleem tot een psychisch probleem. 

Vaak zie je dat er bij mensen met ernstige gezondheidsklachten waarbij histamine klachten  zijn ontstaan, veel organen betrokken zijn bij het onderliggende probleem. Door de oorzaak te achterhalen kan er stap voor stap begonnen worden met herstel. 

In de Westerse wereld is het voorgestelde gezonde eetpatroon van de afgelopen 50 jaar niet goed geweest, tel hierbij de milieuvervuiling (uitlaatgassen, zware metalen in voeding, amalgaamvullingen, straling) bij op, vul dit aan met de constante stress door de prestatiemaatschappij en zowel de darmen, lever als bijnieren zijn dan ontregeld.

Herstel heeft tijd nodig. Je bent niet in drie maanden klaar. Je lichaam heeft tenslotte ook niet al die klachten in drie maanden opgebouwd.
Een jaar of langer is realistischer. Een voordeel is, je kunt sneller genezen dan dat het heeft geduurd voordat je ziek werd.

In de artikelen op deze website worden meerdere oorzaken en oplossingen besproken.

Mestcellen

Histamine bevind zich in je lichaam in mestcellen. De mestcellen bevinden zich in weefsels die in contact staan met de buitenwereld: je neus, je mond, je maag, je darmen, je huid, je longen en in bindweefsel. Ook in de baarmoeder bevinden zich mestcellen. Als er teveel histamine in je lichaam is, ontstaat er een constante alarmfase: de mestcellen laten dan bij het minste geringste histamine vrij om indringers buiten de deur te houden. Ook als die indringers helemaal geen indringers zijn. Gifstoffen zijn bijvoorbeeld indringers maar een eiwit van een gekookt ei is niet gevaarlijk voor het lichaam. En toch is er alarm. Voor niets. De histamine-reactie is altijd een reactie op eiwitten, zowel dierlijk als plantaardig. Als je voornamelijk mestcelreacties hebt, los van voeding, laat je dan onderzoeken op MestCelActivatieSyndroom.

Lees hier verder over mestcellen.

Voeding met histamine

Daarnaast is er voeding met histamine, alle gefermenteerde, gerijpte, gedroogde en gerookte voedingsmiddelen bevatten in meer of mindere mate histamine en/of andere biogene aminen. Daarnaast zijn er veel fruit- en sommige groentensoorten die histamine vrijmaken uit mestcellen.

Aangezien histamine uit voeding in de darmen wordt afgebroken door het enzym diamine oxidase, kun je als je darmproblemen hebt, een tekort aan dit enzym krijgen waardoor histamine niet of niet goed afgebroken kan worden. Bij teveel histamine in je systeem ontstaan er klachten.

Is histamine slecht?

Nee, histamine is zelfs heel goed en het is een heel belangrijke stof. Je moet er alleen niet te veel van hebben. Eet je bedorven tonijn dan krijgt zelfs de meest gezonde mens nog klachten door het te hoge histamine gehalte en ken je iemand die rode wangen en neus krijgt van het drinken van rode wijn? Dit is histamine!

DAO

Histamine wordt in de darm afgebroken door het enzym diamine oxidase (DAO). Bij mensen met een lage DAO activiteit of lage aanwezigheid van DAO,dit kan ook genetisch zijn, wordt histamine niet gemetaboliseerd waardoor er teveel in het lichaam achterblijft, dit geeft verschillende klachten.

DAO is het belangrijkste enzym voor de afbraak van histamine. 

HNMT

Het tweede enzym wat histamine afbreekt is Histamine-N-methyltransferase (HNMT). Dit enzym is werkzaam in de cellen zelf en werkt voornamelijk in de hersenen, nieren en lever en speelt een rol bij psychische klachten.

Een teveel aan histamine lokt tal van klachten uit, zoals bijvoorbeeld rhinitis, hoofdpijn, maag- en darmklachten, hartkloppingen, netelroos en jeuk, maar ook tal van psychische klachten waarbij angst het meest voorkomt.

Naast DAO en HNMT wordt histamine in mindere mate ook afgebroken door DPP-IV en MAO enzymen.

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

Produceert Lactobacillus Casei histamine of niet?

Veel probiotica mengsel bevatten L.Casei en er zijn veel onderzoeken geweest die uitwezen dat deze bacterie histamine produceert. Toch is deze probitische bacterie ook goed voor je. Er zijn namelijk veel soorten Lactobacillus Casei en het blijkt ook dat de L.Casei in een probiotica mengsel niet altijd L.Casei is, maar een andere vorm van Lactobacillus.

Lactobacillus casei zijn grampositieve, niet-sporenvormende, melkzuur producerende, staafvormige bacteriën die geen flagella hebben om te bewegen. Ze worden vaak aangetroffen in het maagdarmkanaal, gefermenteerde groenten, melk, vlees, kuilvoer en rioolwater. Ze worden vaak gebruikt als promotors van rijping van bepaalde kazen en kunnen mogelijk in bepaalde hoeveelheden worden gevonden in sommige kazen of droog gefermenteerde worstjes. Deze soort heeft QPS (Qualified Presumption of Safety) in de Europese Unie.

Zoals je zou verwachten, is het type stam afkomstig van een zuivelproduct en dus de naam casei , van caseïne.

Net als veel andere microben zijn L. casei- stammen onderworpen aan genetische manipulatie, vooral voor orale of intranasale vaccinantigenafgifte.

Waarom kan Lactobacillus verkeerd worden benoemd?

Wat er met L. casei is gebeurd, is vergelijkbaar met wat er met L. acidophilus is gebeurd . Er is een L. casei- groep en dan een L. casei- soort. De groep bevat de soort L. casei als L. paracasei en L. rhamnosus . Hoewel de soort in de groep vergelijkbare kenmerken heeft, zijn ze verschillend genoeg om hun eigen soort te valideren.

De soortstam voor Lactobacillus casei is ATCC393. Dit is de stam waarmee alle andere microben worden vergeleken om te zien of zij genetisch voldoen als Lactobacillus Casei of een paar andere soorten.
Het lijkt erop dat het type ATCC 393 soortstam anders is vergeleken met andere soorten casei en paracaseistammen en ze lijken familie te zijn van L. zeae . Als gevolg hiervan wordt nog steeds gediscussieerd over de taxonomische status van deze soorten en de identificatie van stammen in deze soorten.

Door de jaren heen hebben een aantal onderzoekers geprobeert de verschillen die gevonden zijn tussen L. casei en L. paracasei aan te duiden als een type soortstam L. paracasei (ATCC 334) en de soortstam van L. casei en de echte L.casei ATCC 393 als L. zeae .  Gelukkig is er dan nog voor ons de “Judicial Commission of the International Committee on Systematics of Bacteria”, zij besloten in 2008 dat ATCC 393 in feite het soortstam is voor Lactobacillus casei en Lactobacillus paracasei voor andere soorten.

Waarom heeft het conflict over de naam Lactobacillus casei  invloed op jou?

Wat het voor jou betekent, is dat veel casei in feite paracasei zijn of waren , maar wetenschappers en fabrikanten willen de namen van hun stammen niet officieel wijzigen om 2 redenen: ten eerste omdat ze als casei zijn vastgesteld; en ten tweede, omdat hier nog over wordt gedebatteerd. Helaas maakt dit het veel moeilijker om het onderzoekspad te volgen zodat je weet tot welke soort een microbe thuishoort.

Het betekent ook dat je ongunstig nieuws over de L.casei soort hoort, je niet weet of dat nieuw gaat over het supplement dat jij neemt of niet. Evenzo, als je goede dingen over paracasei hoort, weet je niet of dat van toepassing is op de “L. casei” in je supplement.

Omdat veel probiotische supplementen gepatenteerde formules hebben, zijn veel fabrikanten niet bereid om te zeggen (of weten ze niet) of hun casei echt is of niet.

Zoals altijd kun je, bij het kiezen van een probiotica, het beste jezelf goed informeren over de bacteriestam.

Wat zijn de algemene kenmerken van
Lactobacillus casei ?

Als je deze website of mijn nieuwsbrieven helemaal hebt gevolgd, weet je dat probiotische acties soortspecifiek zijn. Er zijn echter enkele algemene kenmerken van L. casei , gebaseerd op het type soort, waardoor het is wat het is. Naast de hierboven gepresenteerde informatie, het ATCC 393-stamtype:

  • Is een anaërobe, facultatieve heterofermentatieve Lactobacillus (klik hier om te weten wat dat betekent).
  • Heeft een uitstekende zuur- en galtolerantie, in vitro , en overleeft
  • Is een tijdelijke microbe in het maagdarmkanaal van ratten
  • Produceert overwegend of exclusief L (+) melkzuur
  • Is inherent resistent tegen vancomycine
  • Remt meestal de secretie van IL-4 en IL-5 en verhoogt de secretie van IFN-gamma, in vitro.
  • Aanzienlijke vermindering van de concentraties van stafylokokken, enterobacteriën, streptokokken en coliformen bij ratten bij dagelijkse toediening
  • Kan helpen bij het verlagen van cholesterol door cholesterol in zijn celmembraan op te nemen en in vitro af te breken
  • Onderdrukte vele menselijke kankercellen en remde de celtoxiciteit geassocieerd met oxidatieve stress in vitro in een door hitte gedode vorm
  • Onderdrukte bederfmicroben in droog gefermenteerde worstjes

Produceert Lactobacillus casei histamine?

Ah, de grote vraag: produceert L. casei histamine of niet? Het antwoord is definitief: “Dat hangt ervan af.” Als soort kan Lactobacillus biogene amines zoals histamine en tyramine produceren.

L. casei heeft de slechte reputatie gevaarlijk te zijn voor mensen met histamine-intolerantie. De ATCC 393-stam bleek echter tyramine te produceren bij blootstelling aan tyrosine en sommige stammen degraderen in feite de biogene amines in vitro . Nogmaals, de soort is belangrijk!

Lactobacillus casei Stammen die u kunt tegenkomen

Sommige van de soorten die momenteel worden aangeduid als ” casei ” waar ik pagina’s over ga bouwen zijn:

  • L. casei DN-173 010
  • L. casei Lc-11
  • L. casei Shirota

Bedankt voor het bezoeken van deze site! Als je deze pagina leuk vond, deel hem dan of deel hem zodat anderen er ook van kunnen profiteren. 

Bron: powerofprobiotics.com

functional image
functional image

Lactose of caseine intolerantie

Caseïne en lactose intolerantie

Steeds meer mensen verwijderen melk en zuivel uit hun dieet. Het is ook één van de adviezen die ik geef als je histamine intolerantie of MCAS en darmklachten hebt. Dit doe ik omdat dit de makkelijkste en duidelijkste manier om te stoppen met het gebruik van A1 zuivel, of je nu caseïne allergie of lactose intolerant bent. A1 zuivel geeft nu eenmaal problemen. Ik adviseer om met zuivel te stoppen omdat je zuivel niet nodig hebt, maar ook omdat het je anders gaan duizelen betreft wat nu wel en niet mag bij het herstel van je darmen.

Lees hier over hoe A1 zuivel een tekort aan het DPP4 enzymen veroorzaakt waardoor histamine niet goed afgebroken kan worden.

Om één en andere te verduidelijken heb ik alles wat ik weet uitgeschreven. Ik denk dat goede zuivel op zich niet veel kwaad kan, als je alles maar in de juiste verhoudingen doet ( Ja, groenten als basis) en je weet wat je eet.

Heb je een caseïne of lactose intolerantie?

Als je voedsel intolerantie hebt komt dit meestal door ontstekingen in het lichaam en kun je  moeite hebben om zuivel te verteren, dat wil niet zeggen dat je dan altijd lactose intolerant bent. Lactose intolerantie is een melksuiker intolerantie doordat lactose niet goed afgebroken kan worden. Het kan ook een reactie zijn op de A1 eiwitten in melk. Probeer eens de A2 melk en kijk of je daar op reageert. A1 eiwitten in melk kunnen veel klachten en ziekten veroorzaken. In dit artikel leg ik uit wat A2 zuivel is.

In één liter melk zit ongeveer 35 gram eiwit. Hiervan is ca. 82% caseïne en 18% wei. De caseïne uit koemelk kun je onderverdelen in alfa-, kappa- en bèta-caseïne. Met name Beta-caseïne is wat caseïne allergie of intolerantie veroorzaakt.

Caseïne allergie of intolerantie

Bij caseïne allergie/intolerantie kun je niet tegen de eiwitten in melk. Er zijn twee soorten melkeiwitten A1 en A2, A1 is ‘the bad guy’ en is waar je last van hebt als je caseïne intolerant bent. Dit is het eiwit wat in alle reguliere zuivel zit. A2 zit in melk van Jersey, Guernsey, melk van veel Franse koeien en de koeien in India en Afrika. Het belangrijkste is te onthouden: hoe puurder het ras (dus niet doorgefokt met andere rassen zoals de Friese koe en Holsteiner) hoe meer kans dat een koe A2 melk produceert.

De ene koe is de andere niet. De Indiase koe.

In 1997 ontdekte Dr. Corran Mclachlan in Nieuw Zeeland dat A1 en A2 eiwitten anders verteerd worden en dat sommige mensen moeite hebben het A1 eiwit te verteren.

A1 eiwitten in onze zuivel komen voornamelijk van Holsteiner koeien, deze koeien zijn doorgefokt en hebben een mutatie in hun genen. Het A2 gen is gemuteerd naar A1. Omdat deze koeien zo veel melk geven is het samen met andere koeien soorten gekruist om de ultieme melkkoe te creëren. Hierdoor hebben alle melkkoeien, maar ook sommige vleeskoeien een gemuteerd bèta-caseïne A1 gen. Het A2 gen komt meer voor bij koeien die niet gekruist zijn, hun bloedlijn is nog puur, daarom hebben koeien in Jersey, Guernsey, India, Afrika en sommige koeien in Frankrijk A2 melk.

A1 melk en histamine vrijlating

Caseïne is casomorfine, een opiode peptide die werkt als morfine. Er zijn verschillende soorten casomorfine: 1-3, 1-4, 1-4 amide, 5, 7, 8. Van origine, toen koeien nog niet gekruist werden met de Holsteiner, hadden koeien maar één soort casomorfine. Tegenwoordig dus zijn er dus 6 en bestaan er geen 100% pure rassen meer, er is altijd wel ergens in de voorvaderen van koeien een inmenging van een ander ras te vinden. Het dichtste bij het pure ras is de Race Brune, gevolgd door de Jersey koe.

De Beta-casomorfine-7 is de casomorfine die alle problemen op gezondheidsgebied veroorzaakt, waaronder ook de vrijlating van histamine. Casomorfine-8 bevat histidine, wat in het lichaam omgezet wordt in histamine. Heb je een voedsel intolerantie of allergie dan kan het consumeren van A1 zuivel voor histamine klachten zorgen als jeuk, huiduitslag, eczeem, hooikoorts, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en nog veel meer. Aangezien histamine ook een ontstekingsstof is, leidt het gebruik van A1 zuivel tot ook tot ontstekingen in de darm en maakt het hele lichaam gevoelig voor ontstekingen. Als je stopt met A1 zuivel zul je merken dat je huid beter wordt, en klachten als hooikoorts en hoofdpijn minder worden.

https://www.karger.com/Article/Abstract/236106

A1 melk en diabetes

In 1993 onderzocht professor Bob Elliott van de Universiteit van Auckland de gezondheid van kinderen in Nieuw Zeeland die afkomstig waren van het eiland Samoa. Hij zag dat bij deze kinderen veel diabetes type-1 voorkwam. Hij geloofde dat de A1 melk dit veroorzaakte. Later vergeleek hij dit samen met Dr.Corran MCLachlan de prevalentie van diabetes en hartziekten in 20 landen waar ook veel A1 melk gedronken werd en waren er sterke verbanden. Genoeg om aan te nemen dat de Beta-casomorfine-7 de diabetes type 1 veroorzaakt.

Lactose intolerantie

Caseïne is melkeiwit, als je niet tegen caseïne kunt, kun je geen zuivel gebruiken. Dit is wat anders dan lactose intolerantie, lactose is melksuiker. Bij een intolerantie kan lactose niet goed afgebroken worden waardoor darmklachten ontstaan. Er is een verschil tussen lactose intolerantie en galactosemie. De laatste is een erfelijke suiker stofwisselingsziekte waarbij men het enzym mist om lactose in glucose om te zetten. Ook kan het zijn dat je het enzym lactase mist, deze breekt lactose af. Veel mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst missen dit enzym en kunnen geen lactose verdragen.

Bij lactose intolerantie kun je in principe zuivelproducten gebruiken waar geen lactose in zit, zoals gerijpte kaas, lactose vrije melk. Maar er zijn ook mensen die ook hier niet tegen kunnen. Als je merkt dat je wel Franse kaas maar geen Goudse kaas kunt verdragen lees dan vooral verder.

De lactose intolerantie die ontstaat tijdens je leven is vaak het gevolg van A1 melk, de eiwitten in deze melk veroorzaken ontstekingen en de ontstekingen zorgen voor voedselintoleranties. Een lactose intolerantie kan tijdelijk zijn en gaat vaak samen met ontstekingen of een lekke darm. Uit onderzoek naar A1 en A2 melk kwam uit dat mensen met lactose intolerantie A2 melk wel goed konden verdragen.

Er zijn meerdere onderzoeken waarin verbanden worden gelegd tussen A1 proteïne en neurologische aandoeningen als autisme en schizofrenie. Ook wordt een verhoogd beta- casomorfine-7 immunoreactiviteit in verband gebracht met vertraagde psychomotorische ontwikkeling bij zuigelingen. Er wordt aangetoond dat de opioïde peptiden (de beta casomorfine-7) in voeding verschillende neurale cellen beïnvloeden, waaronder genexpressie die betrokken is bij methylatie processen en epigenetische regulatie. De peptiden in A1 zuivel kunnen ontstekingen en systemische oxidatie veroorzaken.

Als je lactose intolerantie hebt is het dus aan te bevelen helemaal geen A1 zuivelproducten te gebruiken en om A2 zuivel te proberen.

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4818854/

Waarom geeft beta-casomorfine-7 problemen?

Normaal gesproken, bij een gezonde darm, kan het eiwit de darmwand niet passeren en naar de bloedstroom gaan omdat het een vrij groot molecuul is. Heb je echter een lekke darm en/of chronische ontstekingen dan kunnen deze eiwitten door de darmwand lekken. Baby’s kunnen het ook absorberen omdat hun darmwand en darmflora nog niet voltooid is en grotere moleculen door de wand kunnen dringen en zo in de bloedbaan komen. Dit is waarom baby’s vaak problemen hebben met flessenmelk en hier overheen kunnen groeien als ze ouder worden en de darmwand sterker is. Zo zijn pasgeborenen gevoeliger voor de effecten van bèta-casomorfine-7-eiwit en is zuigelingenvoeding formule A1 de slechtste keuze.

Als je gezonde darmen hebt, zul je waarschijnlijk geen last hebben van dit eiwit, het is dan toch ook belangrijk om je darmen gezond te houden en dat doe je o.a. door geen A1 zuivel te gebruiken van A1 melk.

A2 en goede kaas

In Frankrijk en Italië houden ze van tradities en wordt de voedselproductie streng gecontroleerd. Hierdoor vind je er nog veel pure producten van kleine producenten. Er zijn veel kleine kaasboeren die verschillende kazen produceren van A2 koeienmelk.  De Normande, Race Brun, Montbeliarde, Limousin en Charolais koeien geven verhoudingsgewijs meer A2 melk dan A1 (zie overzicht onderaan dit artikel). De Limousin en Charolais koeien zijn vleeskoeien en houdt men niet voor de melk, het is dan ook erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om hier melk van te vinden. Normande koeien zijn wel melkkoeien, ze lijken een beetje op de Friese koe, wit met bruine vlekken, maar hebben een brilletje op, ze hebben gekleurde vlekken rond de ogen en de vlekken zijn grilliger van vorm, een beetje rommelig, zoals het Franse platteland. De echte Race Brun (dus niet gemengd met andere rassen, wat nog wel eens gebeurd) varieert van bruin tot crème wit.

Van de melk van deze koeien wordt kaas gemaakt. A2 melk is niet alleen gezonder betreft de soort eiwitten maar het bevat ook van nature meer vet en eiwitten. Hierdoor is het zeer geschikt om kaas van te maken. In Normandie maakt men  Camembert, Le Pont l’Évêque, Neufchâtel en Livarot, controleer wel of de kaas het AOP label (Appellation d’Origine Protégée) heeft, dan weet je zeker dat je echte Normandische kaas hebt en geen kaas gemaakt van A1 melk, vooral bij de Camembert moet je hierop letten.

Een AOP keurmerk is geen A2 garantie maar geeft aan dat de kaas op traditionele wijze is geproduceerd volgens de voorschriften van de AOP. En in Normandië betekent dit dat de kaas gemaakt is van de Normande koeien. Van andere streken weet ik niet of bepaalde kazen van een bepaalde koemelk moeten zijn gemaakt, maar veel kaasmakers in Frankrijk werken met Race Brune of Montbeliarde koeien.

Van de Race Brune, of in het Duits Braunvieh, worden veel bekende kazen gemaakt. In Zwitserland, Oostenrijk zijn dit voornamelijk rauwmelkse bergkazen en in Italië de echte Parmezaanse kaas, Mozzarella en Ricotta om er maar een paar te noemen komen. Hier vind je het overzicht met alle italiaanse kazen die gemaakt zijn van deze koeien. En hier kun je het online bestellen. Ook hier: let op het keurmerk, Italië heeft DOP en ziet er hetzelfde uit als de Franse AOP.

Er zijn echter ook koeien van Race brune die gekruist worden met Holstein en Montbeliarde koeien. En je hoopt dan altijd maar dat als je een kleine kaasboer in een dorpje aantreft deze nog raszuivere koeien heeft. Maar ik denk dat dat echt niet meer bestaat. (Ik hoop dat ik ongelijk heb.)

klik hier voor meer informatie over de rassen (franstalig)

In onderstaand overzicht zie je hoeveel procent van de  koeien per ras het A2 gen heeft. Als een boer A2 melk verkoopt zijn de koeien als het goed is getest op dit gen.  Zoals je ziet zijn er ook Holstein koeien met dit gen, maar meer dan helft heeft het dus niet. Het veiligst is melk van bruine koeien (Race Brune) of Jersey.

De meeste Franse kazen worden gemaakt van bruine koeien, Normande of Montbeliarde.

Het beste kun je in Frankrijk naar de markt gaan en vragen of de melk gemaakt is van Race Brune koeien. Al is dat geen garantie dat de koeien getest zijn op het gen en je 100% A2 melk hebt.

Ras A2A2 A1A2 A1A1 A2% Bron
Bruin 70% 28% 2% 84% Valogène
Jersey 65% 32% 3% 81% CDN
Normande 60% 32% 8% 76% Valogène
Holstein 40% 43% 17% 62% Valogène
Montbeliarde 62% Valogène

In ons eigen land kun  in de supermarkt Jersey melk, yoghurt en ijs kopen. Maar let op: de houdbare melk en het ijs bevatten naast A2 proteïne ook A1 bestanddelen (melkpoeder en boterconcentraat).

Afgelopen jaar werd bekend dat grote bedrijven, waaronder Nestlé zuigelingenvoeding van A2 koeien melk gaat produceren, het is nog niet bekend wanneer dit op de markt komt.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan op maandagochtend tussen 10 en 11 uur voor een gratis kennismakingsgesprek van 15 minuten: 06 13 42 66 44 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.

DPP4, een histamine afbrekend enzym

De kans is groot dat je op deze blog bent gekomen omdat je op google zocht naar meer informatie over DPP4 verlagende medicatie en Diabetes. Misschien heb je deze voorgeschreven gekregen van je arts en wil je weten hoe het werkt. Dan ga ik je verbazen en hopelijk verblijden met de volgende informatie die waarschijnlijk het tegenovergestelde is van wat je arts je vertelde: Je moet DPP4 verlagen. Ik ga je haarfijn uitleggen waarom je dit juist niet moet doen!

Daarnaast rijst je de vraag, wat heeft Diabetes type 2 met histamine intolerantie te maken? Het is gebleken dat heel veel mensen insuline resistent zijn. Uit onderzoek blijkt dat MCAS onder andere door insuline resistentie veroorzaakt kan worden. Insuline resistentie is een voorloper van Diabetes type 2. Als je resistent bent voor insuline kan het suiker niet goed uit je bloed gehaald worden en drogen de cellen uit. Op het moment dat cellen dreigen uit te drogen, wordt histamine geactiveerd om de cel van vocht te voorzien. Histamine helpt dus celdood te voorkomen. Hoera voor histamine! En een grote BOE! voor suiker.

DPP4 is een van de enzymen wat histamine uit voeding afbreekt. Diamine Oxidase breekt het meeste af,maar DPP4 mag je zeker niet vergeten.

Wat is DPP 4?

DPP4 is een enzym (eiwit) met meer dan 70 functies en helpt bij de afbraak van exorfinen uit gluten en caseïne. Het gaat hierbij om gliadin morfine 7 (GMP 7) en bèta casomorfine 7 (BCM7) voornamelijk uit koeienmelk type A1, ik schreef hier al eerder over het verschil tussen A1 en A2 melk.

Exorfinen zijn morfine-achtige stoffen. De exorfinen zorgen dat het immuunsysteem de wand van de dunne darm aanvalt waardoor je gevoelig wordt voor gluten. Je hebt dan geen Coeliakie, maar wel glutenintolerantie officieel noemt men dat Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS).
De darmwand wordt hierdoor aangetast en er kan zich hierdoor een lekke darm ontwikkelen waardoor er verschillende ziekten zich kunnen ontwikkelen, waaronder histamine intolerantie.

Als je gluten en/of caseïne eet krijg je een tevreden gevoel, je kunt hier aan verslaafd raken. Exorfinen zijn tenslotte morfinen. Dit gevoel ontstaat doordat de exorfinen zich in de hersenen aan endorfine binden. Als je veel gluten en caseïne eet, dus bijvoorbeeld veel brood, pasta, koekjes, kaas, melk krijg je veel exorfinen binnen en kunnen endorfinen uitgeput raken, de endorfine receptoren worden dan geblokkeerd en er wordt tegelijkertijd minder dopamine afgegeven. Endorfine is de stof die je zo’n prettig gevoel heeft.
Hierdoor kun je juist meer trek hebben in zoetigheid. Je wilt dat de dopamine omhoog gaat. Je kunt concentratieproblemen hebben, ADHD, autisme, schizofrenie, verslavingen, eetstoornissen en depressie doordat je teveel exorfinen hebt.

Diabetes type 2

Doordat er teveel exorfinen zijn en ga je meer eten en heb je kans op obesitas en diabetes type 2. Je verlangt vooral naar caseine, zuivel met veel vet en naar gluten, brood, koekjes, pasta en de combinatie van deze twee is funest voor je gezondheid. Doordat je veel koolhydraten en vetten binnenkrijgt kun je insuline resistent worden en kun je uiteindelijk diabetes type 2 krijgen. Zoals ik zei wordt bij een te hoog suikergehalte in het bloed histamine uit mestcellen vrijgelaten om celdood door uitdroging te voorkomen. MCAS kan zo ontstaan.

DPP 4 en de darm

Het is dus belangrijk dat er niet teveel exorfinen in je darmen en hersenen komen. In je een gezonde dunne darm bevindt zich het dipeptidylpeptidase (DPP4) enzym, dit enzym breekt eiwitten af en wordt onder andere door de epitheelcellen in de darm gemaakt. (Ook in de alvleesklier, luchtwegen en het oorkanaal). Er zijn meerdere enzymen die eiwitten af kunnen breken, maar DPP4 is het enige enzym wat de eiwitten van gluten en caseïne af kan breken en is dus erg belangrijk. Als hier een tekort aan is, kunnen de exorfinen dus niet door een ander enzym afgebroken worden.

Tekort aan DPP 4

Zoals gezegd zorgt een tekort aan DPP4 voor een gluten en caseïne overgevoeligheid en diezelfde gluten en caseïne veroorzaken ook een tekort aan DPP 4. Dus als je tarwe, rogge, kamut, spelt en zuivel van A1 koeien blijft gebruiken, zul je nooit uit de vicieuze cirkel komen.

Bij diabetes type 2 worden ook nog wel eens DPP 4 remmers als medicatie gegeven omdat het bloedglucosegehalte dan daalt. Door deze medicatie vererger je de situatie. Door een nog verdere daling van DPP4 worden de darmen nog verder aangetast. De bijwerkingen van deze medicatie zijn darmklachten, hoofdpijn en infecties van long en luchtwegen en griep en verkoudheidsverschijnselen. Het laatste wat je wil doen in dit geval is je DPP4 verlagen.

Zorg dus dat je de oorzaak aanpakt: Wat veroorzaakt een bloedsuikerverhoging: het eten van veel koolhydraten en suikers. Dus de trek in koolhydraten moet je verlagen. En dat doe je door de darmgezondheid te verbeteren zodat het endorfine systeem niet overbelast wordt.

Dus eet geen gluten en caseïne meer en let op de volgende factoren die tevens het DPP4 enzym verlagen

  • Dynorfinen zijn opioïde peptiden(eiwitten) Het endorfinesysteem heeft 3 soorten receptoren: KOR, DOR en MOR. Dynorfinen activeren KOR en deze receptoren remmen MOR en DOR. Exorfinen en andere opiaten activeren dynorfinen. Dynorfinen remmen dopamine, het DPP-IV enzym en BDNF. BDNF is een belangrijke stof voor het overleven van neuronen. Het beschermt de hersenen tegen neurodegeneratie, een problematiek die voorkomt bij geheugenproblemen, de ziekte van Alzheimer en Parkinson .
  • Histamine is een stof die vrijkomt bij allergische reacties en voedingsintoleranties. Histamine is een dynorfine activator.
  • TNF-alfa komt vrij bij een mestcel reactie bij allergie, histamine-intolerantie, voedselintolerantie, MCAS.
  • TGF-beta (transformerende groei factor)
  • Hyperinsulinemie (stofwisselingsziekte met verhoogd insuline)
  • Kwik (amalgaam vullingen, vis, vaccins), laat amalgaamvullingen verwijderen en ontgift van zware metalen met een speciaal programma.
  • Cadmium in sigaretten Ook meeroken kan voor een te hoog cadmiumgehalte zorgen. Ontgift van zware metalen met een speciaal programma. Ook als je vroeger gerookt hebt, kun je nog steeds cadmium in je diepere weefsels hebben.
  • Calcium suppletie Het nemen van DPP-IV producten mag liefst niet gecombineerd worden met de extra inname van calcium.
  • Insecticiden, herbiciden en pesticiden: eet biologisch
  • Cholecystokinine, een neurohormoon dat de galblaas stimuleert tot het afscheiden van gal. Cholecystokinine veroorzaakt een toename van dynorfine. Exorfinen veroorzaken een sterke toename van cholecystokinine wat op termijn kan leiden tot het ophopen van galstenen en galblaas infecties (helaas wordt er veel te snel overgegaan tot het operatief verwijderen van de galblaas). Gluten veroorzaakt een acht keer langzamere lediging van de galblaas door toename van cholecystokinine.
  • Gierst bevat een DPP 4 verlagende stof. Parelgierst wordt soms gebruikt bij het maken van bier.
  • Polyfenolen. Komen van nature voor in planten en groenten. In natuurlijke vorm zijn polyfenolen gezond. Geconcentreerde polyfenolen (extracten) gebruikt in voedingssupplementen zijn giftig omdat ze een sterke DPP-IV remmende werking hebben. Sommige van deze polyfenolen remmen het DPP-IV enzym sterker dan de DPP-IV remmende geneesmiddelen die aan diabetici worden voorgeschreven. De polyfenolen werden in dit onderzoek R ingedeeld in drie groepen: Groep 1 (sterkste remmers): resveratrol, luteoline, apigenine en flavonen. Groep 2 (matige remmers): naringenin, hesperetin, cyanidin-3-glucoside, kaempferol en malvidine. Groep 3 (zwakke remmers): cyanidine, quercetine en koffiezuur. Waarbij quercetine een zo sterke histamine verlagende werking heeft en slechts een kleine verzwakking van het DPPIV enzym dat het geen probleem is deze te gebruiken.
  • Druivenpitten (ook in olie en druivenpitten supplementen zoals proanthenol en resveratrol).
  • Naringin: een flavonoïde, zit in grapefruit en sinaasappelschillen (commercieel sinaasappelsap uit extracten bevat schil restanten). Naringin blokkeert niet alleen de P450-detox-enzymen (CYP3A4 en CYP1A2) maar ook het DPP-IV enzym.
  • Fosforzuur: (een smaakversterker in bijna alle frisdranken)
  • Chitosan is een natuurlijk voorkomende polysacharide met antibacteriële werking. Het wordt gebruikt in deodorants, waterverzachters, waterfilters en voor het klaren van wijn. Chitosan is een sterke DPP-IV remmer (80% verminderde activiteit van het DPP-IV gen) gebruik geen Chitosan supplement om je bindweefsel te versterken bij MCAS. Bovendien wordt het van schaaldieren gemaakt die histamine vrijmaken uit mestcellen. 
  • Fluor en fluoride (tandpasta)
  • Wei : bv. in proteïne shakes

Leefstijlfactoren

  • Uitgaan: Bijna alle drugs maar vooral dopamine stimulerende drugs als dextro-amfetamine en amfetamine/speed, Ritalin, roken, alcohol activeren dynorfinen waardoor DPP 4, dopamine en BDNF geremd wordt.
  • Chronische en belastende stress. Stress activeert het CRH-hormoon, dat op zijn beurt dynorfine activeert.

Medicatie en supplementen met DPP 4 verlagende werking

  • DPP-IV remmers: wordt voorgeschreven bij diabetes! DPP-IV remmers verhogen de kans op psychose en andere dopamine verstoringen bv. verslaving en gewelddadig gedrag
  • Dopamine stimulerende medicatie (bv. Ritalin®/Rilatine® R, dextro-amfetamine R, Levodopa® R), activeren dynorfine.
  • Glucocorticoïden corticosteroïden, worden voorgeschreven bij ontstekingen en allergieën, het onderdrukt het immuunsysteem. Wat toch al onderdrukt wordt door het teveel aan exorfinen.
  • Ezetimibe en statines (cholesterolverlagers)
  • Chlorambucil (chemotherapie)
  • Antipsychotica
  • EDTA  (een zware metalen chelator)
  • Adenosine
  • Forskolin (vetverbrander voor gewichtsverlies)
  • Antibiotica
  • Efedrine (hoestdranken, drugs)
  • Rauvolfia serpentina/slangenhout (een van de 50 meest gebruikte kruiden in de Chinese geneeskunde)
  • Berberine: een vaak toegepast voedingssupplement, komt ook voor in Relora® (productnaam van een voedingssupplement met extracten van Phellodendron amurense)
  • Epicatechine derivaten: antioxidanten concentraten uit groene thee, rode wijn en chocolade. Het nemen van teveel antioxidanten via supplementen is toxisch.
  • Teveel zink: (bv. door hoge doseringen in voedingssupplementen. Chlorella, tarwe en andere granen kunnen een zink-tekort veroorzaken. Magnesium versterkt de binding van de endorfine receptoren in de hersenen van ratten, terwijl zink deze magnesium interventie neutraliseert

DPP4 verhogen

  1. Stop met het gebruik van gluten en zuivel. Je kunt proberen A2 zuivel te gebruiken. In Nederland is A2 melk verkrijgbaar van Jersey koeien. Veel ambachtelijke kaas uit zuid-Europa wordt gemaakt van koeien die A2 melk geven. Lees hier meer over A2 melk. Het veiligst is om in de herstelfase helemaal geen zuivel te gebruiken.
  2. Eet koolhydraatarm: veel groenten, eiwitten en vetten. Zorg altijd dat groenten de basis vormen. Vetten lijken DPP4 in de darmen en nieren te verhogen. De huidige reguliere aanpak bij diabetes is om DPP4 te verlagen, door middel van medicatie en de vetinname te verlagen. Je blijft dan koolhydraten en caseine eten en er wordt niet gekeken naar de gluten en caseïne gevoeligheid door een tekort aan DPP 4. Als je dan ook nog DPP 4 verlagende medicatie gebruikt wordt de situatie van kwaad tot erger. Je diabetes zal dan niet overgaan.
    Misschien ken je het programma van Voeding Leeft: Keer Diabetes 2 om, in dit programma wordt er koolhydraatarm gegeten. Dit ondersteunt het principe wat ik hierboven uitgelegd heb. Je herstelt de oorzaak van je diabetes: exorfinen belasting en tekort aan DPP 4. De basis van je gezondheid zijn gezonde darmen.
  3. Betreft de lange lijst met DPP 4 verlagende stoffen, gluten en caseine zijn de veroorzakers van een te laag DPP 4, probeer rekening te houden met je voeding en supplementen. Eet vers en onbewerkt, geen frisdranken en chemicalien. Eet zoveel mogelijk biologisch.
  4. Heb je darmklachten, glutenintolerantie en misschien ook wel caseine allergie en heb je moeite om koolhydraten te laten staan waardoor je diabetes hebt ontwikkeld? Start dan zo snel mogelijk met een dieet zonder gluten en caseïne en begin met supplementeren van DPP4 enzymen. En stop met de DPP 4 remmers als je die nu gebruikt.

Overleg deze aanpak wel eerst met je huisarts. laat hem/haar dit artikel lezen.. Ik kan je begeleiden met het herstellen van je darmen waardoor je geen insuline of andere medicatie kunt verminderen of zelfs helemaal kunt stoppen.

Wil je weten of ik je kan helpen? Bel dan tussen 10 en 12 uur voor een gratis kennismakingsgesprek: 0613426644 of mail naar info@histamine-intolerantie.nl

Vond je dit artikel nuttig? Deel het dan gerust.